De Commissie heeft haar voorstellen binnen het kader van het REFIT-programma gepresenteerd, dat als doel heeft de Europese wet- en regelgeving te vereenvoudigen en toekomstbestendiger te maken. Belangrijke pijlers hiervan zijn het verbeteren van de uitvoerbaarheid van regels en het verminderen van bureaucratie. Door bepaalde rapportagevereisten te schrappen, wil de Commissie de administratieve lasten voor zowel het midden- en kleinbedrijf als overheidsinstanties verminderen. De focus ligt op het creëren van doeltreffende, efficiënte en gemakkelijk naleefbare Europese regelgeving met minimale last voor alle betrokken partijen
De Commissie stelt voor om een aantal rapportageverplichtingen te schrappen uit de volgende wet- en regelgeving:
De voorstellen voor aanpassing van deze wet- en regelgeving zijn goedgekeurd door de Commissie. Ingezonden feedback wordt door de Commissie samengevat en zal worden meegenomen in de verdere behandeling van het voorstel door het Europees Parlement en de Raad. Zienswijzen kunnen tot en met 19 December 2023 worden ingezonden.
Voorstel voor een Besluit tot wijziging van Richtlijn 2014/62/EU betreffende bepaalde rapportagevereisten – Europese Commissie
Rationalisatie van rapportageverplichtingen – Europese Commissie
Europese Commissie doet voorstellen voor verlichting rapportageverplichtingen – Kenniscentrum Europa Decentraal
Better Regulation – Kenniscentrum Europa Decentraal
De Commissie doet deze voorstellen in het kader van het programma voor gezonde en resultaatgerichte regelgeving (REFIT). Het doel van dit programma is het versimpelen en toekomstbestendiger maken van Europese wet- en regelgeving. De uitvoerbaarheid van regels en het tegengaan van overbelasting zijn hierin belangrijke pijlers. De Commissie hoopt door het verlichten van een aantal rapportagevereisten de administratieve lasten van zowel het midden- en kleinbedrijf als overheidsinstanties terug te dringen.
De Commissie stelt voor om de rapportagefrequentie te verlagen en de rapportageprocedure te versimpelen voor de volgende wet- en regelgeving:
Met betrekking tot financiële diensten en investeringsondersteuning stelt de Commissie voor om uitwisseling van data en kennis te reguleren om de noodzaak voor rapportageverplichtingen te verlagen. Het gaat hier om het delen van informatie tussen overheidsautoriteiten onderling en tussen overheidsautoriteiten en financiële instituten.
De voorstellen voor aanpassing van deze wet- en regelgeving zijn goedgekeurd door de Commissie. Ingezonden feedback wordt door de Commissie samengevat en zal worden meegenomen in de verdere behandeling van het voorstel door het Europees Parlement en de Raad. Feedback over de rapportagefrequentie kan tot en met 19 December 2023 worden ingezonden. Feedback over informatie-uitwisseling in de financiële sector kan tot en met 28 December 2023 worden ingezonden.
Verslaggevingsverminderingpakket – wijzigingen van de ESA, ESRB en InvestEU-regelgeving – Europese Commissie
Voorstel voor een richtlijn over de vereenvoudiging van rapportageverplichtingen in milieuregelgeving – Europese Commissie
Rationalisatie van rapportageverplichtingen – schets van ontwerpvoorstellen op het gebied van mobiliteit en transport – Europese Commissie
Europese Commissie doet voorstellen voor verlichting rapportageverplichtingen – Kenniscentrum Europa Decentraal
Better Regulation – Kenniscentrum Europa Decentraal
]]>De voorstellen van de Commissie zijn gepresenteerd in het kader van het programma voor gezonde en resultaatgerichte regelgeving (REFIT). Het doel van dit programma is het versimpelen en toekomstbestendiger maken van Europese wet- en regelgeving. De uitvoerbaarheid van regels en het tegengaan van overbelasting zijn hierin belangrijke pijlers. De Commissie hoopt door het herstructureren van de rapportagevereisten de administratieve lasten van zowel het midden- en kleinbedrijf als overheidsinstanties terug te dringen.
