Regionaal beleid – Europa decentraal https://europadecentraal.nl Europees recht in duidelijke taal! Mon, 06 May 2024 16:31:56 +0000 nl-NL hourly 1 https://wordpress.org/?v=6.5.5 https://europadecentraal.nl/wp-content/uploads/2022/05/cropped-Logo-KED-tp-32x32.png Regionaal beleid – Europa decentraal https://europadecentraal.nl 32 32 De Dienstenwet en het cannabisgedoogbeleid: gescheiden werelden maar innig verbonden https://europadecentraal.nl/nieuws/de-dienstenwet-en-het-cannabisgedoogbeleid-gescheiden-werelden-maar-innig-verbonden/ Mon, 06 May 2024 15:56:01 +0000 https://europadecentraal.nl/?post_type=nieuws&p=100528 In december 2023 deed de Afdeling bestuursrechtspraak van de Raad van State een belangrijke uitspraak over het cannabisgedoogbeleid in de gemeente Roermond. Op de toekenning van schaarse vergunningen zijn zowel de Dienstenrichtlijn als de Dienstenwet van toepassing. Maar geldt dat ook voor gedoogverklaringen en horecavergunningen voor coffeeshops?

 Annemarie Drahmann

Wij spraken met Annemarie Drahmann en Demy Jongkind, beiden verbonden aan de afdeling Staats- en Bestuursrecht van de Rechtenfaculteit van de Universiteit Leiden. Annemarie is universitair hoofddocent staats- en bestuursrecht en schreef op verzoek van de burgemeester van de gemeente Roermond een expertopinie in de procedure voor de Raad van State. Demy is promovenda bij de afdeling staats- en bestuursrecht en doet onderzoek naar netwerksubsidies, waarvan de verdeling van schaarse rechten (subsidies) een onderdeel is. Samen schreven zij een annotatie bij de uitspraak van de Raad van State in de Gemeentestem, een juridisch vakblad.

Kunnen jullie omschrijven wat de feiten waren waarover de Raad van State uitspraak deed?

Demy Jongkind

Demy Jongkind geeft een samenvatting: “Er wordt al sinds jaar en dag door de burgemeester van Roermond een exploitatievergunning en gedoog-verklaring aan de exploitant van de coffeeshops Sky en Skunk verleend. Dit zijn twee coffeeshops in de binnenstad van Roermond. Zij moeten beschikken over enerzijds een exploitatievergunning voor een horeca-inrichting op grond van de Algemene Plaatselijke Verordening en anderzijds een gedoogverklaring die ziet op het verbod in de Opiumwet om softdrugs te verkopen. In 2020 besloot de burgemeester van de gemeente Roermond tot een vernieuwing van het gemeentelijke coffeeshopbeleid. De burgemeester was inmiddels bekend met de Vlaardingen-uitspraak uit 2016 waarin de Raad van State oordeelde dat bij het verdelen van schaarse vergunningen mededingingsruimte moet worden geboden aan partijen die in aanmerking willen komen voor een dergelijke schaarse vergunning. Omdat er in Roermond maar twee coffeeshops zijn toegestaan, was de burgemeester voornemens om op termijn ook andere exploitanten een kans te geven op een exploitatievergunning voor een van de coffeeshops.

Om het nieuwe beleid zorgvuldig uit te voeren zijn de exploitatievergunningen nog één keer aan Sky en Skunk verleend, maar slechts voor de duur van vijf jaar. De exploitanten van de coffeeshops meenden echter dat de vergunningen en verklaringen voor onbepaalde tijd geldig zouden moeten zijn en dienden bezwaar in, dat werd afgewezen. Vervolgens stapten ze naar de rechtbank, die hen gelijk gaf. De burgemeester ging vervolgens in hoger beroep bij de Raad van State.”

Hoe zijn jullie betrokken geraakt bij deze procedure?

Annemarie Drahmann legt uit: “Ambtenaren van de gemeente Roermond namen contact met mij op. De rechtbank Limburg had hen in het ongelijk gesteld. Ik had in 2019 een artikel in het NJB geschreven waarin ik betoogde dat een gedoogverklaring voor een coffeeshop een schaars recht is, maar dat het transparant verdelen van dat recht lastig was geworden omdat diezelfde Raad van State in 2019 had geoordeeld dat gedoogverklaringen geen appellabele besluiten in de zin van de Algemene wet bestuursrecht zijn. Hierdoor kon tegen een gedoogverklaring in beginsel niet meer bij de bestuursrechter worden opgekomen. De rechtbank Limburg oordeelde in de Roermondse zaak dat een gedoogverklaring geen schaarse vergunning was en dat ook de exploitatievergunningen niet schaars waren en daarom op grond van de Dienstenwet voor onbepaalde tijd verleend hadden moeten worden.

De rechtbank Limburg oordeelde in de Roermondse zaak dat een gedoogverklaring geen schaarse vergunning was […]

De gemeente Roermond nam naar aanleiding van mijn publicatie contact met mij op met de vraag of ik een onafhankelijke expert opinie zou willen schrijven waarin ik mijn visie op deze rechtsontwikkeling uiteen zette. Na het schrijven van deze opinie ben ik niet verder bij de zaak betrokken geweest. Na de uitspraak heb ik samen met mijn promovenda Demy Jongkind de bijdrage in de Gemeentestem geschreven. Die bijdrage gaat voor een belangrijk deel over de vraag waar de Raad van State nog geen antwoord op geeft, namelijk moeten vergunningen voor coffeeshops nu transparant verdeeld worden?”

Is het niet een vreemde constructie, een horecavergunning met een gedoogverklaring? Geeft dat geen verwarring?

