Technologie en markt – Europa decentraal https://europadecentraal.nl Europees recht in duidelijke taal! Mon, 03 Jun 2024 14:21:29 +0000 nl-NL hourly 1 https://wordpress.org/?v=6.5.5 https://europadecentraal.nl/wp-content/uploads/2022/05/cropped-Logo-KED-tp-32x32.png Technologie en markt – Europa decentraal https://europadecentraal.nl 32 32 Artificial Intelligence https://europadecentraal.nl/onderwerp/digitale-overheid/data-en-technologie/artificial-intelligence/ Tue, 03 Nov 2020 14:47:03 +0000 https://europadecentraal.nl/?post_type=onderwerp&p=66019 Wat is Artificial Intelligence?

Artificial Intelligence (ook wel Kunstmatige Intelligentie; AI) is een verzameling technologieën die data, algoritmen en rekenkracht combineren. AI-technologieën kunnen helpen bij het vinden van tal van oplossingen voor maatschappelijke problemen. Ook voor decentrale overheden kan het gebruik van kunstmatige intelligentie voordelen bieden. Door slim gebruik te maken van AI bij onder andere infrastructuur, afval en toezicht, kunnen steden efficiënter en duurzamer worden ingericht. Zo kan AI worden ingezet bij het effectiever regelen van verkeersstromen.

Er zit potentie in de ontwikkeling en toepassing van AI-technologieën, maar het gebruik ervan brengt ook uitdagingen met zich mee. AI kan namelijk gevolgen hebben voor een groot aantal grondrechten. De meeste AI-technologieën maken gebruik van machine learning, wat ervoor zorgt dat de technologie in staat is om op basis van analyses en data zichzelf te ontwikkelen. AI-technologieën hebben dus geen menselijk handelen nodig om beslissingen te nemen. De inzet van Kunstmatige Intelligentie kan echter wel leiden tot vormen van discriminatie, schending van privacy en persoonsgegevens of inbreuk op sommige vrijheden. Een AI-systeem kan bijvoorbeeld mensen filteren bij sollicitatieprocedures. Daarom zijn er Europese en nationale strategisch kaders gevormd om mensen en hun grondrechten te beschermen.

Europees beleid voor Artificial Intelligence

Het Europese beleid over Artificial Intelligence is vastgelegd in verschillende actieplannen, richtsnoeren en voorgestelde wet- en regelgeving. Zo is de Europese benadering met betrekking tot AI beschreven in een Witboek. Hierin heeft de Commissie uiteengezet welke maatregelen het wil nemen voor het bevorderen van samenwerking en onderzoek naar AI tussen lidstaten. Verder zijn er ethische richtsnoeren voor Kunstmatige Intelligentie geformuleerd en heeft de Commissie in april 2021 een voorstel gedaan voor een nieuwe verordening voor AI. Dit zal hieronder verder worden uitgediept.

Ethische richtsnoeren voor Artificial Intelligence

Naar aanleiding van de Europese AI-strategie heeft de Europese Commissie in 2019 ethische richtsnoeren voor betrouwbare AI gelanceerd. Hierin heeft de Commissie vastgesteld dat betrouwbare Kunstmatige Intelligentie bestaat uit drie componenten, waaraan gedurende de volledige levenscyclus van het systeem moet worden voldaan:

  1. De AI moet wettig zijn, door te voldoen aan alle toepasselijke wet- en regelgeving;
  2. De AI moet ethisch zijn, door naleving van ethische beginselen en waarden te waarborgen;
  3. De AI moet robuust zijn uit zowel technisch als sociaal oogpunt, aangezien AI-systemen ongewild schade kunnen aanrichten, zelfs al zijn de bedoelingen goed.

Bevorderen van samenwerking en onderzoek

Daarnaast heeft de Commissie in februari 2020 een Witboek gepresenteerd waarin de Europese benadering met betrekking tot Kunstmatige Intelligentie is beschreven. In het Witboek staat hoe Europa aankijkt tegen de ontwikkeling van kunstmatige intelligentie. Hierin worden beleidsopties uiteengezet om zowel ontwikkeling van AI te stimuleren, als de risico’s van AI aan te pakken.

Artificial Intelligence verordening

In april 2021 heeft de Commissie een voorstel gedaan voor een nieuwe verordening voor AI, omdat de huidige Europese regelgeving de (toekomstige) risico’s van AI onvoldoende adresseert. Deze verordening heeft een op risico gebaseerde aanpak; dus hoe meer risico de technologie met zich meebrengt, hoe strikter de regels die ervoor gelden.

Er wordt hierbij onderscheid gemaakt tussen vier AI-systemen:

  1. Onaanvaardbaar risico
    Het voorstel verbiedt een aantal AI-systemen die in strijd zijn met de EU-waarden omdat het gebruik ervan fundamentele rechten schendt. Hierbij gaat het bijvoorbeeld om het gebruik van social scoring door overheden. Social scoring houdt in dat burgers een bepaalde score krijgen op basis van hun gedrag. Je krijgt minpunten als je je niet aan de regels houdt, bijvoorbeeld wanneer je door rood rijdt, en bonuspunten als je iets goeds doet, zoals vrijwilligerswerk. Verder is biometrische identificatie (gezichtsherkenning) in openbare ruimten in principe verboden, maar in sommige gevallen kan het onder categorie 2 vallen.
  2. Hoog risico
    AI-systemen met een hoog risico kunnen een bedreiging vormen voor de gezondheid, veiligheid of grondrechten van personen. Denk hierbij aan systemen die mensen selecteren bij sollicitatieprocedures en de toegang van burgers tot sociale zekerheid bepalen. Deze AI-systemen moeten aan strikte eisen voldoen en moeten eerst worden beoordeeld voordat de techniek in de EU mag worden gebruikt. 
  3. Beperkt risico
    Een voorbeeld van een AI-systeem met een beperkt risico is een chatbot. Er moet hierbij rekening gehouden worden met de risico’s die kunnen ontstaan en voor deze systemen geldt een transparantieverplichting. Mensen moeten worden geïnformeerd als ze met een AI-systeem met beperkt risico in contact zijn.
  4. Minimaal risico
    Deze AI-systemen kunnen volgens bestaande wetgeving worden ontwikkeld en gebruikt. In de voorgestelde verordening worden er geen aanvullende eisen aan gesteld. Voorbeelden van AI-systemen met een minimaal risico zijn spamfilters en zoekmachines.

