Procedures Staatssteun – Europa decentraal https://europadecentraal.nl Europees recht in duidelijke taal! Thu, 27 Jun 2024 10:00:29 +0000 nl-NL hourly 1 https://wordpress.org/?v=6.5.5 https://europadecentraal.nl/wp-content/uploads/2022/05/cropped-Logo-KED-tp-32x32.png Procedures Staatssteun – Europa decentraal https://europadecentraal.nl 32 32 Wanneer moet er worden voldaan aan de transparantieverplichting bij kennisgegeven staatssteun? https://europadecentraal.nl/praktijkvraag/wanneer-moet-er-worden-voldaan-aan-de-transparantieverplichting-bij-kennisgegeven-staatssteun/ Mon, 16 Jan 2017 09:12:17 +0000 https://europadecentraal.nl/?post_type=praktijkvraag&p=40045 Antwoord in het kort

Om in aanmerking te komen voor steun in het kader van de algemene groepsvrijstellingsverordening, moet worden voldaan aan de algemene voorwaarden uit hoofdstuk 1 en aan de specifieke vereisten die in het desbetreffende artikel uit hoofdstuk 3 worden uiteengezet. Een van de algemene voorwaarden in hoofdstuk 1 is de transparantieverplichting van artikel 9 van de AGVV. In het kader van transparantieverplichting moet, wanneer steun wordt verleend door middel van een individuele steunbeslissing of een steunregeling die de in artikel 9, lid 1, onder c), vastgestelde drempels overschrijdt, de in bijlage III genoemde aanvullende informatie worden gepubliceerd. Dit betekent dat de steun bepaalde drempels moet overschrijden: 100 000 EUR voor individuele steun, 500 000 EUR voor steun met betrekking tot financiële producten die worden gesteund door het InvestEU-fonds krachtens afdeling 16, of 10 000 EUR voor begunstigden die betrokken zijn bij de primaire landbouwproductie of de visserij- en aquacultuursector, met uitzondering van die welke onder afdeling 2a vallen. De transparantiesteunmodule (TAM) kan worden gebruikt om deze informatie te publiceren.

Voorwaarden gebruik vrijstellingsverordening

Wanneer een decentrale overheid steun verleent, zou het kunnen dat er sprake is van staatssteun. Er moet door decentrale overheden dan ook goed gekeken worden naar de regels voor staatssteun. Indien er sprake is van staatssteun kunnen steunmaatregelen ‘staatssteunproof’ gemaakt worden door gebruik te maken van vrijstellingsverordeningen. Wanneer een decentrale overheid de AGVV wil gebruiken, moet worden voldaan aan de algemene voorwaarden uit hoofdstuk 1 en de voorwaarden van het sectorspecifieke artikel uit hoofdstuk 3. Er mag bijvoorbeeld geen steun worden toegekend aan ondernemingen in moeilijkheden en er moet sprake zijn van een stimulerend effect dat uitgaat van de steunmaatregel. Daarnaast is één van de voorwaarden die voortvloeit uit het eerste hoofdstuk van de AGVV: publicatie en informatie (artikel 9 van de AGVV). Hieronder valt de transparantieverplichting.

Transparantieverplichting

De transparantieverplichting vloeit, voor wat betreft de AGVV, voort uit artikel 9 lid 1 (c). Hierin staat:

  • Lid 1: De betrokken lidstaat zorgt ervoor dat in de TAM of op een uitgebreide staatssteunwebsite, op nationaal of regionaal niveau, worden gepubliceerd:
  • Sub c: de in bijlage III bedoelde gegevens over elke individuele steunverlening van meer dan 100 000 EUR voor individuele steun, 500 000 EUR voor steun met betrekking tot financiële producten die worden gesteund door het InvestEU-fonds krachtens afdeling 16, of 10 000 EUR voor begunstigden die betrokken zijn bij de primaire landbouwproductie of de visserij- en aquacultuursector, met uitzondering van die welke onder afdeling 2a vallen.

Met de in bijlage III bedoelde gegevens worden o.a. bedoeld: naam van de begunstigde, het soort onderneming die de steun ontvangt, het steunelement en het steuninstrument en de datum van de toekenning van de steun.

Transparancy Aid Module

Wanneer de transparantieverplichting uit de AGVV van toepassing is, dienen de benodigde gegevens te worden gepubliceerd op de website van de Europese Commissie. Hiervoor is de Transparancy Aid Module (TAM) door de Commissie ontwikkeld. Om een staatssteunregel te publiceren via de TAM, moet een decentrale overheid beschikken over een werkend TAM-account. Deze kan worden aangevraagd via het Coördinatiepunt Staatssteun Decentrale Overheden (CSDO) van het ministerie van Binnenlandse Zaken en Koninkrijksrelaties. Zo wordt het account gekoppeld aan de European Commission Authentication Service (ECAS) waar ook het online meldsysteem voor staatssteun (SANI) onder is gebracht.

Welke benodigde gegevens moeten worden gepubliceerd?

De gegevens die moeten worden gepubliceerd zijn opgenomen in bijlage III bij de AGVV. Via een stappenplan in de TAM module kunnen alle gegevens worden ingevuld. Het gaat hier bijvoorbeeld om de naam van de organisatie, de grootte van de organisatie (bijv. KMO/grote onderneming) en het type organisatie. Daarnaast moet het type steun worden vermeld (bijv. subsidie, lening) en zowel het nominale steunbedrag als ook de hoogte van het steunelement dienen te worden ingevuld.

Vragen over de TAM

Voor algemene vragen over de transparantieverplichting kunt u terecht bij Europa decentraal, maar mocht u verder inhoudelijke vragen hebben is het raadzaam contact op te nemen met het Coördinatiepunt staatssteun van het ministerie van BZK. Op aanvraag is daar ook het stappenplan voor de aanmelding en het gebruik van TAM verkrijgbaar.

Meer informatie:

Staatssteun, Kenniscentrum Europa Decentraal
Transparantie, Kenniscentrum Europa Decentraal
Coördinatiepunt staatssteun, Kenniscentrum Europa Decentraal

]]>
Ministerie van Binnenlandse Zaken wijst gemeenten op staatssteun risico’s bij steun aan betaald voetbal https://europadecentraal.nl/nieuws/ministerie-van-binnenlandse-zaken-wijst-gemeenten-op-staatssteun-risicos-bij-steun-aan-betaald-voetbal/ Wed, 29 May 2024 13:46:43 +0000 https://europadecentraal.nl/?post_type=nieuws&p=100815 Het ministerie van Binnenlandse Zaken heeft gemeenten met een zogenaamde Betaald Voetbalorganisatie (BVO) onlangs een brief verzonden waarin zij de risico’s benadrukt die voort kunnen komen uit het verlenen van steun aan deze organisaties.

