DAEB – Europa decentraal https://europadecentraal.nl Europees recht in duidelijke taal! Tue, 16 Apr 2024 11:48:37 +0000 nl-NL hourly 1 https://wordpress.org/?v=6.5.5 https://europadecentraal.nl/wp-content/uploads/2022/05/cropped-Logo-KED-tp-32x32.png DAEB – Europa decentraal https://europadecentraal.nl 32 32 Welke mogelijkheden bieden DAEB om steun ‘staatssteunproof’ in te richten? https://europadecentraal.nl/praktijkvraag/welke-mogelijkheden-bieden-daeb-om-steun-staatssteunproof-in-te-richten/ Mon, 13 Oct 2014 07:28:06 +0000 https://europadecentraal.nl/?p=24769 Antwoord in het kort

Het begrip DAB (dienst van algemeen belang) is een overkoepelende term. Hieronder vallen

1. DAEB (diensten van algemeen economisch belang),
2. NEDAB (niet-economische diensten van algemeen belang) en
3. SDAB (sociale diensten van algemeen belang).

Of een DAB vervolgens moet worden gekwalificeerd als DAEB, NEDAB of SDAB hangt af van de aard (economisch of niet, sociaal of niet) van de betrokken activiteiten. We lichten deze begrippen hieronder nader toe en gaan daarbij nader in op de staatssteunrechtelijke gevolgen.

1. DAEB

Diensten van algemeen economisch belang (DAEB) zijn diensten die zich onderscheiden vanwege hun economische karakter. Een precieze Europeesrechtelijke definitie voor DAEB is niet te vinden. Wel zijn er voorbeelden van diensten die als DAEB zijn aangewezen. DAEB kunnen echter in het algemeen worden omschreven als diensten die door de overheid gewenst worden, maar die door de markt niet, niet voldoende of niet onder politiek acceptabele voorwaarden worden aangeboden. Doordat DAEB een economisch karakter hebben, kunnen de Europese staatssteunregels daarop van toepassing zijn.

Altmark-arrest
Ondanks het economische karakter hoeft de compensatie voor een DAEB geen staatssteun te zijn. Dit is het geval als de compensatie voldoet aan de zogenaamde Altmark-voorwaarden. Door aan deze voorwaarden te voldoen is er geen sprake van een niet-marktconform voordeel. Staatssteun wordt gekenmerkt door een niet-marktconform voordeel.

2012 DAEB-pakket
Wordt niet aan de Altmark-voorwaarden voldaan en kwalificeert de voorgenomen steun als staatssteun? Dan kan er naar een manier worden gezocht om de steunmaatregel in overeenstemming met de Europese staatssteunregels in te richten. Het zogenaamde DAEB-pakket dat door de Europese Commissie in 2012 is aangenomen biedt hiertoe een drietal instrumenten:

DAEB de-minimissteun: DAEB de-minimis steun tot € 750.000 over een periode van drie jaar voor de uitvoering van een DAEB, levert geen staatssteun op en hoeft niet bij de Europese Commissie te worden aangemeld als die voldoet aan de DAEB-de minimisverordening.
DAEB Vrijstellingsbesluit: staatssteun voor DAEB in bepaalde sectoren die voldoet aan de voorwaarden uit het DAEB Vrijstellingsbesluit is verenigbaar met de interne markt en hoeft niet bij de Europese Commissie te worden aangemeld.
DAEB Kaderregeling: de DAEB Kaderregeling is bedoeld voor DAEB-steun die bij de Commissie moet worden aangemeld. In sommige gevallen is dit nodig als de steun het plafond van € 15 miljoen per jaar uit het DAEB Vrijstellingsbesluit overschrijdt. Na melding beoordeelt de Commissie aan de hand van de DAEB Kaderregeling of de DAEB-steun toelaatbaar is.

2. NEDAB

Ook NEDAB vallen onder het overkoepelende begrip DAB. De staatssteunregels zijn enkel van toepassing op economische activiteiten. Er is sprake van een economische activiteit ‘als goederen en/of diensten op een markt worden aangeboden’. Vanwege hun niet-economische karakter vallen NEDAB logischerwijs buiten het toepassingsbereik van de Europese staatssteunregels. Onder dit begrip vallen typische overheidstaken als de instandhouding van het leger en de politie, de luchtverkeersveiligheid, milieu-inspectiediensten en de organisatie, financiering en handhaving van gevangenisstraffen. Financiering voor zulke diensten kwalificeert dus niet als staatssteun.

3. SDAB

Tot slot, SDAB, ofwel sociale diensten van algemeen belang. Bij SDAB hangt het af van de betrokken activiteit of de sociale dienst zich kenmerkt als economisch en daarmee binnen het bereik van de Europese staatssteunregels valt. Diensten die van zuiver sociale aard zijn, kwalificeren niet als economisch. Op dergelijke diensten zijn de Europese staatssteunregels niet van toepassing. De Europese Commissie noemt openbaar onderwijs als voorbeeld van een dienst van zuiver sociale aard.

Sociale diensten met een economisch karakter
De Europese Commissie geeft echter aan dat als een dienst als ‘sociaal’ wordt aangemerkt dit niet noodzakelijkerwijs betekent dat de dienst ook als niet-economisch moet worden gezien. Indien er sprake is van het aanbieden van diensten op een markt, moet de dienst als economisch worden aangemerkt, ook al gaat het om een sociale dienst. Sociale diensten van algemeen belang met een economisch karakter kwalificeren als een DAEB. Financiering hiervoor kan staatssteunproof worden ingericht op grond van de diverse vrijstellingsmogelijkheden voor steun ten behoeve van DAEB’s.

Bronnen:

DAEB Gids 2012, Europese Commissie
DAEB Handreiking 2014, Kenniscentrum Europa Decentraal

Meer informatie:

DAEB en staatssteun, Diensten van algemeen belang, Kenniscentrum Europa Decentraal
DAEB de-minimisverordening, Europese Commissie
DAEB Vrijstellingsbesluit, Europese Commissie
DAEB Kaderregeling, Europese Commissie
DAEB Gids 2012, Europese Commissie
DAEB Handreiking 2014,Kenniscentrum Europa Decentraal
Uitleg DAB, NEDAB, DAEB en SDAB, DAEB algemeen, Diensten algemeen belang, Kenniscentrum Europa Decentraal

]]>
Wat zijn DAEB en DAB en wat is hun relatie tot de Dienstenrichtlijn? https://europadecentraal.nl/praktijkvraag/de-dienstenrichtlijn-en-daebdab/ Fri, 01 Jan 2021 07:33:23 +0000 https://europadecentraal.nl/?p=8026 Artikel 2 (2) (a) van de Dienstenrichtlijn bepaalt dat zogenoemde niet-economische diensten van algemeen belang niet binnen de werkingssfeer van de richtlijn vallen. Maar wat zijn diensten van algemeen belang, zowel economische als niet-economische, en wat is hun relatie tot de Dienstenrichtlijn?

Het begrip diensten van algemeen belang wordt afgekort als “DAB” en is verder onder te verdelen in diensten van algemeen economisch belang “DAEB” en niet-economische diensten van algemeen belang “NEDAB”. Op deze pagina zal worden ingegaan op het onderscheid tussen de twee en de relevantie van dat onderscheid.

Wat zijn diensten van algemeen belang?