Tegelijkertijd heeft de Commissie ter bevordering van de Europese aanpak van AI bij de voorgestelde verordening ook een communicatie en een nieuw gecoördineerd plan gepubliceerd. In dit gecoördineerde plan wordt onder vier hoofdvoorstellen een reeks acties voorgesteld om de EU een leidende rol te laten spelen op het gebied van betrouwbare AI. Zo wordt er gepleit voor het versnellen van investeringen in AI-technologieën om een economisch en sociaal herstel te stimuleren door de invoering van digitale oplossingen. De Commissie wil de uiteengezette acties ook financieel ondersteunen. Hiervoor staan de fondsen uit de Digitaal Europa en Horizon Europaprogramma’s ter beschikking. Ook wordt minstens 20% van de middelen uit de faciliteit voor herstel en veerkracht ingezet voor digitale investeringen.

Hoe zit het met toezicht op de Europese AI verordening?  

In het Europese voorstel wordt ook gesproken over toezicht op de toepassing en naleving van de verordening. Elke lidstaat moet één of meerdere nationale bevoegde autoriteiten aanwijzen die verantwoordelijk is voor het toezicht op de verordening in algemene zin. Daarnaast moeten er ook toezichthouders komen, afhankelijk van de sector waar een AI-systeem in gebruik wordt genomen. Als een AI-systeem voor rechtshandhaving wordt gebruikt, zal het toezicht moeten liggen bij de nationale autoriteit voor gegevensbescherming of een soortgelijke autoriteit. Op Europees niveau wordt het bestaande toezicht uitgebreid door een European Artificial Intelligence Board in het leven te roepen. Deze raad bestaat uit vertegenwoordigers van de lidstaten en de Commissie, en zal verantwoordelijk worden voor een aantal adviestaken. Ook zal het de Commissie bijstaan bij specifieke vragen over AI.

Wat is de stand van zaken?

Op 9 december 2023 hebben het Europees Parlement en de Raad van de EU een voorlopig politiek akkoord bereikt over de AI verordening. De Raad en het Parlement werken nog aan de formele wettekst voordat de verordening door beide instanties wordt aangenomen. Zodra de AI verordening is vastgesteld, zullen lidstaten de verordening in eigen land gaan doorvoeren. De meeste normen zullen twee jaar na de inwerkingtredingsdatum van kracht gaan.

AI Aansprakelijkheidsrichtlijn

De Europese Commissie heeft op 28 september 2022 een voorstel gedaan voor een artificiële intelligentie aansprakelijkheidsrichtlijn. De richtlijn bevat specifieke regels over aansprakelijkheid in geval van schade die ontstaat bij het gebruik van AI-producten of -diensten. Deze regels beogen de rechtsbescherming van consumenten te verhogen en meer vertrouwen te kweken in AI.

De voorgestelde richtlijn bevat een aantal hoofdlijnen:

  • Slachtoffers van AI-gerelateerde schade moeten deze makkelijker vergoed kunnen krijgen. Hierbij moet hetzelfde beschermingsniveau gelden voor andere productaansprakelijkheidsregimes.
  • De Commissie stelt een weerlegbaar ‘vermoeden van causaliteit’ voor. Een vermoeden van causaliteit houdt in dat benadeelden makkelijker kunnen bewijzen dat de schade direct het gevolg is van een AI-product of AI-dienst. Dit zal de bewijslast voor slachtoffers van schade door een AI-systeem verlichten.
  • Nationale rechtbanken krijgen de bevoegdheid om aanbieders van AI-diensten en -systemen de opdracht te geven om bewijsmateriaal over die systemen met een hoog risico openbaar te maken, als het vermoeden bestaat dat deze schade hebben veroorzaakt.

Nederlands beleid voor Artificial Intelligence

Er zijn op dit moment in Nederland geen wetten die AI-toepassingen reguleren. Dat betekent niet dat er helemaal geen regels zijn. Kunstmatige Intelligentie zit ook in producten, diensten en processen die al wel gereguleerd zijn. Denk bijvoorbeeld aan de bescherming van persoonsgegevens die is gereguleerd in de Algemene Verordening Gegevensbescherming (AVG). De benoeming van AI in sectorale wetgeving wil alleen niet zeggen dat het algemene regelgevend kader voldoende voorbereid is op de inzet van AI. Er zijn dus nieuwe regels en instrumenten nodig om de ontwikkeling en het gebruik van AI in Nederland in goede banen te leiden. 

In 2019 heeft de Rijksoverheid een Strategisch Actieplan voor Artificiële Intelligentie gepubliceerd waarin het haar plannen voor de toekomst van AI in Nederland uiteen zette. In een bijgaande Kamerbrief over AI, publieke waarden en mensenrechten gaat het kabinet in op de kansen en risico’s van AI-toepassingen, maar ook op het bestaande algemene beleid waarin AI voorkomt. Het gaat hierbij vooral over zelfregulering van AI vanuit de markt en het onderhouden van een dialoog tussen de overheid, burgers, en het bedrijfsleven.

Het kabinet heeft in een andere Kamerbrief uitgesproken dat de bestaande regelgeving inderdaad onvoldoende toegespitst is op AI om de risico’s ervan voldoende te beperken. Er moeten volgens het kabinet aanvullende waarborgen ingesteld worden. Daarom heeft de overheid richtsnoeren opgesteld voor het toepassen van algoritmes en data-analyses door overheidsinstanties. Ook is er een Toolbox Ethisch Verantwoorde Innovatie ontwikkeld door het ministerie van BZK. Deze helpt bestuurders van (decentrale) overheden op weg in wat er nodig is voor ethisch verantwoorde innovatie; en met respect voor belangrijke publieke waarden en grondrechten.

Naast deze ontwikkelingen wil de overheid ook toewerken naar het opnemen van AI in wetgeving. Hiermee kan het toezicht en de handhaving van het gebruik van AI worden versterkt. Als de Europese verordening omtrent Kunstmatige Intelligentie wordt aangenomen zal Nederland de bepalingen moeten doorvoeren in nationale wet- en regelgeving. Het is op dit moment nog niet duidelijk wanneer dit zal zijn.

Wat betekent Artificial Intelligence voor mijn gemeente, provincie of waterschap?  

Ook voor decentrale overheden kan het gebruik van Kunstmatige Intelligentie voordelen bieden. Door slim gebruik te maken van AI bij onder andere infrastructuur, afval en toezicht, kunnen steden bijvoorbeeld efficiënter en duurzamer ingericht worden. Ook binnen de waterschapsector liggen kansen, zoals bij rioolwaterzuiveringsinstallaties (RWZI’s). In deze praktijkvraag leest u meer over hoe een waterschap AI kan inzetten.

Enkele voordelen van AI voor decentrale overheden zijn: 

  • Versnelde beslissingen dankzij betere gegevens;
  • Automatisering van arbeidsintensieve manuele processen;
  • Nauwkeurigere prognoses;
  • Creatie van nieuwe bedrijfsmodellen op basis van gegevens.