Trend

Het Kenniscentrum Europa Decentraal (KED) heeft als een van haar taken dat signalen over mogelijke Europeesrechtelijke problemen op tijd bij het Rijk worden gemeld. Wanneer een decentrale overheid zoals een gemeente een inbreuk begaat op het EU-recht, dan is het namelijk de nationale overheid, het Rijk, dat zich daarover mogelijk moet verantwoorden bij de Europese Commissie (EC). Mede op basis van deze signalen ziet het ministerie een trend, waarbij er een toename is van het aantal steunverleningen aan, onder andere, betaald voetbalorganisaties. Dat is zorgelijk, omdat de EC in het verleden onderzoeken heeft gedaan naar staatssteun in de (professionele) sportsector, waarbij er in sommige gevallen grote bedragen teruggevorderd dienden te worden. Daarnaast is het onder de staatssteunregels mogelijk om gerechtvaardigd steun te verlenen aan, bijvoorbeeld, sportaccommodatie.

Staatssteun in sport

KED heeft in het verleden al aandacht besteed aan de mogelijkheden om steun te verlenen aan de sportsector, onder andere in een recent webinar. Uit vragen van gemeenten blijkt vaak dat er vanuit wordt gegaan dat een (betaalde) sport geen economische activiteit betreft, of dat het effect van de steun lokaal is. Dit sluit echter niet aan bij de wijze waarop het staatssteunverbod in artikel 107 VWEU wordt toegepast. Sport vanaf een bepaald niveau kan worden aangemerkt als een economische activiteit: spelers worden betaald, er is een transfermarkt, verenigingen krijgen geld voor uitzendrechten en sponsoring waarbij de waarde van opbrengsten van deze transacties is veelal gebaseerd op hun prestaties. Er kan daarmee gesteld worden dat verenigingen met elkaar in concurrentie zijn, niet alleen voor sportief succes, maar ook voor de daarbij komende financiële opbrengsten. Ongeacht de organisatie van de vereniging is het duidelijk dat deze activiteiten niet veel verschillen van andere markt-activiteiten van meer traditionele ondernemingen.

Daarnaast is sport in sommige gevallen ook een grensoverschrijdende activiteit. Er zijn Europese en internationale competities, met de daarbij behorende financiële prikkels. Ook de transfermarkt functioneert internationaal, en valt onder het Europees recht zoals bekend door het beroemde Bosman-arrest. Wanneer een sportvereniging de ambitie heeft om op een hoog niveau deel te nemen aan de competities en, bijvoorbeeld, vanwege steun door een gemeente lagere lasten draagt voor huisvesting, is dat een oneigenlijk voordeel ten aanzien van andere verenigingen. De gesteunde vereniging kan door de lagere lasten bijvoorbeeld een betere speler aantrekken voor een hoger salaris, wat een verstoring op kan leveren in de transfermarkt. Betere spelers kunnen weer een effect hebben op het verdienpotentieel van de club, wat een verstoring op kan leveren van de sponsormarkt en de verdeling van opbrengsten uit uitzendrechten.

Rechtmatige steunverlening

Zoals ook in de brief van het ministerie te lezen valt, zijn er echter mogelijkheden om onder omstandigheden steun te verlenen aan de sportsector. KED heeft deze uitvoerig behandeld in onze pagina’s over sport, en een praktijkvraag over dit onderwerp. Houdt bij het toepassen van deze mogelijkheden altijd rekening met het feit dat ook de algemene voorwaarden voor het gebruik van de Algemene Groepsvrijstellingsverordening gelden. Zo is het is niet toegestaan om steun te verlenen aan een onderneming in nood tenzij het onder voorwaarden een herstructurering betreft, en dient de steun altijd transparant te worden verleend.

Bronnen

Brief van het ministerie van Binnenlandse Zaken aan gemeenten

Sport en Staatssteun – Kenniscentrum Europa Decentraal

Praktijkvraag: “Bieden de staatssteunregels mogelijkheden om plaatselijke sportclubs tegemoet te komen?” – Kenniscentrum Europa Decentraal

]]>
Rapportages https://europadecentraal.nl/onderwerp/staatssteun/procedures-staatssteun/rapportage/ Fri, 28 Dec 2012 19:07:38 +0000 https://europadecentraal.nl/?page_id=1987 Decentrale overheden die aangemelde of vrijgestelde steun verlenen, moeten rekening houden met de rapportageplicht. Deze verplichting houdt in dat lidstaten jaarlijks verslag moeten doen aan de Europese Commissie over verleende steun. Meer informatie over hoe de rapportage werkt en welke gegevens decentrale overheden hiervoor moeten aanleveren vindt u op deze pagina.

De rapportages over 2023 zijn open tot 31 mei 2024. Indien u vragen heeft over de rapportage, dan kan contact worden opgenomen via cps@europadecentraal.nl.

Wijziging inloggen SANI en SARI2 sinds 13 juni 2022

Sinds 13 juni kan er alleen ingelogd worden in het SANI- en SARI-systeem door middel van een twee-factor authenticatie. Dit betekent dat naast het invullen van een wachtwoord, ook door middel van de EU Login Mobile App toegang moet worden verstrekt. Decentrale overheden kunnen de volgende handleidingen raadplegen waarin het nieuwe inlogproces stapsgewijs is beschreven:

  • Een handleiding voor EU Login in het algemeen vindt u hier (Engelstalig);
  • Een handleiding voor het inloggen door middel van een twee-factor authenticatie vindt u hier.
  • Een handleiding van het ministerie van BZK over het toevoegen van een mobiele telefoon van een nieuwe gebruiker via EU Login kan op aanvraag worden toegestuurd (cps@europadecentraal.nl).

Doel rapportage

Door middel van de rapportage kan de Europese Commissie toezicht houden op de naleving van de staatssteunregels. Het doel van de rapportage is daarom:

  • toezicht houden op de naleving van staatssteunregels;
  • inzicht krijgen in de vraag in hoeverre staatssteun wordt aangewend voor de beleidsdoelen van de EU (milieubescherming, werkgelegenheid, onderzoek, ontwikkeling en innovatie (O&O&I), etc.);
  • staatssteunbeleid waar nodig bijsturen.

Hoe werkt de rapportage?

Het Coördinatiepunt Staatssteun decentrale overheden van het ministerie van Binnenlandse Zaken en Koninkrijksrelaties (BZK), coördineert de steunrapportages van provincies en gemeenten. Kenniscentrum Europa Decentraal ondersteunt het ministerie bij deze taak.