De negen Commissievoorstellen beslaan een breed scala aan onderwerpen, waaronder wegvervoer, voedsel, financiële diensten en patiëntenrechten. De voorstellen maken deel uit van een continu proces waarin gekeken wordt naar bestaande rapportageverplichtingen om te zien of ze nog zinvol zijn en of de efficiëntie van het rapportageproces kan worden vergroot. Concreet voorzien de initiatieven in de schrapping van rapportageverplichtingen, bijvoorbeeld in gevallen van overlap tussen rapportages van ondernemingen en overheidsinstanties. In een aantal sectoren wordt de frequentie van rapportageverplichtingen verlaagd. In de financiële sector voorzien de voorstellen daarnaast in een meer gestroomlijnde uitwisseling van data tussen autoriteiten om de noodzaak van rapportage te verminderen. De voorstellen beogen via deze wegen de administratieve lasten van zowel het bedrijfsleven als overheidsinstanties te verlagen.
Er kunnen tot en met 19 december zienswijzen ingezonden worden op de gepubliceerde Commissie voorstellen. Deze wordt vervolgens door de Commissie samengevat en voorgelegd aan het Europees Parlement en de Raad voor de onderhandelingen over de voorstellen. De volgende voorstellen staan open voor feedback:
Commissie presenteert voorstellen tot aanpassing en schrapping van rapportageverplichtingen – Expertisecentrum Europees Recht
Betere Regelgeving – Kenniscentrum Europa Decentraal
]]>Juridische en administratieve hinderpalen kunnen een negatieve invloed op grensoverschrijdende samenwerking hebben en het potentieel van deze regio’s in de weg staan. De Commissie wil daarom een nieuwe verordening voorstellen voor een rechtskader om deze obstakels uit de weg te ruimen. Alle burgers, ondernemingen, het maatschappelijk middenveld, overheidsinstanties en andere belanghebbenden voor wie de wetgeving gevolgen heeft, kunnen tijdens de een raadplegingsprocedure hun mening geven. Het huidige initiatief zou het voorstel uit 2018 voor een verordening betreffende een mechanisme om juridische en administratieve belemmeringen in een grensoverschrijdende context uit de weg te ruimen wijzigen. Meer informatie is op deze website te vinden.
Decentrale overheden, regio’s, burgers ondernemingen en belanghebbenden kunnen in vorm van een commentaar feedback indienen. Deze verschijnt online, zodat andere betrokkenen de feedback kunnen lezen. Reageren is mogelijk is tot 16 november 2023 op deze website.
Consultatie Grensoverschrijdende samenwerking, Publicatie Europese Commissie
]]>De EU-brede energiecrisis van 2022 heeft een groot effect gehad op de elektriciteitsmarkt. De elektriciteitsprijs is nu voornamelijk gebaseerd op de kosten van fossiele brandstoffen, die vanwege de oorlog in Oekraïne enorm snel zijn gestegen. Om consumenten bij te staan hebben veel overheden verschillende maatregelen getroffen, zoals het verstrekken van subsidies of het opschorten van de btw-verplichting. Dat zijn echter kortetermijnoplossingen. Om vergelijkbare situaties in de toekomst te voorkomen is een hervorming van de EU-elektriciteitsmarkt noodzakelijk.
De eerste concrete doelstelling van de hervormingen die de Raad beoogt, is het faciliteren van een stabielere elektriciteitsmarkt. Om dit in gang te zetten besloot de Raad dat de lidstaten zogenoemde stroomafnameovereenkomsten gaan bevorderen. Dit zijn directe overeenkomsten tussen een stroomleverancier en een afnemer die voor een langere periode worden afgesloten. Wanneer hier overheidsmiddelen mee gemoeid zijn moet er standaard gekozen worden voor tweerichtingscontracten. Die houden in dat de producent de elektriciteit verkoopt voor een prijs die met de overheid is overeengekomen. Valt de effectieve marktprijs lager uit, dan betaalt de overheid het verschil. Valt de prijs hoger uit, dan moet de producent het verschil terugbetalen aan de consument.
Verder moet de hervorming leiden tot gemakkelijkere inzet van staatssteun op lange termijn om betaalbare energie te kunnen garanderen. Daarnaast zijn de bepalingen die gaan over consumentenbescherming verder verduidelijkt en zijn de mogelijkheden voor het reguleren van prijzen tijdens een crisis uitgebreid.