Om decentrale overheden te ondersteunen bij de bouw van betrouwbare zelflerende algoritmes zijn er meerdere  AI Impact Assessments (AIIA) beschikbaar. Op basis van een AIIA kan een organisatie zelf het ethische kader bepalen en verantwoording afleggen over betrouwbaarheid, veiligheid en transparantie. Zo kunnen decentrale overheden grip krijgen en behouden op de systemen die voortkomen uit AI.

Wat het voorstel voor een Europese AI-verordening precies inhoudt voor decentrale overheden is nog niet bekend. Ook is het nog onduidelijk wat de Nederlandse plannen concreet zijn op het gebied van AI-wetgeving.

]]>
E-commerce https://europadecentraal.nl/onderwerp/digitale-overheid/digitale-samenleving/e-commerce/ Fri, 14 Jan 2022 13:33:06 +0000 https://europadecentraal.nl/?post_type=onderwerp&p=75404 Een gevolg van de snelle ontwikkeling van digitale middelen is dat er verschillen kunnen ontstaan in de regulering daarvan door de lidstaten. Een voorbeeld hiervan is de ontwikkeling van de elektronische handel (e-commerce) rond de millenniumwisseling. Er ontstonden verschillen in nationale regelgeving met betrekking tot elektronische handel. Die zorgden voor juridische belemmeringen die de goede werking van de Europese interne markt in de weg stonden. Daarom is in 2000 de Richtlijn inzake elektronische handel in het leven geroepen. Die richtlijn stelt een kader in voor de Europese interne markt voor bepaalde onlinediensten, met name de elektronische handel in producten en diensten. Daarna heeft de EU in 2015 de Digitale Interne Markt Strategie vastgesteld. Hiermee wordt beoogd om in Europa een digitale eengemaakte markt tot stand te brengen.

De Europese Commissie wil echter nog meer online barrières doorbreken, zodat mensen volledige toegang hebben tot alle goederen en diensten die online worden aangeboden door bedrijven in de EU. Daarom heeft de Commissie eind 2020 nieuwe wetgeving voor e-commerce voorgesteld. Deze EU-regels bieden vele voordelen, maar brengen ook een aantal verplichtingen met zich mee.

Europees beleid voor e-commerce

Digitale eengemaakte markt

De digitale eengemaakte markt draait om het wegnemen van nationale barrières voor online transacties. Het idee bouwt voort op het concept van de gemeenschappelijke markt binnen de Europese Unie. De EU is al lang bezig om het potentieel van de interne markt beter te benutten. De digitale eengemaakte markt speelt hierbij een cruciale rol. De digitale eengemaakte markt geeft namelijk een impuls aan de economie, vermindert de milieu-impact en verhoogt de levenskwaliteit door middel van elektronische handel en elektronische overheidsdiensten. De ontwikkeling van grensoverschrijdende elektronische handel heeft onder meer tot gevolg dat er meer transparantie is en daarmee meer concurrentie komt tussen dienstverleners. Dit leidt in theorie tot lagere prijzen en een breder aanbod en biedt de elektronische handel tastbare voordelen aan consumenten.

Om ervoor te zorgen dat de elektronische handel kan profiteren van de Europese interne markt, heeft de Commissie al in het jaar 2000 de Richtlijn inzake elektronische handel (2000/31/EG) opgesteld. De richtlijn had als doel om de bestaande belemmeringen voor elektronische handel zoveel mogelijk weg te nemen. Hierbij had de Commissie vier belangrijke doelstellingen voor ogen:

  1. De verantwoordelijkheid voor een veilig internet delen tussen alle betrokken private actoren en hierbij een goede samenwerking met de publieke autoriteiten verzekeren; 
  2. Het aanmoedigen van de verdere ontwikkeling van elektronische handel, door te zorgen voor rechtszekerheid over de rol van partijen; 
  3. Een evenwicht tot stand brengen tussen verschillende fundamentele rechten (zoals privacy, informatie, vrije meningsuiting en eigendomsrecht); 
  4. Het versterken van de digitale eengemaakte markt. 

De Commissie publiceerde in 2018 een factsheet over e-commerce in de EU. Hierin werd de stand van zaken op een rijtje gezet en vooruit geblikt naar nieuwe wetgevingsvoorstellen met betrekking tot elektronische handel.

Digital Services Act en Digital Markets Act

In december 2020 werd de Digital Services Act (DSA, ofwel de Verordening inzake digitale diensten) voorgesteld door de Europese Commissie. Het doel hiervan is om het juridisch kader van de Richtlijn inzake elektronische handel te actualiseren en deze te vervangen. De verordening introduceert regels die ervoor zorgen dat internet­gebruikers niet in contact komen met illegale goederen, inhoud of diensten en dat hun rechten online beschermd worden. Tegelijkertijd met de DSA werd de Digital Markets Act (DMA, ofwel de Verordening inzake digitale markten) voorgesteld. Met deze wet wordt beoogd een eerlijker speelveld op de digitale markt te bereiken, door kaders te stellen voor de marktdeelnemers. De wetsvoorstellen van de DSA en de DMA zijn beide verordeningen. Hierdoor zullen de regels directe werking hebben als ze vastgesteld zijn. Dat betekent dat er weinig tot geen ruimte is voor verschillen in wet- en regelgeving tussen lidstaten.

De Raad van de EU gaf op 25 november 2021 akkoord voor de voorgestelde regels voor zowel de DSA als de DMA. Het Europees Parlement stemde op 5 juli 2022 in met de beide wetten. Op 1 november 2022 is de DMA in werking getreden. Echter, zijn de regels pas vanaf 2 mei 2023 van toepassing. Dan gaan namelijk de eerste verplichtingen in.

De DSA zal op 16 november 2022 in werking treden. U kunt het wetgevingsproces van zowel de DMA als de DSA hier volgen.

Beide voorstellen zijn erop gericht een veiligere en meer open digitale ruimte voor alle gebruikers te creëren en een gelijk speelveld voor bedrijven te waarborgen. Elke lidstaat zal een Coördinator Digitale Diensten moeten aanstellen, een onafhankelijke autoriteit die verantwoordelijk is voor het toezicht op dienstverleners die in hun lidstaat gevestigd zijn. Deze nieuwe autoriteiten zullen ook sancties kunnen opleggen. De Europese Commissie houdt in het kader van bestaande Europese mededingingsregels al toezicht op de zeer grote online platformen, en zal dit toezicht ook houden in het kader van e-commerce regels. De door hen opgelegde boetes kunnen oplopen tot maar liefst 6% van de wereldwijde omzet van een dienstverlener.