Diensten van algemeen belang, zowel economische als niet-economische, zijn diensten die een publiek belang dienen. Deze diensten zijn essentieel voor het functioneren van de maatschappij. Overheidsoptreden is wenselijk omdat deze diensten niet of niet onder acceptabele voorwaarden door private partijen onder marktomstandigheden tot stand worden gebracht.. Voorbeelden van diensten van algemeen belang zijn grenscontrole, gezondheidszorg, justitie, rechtspraak en de drinkwatervoorziening. Op grond van artikel 2 van de Dienstenrichtlijn vallen deze diensten buiten de reikwijdte van die Richtlijn.

Diensten van algemeen economisch belang

De groep diensten waarmee een publiek belang is gemoeid, die aan ondernemingen door de overheid zijn of kunnen worden opgedragen, vormt de categorie diensten van algemeen economisch belang, of DAEB. In tegenstelling tot niet-economische diensten van algemeen belang zijn op DAEB de Europese interne markt- en mededingingsregels van toepassing. Bij DAEB valt te denken aan diensten op het gebied van post, energie, telecommunicatie, bepaalde vormen van hoger onderwijs, audiovisuele diensten, sociale woningbouw en bepaalde zorgdiensten.

Diensten van algemeen economisch belang vallen vaak onder de dienstenrichtlijn, maar er zijn ook uitzonderingen. Deze uitzonderingen staan opgesomd in artikel 2 lid 2 van de Richtlijn. Gezondheidsdiensten vallen bijvoorbeeld niet onder de reikwijdte van de richtlijn (artikel 2 lid 2f). In artikel 2 lid 2j worden bepaalde sociale diensten uitgezonderd, namelijk die voor sociale huisvesting, kinderzorg en ondersteuning van gezinnen en personen in nood.

Niet economische diensten van algemeen belang

Voorbeelden van niet-economische diensten van algemeen belang zijn grenscontrole en ordebewaking door politie, justitie en sociale zekerheid. Ze vallen niet onder de interne markt- en mededingingsregels, daarom ook niet onder de Dienstenrichtlijn volgens artikel 2 lid 2 (a) daarvan.

Strikte regels

Hoewel de lidstaten, en daarmee de decentrale overheden, bevoegd zijn om zelf te bepalen wat zij onder DAB verstaan, zijn zij ondanks deze vrije aanwijzingsbevoegdheid bij de aanwijzing van DAB aan strikte regels gebonden. Zo moet er onder andere sprake zijn van een ontoereikende markt (‘marktfalen’), moet de dienst duidelijk zijn omschreven in officiële stukken (wetgeving of andere documenten die betrekking hebben op publieke besluitvorming) en mag de partij die deze diensten aanbiedt wel een redelijke vergoeding (inclusief een redelijk rendement) ontvangen maar mag er geen overcompensatie plaatsvinden.

Wanneer DAB of DEAB?

Voor decentrale overheden kan onduidelijk zijn wanneer er sprake is van een DAB of DAEB. Zowel door de Europese Unie als het ministerie van Economische Zaken is geprobeerd meer duidelijkheid te verschaffen over deze begrippen. Dit is terug te vinden in deze notitie van het Ministerie van Economische zaken en in deze mededeling van de Europese Commissie.

Wat is de relatie tot de dienstenrichtlijn?

Hoewel de Dienstenrichtlijn niets aan de vrijheid van de decentrale overheden afdoet in het benoemen van diensten van algemeen belang, is het in het kader van een goede screening belangrijk om als gemeente, provincie of waterschap vast te stellen wanneer een dienst een DAB of een DAEB is. Zo vallen DAB niet onder de Dienstenrichtlijn (artikel 2), terwijl DAEB, behoudens enkele expliciete uitzonderingen, wel door de Dienstenrichtlijn worden geraakt.

Verder wordt DAEB in het kader van vrij verkeer van vestiging genoemd in artikel 15 lid 4 Dienstenrichtlijn. Dit artikel heeft betrekking op eisen die voorkomen in vergunningstelsels en het vrij verkeer van vestiging zodanig zouden kunnen verstoren dat zij aan evaluatie onderworpen zijn. Volgens artikel 15 lid 4 is de evaluatieverplichting niet van toepassing op regelgeving op het gebied van DAEB, voor zover de uitvoering van deze verplichting in de weg zou staan aan het functioneren van de betreffende DAEB.

Speciaal opgedragen taken mogen dus niet worden belemmerd door het beoordelingsproces waarin artikel 15 Dienstenrichtlijn voorziet. Deze toets staat ook wel bekend als de toets van de minst beperkende maatregelen.

Vrijheid van decentrale overheden tot het benoemen van diensten van algemeen belang

Het standpunt dat de lidstaten, en daarmee de decentrale overheden, een zekere vrijheid hebben in het benoemen van diensten van algemeen belang en de organisatie ervan is ook terug te vinden in de Dienstenrichtlijn. Artikel 1 lid 3 bepaalt bijvoorbeeld dat “de richtlijn geen afbreuk doet aan de vrijheid van de lidstaten om in overeenstemming met het gemeenschapsrecht vast te stellen wat zij als diensten van algemeen belang beschouwen, hoe deze diensten moeten worden georganiseerd en gefinancierd, in overeenstemming met de regels van staatssteun, en aan welke bijzondere verplichtingen zij onderworpen zijn”.

Tijdelijk aanbieden DAEB in andere lidstaat

De Dienstenrichtlijn heeft daarmee dus geen betrekking op het tijdelijk aanbieden van DAEB in een andere lidstaat. Dit betekent dat decentrale maatregelen, voor zover zij betrekking hebben op het tijdelijk grensoverschrijdend verkeer van DAEB, nog steeds getoetst moeten worden aan de algemene verdragsbepalingen inzake het vrij verkeer.

Checklist DAB, DAEB en toepasselijkheid dienstenrichtlijn

Met de onderstaande checklist bepaalt u of de Dienstrichtlijn van toepassing is op een DAB/DAEB.

Is er sprake van een dienst van algemeen belang (dab) of van een daeb?

  • DAB: Dienstrichtlijn is niet van toepassing.
  • DAEB: Ga door naar volgende vraag.

Gaat het om een daeb die het leveren van goederen zoals in artikel 34, 35 en 36 van de vweu omschreven staat?

  • Ja: Dienstenrichtlijn is niet van toepassing.
  • Nee: Ga door naar volgende vraag.

Is er sprake van een van deze uitzonderingen van activiteiten uit artikel 2 lid 2 dienstenrichtlijn?

  • Ja: Dienstenrichtlijn is niet van toepassing.
  • Nee: Ga door naar volgende vraag.

Is er sprake van een daeb die tijdelijk wordt aangeboden door buitenlandse dienstverleners of van een dienst die permanent wordt verricht door buitenlandse dienstverleners?

  • Tijdelijke DAEB: Dienstrichtlijn is niet van toepassing.
  • Permanente DAEB: Dienstrichtlijn is van toepassing. Vergunningstelsels met betrekking op de permanente DAEB moeten worden getoetst aan artikel 9 Dienstenrichtlijn.

LET OP

Maatregelen van nationale (decentrale) overheden betreffende DAEB, die niet onder de richtlijn vallen, moeten wel worden getoetst aan de algemene verdragsbeginselen.