De energiecrisis in 2022 was niet alleen belastend voor de consument, maar ook voor veel decentrale overheden die hun inwoners op meerdere manieren ondersteunden. De hervorming voorziet in meer langetermijnoplossingen, waardoor gemeenten straks ook beter kunnen bijdragen aan de bestaanszekerheid van hun inwoners. Door de elektriciteitsmarkt op een grotere schaal te stabiliseren zal er minder sprake zijn van plotselinge fluctuaties die een beroep doen op de crisisrespons van decentrale overheden.
Het akkoord dat nu is bereikt in de Raad zal gebruikt worden als vertrekpunt voor onderhandelingen met het Europees Parlement over de definitieve tekst. Zowel de Raad als het Parlement moeten formeel nog instemmen voordat de hervormingen doorgevoerd kunnen worden.
Hervorming opzet elektriciteitsmarkt: Raad bereikt akkoord – Raad van de EU
Hervorming van de elektriciteitsmarkt– Raad van de EU
Ondersteuning van economie door invloed Russische invasie: Commissie stelt tijdelijk staatssteuncrisiskader vast – Kenniscentrum Europa Decentraal
Toolkit Energiearmoede: waar moeten gemeenten op letten? – Kenniscentrum Europa Decentraal
De Urban Agenda for the EU (UAEU) pakt stedelijke uitdagingen aan door partnerschappen op te zetten tussen steden, EU-instellingen, nationale regeringen en overige belanghebbenden zoals niet-gouvernementele organisaties. Een UAEU partnerschap brengt op die manier verschillende experts en overheidsniveaus samen en vormt een denktank gericht op het ontwikkelen van voorstellen die bijdragen aan de drie UAEU-pijlers: betere regelgeving, betere financiering en betere kennis. Daarnaast bevordert het partnerschap de werkpraktijk van leden; zij kunnen de kennis en connecties die het partnerschap biedt, direct benutten voor de vraagstukken waar ze zelf dagelijks tegenaan lopen.
Met het aannemen van de Overeenkomst van Ljubljana in november 2021 werden vier nieuwe thema’s toegevoegd aan de bestaande onderwerpen en partnerschappen, waaronder ‘Food’ en ‘Cities of Equality’. Nu de voorafgaande onderzoeksfase (Ex-Ante Assessment) en de bijbehorende rapporten zijn afgerond, begint het daadwerkelijk opzetten van de partnerschappen.
Dit partnerschap is gericht op voedsel met bijbehorende thema’s als agro-ecologie, voedselrechtvaardigheid, regelgeving, voedselinnovatie, de vrije markt en toegang tot land. Het overkoepelende doel van het partnerschap is om bij te dragen aan de ontwikkeling van duurzamere en rechtvaardigere voedselsystemen. Daarbij is er specifieke aandacht voor de uitdagingen en kansen die een stedelijke omgeving met zich meebrengt. De bredere context voor de beoogde Europese systeemverandering op het gebied van voedsel wordt gevormd door de Green Deal en de VN-doelstellingen voor duurzame ontwikkeling.
De selectiecriteria voor het partnerschap, de taken van partners en het overzicht van onderwerpen zijn hier te vinden.
Dit partnerschap is gericht op de (kans)gelijkheid van bevolkingsgroepen en het proactief tegengaan van discriminatie. De thematische focus omvat onderwerpen als fysieke toegankelijkheid, informele nederzettingen, sociale inclusie (volwaardig deelnemen aan de samenleving) en economische inclusie (o.a. inclusief werkgeverschap). Het partnerschap werkt daarbij binnen de bredere context van diverse Europese prioriteiten zoals het werkprogramma van de Commissie, het ‘Union of Equality’ initiatief en het cohesiebeleid. Stedelijk beleid kan volgens dit initiatief het verschil maken in het vormen van een inclusieve toekomst omdat stedelijke overheden vaak al in alle facetten van de samenleving aanwezig zijn.
De selectiecriteria voor het partnerschap, de taken van partners en het overzicht van onderwerpen zijn hier te vinden.
Aankondiging UAEU partnerschappen ‘Food’ en ‘Cities of Equality’ incl. relevante documenten.