  • Gemeenten leveren alle benodigde gegevens aan bij Kenniscentrum Europa Decentraal
  • Provincies voeren de staatssteunrapportage zelf in het SARI systeem en leveren eventuele overige gegevens bij Kenniscentrum Europa Decentraal (zie hieronder daarover meer)
  • Waterschappen rapporteren via het ministerie van Infrastructuur & Waterstaat (I&W)

Procedure voor gemeenten

Gemeenten moeten de benodigde gegevens aanleveren bij Kenniscentrum Europa Decentraal. Deze gegevens worden door het kenniscentrum gecontroleerd. Het kan zijn dat Kenniscentrum Europa Decentraal ter verduidelijking vragen stelt over de aangeleverde gegevens. De ministeries van BZK en Economische Zaken en Klimaat (EZK) controleren de gegevens. Ook zij kunnen vragen stellen aan de gemeente over de gegevens. De communicatie verloopt altijd via Kenniscentrum Europa Decentraal.

Procedure voor provincies (inclusief de MA’s en gemeenten Rotterdam en Utrecht)

Provincies, alsmede een aantal managementautoriteiten en de gemeenten Rotterdam en Utrecht zullen door het CSDO van het ministerie van BZK worden verzocht de benodigde gegevens eveneens aan te leveren. Het kan zijn dat het CSDO daarna ter verduidelijking vragen stelt over de aangeleverde gegevens. Daarnaast wordt aan deze organisaties gevraagd om zelf de gegevens met betrekking tot kennisgevingen en meldingen (onder punt 1) in te voeren in het SARI-systeem van de Europese Commissie. De communicatie met betrekking tot de rapportage verloopt voor deze organisaties via het CSDO.

Benodigde gegevens

De rapportageverplichting geldt voor alle bij de Europese Commissie gemelde en goedgekeurde steunmaatregelen en voor steun die op grond van een vrijstellingsverordening is verleend. Het betreft de volgende steunmaatregelen:

  1. Steunmaatregelen die zijn aangemeld of kennisgegeven bij de Europese Commissie door de decentrale overheid zelf. Te denken valt aan steunmaatregelen die vallen onder de Algemene Groepsvrijstellingsverordening (AGVV) en de Landbouwvrijstellingsverordening (LVV).
  2. Bij de Europese Commissie aangemelde steunmaatregelen van de Rijksoverheid op basis waarvan decentrale overheden staatssteun kunnen verlenen. In 2022 gold dit voor provincies en gemeenten voor staatssteun verleend onder de Nationale Monumentenregeling, staatssteun in de vorm van verlaagde grondkosten voor sociale woningbouw/maatschappelijk vastgoed en steun verleend op basis van de goedgekeurde besluiten inzake doelgroepenvervoer (SA.57554, SA.61360, SA.100306 en SA.101235).
  3. Steun verleend onder toepassing van het DAEB Vrijstellingsbesluit of de DAEB Kaderregeling (ieder even jaar).

Als uw provincie of gemeente steunmaatregelen heeft die onder de steunmaatregel 1 (meldingen of kennisgevingen) vallen, zal onze contactpersoon bij uw organisatie aan het begin van de rapportage een e-mail krijgen over de gegevens die dienen te worden aangeleverd.

Verantwoordelijkheden decentrale overheden

Om aan de rapportageplicht te kunnen voldoen, moeten decentrale overheden zelf een goede administratie bijhouden van de jaarlijkse uitgaven die onder goedgekeurde of vrijgestelde  steunmaatregelen zijn gedaan. De informatie die decentrale overheden aanleveren, wordt opgenomen in de rapportage van Nederland aan de Europese Commissie.

Scoreboard staatssteun

De Commissie verwerkt de gerapporteerde informatie van de lidstaten in het openbare Scoreboard voor Staatssteun.

Vragen?

Voor vragen kunt u terecht bij Kenniscentrum Europa Decentraal, via cps@europadecentraal.nl. Liever telefonisch contact? Dan kunt u op werkdagen tussen 9.00 uur en 12.00 uur via 070 – 338 1099 contact opnemen met Matthijs van Wolferen

]]>
Kennisgevingsprocedure https://europadecentraal.nl/onderwerp/staatssteun/procedures-staatssteun/kennisgevingsprocedure/ Fri, 28 Dec 2012 13:30:47 +0000 https://europadecentraal.nl/?page_id=1920 Decentrale overheden die steun verlenen onder toepassing van een vrijstellingsverordening hoeven die steun niet bij de Europese Commissie te melden. Steunverlenende autoriteiten moeten dan wel een kennisgevingsprocedure doorlopen. Een kennisgevingsprocedure is een procedure waarbij een steunverlenende overheidsorganisatie de Europese Commissie op de hoogte stelt van een steunmaatregel. Hieronder is uiteengezet, wanneer een decentrale overheid een steunmaatregel moet kennisgeven, welke procedurele stappen zij hierbij volgt, en welke verplichtingen na afloop van de kennisgevingsprocedure gelden.

In de kennisgevingen-barometer van Kenniscentrum Europa Decentraal vindt u daarnaast meer informatie over de gedane kennisgevingen van staatssteun door decentrale overheden.

Hoe helpt het Kenniscentrum Europa Decentraal bij kennisgevingsprocedures?

In opdracht van het Ministerie van Binnenlandse Zaken is KED het centrale aanspreekpunt voor kennisgevingen die vallen onder de AGVV of de LVV voor provincies en gemeenten. Dit houdt in dat wanneer een van deze overheden tot de conclusie komt dat zij staatssteun gaan verlenen, welke onder een van deze instrumenten dient te worden kennisgegeven, zij verplicht zijn contact met het KED op te nemen. Wij helpen u vervolgens met de controle van uw kennisgeving, zodat u zeker kunt zijn dat de steun rechtmatig wordt verleend en er geen aanvullende vragen vanuit de Europese Commissie komen.

Wanneer u uw kennisgeving in SANI2 hebt gezet, vult u ook het formulier op deze website in. Op die manier weet het KED dat wij voor u aan het werk kan gaan. Binnen 5 werkdagen ontvangt u een eerste analyse van uw kennisgeving, en eventueel een aantal punten waarop deze kan worden verbeterd. Heeft u van te voren vragen, dan kunt u hiervoor natuurlijk bij ons terecht. Via ons helpdesk formulier kunt u zelf aangeven op welke wijze wij contact met u op kunnen nemen om uw vragen te beantwoorden, of u te adviseren over uw staatssteunverlening.

In alle gevallen behoudt de decentrale overheid de eindverantwoordelijkheid. Kenniscentrum Europa Decentraal verstrekt geen informatie aan de Europese Commissie zonder een eindtoets en toestemming van het ministerie. BZK blijft ook de ondertekenaar van de kennisgevingen.