]]>
Staatssteunregels DAEB https://europadecentraal.nl/onderwerp/staatssteun/diensten-van-algemeen-economisch-belang-daeb/staatssteunregels-daeb/ Mon, 15 Nov 2021 14:52:28 +0000 https://europadecentraal.nl/?post_type=onderwerp&p=73517 Wil een overheidsorganisatie compensatiesteun voor het verrichten van Diensten van Algemeen Economisch Belang (DAEB) verlenen? En voldoet deze compensatiesteun wel aan de eerste drie voorwaarden van het Altmark-arrest, maar niet aan de laatste voorwaarde, dat de aanbieder is geselecteerd op basis van een aanbesteding of een benchmark? In dat geval is er sprake van staatssteun, die ‘staatssteunproof’ kan worden verleend op basis van de staatssteunregels voor DAEB. Op deze pagina wordt het voor DAEB-compensatie geldende pakket met staatssteunregels besproken, namelijk de DAEB De-minimisverordening, het DAEB-Vrijstellingsbesluit, de DAEB-Kaderregeling en de DAEB Mededeling. Welke regeling dan toepasselijk is, is onder andere afhankelijk van de hoogte van het steunbedrag. In ieder document worden aparte eisen gesteld met betrekking tot melding en rapportage van de voorgenomen steun aan de Europese Commissie.

DAEB De-minimisverordening

De DAEB De-minimisverordening (Verordening (EU) nr. 2023/2832) staat los van de reguliere De-minimisverordening. Een onderneming mag op basis van de DAEB De-minimisverordening maximaal € 750.000,- aan DAEB de-minimissteun ontvangen binnen een periode van drie kalenderjaren.

Wanneer een decentrale overheid op grond van deze verordening de-minimissteun wil verlenen, moet zij de betrokken onderneming schriftelijk in kennis stellen van: het voorgenomen steunbedrag; de dienst van algemeen economisch belang waarvoor de steun wordt verleend, en het de-minimiskarakter van de steun. De decentrale overheid moet, voordat zij de steun toekent, een verklaring van de betrokken organisatie verkrijgen over alle andere de-minimissteun die zij in de loop van de drie voorgaande kalenderjaren op grond van deze verordening of andere de-minimisverordeningen heeft ontvangen.

Elke vorm van de-minimissteun die is verleend, moet worden opgeteld. Deze zogenaamde cumulatie mag de drempel van 750.000 euro niet overschrijden. De de-minimissteun van 750.000 euro, mag nooit worden gegeven ter compensatie voor de dienst van algemeen economisch belang, ongeacht of deze staatssteun vormt (zoals in een Altmark-situatie). Dit kan namelijk leiden tot overcompensatie, wat niet is toegestaan onder de regels van een DAEB-verlening.

DAEB Vrijstellingsbesluit

Als een decentrale overheid DAEB compensatiesteun op basis van het DAEB-Vrijstellingsbesluit (Besluit C(2011)9380) verleent, hoeft zij de steun niet eerst bij de Europese Commissie te melden. De compensatiesteun moet voldoen aan alle voorwaarden uit het besluit, waaronder het tweejaarlijks rapporteren over de verleende steun.

Het DAEB-Vrijstellingsbesluit biedt ruimte voor decentrale overheden om DAEB te compenseren die gericht zijn op publieke en sociale dienstverlening op decentraal niveau. Overheden die DAEB compensatiesteun onder het DAEB-Vrijstellingsbesluit willen vormgeven dienen rekening te houden met de voorwaarden uit het besluit, waaronder het algemene compensatieplafond. Dit betreft een jaarlijks brutobedrag van € 15 miljoen per onderneming die een DAEB verricht (art. 2 lid 1a DAEB Vrijstellingsbesluit). Voor DAEB-steun op basis van het DAEB-Vrijstellingsbesluit met betrekking tot sociale behoeften geldt geen plafond. Dit geldt onder andere voor DAEB’s op het gebied van zorg en kinderopvang, toegang tot de arbeidsmarkt en herintreding, sociale huisvesting en zorg voor en sociale inclusie van kwetsbare groepen (art. 2 lid 1b DAEB Vrijstellingsbesluit).

DAEB Kaderregeling

Kan compensatiesteun niet ingericht worden volgens de eisen die het Altmark-arrest daaraan stelt? En is het eveneens niet mogelijk deze onder de reikwijdte van het DAEB Vrijstellingsbesluit of de DAEB De-minimisverordening te plaatsen? Dan kan de Europese Commissie de DAEB compensatiesteun verenigbaar met de interne markt verklaren op basis van de Kaderregeling DAEB (Mededeling 2012/C 8/03). Via een meldingsprocedure dient de Europese Commissie eerst goedkeuring te geven, voordat de steun kan worden verleend. Dit geldt voor DAEB compensatiesteun boven de € 15 miljoen op jaarbasis (zogenaamde ‘grote DAEB-steun’). Uitgezonderd van deze meldingsplicht zijn jaarlijkse compensaties boven de € 15 miljoen voor de speciale uitzonderingscategorieën die het DAEB Vrijstellingsbesluit in artikel 2 noemt. Voor deze categorieën van DAEB geldt het plafond van € 15 miljoen niet.

DAEB Mededeling

In de DAEB Mededeling (Mededeling 2012/C 8/02) verduidelijkt de Europese Commissie een aantal staatssteunbegrippen en geeft zij een nadere invulling aan de toepassingsvoorwaarden voor het compenseren van de kosten van een DAEB.

]]>
Hoe moet een DAEB (bij toepassing van het DAEB-vrijstellingsbesluit) worden aangewezen? https://europadecentraal.nl/praktijkvraag/hoe-moet-een-daeb-bij-toepassing-van-het-daeb-vrijstellingsbesluit-worden-aangewezen/ Mon, 24 Jun 2019 13:41:26 +0000 https://europadecentraal.nl/?post_type=praktijkvraag&p=55923 Antwoord in het kort

Een aanwijzingsbesluit (ook wel toewijzingsbesluit genoemd) is in beginsel vormvrij en kan op meerdere manieren worden vastgesteld. Wel moet in dit besluit worden vastgelegd waar de dienst uit bestaat, wat het toepassingsbereik ervan is en onder welke voorwaarden de dienst uitgevoerd zal worden. Met andere woorden, in het aanwijzingsbesluit worden de verplichtingen vastgelegd van zowel de onderneming die de DAEB uitvoert als van de overheid die de DAEB oplegt.

Voorwaarden DAEB-vrijstellingsbesluit

Steun die wordt verleend met inachtneming van de voorwaarden uit het DAEB-vrijstellingsbesluit moet verenigbaar zijn met de interne markt. In dat geval is er namelijk geen sprake van onrechtmatig verleende staatssteun. Om van het DAEB-vrijstellingsbesluit gebruik te kunnen maken moet er allereerst sprake zijn van een algemeen economisch belang en marktfalen. Daarnaast dient de onderneming die de DAEB gaat uitvoeren, door middel van een aanwijzingsbesluit belast te worden met de DAEB-taken. Dit wordt ook wel het toewijzingsbesluit genoemd. Zonder een specifieke aanwijzing van de DAEB-taken door de overheid kan een onderneming geen compensatiesteun verleend krijgen voor de te verrichten publieke diensten.

In artikel 4 van het vrijstellingsbesluit staat welke gegevens in het aanwijzingsbesluit moeten worden opgenomen.

Artikel 4

Belasten met het beheer van een dienst van algemeen economisch belang

De onderneming wordt met het beheer van de dienst van algemeen economisch belang belast door middel van één of meer besluiten, waarvan de vorm door elke lidstaat kan worden bepaald. In dat besluit of in die besluiten wordt met name vermeld:

  1. de inhoud en de duur van de openbaredienstverplichtingen;
  2. de betrokken onderneming en, in voorkomend geval, het betrokken grondgebied;
  3. de aard van alle uitsluitende of bijzondere rechten die de onderneming door het toewijzende overheidsorgaan zijn verleend;
  4. een beschrijving van het compensatiemechanisme en de parameters voor berekening, monitoring en herziening van de compensatie;
  5. de regelingen om eventuele overcompensatie te vermijden en terug te vorderen, en
  6. een verwijzing naar dit besluit.