Demy vertelt: “Eén van de hamvragen voor de Raad van State was inderdaad: wat is de onderlinge relatie tussen een horecavergunning en een gedoogverklaring? De rechtbank koppelde de schaarsheid van de gedoogverklaring los van de horecavergunning, waardoor de Dienstenwet niet van toepassing zou zijn op de gedoogverklaring, maar wel op de exploitatievergunning. Volgens de rechtbank had de exploitatievergunning daarom voor onbepaalde tijd moeten worden verleend. Als er geen dwingende reden van algemeen belang is op grond waarvan een beperkte duur gerechtvaardigd is of het aantal vergunningen beperkt is, dan moet je in principe vergunningen voor onbepaalde tijd verstrekken. Nu de Dienstenwet en Dienstenrichtlijn zijn gebaseerd op Unierechtelijke vrijheden, kunnen coffeeshophouders zich volgens de rechtbank ten aanzien van de verkoop van softdrugs niet beroepen op Unierechtelijke vrijheden en dus ook niet op daarop gebaseerde regelingen. De regelingen zijn slechts van toepassing op schaarse vergunningen en een gedoogverklaring is geen vergunning, aldus de rechtbank.”

De rechtbank koppelde de schaarsheid van de gedoogverklaring los van de horecavergunning, waardoor de Dienstenwet niet van toepassing zou zijn op de gedoogverklaring, maar wel op de exploitatievergunning.

Annemarie vult aan: “De rechtbank verwees daarbij onder meer naar de uitspraak van het Hof van Justitie en de Raad van State in de zaak-Josemans. Volgens mij is het echter niet goed mogelijk en ook niet wenselijk om dat strikte onderscheid te maken. Ook bij het verlenen van een exploitatievergunning wordt rekenschap gegeven van het feit dat het een coffeeshop betreft. In de praktijk worden de horecavergunning en de gedoogverklaring soms zelfs in één document samengevoegd waarbij niet duidelijk is welk voorschrift op welke toestemming ziet. Dit was ook in Roermond het geval. De uitspraak uit 2019 over de appellabiliteit van gedoogverklaringen, zou tot gevolg kunnen hebben dat als je als exploitant van een coffeeshop de horecavergunning zou willen betwisten je naar de bestuursrechter zou moeten gaan, maar voor de gedoogverklaring zou je een handhavingsprocedure moeten uitlokken of naar de civiele rechter moeten gaan.

De rechtbankuitspraak was koren op de molen van de twee Roermondse coffeeshops dus?

Annemarie en Demy vullen elkaar aan: “ja, dat klopt. De horecavergunning gaat alleen over het horecadeel van de activiteiten. Zonder aanvullende gedoogverklaring mag je natuurlijk geen coffeeshop runnen, want de verkoop van softdrugs is verboden op grond van de Opiumwet. De rechtbank oordeelt daarbij dat exploitatievergunningen voor legale horeca-activiteiten niet zijn gelimiteerd, zodat zij niet schaars zijn. De duur van de vergunningen mocht daarom gelet op de Dienstenwet niet worden beperkt.

Zonder aanvullende gedoogverklaring mag je natuurlijk geen coffeeshop runnen, want de verkoop van softdrugs is verboden op grond van de Opiumwet.

De gedoogverklaring had volgens de rechtbank geen bestuursrechtelijke relevantie in die zin dat gedoogverklaringen niet onderworpen kunnen worden aan de regels die gelden voor schaarse vergunningen. De rechtbank behandelde de exploitatievergunning en de gedoogverklaring dus echt als twee gescheiden werelden.”

Maar daar dacht de Raad van State dus uiteindelijk anders over?

Annemarie: “Ja, maar daar was wel wat voor nodig, zelfs meer dan deze uitspraak van de Raad van State: op dezelfde dag deed de Raad van State nog een uitspraak, waarin de Raad van State terugkwam op de eerdere jurisprudentielijn waaruit volgde dat een gedoogverklaring geen appellabel besluit is waartegen bezwaar en beroep open staat. De Raad van State oordeelde in de andere uitspraak dat tegen een gedoogverklaring voor een coffeeshop toch bezwaar en (hoger) beroep kan worden ingesteld, omdat het moeten afwachten van een handhavingsprocedure onevenredig bezwarend voor de exploitant is. Daarmee is de rechtsbescherming voor coffeeshophouders dus verbeterd en dat is een goede stap. Door dit oordeel kon de Raad van State in de Roermondse casus vervolgens een inhoudelijk oordeel geven.

Demy: “De Raad van State oordeelt dat bij het verlenen van een horecavergunning relevant is om wat voor soort horeca het gaat. Een nachtclub is immers ook niet hetzelfde als een theehuis. En het was duidelijk dat het hier om een coffeeshop ging en wat voor effecten op de leefomgeving dat met zich mee kan brengen. De Raad van State oordeelde daarom dat zowel het aantal als de duur van de exploitatievergunningen beperkt mocht worden. De Raad van State relateert dit aan het feit dat de handhaving van de openbare orde een legitiem belang is op grond waarvan je als gemeente beperkingen mag opleggen op grond van de Dienstenwet: het is een dwingende reden van algemeen belang.”

Annemarie: “Ja, daaruit volgt dus al dat je in principe de vergunning voor bepaalde tijd kan verstrekken. Die bepaalde tijd maakt het mogelijk dat een gemeente na het verlopen van de geldigheidstermijn denkt: dit valt tegen qua overlast, dus ik ga helemaal geen vergunningen meer verstrekken als ik het op deze manier vijf jaar heb geprobeerd en daarna blijkt dat de openbare orde wordt verstoord. Een zogenoemd nulbeleid. Of dat je de coffeeshop op een andere locatie wil. Of met strengere regels. Op deze manier hebben gemeenten beleidsruimte om te schaven: wat wil ik wel en niet?”