Meer informatie over het Coordinatiepunt Staatssteun (CPS) en onze samenwerking met het Ministerie van Binnenlandse Zaken vindt u op de contactpagina.

Moeten wij kennisgeving doen van onze steunmaatregel?

Een kennisgeving dient gedaan te worden als steun wordt verleend onder toepassing van één van de vrijstellingsverordeningen. Voordat een decentrale overheid overgaat tot het doen van een kennisgeving, dient zij te onderzoeken of het noodzakelijk is om een kennisgevingsprocedure in gang te zetten. Het kan voorkomen dat een bepaalde (voorgenomen) steunmaatregel buiten het toepassingsbereik van de staatssteunregels valt. In dat geval mag de maatregel worden genomen en hoeft er ook geen kennisgeving te worden gedaan. Verder kan het steunbedrag of steunelement zo gering zijn dat het gebruik van de de-minimisverordening voor de hand ligt. In dat geval wordt de steun niet aangemerkt als staatssteun. Twijfelt u of u een kennisgevingsprocedure moet doorlopen? Neem dan contact op met Kenniscentrum Europa Decentraal.

Welke termijnen gelden voor de kennisgevingsprocedure?

Voor zowel kennisgevingen onder de Algemene Groepsvrijstellingsverordening (AGVV) als onder de Landbouwvrijstellingsverordening (LVV) geldt dat een kennisgeving binnen twintig dagen na de inwerkingtreding van een steunregeling of verlening van individuele steun gedaan moet worden. Een overschrijding van de termijn maakt dat niet aan de voorwaarden van de betreffende vrijstellingsverordening wordt voldaan. Een te late kennisgeving leidt daarmee tot het risico dat steun onrechtmatig wordt verleend zodat die teruggevorderd moet worden. Mocht uw kennisgeving te laat zijn, neem dan contact op met de helpdesk van Kenniscentrum Europa Decentraal om de mogelijkheden te bespreken.

Ondanks dat er best wat stappen moeten worden doorlopen, hoeft een kennisgevingsprocedure niet lang te duren. De meeste tijd is gemoeid met het correct invullen van het kennisgevingsformulier vóór de ondertekening. Een tijdige aanmelding van een kennisgeving bij het CPS wordt aangeraden om deze bijtijds te kunnen toetsen en binnen de vereiste doorlooptermijnen van de vrijstellingsverordeningen te blijven. Om deze redenen worden decentrale overheden verzocht om kennisgevingen op basis van de AGVV maximaal twee weken na inwerkingtreding van de steunmaatregel aan te melden bij CPS en LVV-kennisgevingen vier weken vóór inwerkingtreding van de steunmaatregel.

Na ondertekening van de kennisgeving door het ministerie van Binnenlandse Zaken en Koninkrijksrelaties (BZK) volgt de ontvangstbevestiging van de Commissie in de regel binnen maximaal twee dagen.

Wat zijn de verschillende stappen van een kennisgevingsprocedure?

Decentrale overheden kunnen een steunmaatregel kennisgeven via het online meldingssysteem State Aid Notifications Interactive (SANI). Hieronder vindt u informatie over de verschillende stappen die gelden voor gemeenten en provincies. Voor waterschappen verloopt de procedure op vergelijkbare wijze, maar is het ministerie van Infrastructuur en Waterstaat (I&W) de verantwoordelijke instantie voor de kennisgevingsprocedure. Voor informatie over staatssteun en kennisgevingsprocedures kunnen waterschappen uiteraard gewoon bij Kenniscentrum Europa Decentraal terecht.

Als hulpmiddel voor decentrale overheden om een kennisgevingsprocedure te doorlopen, heeft Kenniscentrum Europa Decentraal een SANI-Handleiding opgesteld, alsmede twee concept-toelichtingen voor AGVV- en LVV- kennisgevingen. Decentrale overheden kunnen deze stukken aanvragen via cps@europadecentraal.nl.

STAP 1 – AANVRAGEN EN ACTIVEREN SANI-ACCOUNT

De medewerker van de gemeente of provincie vraagt via Kenniscentrum Europa Decentraal een SANI-account aan, bij voorkeur met een e-mailadres dat voor meerdere personen toegankelijk is. Per gemeente of provincie kan slechts één account worden geactiveerd. Vervolgens ontvangt de gemeente of de provincie een activatielink om een wachtwoord aan te maken.

STAP 2 – ONTWERPFASE

De gegevens worden door de gemeente of provincie ingevuld in SANI. De kennisgeving moet vervolgens worden opgeslagen en ontgrendeld, maar kan nog niet gefinaliseerd worden. Het kennisgevingsformulier kan ook tussentijds worden opgeslagen.

STAP 3 – CONTROLEFASE

De gemeente of provincie licht Kenniscentrum Europa Decentraal in dat de kennisgeving volledig is ingevuld. Europa Decentraal controleert de kennisgeving en verzoekt de gemeente eventueel om bepaalde aanpassingen te doen. Hierna legt het kenniscentrum de kennisgeving voor aan het ministerie van BZK. Als het ministerie opmerkingen heeft, deelt Kenniscentrum Europa Decentraal deze met de decentrale overheid.

STAP 4 – FINALISEREN

Na goedkeuring van het ministerie van BZK kan de gemeente of provincie de kennisgeving finaliseren.

STAP 5 – ONDERTEKENING

Het ministerie van BZK ondertekent de kennisgeving, die daarna naar de Permanente Vertegenwoordiging van Nederland bij de EU (PV EU) wordt gestuurd.

STAP 6 VALIDATIE

De PV EU valideert de kennisgeving, die vervolgens naar de Europese Commissie wordt gestuurd.

STAP 7 PUBLICATIE

De Europese Commissie bevestigt de ontvangst van de kennisgeving en verstrekt het zaaknummer van de kennisgeving. De Commissie publiceert na enige tijd een samenvatting van de kennisgeving in het staatssteunregister.

Wijziging inloggen SANI en SARI2 sinds 13 juni 2022

Sinds 13 juni kan er alleen ingelogd worden in het SANI- en SARI-systeem door middel van een twee-factor authenticatie. Dit betekent dat naast het invullen van een wachtwoord, ook door middel van de EU Login Mobile App toegang moet worden verstrekt. Decentrale overheden kunnen de volgende handleidingen raadplegen waarin het nieuwe inlogproces stapsgewijs is beschreven:

  • Een handleiding voor EU Login in het algemeen vindt u hier (Engelstalig);
  • Een handleiding voor het inloggen door middel van een twee-factor authenticatie vindt u hier.
  • Een handleiding van het ministerie van BZK over het toevoegen van een mobiele telefoon van een nieuwe gebruiker via EU Login kan op aanvraag worden toegestuurd (cps@europadecentraal.nl).