]]>Bridge! geeft een overzicht weer van trends en ontwikkelingen van vragen die decentrale overheden aan Europa decentraal stelden in de periode 2003-2015. Naast een kwantitatieve analyse bevat Bridge! negen concrete voorbeelden van vraagstukken waar provincies, gemeenten en waterschappen in de praktijk mee te maken krijgen bij het uitvoeren van Europese wet- en regelgeving.
Het volledige rapport kunt u hier onder downloaden.
Een Engelstalige versie van het rapport is hier te raadplegen.
]]>
De Boekarest-verklaring komt voort uit een initiatief van het Comité van de Regio’s. In maart waren honderden lokale en regionale bestuurders bijeen in Boekarest om met elkaar te spreken over de rol van steden in Europa en de verklaring op te stellen. Volgens de bestuurders is de EU er na de Brexit extra bij gebaat om in direct contact te staan met haar burgers. Lokale en regionale overheden kunnen hierin een belangrijke schakel zijn.
De verklaring is een volgende stap in een langere geschiedenis waarin steden steeds meer bij het Europees beleidsproces werden betrokken. In 2007 werd het Handvest van Leipzig ondertekend door de lidstaten. Dit handvest diende als aanmoediging om stedelijke ontwikkelingen binnen de EU beter te integreren, en was daarmee gelijk een erkenning van het belang van lokaal beleid. Daarbij werd ook benadrukt dat lokaal beleid ook de steun van hogere overheden nodig heeft om succesvol te zijn.
Een ander kernprincipe binnen het handvest was het schenken van aandacht aan achterstandswijken. Het inzetten op de zwakste delen van een stad werd gezien als de meest effectieve manier om de kwaliteit van leven in heel de stad te verhogen. Grote sociaaleconomische verschillen zouden namelijk de sociale architectuur van een stad uit balans kunnen brengen.
Een evaluatie van het handvest in 2017 liet zien dat aandacht voor de integratie van stedelijk beleid steviger geworteld is binnen de EU. Tegelijkertijd brengen nieuwe maatschappelijke opgaven de noodzaak tot herziening van het handvest met zich mee. Naar verwachting wordt hier in de tweede helft van 2020, tijdens het Duitse EU-voorzitterschap, aandacht aan besteed.
Met het sluiten van het Pact van Amsterdam in 2016 kwam de EU Urban Agenda tot stand. Dit programma biedt steden en regio’s binnen de EU de mogelijkheid om samen te werken op Europese beleidsterreinen. Dit gebeurt binnen veertien thematische partnerschappen, bijvoorbeeld op het gebied van aanbesteden, stedelijke mobiliteit en circulaire economie. In alle partnerschappen zijn de verschillende bestuursniveaus (de EU, lidstaten en stedelijke gebieden) vertegenwoordigd.
Een rapport uit 2017 naar de effecten van de Urban Agenda stelt dat de samenwerking tussen verschillende lagen erg wordt gewaardeerd door de betrokkenen. Ook is er betere samenwerking op stedelijke vraagstukken tussen de EU-instellingen zelf. Tegelijkertijd hangt de blijvende impact van de Urban Agenda af van de praktische uitkomsten van de Partnerschappen. Op dit moment wordt de Urban Agenda geëvalueerd.
In de Boekarest-verklaring stellen de lidstaten bij monde van hun ministers dat er in de toekomst voortgebouwd moet worden op de ervaringen met de Urban Agenda. Daarnaast moet de stedelijke dimensie in Europese wetgeving in het kader van betere regelgeving verder versterkt worden. Ook willen de landen opschalen, door meer steden en regio’s te betrekken bij dergelijke projecten dan nu het geval is. Het nieuwe Handvest van Leipzig dat volgend jaar klaar moet zijn zal als basis dienen voor de toekomstige plannen.
De lidstaten roepen de Europese instellingen en elkaar ertoe op verder te gaan met de Urban Agenda. Belangrijk daarbij is ook dat initiatieven en resultaten zichtbaar worden gemaakt. Tegelijkertijd worden lokale en regionale overheden aangemoedigd om deel te blijven nemen aan dergelijke Europese initiatieven.