En de Dienstenwet, is die horde ook genomen?

Annemarie: “Ja en nee. Het is duidelijk dat de Dienstenwet van toepassing is op exploitatievergunningen en ook voor exploitatievergunningen voor coffeeshops. Het is ook duidelijk dat deze beperkt mogen worden vanwege een dwingende reden van algemeen belang. De gemeente Roermond had duidelijk in beleid uiteen gezet waarom het maximumaantal coffeeshops op twee was gesteld: minimalisering van de straathandel in cannabis en daarmee gepaard gaande criminaliteit, maar ook in breder verband: handhaving van de openbare orde, openbare veiligheid en de volksgezondheid. Dat zijn in principe legitieme redenen om beperkingen op te leggen of specifieke eisen te stellen. Uit de beleidsregel bleek dus dat de vergunningplicht voor horecabedrijven waarin cannabisproducten worden verkocht in het bijzonder gericht was op het voorkomen van overlast die coffeeshops plegen te veroorzaken. Ook niet onbelangrijk: de Raad van State stelde ook vast dat de maatregelen, de beperking van het aantal vergunningen is toegestaan. De Raad van State heeft echter ook geoordeeld dat er ook nog een tweede grondslag in de Dienstenwet is om de geldigheidsduur van de vergunning te beperken, namelijk dat het aantal vergunningen beperkt is. En die overweging roept nog wel wat vragen op, want betekent dat dan ook dat er mededingingsruimte moet worden geboden? Daar geeft de uitspraak nog geen definitief antwoord op.”

En wat denken jullie: moet er vanaf nu mededingingsruimte geboden gaan worden?

Annemarie: “Dat blijkt niet uit deze uitspraak en het is moeilijk hierop antwoord te geven. Aan de ene kant kan worden gesteld dat de hoofdregel is dat op grond van de Dienstenwet- en richtlijn bij schaarse vergunningen gelijke kansen en dus mededingingsruimte moet worden geboden. Dat pleit ervoor om dat ook bij coffeeshops te gaan doen, zoals Roermond van plan is.

Als burgemeesters dat goed kunnen onderbouwen, hebben we hier misschien wel de eerste uitzondering op de mededingingsplicht, maar dat is nu nog koffiedik kijken.

Aan de andere kant heb ik ook begrepen dat sommige gemeenten vrezen voor openbare orde risico’s als de exploitant iedere paar jaar wijzigt. Zeker nu er nog sprake is van de achterdeurproblematiek. Ook is de vraag wat de effecten op het inmiddels gestarte experiment gesloten coffeeshopketen zijn als daarin nu wijzigingen in de sector worden aangebracht. Als burgemeesters dat goed kunnen onderbouwen, hebben we hier misschien wel de eerste uitzondering op de mededingingsplicht, maar dat is nu nog koffiedik kijken.”

Tot slot: wat raden jullie gemeenten aan die hetzelfde willen als de gemeente Roermond?

Demy: “Een belangrijke juridische horde is nu genomen door de Raad van State: uit de uitspraak volgt dat er een legitieme mogelijkheid voor gemeenten is om zowel het aantal vergunningen voor coffeeshops te beperken en ook de geldigheidsduur van de vergunningen.”

Annemarie: “Maar het is niet vrijblijvend. Het succes valt of staat met proactief beleid, dus met een goede voorbereiding. Je moet lokale regelgeving hebben voor je horecabeleid en voor je cannabisbeleid en dat moet op elkaar afgestemd zijn, maar op grond van beide is het stellen van beperkingen aan coffeeshops mogelijk. Ook moet er een goede motivering zijn, bijvoorbeeld handhaving van de openbare orde of de volksgezondheid. Het maximaal aantal vergunningen moet in het beleid staan, net als de periode waarvoor vergunningen worden verstrekt, de eisen die aan de vergunninghouder worden opgelegd en bijvoorbeeld ook de procedure voor vernieuwing van de vergunning en de gedoogverklaring. Vergeet ook het afwegingskader voor verstrekking van vergunningen niet. Je moet bij het bepalen van de vergunningstermijn bijvoorbeeld afwegen wat de terugverdientijd van de investering is. Maar ook nadenken over bijzondere voorwaarden: wat voor overlast verwacht ik als gemeente van dit type horeca en vind ik dat nog acceptabel?”

Demy: “Het lijkt daarnaast wel beter om de horecavergunning en de gedoogverklaring uit elkaar te trekken, door er twee separate besluiten van te maken, die door coffeeshophouders alleen in combinatie kunnen worden aangevraagd, met een afgestemde procedure en die bij voorkeur een gelijke geldigheidstermijn bevatten.”

Annemarie: “Zo is dan in een keer duidelijk voor de ondernemer welke voorschriften zijn gebaseerd op de Algemene Plaatselijke Verordening en welke op de Opiumwet. Beide wetten hebben immers een andere achtergrond: de een ziet op de effecten op de leefomgeving van de inrichting en de ander op de regulering van de verkoop van de softdrugs.”

Meer informatie

]]>
Regionaal beleid, EU-fondsen en subsidies https://europadecentraal.nl/onderwerp/europese-unie/regionaal-beleid-en-structuurfondsen/ Tue, 20 Nov 2012 09:42:51 +0000 https://europadecentraal.nl/?page_id=334 Binnen Europa bestaan soms grote economische, sociale en territoriale verschillen tussen de verschillende regio’s. Het regionaal beleid ofwel cohesiebeleid van de EU heeft als doel om deze verschillen te verkleinen, territoriale cohesie te bevorderen en samenwerking tussen de regio’s stimuleren. Dit beleid bevordert het concurrentievermogen en de werkgelegenheid in de Unie.