Digitale Interne Markt Strategie

In mei 2015 werd de Digitale Interne Markt Strategie vastgesteld door de Commissie. Hierin werd de digitale eengemaakte markt als prioriteit aangemerkt. Dit was nodig, omdat de wereldeconomie steeds meer digitaal wordt vormgegeven; ICT vormt inmiddels de basis van veel innovatieve bedrijfsmodellen. De Digitale Interne Markt Strategie richt zich op maatregelen die alleen op EU-niveau gerealiseerd kunnen worden. Er werden drie belangrijke pijlers benoemd:

  1. Betere toegang tot onlinegoederen en -diensten voor consumenten en bedrijven in heel Europa;
  2. Randvoorwaarden die bevorderlijk zijn voor de ontplooiing van digitale netwerken en diensten;
  3. Maximaal groeipotentieel voor de Europese digitale economie.

Binnen deze drie pijlers vallen diverse onderwerpen, zoals een eind maken aan zogenoemde ‘geoblocking’ en herziening van de ePrivacy Verordening. In totaal gaat het om 16 kernmaatregelen, die moeten bijdragen aan het behalen van de doelen van die pijlers. De gehele lijst met beleidsdoelen kunt u hier bekijken.

Voor deze pagina is voornamelijk de eerste pijler van belang. Deze pijler benadrukte dat hindernissen voor grensoverschrijdende online activiteiten snel moesten worden afgebroken, om groei in Europa te verwezenlijken. Alleen dan kunnen de mogelijkheden van de digitale interne markt optimaal benut worden. Verschillen tussen lidstaten op het gebied van het overeenkomstenrecht en het auteursrecht kunnen bijvoorbeeld als een hindernis gekwalificeerd worden. Er moet in heel Europa betere toegang tot digitale goederen en diensten voor consumenten en bedrijven komen. Onder deze pijler vallen de onderstaande kernmaatregelen:

  • Regels die grensoverschrijdende e-commerce gemakkelijker maken
    Er moeten geharmoniseerde EU-regels komen voor contracten en bescherming van consumenten die via internet aankopen doen: materiële goederen zoals schoenen of meubels, maar ook digitale inhoud zoals e-books of apps. Consumenten krijgen een ruimere keuze uit rechten en aanbiedingen, terwijl bedrijven hun producten gemakkelijker in andere EU-landen kunnen verkopen. De huidige stand van zaken over deze maatregel is als volgt. De EU heeft in mei 2019 een richtlijn aangenomen betreffende overeenkomsten voor de levering van digitale inhoud en diensten. Daarnaast is in 2017 de Verordening betreffende samenwerking tussen de nationale autoriteiten inzake consumentenbescherming vernieuwd. 
  • Een eind maken aan zinloze vormen van geoblocking
    Geoblocking is een discriminerende praktijk die om commerciële redenen wordt toegepast, waardoor consumenten op basis van hun locatie geen toegang krijgen tot een website of worden doorgestuurd naar een lokale webwinkel met andere prijzen. Begin 2018 heeft de Commissie de Verordening inzake de aanpak van ongerechtvaardigde geoblocking aangenomen. 
  • Identificatie van mogelijke concurrentieproblemen op de Europese e-commercemarkten
    De Commissie heeft een onderzoek naar de mededinging in de e-commercesector in de Europese Unie gedaan. Hieruit bleek dat met de groei van e-commerce wel enkele zakelijke praktijken zijn ontstaan waar mededingingsbezwaren uit voortvloeien. Daarom gaf de Commissie aan dat ze de EU-mededingingsregels beter zouden handhaven. Bovendien wil de Commissie blijvend de dialoog aangaan met de nationale mededingingsautoriteiten.
  • Administratieve lasten voor bedrijven terugdringen die het gevolg zijn van de verschillende btw-stelsels
    Verkopers van materiële goederen moeten gebruik kunnen maken van één systeem voor elektronische registratie en betaling. Daarom is in 2017 de Richtlijn betreffende het gemeenschappelijke stelsel van belasting aangepast.

Nederlands beleid voor e-commerce

De EU-brede regels maken het gemakkelijker voor de lidstaten om consumenten online te beschermen. Ook in Nederland is goede e-commerce van groot belang. Wanneer bedrijven rekening moeten houden met verschillende nationale consumentenwetgeving en stelsels van overeenkomsten beperkt dit hen in de grensoverschrijdende handel. Dit is nadelig voor zowel bedrijven als consumenten.

De Richtlijn inzake elektronische handel is in 2004 in Nederland geïmplementeerd door middel van de Aanpassingswet Richtlijn inzake elektronische handel. Hierin zijn regels opgenomen voor het rechtsgeldig sluiten van een overeenkomst via de elektronische weg. Zo’n overeenkomst is rechtsgeldig wanneer:

  • De overeenkomst voor beide partijen te raadplegen is;
  • De authenticiteit van de overeenkomst in voldoende mate is gewaarborgd; en
  • Het moment van totstandkoming van de overeenkomst met voldoende zekerheid kan worden vastgesteld.

Daarnaast is Nederland bezig met de implementatie van de Richtlijn levering van digitale inhoud en diensten (Richtlijn 2019/770) en de Richtlijn verkoop van goederen (Richtlijn 2019/771). Deze hadden eigenlijk op 1 juli 2021 geïmplementeerd moeten zijn. De Afdeling advisering van de Raad van State heeft advies uitgebracht over het wetsvoorstel. In het advies staat onder andere dat er behoefte is aan verduidelijking over het betalen in de vorm van terbeschikkingstelling van persoonsgegevens. U kunt hier meer over lezen in dit nieuwsbericht. Het voorstel tot implementatie (de Implementatiewet richtlijn modernisering consumentenbescherming) is in behandeling bij de Tweede Kamer.

Wat heeft mijn gemeente, provincie of waterschap met e-commerce te maken?

Onder e-commerce vallen diverse aspecten van elektronisch zaken doen. Zo is het aan de orde bij bedrijven die onderling online zaken doen of met consumenten, maar ook bij overheidsbedrijven die online zaken doen met andere marktpartijen of consumenten. Hierdoor kunnen decentrale overheden, wanneer zij bijvoorbeeld middels een overheidsbedrijf zaken doen, ook onder de Europese regels over e-commerce vallen. Dit is voornamelijk relevant, omdat decentrale overheden burgers en (overheids)bedrijven moeten informeren over de geldende regels. Daarnaast moeten decentrale overheden hun rol in de huidige maatschappij op een dynamische manier invullen. Dat betekent dat er vaak wordt verwacht dat zij de regie uitvoeren over samenwerking en informatie-uitwisseling.

Daarnaast kunnen decentrale overheden (indirect) met elektronische handel te maken krijgen. Uit de uitspraak Airbnb Ireland van het Europese Hof van Justitie (C-390/18) bleek bijvoorbeeld dat de bemiddelingsdiensten van Airbnb gekwalificeerd dienen te worden als ‘diensten van de informatiemaatschappij’. Deze diensten vallen onder de Richtlijn inzake elektronische handel. Voor decentrale overheden houdt dit concreet in dat zij bij het reguleren van Airbnb en gelijksoortige informatiediensten niet alleen rekening dienen te houden met de verdragsbepalingen over het vrij verkeer van diensten en de Dienstenrichtlijn, maar ook met de Richtlijn inzake elektronische handel. Eventuele beperkingen op de vrij verkeersregels – ten aanzien van informatiediensten – dienen dan ook aan de hieruit volgende beginselen te worden getoetst. Europa decentraal schreef eerder een EUrrest over deze uitspraak.

