Europese rechtspraak

Publicatie: 10 januari 2013

Door:


Europees Gerechtshof, 28 maart 2012. Ryanair en Europese Commissie

Zaak T-123/09. In 2008 gaf de Italiaanse rijksoverheid een lening van € 300 miljoen aan Alitalia, omdat het in financiële problemen verkeerde. Deze lening werd te laat bij de Europese Commissie aangemeld, waardoor de steunverlening in strijd was met de standstillbepaling (art. 108 VWEU).

Ongeoorloofde staatssteun

De lening werd in november 2008 beoordeeld als ongeoorloofde staatssteun. De overheid moest de lening terugvorderen. Om de vliegmaatschappij te redden besloot de overheid vervolgens de vaste activa van Alitalia te verkopen. Hiervoor sloot zij een aantal verbintenissen, waarin werd vastgelegd dat de activa tegen de reële marktprijs moeten worden verkocht.

Beroep Ryanair

De Commissie beoordeelde dit als geoorloofde steun, zolang aan de afgesproken verbintenissen werd voldaan. Ryanair stelde beroep in tegen deze beslissing. Het Gerecht oordeelde vervolgens dat de lening van € 300 miljoen herstructureringssteun inderdaad ongeoorloofde staatssteun is.

Het Gerecht handhaaft het oordeel van de Commissie dat de verkoop van activa geen ongeoorloofde staatssteun is, mits de verkoopprijs met de marktprijs overeenstemt en de verbintenissen volledig worden nagekomen.

Europese Commissie, 11 december 2007. Glazvezelnet Citynet Amsterdam

Zaak C-53/2006. Volgens de Europese Commissie investeerde de gemeente Amsterdam bij investering in een glasvezelnetwerk, onder dezelfde voorwaarden als de betrokken particuliere partijen. De investering vormde geen staatssteun, omdat deze in overeenstemming was met het zogenoemde MEIP-beginsel.

MEIP-criteria

In dit besluit zet de Commissie het begrip MEIP uiteen aan de hand van vier criteria:

– De investeerders moeten marktinvesteerders zijn. De investeringen van particuliere investeerders moeten een reële economische impact hebben;
– Er moet worden onderzocht of alle betrokken partijen de investering gelijktijdig hebbe gedaan;
– Er moet worden nagegaan of de investeringsvoorwaarden voor alle aandeelhouders identiek zijn;
– Er moet sprake zijn van gelijkheid van investeerderwaarden.

Overige zaken

Zaak Intermills, voorbeeld van niet marktconform handelen
Zaak Pilot Transferium Sittard, over kans op niet marktconform voordeel verkleinen
Zaken Denkavit en BAI, over niet marktconforme steun
Zaken Steinike & Weinlig, Alfa Romeo, Tubacex en Ecotrade, over voordelen zonder marktconforme tegenprestaties