Europese fondsen en subsidies bieden financiële ondersteuning bieden voor projecten en initiatieven die bijdragen aan Europese prioriteiten. Ook gemeenten, provincies en waterschappen kunnen onder voorwaarden aanspraak maken op deze middelen.

EU-fondsenwijzer

In samenwerking met VNG, IPO/HNP en Unie van Waterschappen ontwikkelde Kenniscentrum Europa Decentraal de EU-fondsenwijzer. Welke Europese fondsen en subsidies zijn er en wat zijn de voorwaarden? Zoekt u passende financiering voor uw project of bent u benieuwd naar projecten die andere overheden met behulp van EU-subsidies hebben uitgevoerd? De EU-fondsenwijzer brengt overzicht in het woud aan Europese subsidies, publiceert openstaande of aangekondigde oproepen voor het indienen van aanvragen (calls) en inspireert met projectvoorbeelden en tips.

Regionaal beleid

Via regionaal of cohesiebeleid wil de Europese Commissie de economische, sociale en territoriale samenhang tussen Europese regio’s versterken en grote verschillen op deze vlakken tussen de regio’s verkleinen. Decentrale overheden, maar ook bedrijven of kennisinstellingen, kunnen aanspraak maken op sommige Europese fondsen en subsidies die worden ingezet om het regionale beleid van de EU te sturen en ondersteunen.

Doelstellingen

Het cohesiebeleid van de EU heeft vijf prioriteiten voor de periode 2021-2027:

  • een competitief en slimmer Europa
  • een groener Europa
  • een meer verbonden Europa
  • een socialer en inclusiever Europa
  • een Europa dat dichter bij de burgers staat.

Het cohesiebeleid daarmee bestrijkt tal van beleidsthema’s, bijvoorbeeld milieu en klimaatverandering, plattelandsontwikkeling, vervoer en infrastructuur, digitalisering, onderzoek en innovatie, werkgelegenheid, toerisme, cultuur, gezondheid en onderwijs.

Europese fondsen en subsidies

Er zijn verschillende soorten Europese fondsen en subsidies.

Europese Structuur- en Investeringsfondsen (ESIF) worden per lidstaat nationaal beheerd. Dit heet in gedeeld beheer. Aanvragen indienen kan bij een Nederlandse organisatie. De structuur- en investeringsfondsen in Nederland zijn:

Daarnaast zijn er andere Europese fondsen die nationaal worden beheerd. Het gaat over het Europees Landbouwfonds voor plattelandsontwikkeling (ELFPO), het Europees Maritiem, Visserij en Aquacultuur Fonds (EMFAF), het Fonds voor Asiel, Migratie en Integratie (AMIF) en het Fonds voor Interne Veiligheid.

Tot slot zijn er ook zogenaamde ’thematische fondsen’. Dit zijn programma’s op specifieke onderwerpen, denk aan Erasmus+ (onderwijs), Horizon Europe (onderzoek en ontwikkeling) of LIFE (milieu en klimaat). Hiervoor is niet per land een bepaald bedrag gereserveerd, maar ingediende aanvragen uit heel Europa worden vergeleken en beoordeeld en de beste geselecteerd.

Ook decentrale overheden kunnen in aanmerking komen voor financiering uit Europese fondsen. Ieder fonds stelt hiervoor specifieke voorwaarden. Een overzicht van de actuele Europese fondsen en subsidies vindt u in de EU-fondsenwijzer.

Cofinanciering

Over het algemeen financieren Europese fondsen niet 100% van de kosten van een project, maar houden ze een cofinanciering of medefinancieringspercentage aan. Dit wordt uitgedrukt als een percentage van de totale kosten van het programma. Voor de financiering door de EU geldt gewoonlijk een maximumdrempel. Deze drempel wordt voor elk fonds of operationeel programma door de Commissie vastgesteld. Een cofinancieringspercentage van 80% houdt bijvoorbeeld in dat de gemaakte kosten binnen een bepaald project voor maximaal 80% door de Europese subsidie gedekt worden. De overige 20% van de kosten dient de aanvrager uit andere bronnen te bekostigen, bijvoorbeeld private investeringen.

Regels voor staatssteun en aanbesteding

Bij het gebruik van Europese fondsen en subsidies moeten de regels voor staatssteun en aanbestedingen in acht worden genomen.

De geldende regels voor staatssteun zijn niet voor elk fonds dezelfde. Deze zijn afhankelijk van de hoe de financiering van het fonds in kwestie tot stand komt, bijvoorbeeld of de gelden beheerd worden door de EU of door de lidstaten.

Voor aanbestedingen heeft de Europese Commissie de aanbestedingsleidraad Overheidsopdrachten – Richtsnoeren voor professionals gepubliceerd (2018). Dit document biedt richtsnoeren aan overheidsfunctionarissen die zich bezighouden met het beheer van Europese fondsen en behandelt alle hoofdfasen van een openbaar aanbestedingsproces: van de voorbereiding en planning tot de uitvoering van de opdracht. De leidraad helpt veelgemaakte fouten te voorkomen en beste praktijken te hanteren bij de uitvoering van procedures voor overheidsopdrachten. Verdere algemene informatie over aanbesteden is te vinden op de onderwerppagina aanbesteden.