Een ander voorbeeld betreft de regulering van platforms ter bemiddeling van taxidiensten. Het Hof van Justitie heeft in Star Taxi App (C-62/19) geoordeeld dat vervoersdiensten die door middel van een app worden aangeboden onder bepaalde omstandigheden zijn aan te merken als informatiediensten. Hierdoor is de Richtlijn inzake elektronische handel van toepassing. Aangezien decentrale overheden op grond van de Wet personenvervoer 2000 bevoegd zijn om op dit gebied eisen te stellen, is het verschil in diensten voor hen zeer relevant. Ook over deze uitspraak is een EUrrest gepubliceerd.

]]>
Connectiviteit https://europadecentraal.nl/onderwerp/digitale-overheid/digitale-infrastructuur/connectiviteit/ Thu, 23 Mar 2023 13:28:22 +0000 https://europadecentraal.nl/?post_type=onderwerp&p=94156 In het Digitaal Kompas staan de ambities van de Europese Commissie omtrent de Digital Decade. Connectiviteit speelt hierin een grote rol. De Commissie stelt dat Europa een digitale leiderschapsrol wil vervullen. Dit, op basis van een duurzame digitale infrastructuur voor connectiviteit, micro-elektronica en de verwerking van enorme hoeveelheden gegevens. Deze maken andere technologische ontwikkelingen mogelijk en ondersteunen de concurrentiepositie van de Europese industrie. Daarnaast stelt de Commissie dat bedrijven en burgers alleen ten volle kunnen deelnemen aan de samenleving als iedereen overal in Europa over uitstekende en beveiligde connectiviteit beschikken. Daarom is er nieuwe wetgeving nodig.

Waarom is connectiviteit belangrijk?

De ambitie van de Europese Unie is om digitaal soeverein te zijn in een open en onderling verbonden wereld. De EU wil een digitaal beleid voeren dat burgers en bedrijven de mogelijkheid geeft deel uit te maken van een mensgerichte, duurzame en welvarendere digitale toekomst. De digitale transformatie is van belang voor het herstel, de welvaart, de veiligheid, het maatschappelijke welzijn en het concurrentievermogen van de EU. Ook wil de Commissie de kwetsbaarheid van de Europese digitale ruimte verkleinen en een onafhankelijke digitale ruimte realiseren. Nu is de EU nog erg afhankelijkheid van kritieke, vaak niet-EU-gebaseerde technologie en van enkele grote technologiebedrijven.

Maar, om te zorgen dat de EU als een sterk en eensgezind blok kan functioneren, is een onderlinge snelle en hoogwaardige connectiviteit van belang. Connectiviteit speelt immers een steeds grotere rol in het dagelijks leven. Van een email sturen of videobellen met collega’s, vrienden of familie, tot satellieten die het mogelijk maken om veiligheidsinformatie te vergaren. Connectiviteit ontwikkelt zich steeds verder. Daardoor groeit niet alleen de behoefte van burgers en bedrijven, maar ook de noodzaak om connectiviteit in de juiste banen te leiden binnen Europa.

Ook voor (decentrale) overheden is een hoogwaardige connectiviteit van belang. Burgers en bedrijven moeten in een steeds verder digitaliserende samenleving nog steeds hun weg kunnen vinden naar de overheid. Daarnaast zal een groot deel van het uitvoeren van de wetgeving omtrent connectiviteit bij de gemeenten en provincies terecht komen. Denk hierbij aan de uitrol van breedbandnetwerken, plaatsen van antennes of het faciliteren van gratis wifi in openbare ruimten.

Europees beleid voor connectiviteit

Het belangrijkste doel van de Europese Unie omtrent connectiviteit is dat tegen 2030 alle Europese huishoudens zijn aangesloten op een gigabitnetwerk. Ook moeten alle bevolkte gebieden door 5G worden gedekt. Om dit te bereiken heeft de Europese Commissie voorgesteld om de regels te actualiseren in verband met de toenemende behoeften van burgers en bedrijven op het gebied van connectiviteit en de connectiviteitsdoelstellingen van Europa´s digitale decennium.

Lees hieronder welke wetgeving er is om deze doelen te behalen.

Telecomcode

Op 11 december 2018 werd het Europees Wetboek voor elektronische communicatie gepresenteerd. Deze wordt ook wel de Europese Telecomcode genoemd. Dit is één regelgevingskader voor EU-telecommunicatieregels. Deze richtlijn vervangt de richtlijnen 2002/19/EG, 2002/20/EG en 2002/21/EG en artikel 5 van Besluit nr. 243/2012/EU. Deze trad op 20 december 2018 in werking.

De Europese Telecomcode stelt bijgewerkte regels vast voor de regulering van telecommunicatie. Het heeft als doel om hoogwaardige, veilige en betaalbare telecommunicatiediensten in Europa te vergemakkelijken. Het zorgt onder andere voor een verbetering in de verbindingssnelheden en -dekking, een betere consumenten bescherming ongeacht de vorm van digitale communicatie, een ruimere keuze aan innovatieve digitale diensten en het bevordert de ontwikkeling van de Europese interne markt en de mededinging.

In Nederland is deze code in de Telecommunicatiewet ingevoerd en stelt hoe dit beleid in Nederland wordt uitgevoerd. Deze is in 2022 herzien om de nieuwe Europese regelgeving vanuit de Telecomcode te implementeren.

Roaming

Regelgeving omtrent roaming is vastgelegd in de Verordening betreffende roaming op openbare mobiele communicatienetwerken binnen de Unie (Verordening 2022/612/EU). Hier wordt ook wel naar gerefereerd als “Roam Like at Home”. Roaming zorgt ervoor dat burgers overal in Europa verbonden zijn, zoals zij dit thuis gewend zijn. Dit houdt in dat in het buitenland hetzelfde verwacht moet kunnen worden als thuis en hier zijn dus dezelfde kosten aan verbonden zoals thuis. Dit geldt ook voor IJsland, Liechtenstein en Noorwegen. Dit is niet meer van toepassing in het Verenigd Koninkrijk.

Zonder een mobiel netwerk dat de hele Unie dekt en verschillen tussen binnenlandse en roamingtarieven kan er niet gesproken worden van een interne telecommunicatiemarkt. “Roam Like at Home” zorgt ervoor dat gebruikers van mobiele communicatienetwerken geen buitensporig hoge tarieven betalen wanneer zij binnen de Unie reizen.