Bucharest Declaration, Raad van de Europese Unie
Betere regelgeving, Kenniscentrum Europa Decentraal
Better Regulation Insight Tool, Kenniscentrum Europa Decentraal
Urban Agenda, Kenniscentrum Europa Decentraal
Oproep om ervaringen met Urban Agenda te delen, Kenniscentrum Europa Decentraal
Eerlijke, groene en productieve steden: een nieuw Leipzig Charter en de Urban Agenda for the EU, Kenniscentrum Europa Decentraal
Minister Ollongren van BZK hield namens Nederland een toespraak over haar visie betreffende de duurzame ontwikkelingen van steden in de EU na Covid-19 bij de informele bijeenkomst op 30 november 2020. De minister is van mening dat de coronapandemie kansen biedt om de groene en digitale transitie in Europese steden te versnellen. Ze noemde onderwerpen als woningbouw, bereikbaarheid en digitalisering. De minister drong er in haar speech bij haar collega’s op aan specifiek rekening te houden met de positie van jongeren bij het maken van stedelijk beleid. Daarnaast moeten partnerschappen helpen de stedelijke uitdagingen op EU-niveau aan te pakken en bij te dragen aan de verwezenlijking van de doelstellingen voor duurzame ontwikkeling.
De minister sprak haar steun uit voor het nieuwe Leipzig Charter, de leidraad voor duurzame stedelijke ontwikkeling in Europa. De Urban Agenda for the EU (UAEU) speelt volgens haar opnieuw een doorslaggevende rol in dit proces.
Op de tweede dag van de conferentie kwamen de verantwoordelijke ministers van territoriale samenwerking bijeen om de Territoriale Agenda te bespreken. Dit is een strategisch beleidsdocument voor de ruimtelijke ordening van regio’s en gemeenschappen in Europa. Het biedt een actiekader voor territoriale cohesie en een toekomst voor alle regio’s en plaatsen in Europa. Het vraagt beleidsmakers op alle bestuursniveaus om bij te dragen aan een inclusieve en duurzame toekomst voor alle regio’s en plaatsen en om de Sustainable Development Goals van de VN in Europa te helpen verwezenlijken. In Nederland is de Nationale Omgevingsvisie (NOVI) als voorbeeld genoemd voor de invulling van de territoriale agenda.
Het Leipzig Charter on Sustainable European Cities uit 2007 is een politieke verklaring, bedoeld om een geïntegreerd stedelijk ontwikkelingsbeleid te stimuleren. Het Leipzig Charter speelt een belangrijke rol in het Pact van Amsterdam, waarmee stedelijke Partnerschappen voor de EU werden opgericht. De doelen die in het Pact van Amsterdam omschreven staan moeten, voor zover deze duurzame ontwikkeling van stedelijk milieu betreffen, in lijn met het Leipzig Charter zijn.
Als onderdeel van het Duitse voorzitterschap van de Raad van de EU werd tijdens de bijeenkomst het New Leipzig Charter on Sustainable European Cities aangenomen. De EU-lidstaten hebben in dit nieuwe Charter hun gedeelde uitgangspunten voor stedelijke ontwikkeling vastgelegd. Binnen het Charter worden grote transities en thema’s van deze tijd zoals vergroening, digitalisering en weerbaarheid gekoppeld aan duurzame en inclusieve stedelijke ontwikkeling. Er is ook een uitvoeringsdocument bij het nieuwe Leipzig Charter gepubliceerd.
Het belangrijkste uitvoerende instrument voor het in de praktijk brengen van het nieuwe Leipzig Charter is de Urban Agenda for the EU (UAEU).
De UAEU kwam in 2016 tot stand in het Pact van Amsterdam om de stedelijke betrokkenheid bij Europees beleid te vergroten. Het programma biedt steden en regio’s binnen de EU de mogelijkheid om samen te werken op Europese beleidsterreinen. De positie van steden in de EU wordt hierdoor versterkt. Daarnaast moet de UAEU concrete voorstellen op het gebied van betere regelgeving, betere financiering en betere kennisdeling voor en door steden in Europa bevorderen. Steden werken samen in 14 thematische partnerschappen.
Toespraak minister Ollongren over het New Leipzig Charter en de Europese Agenda Stad, Rijksoverheid
Bijdrage van het Ministerie van Binnenlandse Zaken en Koninkrijkrelaties
Urban Agenda for the EU, de Europese Commissie
The new Leipzig Charter: The transformative power of cities for the common good, Duitse voorzitterschap van de Raad van de EU
Speech Dutch Urban Envoy Karen van Dantzig