]]>
Negende Cohesierapport: een sterke interne markt maar worstelingen met interregionale verschillen https://europadecentraal.nl/nieuws/negende-cohesierapport-een-sterke-interne-markt-maar-worstelingen-met-interregionale-verschillen/ Mon, 08 Apr 2024 08:55:05 +0000 https://europadecentraal.nl/?post_type=nieuws&p=100112 Interregionale verschillen in de Europese lidstaten vormen nog steeds een uitdaging. Zo blijkt uit de negende versie van het Europese Cohesierapport. Het rapport toonde verder aan dat het Europese cohesiebeleid positieve effecten heeft op economische groei, werkgelegenheid en de groene transitie.

Het Europese cohesiebeleid

Het Europese cohesiebeleid is een investeringsbeleid dat gericht is op het versterken van de economische, sociale en territoriale cohesie van de Europese Unie. Daarbij ligt de focus grotendeels op het verminderen van ongelijkheden tussen de regio’s. Het beleid besteedt bijvoorbeeld aandacht aan plattelandsgebieden en gebieden in industriële transitie. Om de doelstellingen van het cohesiebeleid te behalen, bestaan er verschillende structuur- en investeringsfondsen zoals het Europees Sociaal Fonds+ (ESF+) en het Europees Fonds voor Regionale Ontwikkeling (EFRO).

Het Cohesierapport, dat de Europese Commissie elke drie jaar publiceert, beoordeelt de voortgang van het cohesiebeleid. In het rapport valt te lezen over de vooruitgang van de cohesie in de EU en wat er nog kan verbeteren. Deze analyse is gebaseerd op maatstaven zoals welvaart, werkgelegenheid en onderwijsniveaus. Resultaten van het rapport hebben effect op zowel het toekomstige beleid als de investeringen van de EU.

Algemene bevindingen Cohesierapport

Economische groei en werkgelegenheid

Het cohesiebeleid heeft de interne markt van de EU versterkt. Dit door te investeren in zowel het concurrentievermogen als de economische groei. Het Cohesierapport stelt dat in 2043 elke euro die via het cohesiebeleid is geïnvesteerd drie keer in waarde zal zijn gestegen. Dit is gelijk aan een jaarlijks rendement van vier procent.  

Tussen 2014 en 2020 is vanuit het cohesiebeleid geïnvesteerd in meer dan vier miljoen bedrijven, waarbij 370.000 banen zijn gecreëerd. Naar verwachting leidt het cohesiebeleid tegen 2027 zelfs tot de creatie van meer dan een miljoen extra banen, die met name de groene en digitale transitie betreffen. De arbeidsmarkt kampt volgens het rapport echter ook met verschillende uitdagingen. Zo ligt er een toenemende druk op deze markt vanwege de grote vraag naar arbeidskrachten en een lage werkloosheid.  

De groene transitie

Om vergroening te ondersteunen, stimuleert het beleid groene projecten die te maken hebben met bijvoorbeeld hernieuwbare energie of natuurbehoud. Tussen 2014 en 2020 hebben de investeringen in de groene transitie onder meer geleid tot de instandhouding van beschermde habitats en overstroombestendige woongebieden. Uit het rapport bleek echter ook dat klimaatverandering de ongelijkheden tussen de regio’s verergert, waardoor de Europese cohesie in gevaar komt.

Uitdagingen en lessen voor de toekomst

Het rapport waarschuwt verder voor de ongelijkheden die ontstaan tussen stedelijke gebieden en landelijke regio’s. Het achterblijven van bepaalde regio’s kan namelijk negatieve gevolgen hebben, zoals spanningen op de huizenmarkt en een verslechtering van het concurrentievermogen. Bovendien kampen deze regio’s met braindrain’, waarbij veel opgeleide jongeren wegtrekken uit de regio. Met deze bevindingen onderstreept het rapport het belang van een beleidshervorming. Zo moet er meer ruimte komen voor het afstemmen op regionale behoeften en het verkleinen van economische ongelijkheid.

Decentrale relevantie

Decentrale overheden maken gebruik van middelen uit het cohesiebeleid om bijvoorbeeld de digitale of groene transitie van hun regio te bevorderen. Daarom is het voor hen van belang om op de hoogte te blijven van alle ontwikkelingen op het gebied van het cohesiebeleid, zo kunnen ze op tijd inspelen op nieuwe prioriteiten en onderwerpen die aan de orde komen.

Bron

Uit het 9e cohesieverslag blijkt dat het cohesiebeleid de kloven in de regio’s en de lidstaten van de EU blijft verkleinen, Europese Commissie.

Ninth Report on Economic, Social and Territorial Cohesion, Europese Commissie.

Economische, sociale en territoriale cohesie, Europees Parlement.

Meer informatie

Europese programma’s GROS, Kenniscentrum Europa Decentraal.

EU-fondsenwijzer, Kenniscentrum Europa Decentraal.

]]>
Aanmeldingen open voor REGIOSTARS 2024 https://europadecentraal.nl/nieuws/aanmeldingen-open-voor-regiostars-2024/ Mon, 26 Feb 2024 13:21:46 +0000 https://europadecentraal.nl/?post_type=nieuws&p=99535 Heeft u een project waar u erg trots op bent en dat in het zonnetje gezet mag worden? Dan kunt u zich opgeven voor REGIOSTARS 2024, waarvan de aanmeldingen net zijn geopend. De REGIOSTARS Awards vinden sinds 2008 elk jaar plaats. Het doel van deze prijs is om lokale projecten in de schijnwerper te zetten die bijdragen aan de sociale en economische ontwikkeling van de Europese Unie.  