Nederland heeft geen uitvoeringswet van de Verordening betreffende roaming op openbare mobiele communicatienetwerken binnen de Unie. Wel is er regelgeving vastgelegd in de Telecommunicatiewet.

Connectiviteits Toolbox

De Connectiviteits Toolbox biedt richtlijnen voor de uitrol van glasvezel en 5G netwerken. De Toolbox is ontwikkeld in opvolging van de Aanbeveling betreffende een gemeenschappelijke toolbox van de Unie om de kosten van de uitrol van netwerken met zeer hoge capaciteit (Aanbeveling 2020/1307/EU).

Het doel van de toolbox is om connectiviteit over de EU te waarborgen door kosten te verlagen en de snelheid van hoge capaciteitsnetwerken en om de uitrol van 5G te bevorderen. In het bijzonder om daarmee het economisch herstel na de COVID-19-crisis te faciliteren. Daarnaast bleek in 2018 dat de uitvoering van de Richtlijn Kostenvermindering Breedband inefficiënt en inconsistent gebeurd. Een toolbox met best practices kan helpen om dit proces te versnellen.

Gigabit Infrastructuur Verordening

De Europese Rekenkamer stelt in een onderzoeksrapport in 2022 dat de uitrol van 5G-internet in Europa te langzaam gaat. In 2025 moeten alle 27 lidstaten 5G hebben in alle stedelijke gebieden en op alle belangrijke transportroutes. Tegen 2030 zou er dan in de hele EU 5G-dekking moeten zijn. Op het huidige tempo gaat het echter niet lukken. Daarom dringt de Europese Rekenkamer aan dat er dringend een impuls nodig is om de plannen te realiseren en economische groei en versterking van het concurrentievermogen te stimuleren. Mede hierom en met het oog op de toenemende behoefte van burgers en bedrijven aan connectiviteit, publiceerde de Commissie op 23 februari 2023 een bijgewerkt regelgevingskader.

De Gigabit Infrastructuur Verordening is een update van de Richtlijn voor het verlagen van de kosten voor breedband opgestelde regelgeving. De nieuwe verordening moet de uitrol van hogesnelheidsnetwerken faciliteren en stimuleren. De voorganger van de Gigabit Infrastructuur was namelijk een richtlijn en een richtlijn dient door nationale overheden te worden omgezet tot nationale wetgeving. Dit zorgde echter voor uiteenlopende nationale initiatieven, wat de uitrol belemmerde en stroever liet verlopen.

De voorgestelde Gigabit Infrastructuur Verordening zorgt ervoor dat alle lidstaten dezelfde wetgeving hanteren. Het heeft als doel om de focus te leggen op de snelste netwerktechnologieën en om de uitrol van gigabitnetwerken te versnellen en goedkoper te maken. De nieuwe wetgeving neemt daarin de barrières voor een soepele uitrol weg. De Gigabit Infrastructuur Verordening richt zich op zes hoofdlijnen:

  1. Het verbeteren van coördinatie tussen sectoren. Dit betreft onder andere het coördineren van de aanleg van fysieke infrastructuur, zoals masten of kabels.
  2. Het stroomlijnen en versnellen van de vergunningsprocedure. Zo moet de volledigheid van een vergunningsaanvraag binnen vijftien dagen na ontvangst vastgesteld worden. Deze vergunning moet binnen 4 maanden worden verleend of geweigerd.
  3. Digitaliseren. Uitvoerende organisaties moeten online toegang hebben tot alle informatie over al bestaande infrastructuur en geplande operaties.
  4. Het vergemakkelijken van plaatsingen. Het (her)gebruiken van al de bestaande infrastructuur, zoals leidingen of masten, wordt makkelijker.
  5. Nieuwe of gerenoveerde gebouwen moeten vooraf worden uitgerust met glasvezel en glasvezelklare infrastructuur.
  6. Het verminderen van de ecologische voetafdruk van elektronische en communicatienetwerken. Dit gebeurt door de invoering van milieuvriendelijke efficiëntere technologieën en al bestaande infrastructuur te hergebruiken.

Gigabit Aanbeveling

De voorgestelde Gigabit Aanbeveling vervangt de Next Generation Acces (2010) Aanbeveling en de Niet-discriminatie en kostenberekeningsmethode Aanbeveling (2013).

Breedband

Breedband infrastructuur is een kabelnetwerk dat snelle verbinding levert. Bandbreedte gaat over de snelheid waarmee data over een infrastructuur gaat. Dit wordt vaak aangeduid in megabits per seconde (Mbps). De EU categoriseert breedband wanneer het download vermogen tussen de 144 kilobits per seconde (Kpbs) en 30 megabits per seconde (Mbps) is. Snelle breedband wordt gecategoriseerd wanneer deze snelheid tussen de 30 en de 100 Mbps ligt. Ultrasnelle breedband ligt hoger dan 100 Mbps.

Digitale technologieën, zoals de metaverse, kunstmatige intelligentie (AI), kwantumcomputing, augmented en virtual reality, ontwikkelen zich enorm snel. Om deze ontwikkelingen te kunnen faciliteren zijn er aanzienlijke netwerkinvesteringen nodig om de toenemende behoefte aan bandbreedte bij te houden. Het doel van de EU is om een Gigabit Society te behalen. Dit houdt in dat alle Europese huishoudens rond 2025 zijn aangesloten op netwerken met een downloadsnelheid van 100Mpbs of hoger. Ook moeten tegen 2025 grote sociaaleconomische drijfveren toegang hebben tot gigabit connectiviteit. Denk bijvoorbeeld aan scholen, onderzoekscentra, en ziekenhuizen die op digitale technologieën rekenen.

Breedbandprojecten worden vaak door decentrale overheden uitgevoerd. Ook breedbanddiensten worden geregeld via de Telecommunicatiewet.

WIFI4EU

Het WiFi4EU initiatief probeert in zoveel mogelijk gemeente overal in Europa voor gratis wifi te zorgen. Dit kan op openbare plaatsen zoals parken, pleinen, overheidsgebouwen, bibliotheken of ziekenhuizen, etc. Om dit te bewerkstelligen kunnen gemeenten een voucher van 15.000 euro aanvragen. Hiermee kunnen zij wifi-apparatuur laten installeren om voor gratis wifi te zorgen op openbare plekken.

Om hiervoor in aanmerking te komen moet de gemeente zich eerst registreren. Dit kan hier. Ook kunnen Wifi-installatiedienste zich aanmelden. Zo zijn zij vindbaar voor gemeenten die gebruik willen maken van deze diensten.

5G

Hoge snelheidsnetwerken spelen een grote rol in het concurreren op de wereldmarkt. Daarom wil de EU de uitrol van 5G infrastructuur bevorderen. In 2016 is er al een actieplan gelanceerd rondom investeringen in 5G infrastructuur in de EU.