Benodigde gegevens

In het kennisgevingsformulier van de AGVV en de LVV staat beschreven welke informatie over de steunmaatregel moet worden aangeleverd. Het betreft de volgende gegevens:

  • De regio waarop de steun is gericht;
  • De steunvorm: of het steuninstrument bijvoorbeeld een subsidie, lening of garantie is;
  • De nationale rechtsgrondslag (bijvoorbeeld de gemeentelijke subsidieverordening);
  • Een weblink naar de volledige tekst van de steunmaatregel;
  • De soort steun: of het gaat om ad hoc steun of een steunregeling;
  • Soort begunstigde: of het gaat om een KMO of een grote onderneming;
  • De in aanmerking komende kosten op basis waarvan de steun wordt berekend;
  • De hoogte van de steun en steunintensiteit;
  • De duur van de steun;
  • Of er sprake is van cofinanciering uit EU-fondsen;
  • Welke relevante bepaling uit de AGVV van toepassing is;
  • De sector waarin de begunstigde onderneming actief is.

Daarnaast is relevant dat decentrale overheden die gebruik willen maken van de AGVV in de subsidieregeling en in individuele steunmaatregelen expliciet verwijzen naar de AGVV (Verordening 651/2014, PbEU 2014, L 187/1).

Let op

In beginsel wordt de informatie gepubliceerd die de lidstaat aanlevert, maar het is mogelijk dat de Commissie voor of na de publicatie om aanvullende informatie verzoekt. De Commissie behoudt zich het recht voor om de steun(regeling) gedurende tien jaar na publicatie te toetsen aan de staatssteunregels. Het is dus van belang dat de correcte naleving van de voorwaarden uit de vrijstellingsverordening door de gemeente kan worden aangetoond. Als dat niet het geval is, dan kan de Europese Commissie de staatssteun als onrechtmatig aanmerken en bestaat de mogelijkheid dat de steun moet worden teruggevorderd. Meer informatie over hoe een kennisgeving in zijn werk gaat vindt u in onze praktijkvraag daarover.

Verplichtingen na het doen van een kennisgeving

Tenslotte zijn er verschillende verplichtingen waaraan een decentrale overheid dient te voldoen, nadat de kennisgevingsprocedure is afgerond:

  • Rapportageverplichting: De daadwerkelijke steunuitgaven dienen jaarlijks te worden gerapporteerd aan de Europese Commissie. Decentrale overheden ontvangen hiervoor elk voorjaar via het ministerie van BZK en Kenniscentrum Europa Decentraal het verzoek om de benodigde gegevens aan te leveren. Meer informatie over de jaarlijkse staatssteunrapportage en de rol van Kenniscentrum Europa Decentraal vindt u op onze pagina over rapportages.
  • Transparantieverplichting: Decentrale overheden dienen op uitgebreide staatssteunwebsites bepaalde gegevens bekend te maken zodat belangstellenden gemakkelijk toegang tot deze kunnen krijgen (artikel 9 van iedere vrijstellingsverordening). Voor de verlening van individuele steun boven een bepaald bedrag dienen de benodigde gegevens ook te worden gepubliceerd op de website van de Europese Commissie. Hiervoor is het Transparancy Award Module (TAM)-systeem door de Commissie ontwikkeld. Meer informatie over de transparantieverplichting is terug te lezen op onze website en in de handleiding over het gebruik van de TAM van het ministerie van BZK.
]]>
Staatssteun: wat is het verschil tussen prenotificatie, notificatie, de vereenvoudigde procedure en de vereenvoudigde melding? https://europadecentraal.nl/praktijkvraag/staatssteun-wat-is-het-verschil-tussen-prenotificatie-notificatie-de-vereenvoudigde-procedure-en-de-vereenvoudigde-melding/ Mon, 31 May 2021 16:44:56 +0000 https://europadecentraal.nl/?post_type=praktijkvraag&p=68746 Antwoord in het kort

Als uitgangspunt bij het verlenen van staatssteun geldt dat de Europese Commissie tijdig op de hoogte moet worden gebracht van elk voornemen tot invoering van een steunmaatregel of wijziging daarvan. Voorgenomen steunmaatregelen mogen in principe alleen na toestemming van de Commissie worden uitgevoerd. Afhankelijk van de inhoud van de maatregel, wordt de Europese Commissie hierover geïnformeerd door middel van een prenotificatie, een gewone melding, een vereenvoudigde procedure of een vereenvoudigde melding. De procedures die hiervoor gelden zijn geregeld in de zogenoemde Procedureverordening en de Uitvoeringsverordening.

Kennisgeving

Hoewel het verlenen van staatssteun in beginsel verboden is, heeft de Europese Commissie in de loop van der jaren veel regelgeving aangenomen, met name vrijstellingsverordeningen, op basis waarvan staatssteun door (decentrale) overheden mag worden verleend zonder dat deze vooraf expliciet door de Commissie zelf is goedgekeurd. Op overheden die gebruik maken van deze regelgeving rust wel een kennisgevingsplicht.

Dit houdt in dat de steunverlenende overheid de Commissie binnen een bepaalde termijn op de hoogte moet brengen van de steunmaatregel, via de State Aid Notification Interactive (SANI), een softwareapplicatie van de Commissie. Als de Commissie de informatie niet compleet vindt of twijfels heeft of de steunmaatregel onder de vrijstelling valt, kan zij vragen stellen. Als er geen vragen zijn, wordt de beknopte informatie in de kennisgeving gepubliceerd op de website van de Commissie.

Meldingsprocedure

Indien een steunmaatregel niet kan worden verleend onder toepassing van een vrijstellingsverordening, dan moet de maatregel ter goedkeuring bij de Commissie worden gemeld. Ook dat gebeurt via de SANI-applicatie. De meldingsprocedure bestaat uit twee fasen, de prenotificatiefase en de notificatiefase (meldingsfase).

Prenotificatie

De meldingsprocedure start met een zogenaamde prenotificatie. Dit houdt in dat de steunmaatregel voorafgaand aan de melding met de Commissie informeel wordt afgestemd. De prenotificatie biedt overheden gelegenheid om de Commissie te raadplegen over een steunvoornemen en eventuele onduidelijkheden te bespreken. Voor de prenotificatie gelden geen formele termijnen, maar de Commissie streeft er wel naar om een prenotificatie, als zij vindt dat de informatie compleet is, binnen twee maanden af te ronden. Als de Commissie van mening is dat de prenotificatie voldoende informatie bevat om de steunmaatregel te kunnen beoordelen, kan deze worden omgezet in een melding (notificatie).