Aanwijzingsbesluit of toewijzingsbesluit?

In haar DAEB-gids uit 2013 geeft de Europese Commissie aan dat decentrale overheden die een DAEB willen aanwijzen en financieren hier een bestuursrechtelijke grondslag voor nodig hebben. De Commissie legt vervolgens uit dat het aanwijzings- of toewijzingsbesluit overeen kan komen met de rechtsgrondslag die de gemeente kiest om de DAEB aan te wijzen en te financieren. Het besluit kan zowel de de benaming ‘toewijzingsbesluit’ als ‘aanwijzingsbesluit’ hebben.

De (decentrale) overheid dient in het aanwijzingsbesluit wel bepaalde zaken te vermelden. Onder andere het volgende moet worden vastgelegd: de precieze aard en duur van de DAEB, de parameters voor berekening, controle en herziening van compensatie en garanties om overcompensatie te voorkomen en terug te betalen.

Vorm aanwijzingsbesluit

Een aanwijzingsbesluit is in beginsel vormvrij. De Europese Commissie laat lidstaten en daarmee gemeenten vrij om zelf de vorm van het DAEB-aanwijzingsbesluit te bepalen. De Commissie stelt wel als voorwaarde dat het aanwijzingsbesluit in de nationale rechtsorde van de betrokken lidstaat een ‘dwingend juridisch karakter’ moet hebben. Dat wil zeggen dat partijen niet de mogelijkheid mogen hebben om bij overeenkomst af te wijken van hetgeen is vastgelegd in het aanwijzingsbesluit. Een overheid mag kiezen voor de bestuursrechtelijke- of de privaatrechtelijke weg. Voorbeelden van verschijningsvormen van aanwijzingsbesluiten zijn:

  • alle soorten besluiten en bestuursreglementen van gemeenten;
  • een subsidiebesluit op basis van de subsidietitel van de Awb;
  • nationale wet- en regelgeving;
  • concessieovereenkomsten;
  • uitvoeringsconvenanten tussen de centrale en decentrale overheid;
  • een alleenrecht;
  • prestatiecontracten.

Bovenstaande lijst is niet uitputtend. Overheden moeten de DAEB-taak en de uitvoering van de DAEB op een bestuursrechtelijke grondslag vastleggen, maar zijn vrij in de keuze welk instrument zij gebruiken. In de decentrale praktijk wordt vaak een goedkeuringsbesluit van het college van B&W of Gedeputeerde Staten als een aanwijzingsbesluit gebruikt. Ook kunnen overheden gezamenlijk een DAEB aanwijzen.

Meerdere overheden

Zoals aangegeven bestaat er uit oogpunt van de staatssteunregels geen standaard aanwijzingsbesluit. Dit soort besluiten dient te worden aangepast aan het nationale recht van de betrokken lidstaat. De vraag of een aanwijzingsbesluit dat door een penvoerende overheid (bijvoorbeeld een regio) wordt vastgesteld ook voor andere overheidsinstanties (zoals gemeenten of andere regio’s) geldt, is dus een kwestie van nationaal recht.

Voorbeelden van besluiten die een “toewijzingsbesluit” in de zin van het DAEB-pakket kunnen zijn wanneer een dienst van algemeen belang of een DAEB door meerdere overheidsinstanties wordt medegefinancierd, zijn:

  • een besluit van regio X tot aanwijzing van een DAEB dat nadien ook wordt goedgekeurd door gemeente Y via een besluit van de gemeenteraad. Het goedkeuringsbesluit van gemeente Y kan dan ook als toewijzingsbesluit voor gemeente Y gelden;
  • een toewijzingsbesluit voor een DAEB dat gezamenlijk wordt vastgesteld en goedgekeurd door bijvoorbeeld een regio, een provincie en een gemeente, of bijvoorbeeld tussen twee gemeenten en twee regio’s, en dat door meerdere specifieke dienstverrichters moet worden verricht in de regio/provincie/gemeenten.

Bron:

DAEB Gids, Europese Commissie, 2013

Meer informatie:

Handreiking Diensten van Algemeen Economisch Belang, Kenniscentrum Europa Decentraal
DAEB en Staatssteun, Diensten van Algemeen Belang, Kenniscentrum Europa Decentraal
Helpdesk Kenniscentrum Europa Decentraal

]]>
Diensten van algemeen economisch belang (DAEB) https://europadecentraal.nl/onderwerp/staatssteun/diensten-van-algemeen-economisch-belang-daeb/ Mon, 08 Nov 2021 14:38:40 +0000 https://europadecentraal.nl/?post_type=onderwerp&p=73282 Diensten van algemeen economisch belang (DAEB) bevinden zich op het grensvlak tussen publieke belangen op nationaal en decentraal niveau en de regels van de interne markt. Voorbeelden van DAEB’s zijn aan onrendabele openbaarvervoersdiensten, sociale verzekeringsdiensten en publieke omroepdiensten. Decentrale overheden mogen deze diensten beleggen bij een onderneming, als de markt de diensten onvoldoende oppakt of deze niet tegen maatschappelijk aanvaardbare voorwaarden verricht. De overheid mag de onderneming daarna compenseren voor het uitvoeren van de dienst. De Europese Commissie heeft de regels in de artikelen 14 en 106 VWEU over het compenseren van een DAEB verder uitgewerkt in verschillende documenten, zoals de Europese staatssteunregels voor DAEB en de Commissiegids DAEB.

Op deze pagina vindt u informatie over verschillende begrippen en voorwaarden, die van belang zijn bij de aanwijzing van een DAEB. Ook wordt op deze pagina kort beschreven welke mogelijkheden er zijn om de kosten die gepaard gaan met de uitvoering van een DAEB te compenseren zonder dat er sprake is van staatssteun. Deze mogelijkheden worden op andere pagina’s verder uitgewerkt.

Het begrip DAEB

Diensten van algemeen economisch belang zijn economische activiteiten die een publiek belang dienen. De ondernemers of overheden die een DAEB uitvoeren bieden hun dienst aan op ‘een markt’. Doorgaans is er sprake van onrendabele activiteiten en/of van activiteiten die de markt ontoereikend naar (sociaal-) maatschappelijk verantwoorde voorwaarden kan uitvoeren. Hierdoor moeten ondernemingen, die met een DAEB belast zijn, worden gecompenseerd voor de openbare diensten die zij uitvoeren.

Zonder ingrijpen van de overheid kunnen bepaalde groepen burgers geen gebruik maken van deze diensten. Denk bijvoorbeeld aan een busverbinding die noodzakelijk is voor grote groepen mensen (ouderen, schoolgaande jongeren, forensen), maar die op basis van afwegingen van economische efficiëntie niet (meer) zou worden uitgevoerd door vervoersondernemingen. Hiermee onderscheiden DAEB zich ook van gebruikelijke marktactiviteiten, die wel voldoende door de markt worden aangeboden en die economisch rendabel zijn. Lokale omroepen zijn ook een goed voorbeeld; inkomsten uit reclame zijn soms onvoldoende voor hen om levensvatbaar te opereren.