In januari 2020 presenteerde de Commissie een 5G-Toolbox met gemeenschappelijke maatregelen over de Europese aanpak. Met deze maatregelen moeten de belangrijkste cyberveiligheidsrisico’s van 5G-netwerken kunnen worden beperkt. Verder biedt de Toolbox richtsnoeren voor maatregelen waar op nationaal en Europees niveau over moet worden nagedacht bij het beperken van de risico’s van 5G. 

Er is in Nederland geen specifieke wetgeving rondom de uitrol van 5G. In de Telecommunicatiewet staan wel regels voor de uitgifte van frequenties en het delen van antenne-opstelpunten. Wel hebben gemeenten via de Vereniging Nederlandse Gemeenten invloed op de plaatsing van vergunningsvrije antennes door het Antenneconvenant. Lees meer over waar gemeenten rekening mee moeten houden bij de uitrol van 5G in deze praktijkvraag.

IRIS²

In november 2022 werd er een akkoord bereikt over de IRIS². IRIS² staat voor Infrastructure for Resilience, Interconnectivity and Security by Satellite. Het is de derde constellatie internetsatellieten van de Europese Unie. Een satellietconstellatie is een groep identieke satellieten die samenwerken om een ​​dienst te verlenen. IRIS² moet onder meer gebruikt worden voor overheids- en defensiedoeleinden, zoals grenssurveillance, crisismanagement en beveiligde communicatie tussen Europese ambassades

IRIS² maakt deel uit van de Global Gateway. Dit is een strategie die connectiviteit in partnerlanden van Europa faciliteert. Denk hierbij aan investeringen in digitalisering om zo de infrastructuurkloof te overbruggen. Doormiddel van IRIS² kunnen verscheidende communicatiecapaciteiten aangeboden worden. Denk hierbij aan verbeterde overheidstoepassingen op het gebied van bewaking, crisisbeheer of bescherming van belangrijke communicatie-infrastructuren. Ook zal het van toepassing zijn op massamarkttoepassingen zoals vaste breedbandsatelliettoegang of satelliettoegang voor transport. Daarnaast zal IRIS² de verdere ontwikkeling van hogesnelheidsbreedband en naadloze connectiviteit in de hele Unie mogelijk maken. Ook neemt het dode communicatiezones weg. Zo wordt connectiviteit overal mogelijk.

In februari 2023 nam het Europees Parlement IRIS² aan. Naar verwachting kan in 2024 gebruik worden gemaakt van de eerste services. Tegen 2027 moet IRIS² volledig in werking zijn.

]]>
Chips https://europadecentraal.nl/onderwerp/digitale-overheid/digitale-infrastructuur/chips/ Thu, 19 May 2022 09:14:20 +0000 https://europadecentraal.nl/?post_type=onderwerp&p=80375 Europees beleid voor chips

De Europese Commissie wil Europa door middel van wetgeving een voorsprong geven bij de productie van chips. Daarom heeft de Commissie op 8 februari 2022 een pakket maatregelen voorgesteld om de tekorten aan computerchips aan te pakken en het technologische leiderschap van Europa te versterken. De voorgestelde maatregelen zijn onderdeel van de Europese Chipwet. 

Het doel van de verordening is om een veerkrachtige bevoorradingsketen te ontwikkelen binnen de halfgeleiderindustrie. De Commissie wil lidstaten op deze manier voorbereiden op toekomstige verstoringen van de markt. Dit zou Europa een voorsprong geven bij de productie van chips. De belangrijkste onderdelen van de Chipwet zijn:

  • Het initiatief ‘Chips voor Europa’, dat middelen van lidstaten en eventuele betrokken derde landen zal bundelen. Er wordt 11 miljard euro vrijgemaakt voor onderzoek, ontwikkeling en innovatie op het gebied van chips. Het Chips voor Europa-initiatief zal geïmplementeerd worden via de Digitaal Europa en Horizon Europe programma’s. Ook zal het initiatief het gebrek aan vakmensen aanpakken door opleidings- en omscholingsinitiatieven te ondersteunen.
  • Een nieuw kader om de continuïteit van voorzieningen te waarborgen door investeringen aan te trekken en de productiecapaciteit te vergroten. Dit is nodig voor de innovatie binnen de Europese halfgeleiderindustrie. Daarnaast zal een chipfonds de toegang tot financiering voor startups vergemakkelijken. Bedrijven die halfgeleiderproducten ontwerpen of produceren, kunnen sneller een vergunning krijgen om productiefaciliteiten te realiseren binnen lidstaten.
  • Een coördinatiemechanisme tussen lidstaten en de Commissie voor het monitoren van de levering van chips, het inschatten van de vraag en het anticiperen op tekorten.

Stand van zaken van de Chipwet

De lidstaten worden aangemoedigd om direct een begin te maken met de coördinatie-inspanningen die vermeld staan in de voorgestelde aanbeveling van de Commissie. Zo kunnen lidstaten inzicht krijgen in de huidige status van de halfgeleiderindustrie in de EU. Dit zou het chiptekort moeten verhelpen totdat de verordening is aangenomen.

Op 25 juli 2023 is de Chipwet definitief goedgekeurd en aangenomen. Na ondertekening door de voorzitter van het Parlement en de voorzitter van de Raad wordt de Chipwet officieel bekendgemaakt in het Publicatieblad van de Europese Unie. De verordening treedt 3 dagen na die publicatie in werking.

Europese wet inzake kritieke grondstoffen

Op 16 maart 2023 publiceerde de Commissie de Europese wet inzake kritieke grondstoffen (CRMA). Met de wet wil de Commissie zorgen voor een betrouwbaardere toeleveringsketen voor grondstoffen die aan de basis van de groene en digitale transitie liggen. Denk hierbij aan onderdelen voor chips of ziekenhuisapparatuur. Daarmee heeft de CRMA ook invloed op onder andere de uitwerking van voorstellen zoals de Chipwet.

Europa is vaak sterk afhankelijk van de invoer van grondstoffen van leveranciers in derde landen die een monopolie hebben. Dat brengt toeleveringsrisico’s, zoals bleek uit tekorten in de nasleep van COVID-19. Dit kan de klimaat- en digitale doelstellingen ondermijnen. De wetgeving inzake kritieke grondstoffen heeft als doel om de capaciteit van de EU te verbeteren, om zo het risico op verstoringen te monitoren en te beperken.