Projecten uit 5 verschillende categorieën ontvangen een REGIOSTARS award:

  1. Competitief en Slim Europa: projecten die innovatie in de regio stimuleren en het concurrentievermogen en de economische veerkracht van de regio bevorderen;
  2. Groen Europa: projecten die de verduurzaming van de regio aanmoedigen;
  3. Verbonden Europa: projecten die de mobiliteit tussen regio’s verbeteren;
  4. Sociaal en Inclusief Europa: projecten die zorgen voor meer maatschappelijke inclusiviteit in de regio;
  5. Europa dichterbij de bevolking:  projecten die alledaagse problemen oplossen voor de regionale bevolking, zoals het bijdragen aan de duurzame ontwikkeling van steden.

Wie kan zich aanmelden?

Projecten komen in aanmerking voor de REGIOSTARS als ze subsidie hebben ontvangen uit een van de volgende fondsen:

Selectieproces

Een jury kiest uit alle aanmeldingen maximaal vijf finalisten per categorie. In 2021 was een Nederlands project nog een van de winnaars. Het TREE-project ontwierp een speciaal trainingsprogramma voor mensen die met migranten en vluchtelingen werken. Het project was een samenwerking tussen Nederland, België en Duitsland en ontving subsidie uit het Interreg Euregio Maas-Rijn programma.

Heeft u een project dat u graag aanmeldt voor deze award? Dan kunt u zich tot 31 mei kandidaat stellen voor REGIOSTARS. Hier vindt u ook alle aanmeldingscriteria.

Bron

Welcome to the 2024 competition platform, REGIOSTARS

]]>
Interview met raadslid Gerdien Knikker: “Wij hebben als gemeente echt iets te bieden aan Europa en ook zeker wat te halen.” https://europadecentraal.nl/nieuws/interview-met-raadslid-gerdien-knikker/ Fri, 03 Nov 2023 13:40:31 +0000 https://europadecentraal.nl/?post_type=nieuws&p=97952 Gemeentelijke vraagstukken zijn lang niet altijd zo lokaal als ze in eerste instantie lijken wanneer er op de achtergrond Europese regelgeving in het spel is. Andere gemeenten in Europa zijn waarschijnlijk met precies dezelfde problemen, vragen en oplossingen bezig. Maar hoe weet je als raadslid of het wiel elders al rolt, terwijl je het zelf nog moet uitvinden? KED ging daarover in gesprek met Gerdien Knikker, fractievoorzitter van D66 in de gemeenteraad van Haarlemmermeer. Zij is onlangs lid geworden van het Europese netwerk voor lokale en regionale raadsleden.

Europese netwerken voor lokale en regionale raadsleden

In 2021 zijn er twee Europese netwerken opgericht die lokale volksvertegenwoordigers in Europa met elkaar verbinden: Het Europese netwerk voor lokale en regionale raadsleden van het Comité van de Regio’s (CvdR) en het “Building Europe with Local Councillors” (BELC) netwerk van de Europese Commissie (EC).

Deze netwerken zijn nauw aan elkaar verwant en gebruiken hetzelfde online platform: Futurum. Ze hebben een eigen subgroep, maar ook een gedeelde groep voor beide netwerken. In deze groepen wordt informatie gedeeld (zoals nieuws, briefings, evenementen en ‘best practices’) maar je kunt er je Europese collega’s ook om advies vragen. Het wordt aangemoedigd om van beide netwerken lid te worden, zodat je toegang hebt tot alle groepen en informatie.

Hoewel de netwerken veelal overeenkomstige doelstellingen hebben, verschillen ze in hun oorsprong en lidmaatschap-procedure. Het BELC-netwerk is opgezet om lokale en regionale volksvertegenwoordigers te helpen bij het agenderen en bespreken van EU-gerelateerde onderwerpen in hun gemeenschap. Het lidmaatschap gaat gepaard met een aantal toezeggingen en moet vooraf worden goedgekeurd door de gemeenteraad. Het lidmaatschap van het CvdR-netwerk is daarentegen zelfstandig aan te vragen voor raadsleden. Dit netwerk is opgezet om het werk van het Comité van de Regio’s breder te delen met lokale en regionale volksvertegenwoordigers.

Hoe ben je in aanraking gekomen met het Europese netwerk voor lokale en regionale raadsleden?

“Dit is mijn tweede periode in de gemeenteraad van Haarlemmermeer en ik houd me bezig met de portefeuille regionale samenwerking. Bij veel grote vraagstukken hangt het onderwerp en alles wat met Europa te maken heeft een beetje boven de markt. Ik merkte dat dit een blinde vlek is voor veel mensen en dacht: er gebeurt zo veel! Hoe kunnen wij als raadsleden nu wat beter zicht krijgen op wat er uit Europa komt aan beleid? Maar ook, waar kunnen wij van elkaar leren? Ik ben zoekende als raadslid hoe we elkaar meer kunnen vinden en versterken.

Ik heb me een aantal jaar geleden al een keer verdiept in de vraag of iets voor raadsleden bestond op Europees niveau, maar toen kwam ik niet veel verder. Je krijgt natuurlijk via je eigen politieke partij wel het een en ander mee over Europees beleid, maar het is toch handig als je een centraal overzicht hebt. Zo werd ik dit voorjaar door RENEW geattendeerd op het project van het Europese Comité van de Regio’s.”

Bij veel grote vraagstukken hangt het onderwerp en alles wat met Europa te maken heeft een beetje boven de markt.

Hoe verliep die lidmaatschapsaanvraag?