Algemeen belang

Decentrale overheden hebben een ruime beoordelingsbevoegdheid bij het definiëren van DAEB’s. Dit geldt zolang deze diensten zich door hun algemeen belang onderscheiden van gebruikelijke marktdiensten. Deze discretionaire bevoegdheid wordt echter wel begrensd door de beginselen van proportionaliteit en noodzakelijkheid en daarnaast door de toereikendheid van de markt zelf om de dienst uit te voeren zonder overheidsingrijpen. Ook wordt in artikel 1 van Protocol nr. 26 bij het Verdrag van Lissabon als eis aan een DAEB gesteld dat deze een hoog niveau van kwaliteit, veiligheid en toegankelijkheid, gelijke behandeling en betaalbaarheid waarborgen.

Marktfalen

De Europese Commissie veronderstelt een bepaalde vorm van marktfalen als voorwaarde voor de financiering van een DAEB. Zij gaat er bij het beoordelen van de noodzaak en de proportionaliteit van de DAEB vanuit dat de markt ontoereikend is om naar sociaal-maatschappelijk verantwoorde voorwaarden bepaalde activiteiten voort te brengen.

De Europese Commissie kan na onderzoek concluderen dat er een kennelijke fout is gemaakt bij het omschrijven van een DAEB, de zogenoemde ‘kennelijke-fout-toets’. Alleen wanneer er sprake is van kennelijk foute economische analyses van de overheid of wanneer er een kennelijk ongeschikte maatregel ontworpen is om het marktfalen tegen te gaan, kunnen de ruime discretionaire bevoegdheden van overheden om marktfalen vast te stellen door de Europese Commissie terzijde worden geschoven.

Toewijzingsbesluit

Als een gemeente een onderneming met een DAEB wil belasten, dan moet dat via een toewijzingsbesluit. De gemeente legt in het toewijzingsbesluit vast waar de dienst uit bestaat, wat het toepassingsbereik ervan is en onder welke voorwaarden de dienst uitgevoerd zal worden. In andere woorden, in het toewijzingsbesluit worden de verplichtingen vastgelegd van zowel de onderneming die de DAEB uitvoert, als van de gemeente die de DAEB oplegt.

Het staat de gemeente vrij om de vorm van het toewijzingsbesluit te bepalen. Dit dient echter wel een officieel besluit te zijn dat een dwingend juridisch karakter heeft. Verder moet de gemeente een aantal zaken in ieder geval vastleggen: de precieze aard en duur van de DAEB, de parameters voor berekening, controle en herziening van compensatie en garanties om overcompensatie te voorkomen en terug te betalen.

Staatsteun voor DAEB

DAEB kunnen zonder compensatiesteun vaak niet tegen economisch aanvaardbare voorwaarden worden verricht. Compensatiesteun kan een belangrijke rol spelen in het uitvoerbaar maken van publieke belangen. Een decentrale overheid mag een onderneming met de uitvoering van een DAEB belasten voor zover hiermee de verhoudingen op de interne markt niet onevenredig worden verstoord. Bij het aanwijzen en financieren van een DAEB dient daarom rekening te worden gehouden met de staatssteunregels.

In het Altmark-arrest heeft het Hof van Justitie van de Europese Unie vier voorwaarden uiteengezet op basis waarvan kan worden bepaald dat compensatiesteun voor een DAEB geen staatssteun oplevert. Aan alle vier moet worden voldaan. Aanmelding van compensatiesteun voor DAEB bij de Europese Commissie is in dat geval niet nodig. Voldoet compensatie voor het verrichten van een DAEB wel aan de eerste drie voorwaarden van het Altmark-arrest, maar niet aan de laatste voorwaarde, te weten dat een openbare aanbesteding heeft plaatsgevonden of selectie op basis van benchmarking? Dan is er wel sprake van staatssteun. De steunmaatregel kan echter wel ‘staatssteunproof’ worden verleend op basis van de DAEB staatssteunregels van de Europese Commissie.

Meer informatie over staatssteun en DAEB kunt u vinden op de pagina’s Altmark-arrest en DAEB Staatssteunregels.

Steun voor NEDAB en SDAB

Diensten van algemeen economisch belang (DAEB) kunnen onderscheiden worden van andere categorieën van diensten van algemeen belang. Zo bestaat er een onderscheid tussen DAEB en diensten van algemeen belang die niet-economisch van aard zijn (zogenaamde NEDAB) en sociale diensten van algemeen belang (SDAB).

Of er sprake is van een DAEB of een NEDAB hangt in grote mate af van de aard en het doel van de activiteiten en de regels waaraan de activiteiten zijn onderworpen. Zo gelden typische overheidstaken als niet-economische activiteiten. Hierbij valt bijvoorbeeld te denken aan het handhaven van de openbare orde, rechtspraak en het verlenen van vergunningen. Naast typische overheidstaken gelden activiteiten van zuiver sociale aard ook als niet-economische activiteiten. Wettelijke socialezekerheidsstelsels en openbaar onderwijs zijn hier goede voorbeelden van. De Europese staatssteunregels zijn alleen van toepassing op activiteiten die economisch van aard zijn. Aangezien NEDAB geen economische activiteiten zijn, zijn de Europese staatssteunregels niet van toepassing op dit soort diensten.

SDAB kunnen zowel sociaal-maatschappelijke als economische doelen hebben. Omdat sociale diensten steeds meer onder concurrerende omstandigheden worden aangeboden, stelt de Europese Commissie dat sociale diensten van algemeen belang in het geval van marktwerking ook als economische activiteiten bestempeld kunnen worden. De Commissiegids DAEB 2013 geeft aan dat het feit dat een betrokken activiteit als ‘sociaal’ wordt aangemerkt niet voldoende is om uit te sluiten dat de betrokken activiteit als ‘economische activiteit’ wordt aangemerkt. De Commissiegids geeft aan dat sociale diensten van algemeen belang met een economisch karakter DAEB zijn.

DAEB en andere Beleidsterreinen

Op de uitvoering van een DAEB kan naast de staatssteunregels ook andere Europese regelgeving van toepassing zijn, te weten:

Aanbesteden

Wanneer een decentrale overheid een bepaalde onderneming wil belasten met de uitvoering van een DAEB kunnen hier mogelijk de aanbestedingsregels een rol gaan spelen. Het aanwijzen van een DAEB kan onder bepaalde omstandigheden namelijk gelden als een overheidsopdracht. Klik hier voor de pagina DAEB en Aanbesteden.

Dienstenrichtlijn

Als DAEB aangemerkte diensten vallen soms wel en in andere gevallen niet onder de Dienstenrichtlijn. Het is daarom van belang dat decentrale overheden bepalen of de Dienstenrichtlijn al dan niet van toepassing is. Hierover kunt u meer informatie vinden op de pagina DAB en DAEB in het dienstenrichtlijndossier.

Mededinging

Overheden moeten bij het uitvoeren van DAEB rekening houden met de mededingingsregels. Denk hierbij aan het kartelverbod van artikel 101 VWEU en het misbruikverbod van artikel 102 VWEU. Onder bepaalde voorwaarden mag bij het belasten van een onderneming van de mededingingsregels worden afgeweken. Klik hier voor de pagina DAEB en Mededinging.

Publicaties

]]>
Vallen afvaldiensten onder diensten van algemeen belang (DAB)? https://europadecentraal.nl/praktijkvraag/afvaldiensten-diensten-van-algemeen-belang/ Sun, 01 Jun 2008 06:30:16 +0000 https://europadecentraal.nl/?p=12674 Versie juni 2008

Antwoord

Ja, de inzameling van afval moet gezien worden als een losse dienstenactiviteit naast beheer en verwerking van afvalstoffen.