Notificatie

In de notificatiefase moet de Commissie een besluit nemen over de verenigbaarheid van de gemelde steun met het VwEU. Voor het in behandeling nemen van een melding is vereist, dat deze wordt gedaan voordat de steunmaatregel wordt uitgevoerd, en dat de melding volledig is. Een melding wordt als volledig beschouwd als de Commissie binnen twee maanden na ontvangst van de melding, of na ontvangst van aanvullende informatie waarom zij heeft verzocht, niet om verdere informatie heeft gevraagd. Na een volledige melding kan de Europese Commissie één van de volgende drie besluiten nemen:

  1. Een besluit dat de aangemelde steunmaatregel geen staatssteun vormt.
  2. Een besluit om geen bezwaar te maken: de aangemelde steunmaatregel vormt wel staatssteun, maar de Europese Commissie acht de steun verenigbaar met de interne markt.
  3. Een besluit tot inleiding van de formele onderzoeksprocedure: er is twijfel of de aangemelde steunmaatregel verenigbaar is met de interne markt.

Strikt genomen dient de Europese Commissie binnen twee maanden na volledige melding één van deze drie besluiten te nemen. In de praktijk wordt die termijn zelden gehaald, doorgaans omdat de Europese Commissie verzoekt om aanvullende informatie.

Vereenvoudigde procedure

Wanneer steunmaatregelen onder de ‘standaardbeoordeling van de Commissie’ vallen, of wanneer de maatregel aansluit bij de beschikkingspraktijk van de Commissie kan er in plaats van een formele notificatie ook een vereenvoudigde procedure worden gevolgd.

Vereenvoudigde melding

Daarnaast kan er voor bepaalde wijzigingen van bestaande, reeds goedgekeurde steunmaatregelen de vereenvoudigde aanmeldingsprocedure worden gevolgd (artikel 4 van Uitvoeringsverordening nr. 794/2004). De vereenvoudigde melding wordt vaak verward met de vereenvoudigde procedure. Voor de vereenvoudigde procedure is echter een pre-notificatie verreist. Ook is deze procedure toepasbaar op andere vormen van steunmaatregelen dan de vereenvoudigde aanmelding. In de brief van de Commissie ‘Vereenvoudigde aanmelding of vereenvoudigde procedure’ wordt het verschil tussen een vereenvoudigde procedure en een vereenvoudigde aanmelding uitgelegd.

Coördinatiepunt Staatssteun

Het Coördinatiepunt Staatssteun van Europa decentraal (CPS) begeleidt decentrale overheden bij het doen van kennisgevingen. Bij het doen van een staatssteunmelding moet u contact opnemen met het Coördinatiepunt Staatssteun van het ministerie van Binnenlandse Zaken en Koninkrijksrelaties.

Meer informatie

]]>
Sluiting helpdesk en Coördinatiepunt Staatssteun (CPS) tijdens de kerstdagen https://europadecentraal.nl/nieuws/sluiting-helpdesk-en-coordinatiepunt-staatssteun-cps-tijdens-de-kerstdagen/ Mon, 11 Dec 2023 09:43:59 +0000 https://europadecentraal.nl/?post_type=nieuws&p=98362 Het einde van het jaar is in zicht, en dat levert voor juristen vaak nog een drukke tijd op voor zij op vakantie mogen. Het is daarom van belang om te weten dat de helpdesk en het CPS van Kenniscentrum Europa Decentraal gesloten zijn van 23 december tot 8 januari en dat kennisgevingen tijdig aangeleverd dienen te worden via onze website. Kennisgevingen die voor 19 december 2023 worden aangeleverd kunnen nog worden bekeken en doorgezet naar de Europese Commissie. Daarna, tot 8 januari 2024, is het CPS gesloten voor de feestdagen.

Gelet op de sluiting van de permanente vertegenwoordiging op 22 december moeten kennisgevingen namelijk uiterlijk 21 december 2023 afgerond zijn, anders worden ze niet meer in 2023 maar in 2024 gevalideerd. Houd in gedachten dat de periode tussen 25 december en 5 januari niet meetelt als het gaat om de 20-werkdagentermijn.

Kenniscentrum Europa Decentraal wenst u fijne feestdagen, en wij kijken er naar uit u weer bij te mogen staan in 2024.

]]>
Formele (onderzoeks)procedure https://europadecentraal.nl/onderwerp/staatssteun/procedures-staatssteun/formele-procedure/ Thu, 24 Sep 2015 11:48:28 +0000 https://europadecentraal.nl/?page_id=31184 Wanneer een decentrale overheid steun heeft verleend en de Europese Commissie twijfelt over de verenigbaarheid daarvan met de interne markt, start de Commissie een formele (onderzoeks)procedure (artikel 4 Procedureverordening 2015/1589). Deze procedure biedt ook mogelijkheden aan derde partijen om inbreng te geven. De Commissie streeft er naar om binnen achttien maanden na opening van de formele (onderzoeks)procedure een besluit vast te stellen.

In welke gevallen is de formele (onderzoeks)procedure van toepassing?

De formele (onderzoeks)procedure is een ingrijpende procedure en beslaat een ingewikkeld proces. Zij is van toepassing op de volgende soorten steunzaken:

  • gemelde en niet gemelde steun;
  • misbruik van steun;
  • bestaande steun;
  • een ingetrokken of vernietigd besluit.

In de decentrale praktijk wordt de formele onderzoeksprocedure voornamelijk toegepast bij gemelde en niet gemelde steun. Meer specifieke informatie hierover is terug te vinden in artikel 6 Procedureverordening 2015/1589 en in de Procedurehandleiding van de Commissie.

Doel van de formele (onderzoeks)procedure

De formele (onderzoeks)procedure heeft als doel om de rechten van alle betrokken partijen te waarborgen. Een ander doel is om de Commissie volledig op de hoogte te brengen van de feiten omtrent de steunmaatregel.

Aanvang procedure voor gemelde en niet gemelde steun

De Commissie zal de formele onderzoeksprocedure (zoals in artikel 108 lid 2 VWEU) starten wanneer ze twijfels heeft of de steun met de interne markt verenigbaar is. Dit kan het gevolg zijn van een meldingsprocedure of een klachtenprocedure. Ook kan de Europese Commissie ambtshalve onderzoeken doen.