“Nou, dat heeft maanden geduurd. Ik dacht ook: dat gaat wel weer op zijn Europees. Vlak voor de zomer kreeg ik bericht dat ik dat ik was toegelaten als lid en dat ik toegang kreeg tot het platform. Het staat nog een beetje in de kinderschoenen voor mijn gevoel, maar geeft wel meer zicht op wat er in Europa speelt en hoe we van elkaar kunnen leren. Tot nu toe is het vooral veel informatie delen over relevante EU-beleidsontwikkelingen en je krijgt de mogelijkheid om digitaal deel te nemen aan interessante discussieforums. De eerste keer dat ik dit deed, viel ik gelijk met mijn neus in de boter; de voertaal was Frans in een slecht verstaanbaar zaaltje. Daar kon ik helemaal niets mee.  

Je bent lid voor de gehele raadsperiode, dus hopelijk is er daarmee ook voldoende tijd om erachter te komen wat het netwerk precies kan betekenen. Het is nu nog een beetje puzzelen welke informatie wel of niet nuttig is voor mijn raadswerk. En er is geen roadmap om het allemaal wat toegankelijker te maken.”

Heb je bepaalde voornemens over wat je uit het netwerk wil halen voor de gemeente?

“Wat ik heel belangrijk vind, is hoe we ontwikkelingen vanuit de EU concreet kunnen vertalen naar gemeentelijk niveau. Wat heeft onze gemiddelde inwoner daaraan? Die vraag moeten we kunnen beantwoorden. Tijdens het afgelopen VNG Congres was er een heel mooi voorbeeld van de gemeente Groningen die vanuit het Making City project met allerlei maatschappelijke partners bezig is om twee PED’s (Positive Energy Districts) te realiseren door het lokale energiesysteem aan te passen. Dit is een mooi project dat laat zien hoe verschillende steden in Europa de grote maatschappelijke energie-opgave aanpakken en hoe ze leren van elkaar. Dat is eigenlijk waar ik ook heel erg naar op zoek ben. Wat kunnen wij leren van wat er in Brussel en andere Europese gemeenten speelt? Het antwoord is voor verschillende lokale portefeuilles, zeker op het gebied van klimaat en Energie, heel interessant. Vooral als je meer te weten kunt komen over gemeenten die een beetje dezelfde grootte hebben als Haarlemmermeer. Ik hoop dus veel kennis en mooie voorbeelden op te halen die ik dan weer hier kan implementeren. En in Haarlemmermeer laten we als gemeente bijvoorbeeld zien hoe we op Schiphol Trade Park werken met een virtueel stroomnet om netcongestie tegen te gaan. Zo’n Smart Energy Hub is ook een mooie best practice wat mij betreft!”

Zijn er concrete vraagstukken in Haarlemmermeer waar je kennis voor wilt ophalen?

“Ja, de energietransitie is natuurlijk sowieso wel een hele grote uitdaging, vooral wat betreft de participatie rondom die transitie. Wij hebben hier in de gemeente natuurlijk ook grote opgaven als het gaat om energieopwekking, schaarse gronden, en lokaal draagvlak. Op die onderwerpen zie ik in Europa heel veel beweging, ook in andere gemeenten.

Ik ben ook gaan kijken wat we in Haarlemmermeer eigenlijk al doen met Europa. Vorig jaar hebben we als gemeente een start gemaakt en zijn er ambtenaren aangesteld die nu volop bezig zijn met het inventariseren van relevante Europese subsidies en/of cofinancieringsprojecten. Meer aandacht voor Europa is een goede zaak wat mij betreft. En ik hoop dat we daar de komende jaren ook meer inhoudelijke samenwerking kunnen vinden.”

Meer aandacht voor Europa is een goede zaak wat mij betreft. En ik hoop dat we daar de komende jaren ook meer inhoudelijke samenwerking kunnen vinden.

Building Europe for local councillors (BELC) is een ander netwerk voor raadsleden dat ongeveer hetzelfde lijkt te doen als het CvdR-netwerk. Heb jij daar ook van gehoord?

“Ja, ik ken dat netwerk, maar alleen vanuit de KED-nieuwsbrief (de Europese Ster). Toen dacht ik: er bestaat nóg een netwerk? Hoe weet ik hier niet van? Als je als raadslid begint, krijg je altijd een startpakket waar ook in staat welke samenwerkingen er allemaal bestaan. Maar het Europese stukje zit er niet standaard in bij de gemeente en Europese netwerken werden niet genoemd in die informatie. Je moet er zelf maar een beetje achter zien te komen.”

Speelt Europa dan niet op gemeentelijk niveau?

“Voordat ik raadslid werd in Haarlemmermeer heb ik 7 jaar in Den Haag gewerkt bij het Montesquieu Instituut. Europa was daar juist een belangrijk thema en zo kreeg ik er steeds meer affiniteit mee. Maar als je dan de lokale politiek in stapt, kom je erachter hoe ver weg Europa eigenlijk is; dat er geen helder beeld is van wat Europa doet en hoe wij onderdeel zijn van Europa als gemeente. Je verruilt als het ware de Europese bubbel voor de lokale bubbel.

Dus ik hoop eigenlijk vooral, door er wat meer aandacht aan te schenken en misschien wat best practices op te halen en te delen, dat we dit gesprek eens met elkaar kunnen voeren. We hebben bij raadsvoorstellen bijvoorbeeld altijd wel een paragraaf over de vraag ‘Wat betekent dit voor de Metropoolregio Amsterdam?’. Maar daarin zijn we heel erg gefocust op ontwikkelingen vanuit het Rijk en veel minder op Europese programma’s zoals het Horizon Europe programma bijvoorbeeld. De doorvertaling van Europese regelgeving komt natuurlijk ook vaak vanuit Rijksambtenaren. Als gemeente kom je gevoelsmatig pas kijken bij de uitvoering. De samenhang lokaal-regionaal-Europees verdient nog wel wat aandacht.”