Pure economische activiteiten

In de betreffende notitie is opgenomen dat binnen de sector afvalverwerking zowel DAB-activiteiten, als Diensten van Algemeen Economisch Belang-activiteiten (DAEB) als pure economische activiteiten voorkomen. Het ophalen van huishoudelijk afval betreft een DAB (dit is immers in art. 10.21 Wet milieubeheer opgelegd als taak van de gemeente). Inzameling van bedrijfs- en gevaarlijke afvalstoffen moet worden gezien als DAEB, terwijl het ophalen van papier ter vernietiging of recycling een pure economische activiteit is.

Zowel de notitie van de minister van EZ uit 2005 als de informatie op de website van Europa decentraal is dus bruikbaar; het betreft verschillende activiteiten.

Specifieke afvaldienst

Voor de reikwijdte van de Dienstenrichtlijn moet dus goed onderscheiden worden welke specifieke afvaldienst door uw gemeentelijke verordening wordt gereguleerd. Het verschil in toepassingsbereik van de Dienstenrichtlijn op DAB of DAEB wordt nader toegelicht in rechtsoverweging 17 Dienstenrichtlijn.

Meer informatie:

Diensten van Algemeen Belang

]]>
Wanneer moet steun aan een DAEB gemeld worden? https://europadecentraal.nl/praktijkvraag/wanneer-steun-aan-een-daeb-melden/ Mon, 01 Jun 2009 08:02:38 +0000 https://europadecentraal.nl/?p=12684 Versie juni 2009

Antwoord

Ja, als er daadwerkelijk sprake is van steun aan een DAEB, dan moet deze ter goedkeuring bij de Europese Commissie gemeld worden indien niet wordt voldaan aan de criteria die zijn ontwikkeld in het zogenaamde Altmark-arrest (tenzij de maatregel voldoet aan de voorwaarden van de Vrijstellingsbeschikking DAEB; verordening 2005/842/EG). Een DAEB kan zowel direct als impliciet worden opgelegd. Daarnaast moet over aangewezen DAEB die voldoen aan de voorwaarden van de Vrijstellingsbeschikking driejaarlijks gerapporteerd worden.

Staatssteunkader

Voor DAEB is een apart staatssteunkader in het leven geroepen. Steun aan een DAEB die niet voldoet aan de voorwaarden van de Vrijstellingsbeschikking (betreffende een uitwerking van de Altmark-criteria) is staatssteun en moet ter goedkeuring bij de Commissie en via het ministerie van BZK worden gemeld.

Uitvoering openbare dienstverplichtingen

De vraag of een geleverde dienst eerst als een DAEB benoemd moet zijn, alvorens er sprake kan zijn van staatssteun aan een DAEB heeft betrekking op de eerste Altmark-voorwaarde: De begunstigde onderneming moet daadwerkelijk belast zijn met de uitvoering van openbare dienstverplichtingen en die verplichtingen moeten duidelijk omschreven zijn.

(On)rechtmatige staatssteun

Normaal gesproken loopt de gemeente geen risico op een discussie over (on)rechtmatige staatssteun wanneer er sprake is van een formele/directe belasting van een onderneming met een DAEB middels een officiële en Altmark-conforme rechtshandeling van een gemeente, bijvoorbeeld middels wetgeving, een compensatiebesluit of een contract.

Zorgvuldige naleving Altmark-voorwaarden

Een zorgvuldige naleving van de Altmark-voorwaarden is van groot belang (pag. 40-45 Handreiking DAEB en staatssteun). Het is belangrijk te beseffen dat een impliciete belasting/aanwijzing ook mogelijk is. Zo blijkt ook uit de beschikkingenpraktijk van de Commissie (pag. 33 handreiking). Een impliciete aanwijzing kan bijvoorbeeld uit een samenstel van regelgeving (bijvoorbeeld plannen, wettelijke bepalingen of regelingen) of door overheidsbemoeienis met bepaalde ondernemingsactiviteiten (wanneer duidelijk is dat de overheid de onderneming met een bijzondere taak heeft belast) blijken.

Directe of impliciete belasting

Het is in uw vraagstelling dus van belang na te gaan in hoeverre sprake is van een directe of impliciete belasting van een onderneming met een DAEB. Indien er sprake is van financiering van een DAEB, kan middels de Vrijstellingsbeschikking worden nagegaan in hoeverre er sprake is van toegelaten steun/compensatie van een DAEB. Indien er geen sprake is van een directe of impliciete aanwijzing van een DAEB zal voor de financiering en de staatssteunbeoordeling worden teruggevallen op de reguliere staatssteunregels.

Wanneer verplichte kennisgeving/rapportage?

Aangenomen dat in uw geval sprake is van een onderneming, daadwerkelijk belast met en gecompenseerd volgens de vrijstellingsbeschikking DAEB, is een kennisgeving via het ministerie van BZK verplicht. De kennisgeving is in deze gevallen nodig om zeker te zijn dat u aan de voorwaarden – verbonden aan de Vrijstellingsbeschikking – heeft voldaan, waardoor uw compensatiebesluit niet het risico loopt om achteraf onrechtmatig te worden verklaard.

Meer informatie:

Handreiking DAEB en Staatssteun
Staatssteun
Kennisgevingsprocedure, Staatssteun

]]>
Is financiering van schuldhulpverlening een DAB? https://europadecentraal.nl/praktijkvraag/is-financiering-van-schuldhulpverlening-een-dab/ Fri, 07 Oct 2011 11:41:41 +0000 https://europadecentraal.nl/?p=12898 Versie oktober 2011

Antwoord

Ja, als schuldhulpverlening door marktpartijen wordt aangeboden kan de financiering van schuldhulpverlening onder de staatssteunregels voor DAEB vallen. Er moet dan wel sprake zijn van een marktfalen.

Wettelijke taak

Als schuldhulpverlening gebaseerd is op een wettelijke taak, dan kan door middel van het vestigen van een overheidsprerogatief deze sociale dienst van algemeen belang buiten de marktwerking gehouden worden. De activiteiten gelden namelijk in dat geval als typische overheidstaken. Ook wanneer de schuldhulpverlening van zuiver sociale aard is, komen de interne marktregels niet aan bod.

Sociale DAB

Een speciale beleidscategorie DAB betreft de sociale diensten van algemeen belang (SDAB). SDAB, zoals schuldhulpverlening, ouderenzorg of arbeidsre-integratie, vormen juridisch gezien geen aparte categorie binnen de beleidsregels voor diensten van algemeen belang. Wel zorgt het karakter van SDAB ervoor dat deze diensten een bijzondere rol spelen ten aanzien van de sociaaleconomische doelstellingen van de EU. Deze diensten kunnen economisch van aard zijn, als er sprake is van marktwerking.

Economische activiteiten

Omdat sociale diensten onder steeds meer concurrerende omstandigheden worden aangeboden, stelt de Europese Commissie in haar beleidstukken over sociale DAEB uit 2006, 2010 en 2011 dat sociale diensten van algemeen belang, door de toename van concurrentie, in de meeste gevallen als economische activiteiten bestempeld kunnen worden. Het is namelijk niet vereist dat de dienst rechtstreeks door de begunstigde wordt betaald (HvJ Eg, 26 april 1988, C-32/85, Bond van Adverteerders).