Inleidingsbesluit

Het besluit waarmee de formele (onderzoeks)procedure wordt gestart wordt het ‘inleidingsbesluit’ genoemd. De desbetreffende lidstaat wordt hiervan middels een brief op de hoogte gebracht. Daarin worden de lidstaat en de andere belanghebbenden uitgenodigd hun opmerkingen binnen één maand mede te delen. Deze termijn kan in sommige gevallen worden verlengd. Het inleidingsbesluit wordt in het Publicatieblad van de EU gepubliceerd. Publicatie van het besluit gebeurt na afstemming met de betrokken lidstaat over mogelijk vertrouwelijke gegevens.

Daarnaast is de Europese Commissie verplicht de formele (onderzoeks)procedure te starten als het ernstige moeilijkheden ondervindt bij het verkrijgen van de benodigde informatie.

Vaststelling van een definitief besluit

De Commissie streeft ernaar om binnen achttien maanden na het begin van de procedure een besluit vast te stellen. De formele onderzoeksprocedure wordt afgesloten met één van de volgende besluiten (artikel 9 Procedureverordening 2015/1589):

  • de steun kan niet als staatssteun worden gekwalificeerd;
  • de steun is verenigbaar met de interne markt (positief besluit);
  • er worden voorwaarden aan het positieve besluit gesteld (voorwaardelijk besluit);
  • de steun is niet verenigbaar met de interne markt en mag niet worden uitgevoerd (negatief besluit).

Rol coördinatiepunt staatssteun

Als er een formele onderzoeksprocedure wordt ingesteld voor een steunmaatregel van een gemeente of provincie, dan begeleidt het Coördinatiepunt Staatssteun voor Decentrale Overheden (CSDO) van het ministerie van Binnenlandse Zaken en Koninkrijksrelaties (BZK) dit traject. Het ministerie van Infrastructuur en Waterstaat (IenW) neemt deze rol op zich voor waterschappen.

]]>
Terugvordering van steun https://europadecentraal.nl/onderwerp/staatssteun/procedures-staatssteun/terugvordering/ Tue, 12 Feb 2013 09:53:53 +0000 https://europadecentraal.nl/?page_id=8722 Indien decentrale overheden steun verlenen die als onrechtmatig wordt aangemerkt, moet de desbetreffende steun, inclusief de daarover genoten rente, worden teruggevorderd. Door de terugvordering wordt de situatie hersteld naar de situatie vóór de verlening van de steun, waardoor de verstoring van de marktwerking ongedaan wordt gemaakt. Terugvordering van steun is geregeld in artikel 16 van de Procedureverordening 2015/1589 en in de Wet terugvordering staatssteun. De belangrijkste punten over terugvordering van steun worden hieronder toegelicht.

Nationale procedures

Hoe terugvordering van onrechtmatige staatssteun juridisch moet worden gerealiseerd, wordt overgelaten aan het nationale recht van de lidstaat waarin de schending van de staatssteunregels is begaan. Een terugvordering kan afhankelijk van de situatie zowel publiek- als privaatrechtelijk plaatsvinden.

De nationale rechter kan uitvoering geven aan een terugvorderingsbesluit van de Europese Commissie. Hierbij wordt vaak beroep gedaan ter opschorting of vernietiging van een steunmaatregel, totdat de Europese Commissie de maatregel heeft beoordeeld.

Wet terugvordering staatssteun

Sinds 1 juli 2018 geldt in Nederland de Wet terugvordering staatssteun, die de nationaalrechtelijke grondslag vormt voor terugvordering van de steun. Deze wet voorziet in de mogelijkheid om staatssteun terug te vorderen op basis van een besluit van de Europese Commissie. Indien er geen sprake is van een Commissiebesluit en de nationale rechter zelf vaststelt dat een beschikking van een decentrale overheid in strijd is met Artikel 108 lid 3 VWEU, dient die decentrale overheid de desbetreffende beschikking te wijzigen.

In de Wet terugvordering staatssteun worden onder meer de volgende aspecten van de terugvorderingen geregeld:

Bestuursorgaan

De wet verduidelijkt welke organen verplicht zijn tot terugvordering van staatssteun. Deze verplichting ligt bij ‘het bestuursorgaan dat het aangaat’ op grond van artikel 3 lid 1 en artikel 7 lid 1 van de wet. In beginsel is dit het bestuursorgaan dat de steun heeft verstrekt. Daarnaast kan het bestuursorganen betreffen die bijvoorbeeld verantwoordelijk zijn voor de verstrekking of (in)direct overheidszeggenschap uitoefenen bij steunverstrekking door een private partij (zie artikel 1 sub b). In gevallen waar meerdere decentrale overheden gezamenlijk steun verlenen in de vorm van een samenwerkingsverband, zijn alle overheden binnen dit verband verplicht tot terugvordering zolang geen van de overheden tot terugvordering is overgegaan.

Terugvorderingsbeschikking

In de wet wordt bepaald dat terugvordering gebeurt op basis van een terugvorderingsbeschikking (artikel 3 lid 1). Met deze beschikking kan ook gelijk de onrechtmatigheidsrente worden teruggevorderd. Bovendien is het mogelijk om de teruggevorderde steun te verrekenen met openstaande betalingsverplichtingen van de decentrale overheid jegens de begunstigde (artikel 3 lid 3). Voor de regels die voor de invordering gelden verwijst de wet naar de betreffende bepalingen van hoofdstuk 4 van de Algemene wet bestuursrecht (Awb) en voorziet in een regeling van rechtsbescherming door bezwaar en beroep bij het College van Beroep voor het bedrijfsleven (CBb) in eerste en enige aanleg.

Begunstigden

De terugvorderingsbeschikking moet aan de begunstigde onderneming gericht worden. Deze begunstigde onderneming is meestal de oorspronkelijke ontvanger van de steun. Echter, ook andere ondernemingen die aan de steun voordeel hebben ontleend kunnen als indirect begunstigde een terugvorderingsbeschikking krijgen. Wanneer twijfel bestaat over welke begunstigden als indirecte begunstigden aangemerkt moeten worden, moet er overleg gepleegd worden met de Europese Commissie. Dit blijkt uit een uitspraak ven het Europees Hof.

Nieuwe weigeringsgrond voor subsidies

De Wet terugvordering staatssteun heeft een nieuwe weigeringsgrond voor subsidies toegevoegd aan de Awb. Deze is opgenomen in artikel 4:35 lid 3 en bepaalt dat een subsidieverlening geweigerd wordt indien de subsidieverstrekking strijdig is met artikel 107 of 108 VWEU.

Gevolgen niet-nakoming terugvorderingsplicht

Op decentrale overheden die steun verlenen die als onrechtmatig wordt aangemerkt, rust dus een terugvorderingsplicht. Als de decentrale overheid haar terugvorderingsplicht niet nakomt, kan de Europese Commissie zich rechtstreeks tot het Hof van Justitie wenden. Dit kan leiden tot een boete of dwangsom, opgelegd door het Hof van Justitie. Steun hoeft niet te worden teruggevorderd wanneer de verjaringstermijn van tien jaar is verlopen of wanneer terugvordering volstrekt onmogelijk is. Dit laatste wordt niet snel aangenomen.