Nederlands beleid voor chips

De halfgeleiderindustrie is een van de grootste en meest gespecialiseerde deelsectoren binnen de Nederlandse industrie met een aantal belangrijke bedrijven als Philips, ASML en NXP. Het kabinetsbeleid ten aanzien van de halfgeleiderindustrie is gericht op het stimuleren van het innovatief vermogen van bedrijven, maatschappelijke organisaties en hoogwaardig onderzoek. Zoals beschreven in de Visie op de toekomst van de industrie in Nederland investeert het kabinet in zogenoemde ‘sleuteltechnologieën’, waar halfgeleiders ook deel van uitmaken. Deze sleuteltechnologieën vallen onder de groeimarkten die opgenomen zijn in de groeistrategie van het kabinet. In het regeerakkoord van 2022 zijn middelen voor innovatie vrijgemaakt en biedt het Nationaal Groeifonds kansen voor investeringen in R&D en innovatie van deze sectoren. Verder is het kabinet van mening dat er naast het Europese industriebeleid ook gericht sectoraal industriebeleid nodig is. Dit om de Europese productiecapaciteit te verhogen en de tekorten in de halfgeleiderindustrie aan te pakken.

Wat heeft mijn gemeente, provincie of waterschap met chips te maken?

Decentrale overheden gebruiken chips in meerdere takken van hun dienstverlening. Zo kunnen afvalcontainers worden voorzien van een geautomatiseerd containermanagement, waarvoor chips nodig zijn. Elke container wordt zo gekoppeld aan een adres. Ook worden chips gebruikt voor ondergrondse restafvalcontainers en de bijbehorende afvalpas waarmee bewoners de containers kunnen openen.

Daarnaast worden chips gebruikt voor slimme watermeters. Hiermee kan niet alleen het waterverbruik van huishoudens gemeten en uitgelezen worden, er bestaan ook watermeters die het waterpeil, de stroomsnelheid, de neerslag en het zoutgehalte van water kunnen meten. Verder zijn chips onmisbaar in paspoorten en om huisdieren te laten chippen.

Chips zijn van groot belang voor de dienstverlening van decentrale overheden, omdat ze bijdragen aan een efficiënter proces. Dit geldt zowel voor decentrale overheden als de bewoners. De nieuwe maatregelen van de Commissie moeten ervoor zorgen dat deze dienstverlening niet aangetast wordt door prijsstijgingen en lange levertijden van chips.

]]>
Data en technologieën https://europadecentraal.nl/onderwerp/digitale-overheid/data-en-technologie/ Fri, 14 Jan 2022 13:12:22 +0000 https://europadecentraal.nl/?post_type=onderwerp&p=71936 Hergebruik overheidsinformatie

De publieke sector produceert, verzamelt en verspreidt gegevens op verschillende gebieden, bijvoorbeeld voor juridische dienstverlening. Denk daarbij aan digitale loketten en overheidsbrede gekoppelde databestanden. Burgers en bedrijven kunnen een verzoek indienen tot openbaarmaking van de informatie die de publieke sector produceert. Dit noemen we hergebruik van overheidsinformatie. In de EU en in Nederland zijn verschillende initiatieven genomen om te zorgen voor een transparante overheid.

Lees hierover meer op de pagina Hergebruik overheidsinformatie, waar onder meer wordt ingegaan op de verplichtingen voor decentrale overheden als het gaat om hergebruik van overheidsinformatie.

INSPIRE-richtlijn

Het delen van geografische gegevens op lokaal, nationaal en internationaal grensoverschrijdend niveau kan het ontwerpen van beleidsmaatregelen ondersteunen. Denk daarbij bijvoorbeeld aan maatregelen om verontreiniging van land, water en lucht tegen te gaan. De EU heeft hiervoor de INSPIRE-richtlijn in het leven geroepen en zet in op het delen van geografische gegevens via een EU-breed internetportaal. Hebben decentrale overheden ook te maken met het delen van geografische gegevens?

Lees hierover meer op deze pagina over de Europese INSPIRE-richtlijn.

Artificial Intelligence

Artificial Intelligence kan helpen bij het vinden van oplossingen voor maatschappelijke problemen. Binnen de Europese Unie en Nederland zijn al verschillende initiatieven ondernomen om het gebruik van AI-technologieën in goede banen te leiden. Biedt AI ook voordelen voor gemeenten, provincies en waterschappen? En wat is het Europees en Nederlands beleid als het gaat om Kunstmatige Intelligentie?

Op deze pagina leest u meer over Artificial Intelligence.

Data Governance Act

De Data Governance Act is een voorstel van de Europese Commissie voor een verordening om data makkelijker en veiliger te delen in de Europese Unie. Het is onderdeel van een groterstrategisch beleidsplan om de EU een concurrentievoordeel te geven in een steeds verdergaande datagedreven samenleving, en de welvaart en welzijn te vergroten in Europa. De verordening stelt regels op verschillende niveaus: in de publieke sector, voor ondernemingen en voor Europese burgers. Met name de nieuwe regels uit de verordening rond hergebruik van overheidsinformatie zijn voor decentrale overheden relevant. Andere belangrijke punten uit de verordening zijn het stimuleren van data-altruïsme, het aanstellen van neutrale en transparante data-intermediairs en het opstellen van Europese dataruimten.

Op de pagina over de Data Governance Act kunt u meer lezen over het voorstel en de voortgang.

]]>
Digitale infrastructuur https://europadecentraal.nl/onderwerp/digitale-overheid/digitale-infrastructuur/ Fri, 14 Jan 2022 12:14:57 +0000 https://europadecentraal.nl/?post_type=onderwerp&p=71932 Chips

Chips zijn essentiële bouwstenen voor digitale producten zoals smartphones, laptops en auto’s. Sinds eind 2020 is er echter een wereldwijd tekort aan chips. Daarom wil de Europese Commissie Europa door middel van wetgeving een voorsprong geven bij de productie van chips. Wat houdt dit wetsvoorstel in? Welke wetgeving is er op het gebied van chips in Nederland? En wat betekenen chips voor decentrale overheden?

Op deze webpagina leest u meer over chips.

Cybersecurity

De EU is al lang bezig met het ondernemen van actie tegen cybercriminaliteit. Zo zijn er verschillende initiatieven ondernomen voor cybersecurity. Ook in Nederland is een goed cybersecuritybeleid van belang. Hebben decentrale overheden ook met cybersecurity te maken? En hoe pak je cybersecurity als decentrale overheid het beste aan?

Lees meer over het Europese cybersecuritybeleid op deze pagina.

Connectiviteit

Connectiviteit speelt een grote rol in de Europese ambities rondom digitalisering. Om te zorgen dat de EU als een sterk en eensgezind blok kan functioneren is een snelle en hoogwaardige connectiviteit van belang. Decentrale overheden zijn een belangrijke schakel in het realiseren van deze Europese doelen. Een groot deel van het uitvoeren van de wetgeving komt namelijk bij gemeenten en provincies terecht. Maar wat voor regels gelden er eigenlijk rondom connectiviteit? En wat is de rol van decentrale overheden daarin precies?

Lees meer over het Europese connectiviteitsbeleid op deze pagina.

]]>