Voorwaarden DAEB

Diensten zoals schuldhulpverlening zijn van niet economische aard als wordt voldaan aan een aantal voorwaarden:

– De organisatie die schuldhulpverlening uitvoert, moet handelen vanuit het solidariteitsbeginsel;
– Deze organisatie mag geen winstoogmerk hebben en moet bestaan uit vrijwilligers;
– Er moet een asymmetrische relatie bestaan tussen de dienstverlener en de begunstigde (het moet dus niet gaan om winstgevende activiteiten).

Onderneming

Echter, schuldhulpverlening wordt in Nederland ook uitgevoerd door instanties die niet aan deze vereisten voldoen en wel als onderneming gezien moeten worden. Zij bieden diensten op de markt aan. In de beleidsstukken over DAEB geeft de Commissie aan dat alle diensten op sociaal gebied als economische activiteiten in de zin van art. 49 en 56 VWEU gelden.

Wordt schuldhulpverlening wel in concurrentie aangeboden dan kan geen overheidsprerogatief gevestigd worden. Wel kan een onderneming belast worden met een DAEB. Interessant is dat de FNV in Notitie marktwerking Time-out! schuldhulpverlening omschrijft als een sociale dienst van algemeen economisch belang.

Publiek belang

Een DAEB kan door (decentrale) overheden gevestigd worden wanneer er sprake is van een duidelijk publiek belang dat niet toereikend door het mechanisme van marktwerking kan worden verwezenlijkt.

Altmark-arrest

Compensatiesteun voor het beheren van DAEB door ondernemingen is door het Hof van Justitie EU sinds het Altmark-arrest toegestaan en vormt geen staatssteun. Als decentrale overheden een DAEB inrichten is dit arrest van belang. Wanneer de publieke taak op het gebied van schuldhulpverlening vooraf duidelijk omschreven wordt door de gemeente en alleen de kostenposten die noodzakelijk zijn voor het verrichten van deze publieke taak gecompenseerd worden is er geen sprake van staatssteun. Hierbij moet overcompensatie voorkomen worden en moet de dienstenverrichter geselecteerd worden aan de hand van een aanbestedingsprocedure of benchmarking.

Altmarkvoorwaarden

Het Altmark-arrest kent vier voorwaarden waaronder steun voor DAEB geen staatssteun vormt:

– De begunstigde onderneming moet daadwerkelijk belast zijn met de uitvoering van openbare dienstverplichtingen en moeten die verplichtingen duidelijk omschreven zijn;
– De parameters op basis waarvan de compensatie wordt berekend, moeten vooraf op objectieve en doorzichtige wijze worden vastgesteld;
– De compensatie mag niet hoger zijn dan nodig is om de kosten van de uitvoering van de openbare dienstverplichtingen te dekken, rekening houdend met de opbrengsten en met een redelijke winst uit de uitvoering van die verplichtingen;
– Wanneer de keuze niet is gemaakt in het kader van een openbare aanbesteding, moet het bedrag van de compensatie worden vastgesteld aan de hand van de kosten die een gemiddelde, goed beheerde onderneming zou hebben gemaakt (rekening houdend met de opbrengsten en met een redelijke winst uit de uitoefening van haar verplichtingen).

Vrijstelling voor schuldhulpverlening

Als niet aan de laatste Altmark-voorwaarde wordt voldaan, biedt de DAEB-vrijstelling mogelijkheden om schuldhulpverlening in overeenstemming met de staatssteunregels te financieren. De vrijstellingsbeschikking DAEB van 2005 is van toepassing op compensaties voor DAEB die staatssteun vormen. Deze beschikking wordt begin 2012 vervangen door een nieuwe vrijstelling, onderdeel van het nieuwe DAEB-pakket.

De ontwerptekst voor het nieuwe DAEB-vrijstellingsbesluit ziet op dezelfde situatie toe. Daarnaast zondert het nieuwe vrijstellingsbesluit sociale DAEB op het gebied van zorg, kinderopvang, toegang tot de arbeidsmarkt en de zorg voor van sociaal kwetsbare groepen uit van de meldingsdrempel. Uit het DAEB handboek van 2010 volgt dat schuldhulpverlening ook onder deze uitzondering valt. DAEB die onder deze uitzonderingscategorieën vallen, mogen compensaties krijgen boven de nieuwe compensatiedrempel van € 15 miljoen per jaar.

Meer informatie:

Sociale DAB, Diensten van Algemeen Belang
DAEB en staatssteun, Diensten van Algemeen Belang
Handreiking DAEB en Staatssteun

]]>
Is het mogelijk een DAEB aan te wijzen voor het aanleggen van breedband? https://europadecentraal.nl/praktijkvraag/is-het-mogelijk-een-daeb-aan-te-wijzen-voor-het-aanleggen-van-breedband/ Sun, 01 Jan 2012 14:42:28 +0000 https://europadecentraal.nl/?p=12725 Versie januari 2012

Antwoord

Ja, een gemeente kan een DAEB aanwijzen voor het aanleggen van breedband. Daarbij moet de gemeente wel rekening houden met de bestaande netwerken van een vergelijkbare architectuur. Als kan worden aangetoond dat particuliere investeerders niet in staat zijn binnen drie jaar alle gebruikers passende breedbanddekking aan te bieden, kan een DAEB worden overwogen.

Witte gebieden

Met dit voor ogen kunnen decentrale overheden de mogelijkheden onderzoeken om de DAEB aanpak in de zogenaamde witte gebieden te hanteren. Witte gebieden zijn gebieden waar helemaal geen breedband is. Ook uit de richtsnoeren en de besluitpraktijk van de Commissie kunnen voorwaarden worden afgeleid om toch staatssteun te geven voor breedbandprojecten in Nederland.

Publiek belang

Bij het opleggen van een DAEB moet er aantoonbaar sprake zijn van een dienst in het publiek belang. Goedkeuring heeft een grotere kans als de DAEB-compensatie voor de aanleg van breedband gericht is op een Europese doelstelling, zoals op het gebied van sociale cohesie en het tegengaan van een ‘digitale kloof’ tussen rurale en urbane gebieden.

Marktfalen

Ook moet de gemeente kunnen laten zien dat er een marktfalen is. De toegang tot breedbandnetwerken in landelijke gebieden waar enig effectief particulier initiatief uitblijft, zou als DAEB kunnen worden aangemerkt, omdat de markt niet kan voorzien in deze publieke dienst.

Altmark-criteria en Breedbandrichtsnoeren

Verder moet aan de criteria worden voldaan die zijn gesteld voor het opleggen van een DAEB in het Altmark-arrest. In de Breedbandrichtsnoeren geeft de Europese Commissie nadere aanwijzingen voor de toepassing van staatssteunregels op de subsidiering van breedbandprojecten. Uit de richtsnoeren wordt ook duidelijk aan welke voorwaarden een DAEB voor de uitrol van breedband moet voldoen.

Voorwaarden

Enkele belangrijke voorwaarden zijn:

-Er kan sprake zijn van een DAEB als er een passieve, neutrale en vrij toegankelijke infrastructuur tot stand wordt gebracht;
– Het netwerk moet de aanvragers alle mogelijke vormen van netwerktoegang aanbieden en werkelijke mededinging op detailhandelniveau mogelijk maken;
– De DAEB mag alleen betrekking hebben op de uitrol van een netwerk dat universele toegang biedt en op de gerelateerde groothandelsmarkt (wholesale), maar niet op die van detailhandel;
– Als een universeel netwerk wordt uitgerold in winstgevende en niet-winstgevende gebieden, dan moet de compensatie van de overheid beperkt blijven tot de onrendabele gebieden;
– Wanneer de eigenaar van de infrastructuur, waar de DAEB op van toepassing is, geen overheid is, moeten er controle- en terugbetalingmechanismen in het leven worden geroepen.