Vertrouwensbeginsel

Alleen in zeer uitzonderlijke omstandigheden kan een begunstigde op basis van het vertrouwensbeginsel ontkomen aan terugvordering van onrechtmatig verleende staatssteun. Uit jurisprudentie van het Hof blijkt namelijk dat nationale bepalingen of beginselen, zoals het vertrouwensbeginsel, die in bepaalde gevallen aan terugvordering in de weg kunnen staan,  in principe niet van toepassing zijn. Dit is een gevolg van het vereiste van effectieve tenuitvoerlegging van het terugvorderingsbesluit van de Commissie. Ondernemingen kunnen dus niet blind vertrouwen op uitlatingen van decentrale overheden over staatssteun. Van behoedzame ondernemers wordt verwacht dat zij op de hoogte zijn van de naleving van procedurele regels bij steunverlening. Dit geldt overigens ook voor uitspraken over andere transacties tussen overheden en ondernemingen.

Deggendorf-clausule

Decentrale overheden moeten in hun ad-hoc steunmaatregel of steunregeling expliciet de Deggendorf-clausule opnemen. Hierin wordt betaling uitgesloten van steun aan een onderneming waartegen een bevel tot terugvordering is gegeven op grond van een eerdere beschikking van de Europese Commissie. Hierin is de steun onrechtmatig en onverenigbaar verklaard met de gemeenschappelijke markt.

]]>
Kennisgevingsformulier https://europadecentraal.nl/onderwerp/staatssteun/procedures-staatssteun/kennisgevingsformulier/ Mon, 02 Oct 2023 09:06:50 +0000 https://europadecentraal.nl/?p=97393&post_type=onderwerp&preview_id=97393 Met vragen over kennisgevingen of als u problemen hebt met dit formulier kunt u ook rechtstreeks contact opnemen met het Coördinatiepunt Staatssteun via cps@europadecentraal.nl

]]>
Is steunverlening onder voorbehoud van goedkeuring Europese Commissie gebruikelijk? https://europadecentraal.nl/praktijkvraag/steunverlening-onder-voorbehoud-van-goedkeuring-europese-commissie/ Wed, 09 Jan 2013 09:48:46 +0000 https://europadecentraal.nl/?p=2699 Antwoord

Ja, decentrale overheden kennen wel eens staatssteun toe aan ondernemingen onder voorbehoud van goedkeuring van de Commissie. De steun wordt bij de Commissie gemeld ná de toekenning, maar is pas definitief (daadwerkelijk verleend) als de Commissie de steun heeft goedgekeurd.

Steun niet verenigbaar met gemeenschappelijke markt

Als de Commissie de steun niet verenigbaar met de gemeenschappelijke markt verklaart, gaat de toekenning gepaard met opschortende of ontbindende voorwaarden. Men gaat ervan uit dat er door dit voorbehoud pas een wettelijke aanspraak op de steun ontstaat na de goedkeuring van Brussel, dus dán pas de echte steuntoekenning plaatsvindt.

Voornemen tot invoering of wijziging

Volgens art. 88 EG, waarin de verplichting tot voorafgaande melding van staatssteun is vastgelegd, moet de Commissie van elk voornemen tot invoering of wijziging van steunmaatregelen tijdig op de hoogte wordeen gebracht, om haar opmerkingen te kunnen maken.

Concreet houdt dit in dat de ontwerpregelgeving of -beschikking door de Commissie moet worden goedgekeurd en dat voor dat moment niet met de uitvoering van de gesteunde activiteit begonnen mag zijn. Dat betekent dat ook geen voorschotten worden uitbetaald of enigszins met de daadwerkelijke steunverlening wordt begonnen voordat de Commissie haar oordeel heeft gegeven.

Wettelijke aanspraak

In staatssteunregelgeving is vastgelegd dat het moment waarop staatssteun geacht wordt te zijn verleend, het tijdstip is waarop de onderneming krachtens de toepasselijke nationale wet- en regelgeving een wettelijk aanspraak op deze steun verwerft.

Als de voorwaarden zo zijn geformuleerd dat de wettelijke aanspraak op steun pas ontstaat nadat de Commissie de steun heeft goedgekeurd, dan lijkt een melding in overeenstemming met artikel 88 lid 3 EG. De melding vindt immers plaats vóór tenuitvoerlegging van de steun.

Voorwaardelijke toekenning

Dat het voorbehoud bij voorwaardelijke toekenning van staatssteun strikt moet worden uitgelegd (geen tenuitvoerlegging voor de goedkeuring), kan worden geconcludeerd uit het beleid van de Commissie. De Commissie heeft in 2005, bij het begin van grootscheepse hervormingen van haar staatssteunbeleid, benadrukt dat zij de economische effecten van staatssteun strenger zal gaan beoordelen.

Eventuele negatieve neveneffecten

Daarbij weegt de Commissie de positieve impact van de steun (het behalen van een doelstelling van gemeenschappelijk belang) af tegen de eventuele negatieve neveneffecten van de betrokken maatregel (verstoring van het handelsverkeer en de mededinging).

Bewijsstukken

De steunverlenende decentrale overheden dienen hiertoe de nodige bewijsstukken over te leggen. Een van de stappen in deze ‘verfijnde economische benadering’ is de vraag of de voorgenomen staatssteun een stimulerend effect heeft. Steun heeft een stimulerend effect als de begunstigde onderneming daardoor in staat wordt gesteld activiteiten of projecten uit te voeren die zij anders – zonder de steun – niet had uitgevoerd.

Stimulerend effect

Het vereiste dat staatssteun een stimulerend effect heeft, is bijvoorbeeld expliciet verwerkt in nieuwe staatssteunregelgeving ten aanzien van onderzoek, ontwikkeling en innovatie, landbouwsteun en ook de ontwerptekst van de nieuwe blokvrijstellingsverordening.

Subsidiabele activiteiten begonnen voor steunverlening

Als de steun is toegekend onder voorbehoud van goedkeuring, maar subsidiabele activiteiten zijn begonnen terwijl de onderneming nog niet zeker is van de subsidie, wordt het zeer lastig om het stimulerende effect van deze subsidie aan te tonen. De begunstigde heeft de steun blijkbaar niet absoluut nodig om met de activiteiten te beginnen.

Meer informatie:

Wat is het moment van verlening van de-minimissteun?, Praktijkvraag
Procedures, Staatssteun

]]>