Marktfalenbenadering

In de besluitpraktijk over de aanleg van breedband heeft de Commissie de marktfalenbenadering nader ingevuld voor deze sector. Een van de weinige zaken die door de Commissie is afgekeurd onder de breedbandrichtsnoeren is de zaak Appingedam. Reden was dat er geen sprake was van het opleggen van een taak, noch van een aangetoond marktfalen. Marktpartijen KPN en Essent waren al bezig met de aanleg van de breedbandinfrastructuur.

Rurale gebieden

De Commissie heeft in een aantal zaken de aanleg van breedband in rurale gebieden wel als DAEB goedgekeurd. In de Franse Pyrénées-Atlantiques beschikking besluit de Commissie dat er geen sprake is van staatssteun. Net zoals bij de vergelijkbare beschikkingen Limousin en Hauts-de-Seine, ging het om gebieden met weinig dekking. De winnaar van de aanbesteding werd gekozen op basis van het laagst gevraagde steunbedrag. Het bedrag van de vergoeding werd bepaald op basis van vooraf vastgestelde en transparante criteria.

VWEU, Altmarkvoorwaarden, Vrijstellingsbeschikking DAEB en Richtsnoeren

In het besluit in de Etswin-zaak keurde de Commissie DAEB-compensatiesteun goed op basis van art. 106 lid 2 VWEU, de Altmarkvoorwaarden, de Vrijstellingsbeschikking DAEB en de Richtsnoeren breedband. Dit project moest het gehele land van breedbanddekking voorzien. Het marktfalen op de Estse markt is de voornaamste reden voor het goedkeuren van de DAEB compensatie.

Volgens de Commissie sluit het project verder aan bij een aantal belangrijke EU doelstellingen, namelijk sociale cohesie en het voorkomen van een digitale kloof. Tot slot zullen via een aanbestedingsprocedure meerdere ondernemingen actief op lokaal niveau belast worden met de openbare dienstverplichting.

Nieuwe breedbandrichtsnoeren in 2012

De Commissie komt in 2012 met herziene breedbandrichtsnoeren. Hiervoor is in 2011 een consultatie gehouden.

Meer informatie:

Staatssteun en breedband, Staatssteun
Ministerie van EZ
Handreiking ‘Goed opweg met Breedband’, 2010

]]>
Kan compensatiesteun op basis van een DAEB-vrijstelling onder de aanbestedingsregels vallen? https://europadecentraal.nl/praktijkvraag/kan-een-besluit-tot-compensatiesteun-op-basis-van-een-daeb-vrijstelling-ook-onder-de-aanbestedingsregels-vallen/ Tue, 01 May 2012 12:57:11 +0000 https://europadecentraal.nl/?p=12714 Versie mei 2012

Antwoord

Ja, het is raadzaam om bij DAEB-steun met de staatssteunregels én de aanbestedingsregels rekening te houden. De DAEB regels zien onder meer op het reguleren van een ‘staatssteunproof’ compensatie voor de uitvoering van een DAEB. Een DAEB-aanwijzingsbesluit kan echter onder bepaalde omstandigheden ook een overheidsopdracht zijn. En overheidsopdrachten vallen onder de aanbestedingsrichtlijn.

Wederzijdse verplichtingen

In uw voorbeeld kan hiervan sprake zijn wanneer het aanwijzingsbesluit wederzijdse verplichtingen bij de uitvoering van de WMO–taken vastlegt. Het DAEB-aanwijzingsbesluit is dan al snel ‘een schriftelijke overeenkomst onder bezwarende titel’. Hierdoor kan vervolgens sprake zijn van een overheidsopdracht voor diensten waarop de aanbestedingsregels van toepassing zijn.

Overheidsopdracht

Om ook de aanbestedingsregels in acht te nemen dient de gemeente bij een DAEB-aanwijzing op basis van een DAEB-vrijstelling na te gaan of er sprake is van een overheidsopdracht (of alleen louter subsidie), een alleenrecht of bijvoorbeeld een dienstenconcessie.

Aanbestedingsregels

Het nieuwe DAEB-pakket, dat begin 2012 van kracht is geworden, stelt dat decentrale overheden die een DAEB aanwijzen zich moeten realiseren dat de aanbestedingsregels van toepassing kunnen zijn. De aanbestedingsregels zien toe op de wijze waarop de DAEB wordt toegewezen terwijl de staatssteunregels toezien op de financiering er van.

Het staat overheden vrij om een DAEB zelf te leveren, rechtstreeks of door inbesteding. Worden DAEB-taken wel uitbesteed en is hierbij sprake van een overheidsopdracht? Dan moet rekening worden gehouden met de aanbestedingsregels.

DAEB-de-minimisvrijstelling

Door de DAEB-de-minimisvrijstelling is het voor de gemeente mogelijk om onder voorwaarden € 500.000,= over een periode van drie jaar aan een onderneming die jeugdzorg/WMO-activiteiten verricht te verlenen, zonder dat er sprake is van staatssteun. Is er sprake van een overheidsopdracht en wordt de aanbestedingsdrempel voor diensten overschreden? Dan moet rekening gehouden worden met de Aanbestedingsrichtlijnen.

Vrijstellingsbesluit DAEB

Het Vrijstellingsbesluit DAEB biedt mogelijkheden om zorg en welzijnswerk als DAEB aan te merken en te financieren. Onder bepaalde omstandigheden kunnen jeugdzorg en welzijnsactiviteiten onder dit nieuwe besluit staatssteunproof worden ingericht. Een belangrijke voorwaarde is dat marktfalen aangetoond wordt.

Ook bij de toepassing van deze vrijstelling moet er – wanneer er sprake is van een overheidsopdracht – rekening gehouden worden met de aanbestedingsregels.

DAEB-toewijzing

De aan- of toewijzing van de uitvoering van een DAEB kan in verschillende verschijningsvormen. Is er louter sprake van een subsidiebesluit, dan zijn vooral de staatssteunregels van toepassing. Heeft het toewijzingsbesluit ook het karakter van een overheidsopdracht dan zijn de aanbestedingsregels van toepassing. Binnen deze aanbestedingsregels gelden nog bijzondere regels bij toewijzing van taken via bijvoorbeeld een alleenrecht of via een concessieovereenkomst.

Noodzakelijk

Een alleenrecht of een concessie kan voor de uitoefening van een DAEB noodzakelijk zijn als de onderneming zonder deze rechten de haar opgedragen DAEB niet kan vervullen. Of als de betrokken onderneming de haar opgedragen DAEB niet onder ‘economisch aanvaardbare omstandigheden’ kan verrichten. Zo kan de toekenning van een alleenrecht of concessie noodzakelijk zijn om de exploitatie van een bepaalde dienst rond te kunnen krijgen of om gedane investeringen terug te kunnen verdienen.

Toepassing Aanbestedingsrichtlijn

Voldoet de onderneming die de DAEB gaat beheren aan de voorwaarden van de aanbestedingsregels betreffende alleenrecht- of concessieverlening? Dan is de Aanbestedingsrichtlijn niet van toepassing. Er hoeft dan ook niet worden aanbesteed. Wel moet te allen tijde worden voldaan aan de Verdragsbeginselen van mededinging, transparantie en gelijkheid.

Meer informatie:

DAEB en staatssteun, Diensten van Algemeen Belang
Alleenrechten, Aanbestedingen
Concessies, Aanbestedingen
Subsidie en aanbesteden, Aanbestedingen

]]>