Maar wordt Europa dan vooral als een probleem ervaren of juist als een kans?

“Eigenlijk Europa is gewoon een non-issue in de gemeente. Ik bedoel de keren dat wij het in de Raad erover hebben is nihil. Dat is eigenlijk wel wat ik wil, juist dat Europese ook wat dichterbij brengen. Natuurlijk zijn we allemaal onderdeel van Europa, maar de focus is lokaal en regionaal. Ik zie het daarom als een kans, meer grip op ontwikkelingen vanuit Europa en nuttige netwerkcontacten helpen onze gemeente vooruit.

Eigenlijk Europa is gewoon een non-issue in de gemeente.

Wij hebben denk ik als gemeente echt iets te bieden aan Europa en ook zeker wat te halen. De EU en de gemeenten moeten wel dichter bij elkaar komen in mijn beleving. Er zit nu nog heel veel ruimte tussen. Volgend jaar is het plan om als gemeente ook deel te nemen aan de Europese week van regio’s en steden. Ik ben heel blij met de inzet van onze burgemeester op dit vlak, ook zij vindt het namelijk heel belangrijk dat we als Haarlemmermeer de kansen pakken die Europa ons te bieden heeft.”

Meer informatie

]]>
Raadpleging: Grensoverschrijdende regio’s in de EU- oplossingen om juridische en administratieve obstakels uit de weg te ruimen https://europadecentraal.nl/nieuws/raadpleging-grensoverschrijdende-regios-in-de-eu-oplossingen-om-juridische-en-administratieve-obstakels-uit-de-weg-te-ruimen/ Mon, 30 Oct 2023 14:47:44 +0000 https://europadecentraal.nl/?post_type=nieuws&p=97864 De Europese Commissie vraagt om feedback voor een voorstel om juridische en administratieve belemmeringen in een grensoverschrijdende context uit de weg te ruimen. Hiervoor kunnen decentrale overheden in vorm van een commentaar feedback geven over obstakels die zij ervaren bij grensoverschrijdende samenwerking met Europese regio’s. Feedback geven kan tot 16 november 2023.

Achtergrond

Juridische en administratieve hinderpalen kunnen een negatieve invloed op grensoverschrijdende samenwerking hebben en het potentieel van deze regio’s in de weg staan. De Commissie wil daarom een nieuwe verordening voorstellen voor een rechtskader om deze obstakels uit de weg te ruimen. Alle burgers, ondernemingen, het maatschappelijk middenveld, overheidsinstanties en andere belanghebbenden voor wie de wetgeving gevolgen heeft, kunnen tijdens de een raadplegingsprocedure hun mening geven. Het huidige initiatief zou het voorstel uit 2018 voor een verordening betreffende een mechanisme om juridische en administratieve belemmeringen in een grensoverschrijdende context uit de weg te ruimen wijzigen. Meer informatie is op deze website te vinden.

Feedback

Decentrale overheden, regio’s, burgers ondernemingen en belanghebbenden kunnen in vorm van een commentaar feedback indienen. Deze verschijnt online, zodat andere betrokkenen de feedback kunnen lezen.  Reageren is mogelijk is tot 16 november 2023 op deze website.

Bron

Consultatie Grensoverschrijdende samenwerking, Publicatie Europese Commissie

]]>
Interview over het BELC-project: lokale politiek dichter bij de EU brengen https://europadecentraal.nl/interview-over-het-belc-project-lokale-politiek-dichter-bij-de-eu-brengen/ Mon, 16 Oct 2023 09:06:16 +0000 https://europadecentraal.nl/?p=97630 ‘Building Europe with Local Councillors’ (BELC) is een pilot project van de Europese Commissie met als doel om lokale politici samen te brengen in een Europees netwerk. Welke problemen spelen er in de gemeenten? Hoe gaan lokale overheden in andere landen daarmee om? En vooral: wat kan de EU doen om te helpen? Het BELC-project beoogt hét platform te worden om met deze vragen aan de slag te gaan. Kenniscentrum Europa Decentraal sprak met Alessandro Giordani (foto), Hoofd van de afdeling voor netwerken in lidstaten bij het Directoraat Generaal Communicatie bij de Europese Commissie, over de doelen en de werking van het BELC-project.

Hoe is het BELC-project tot stand gekomen?

“Het BELC-project is als pilot voorgesteld door het Europees Parlement. De Commissie heeft dit opgepakt omdat het een nieuwe dimensie kan toevoegen aan de al bestaande netwerken in de EU-lidstaten. Waar andere netwerken, zoals het EUROPE DIRECT-netwerk, door de Commissie gecoördineerd wordt, bestaat het BELC-project uit lokaal gekozen politici in een samenwerking tussen lokale overheden en de EU.”

“Voor de Commissie is dit netwerk niet alleen een goede manier om Europa op lokaal niveau onder de aandacht te brengen, maar ook om op de hoogte te blijven van wat er op lokaal niveau speelt ten aanzien van Europese gelegenheden. Het project komt voort uit de visie van het Parlement dat dit een gezamenlijke inspanning van het supranationale, nationale en lokale niveau vereist. We zitten wat dat betreft allemaal in hetzelfde schuitje en juist daarom heeft de Commissie dit project met volle overtuiging omarmd.”

Juist richting Europese verkiezingen is het cruciaal dat mensen zich er bewust van zijn dat Europa niet alleen maar gaat om regels en beperkingen, maar ook oplossingen kan bieden.

Wat zijn de voordelen van het programma voor deelnemende raadsleden?

“Het eerste wat iemand van ons krijgt zodra ze lid zijn is een uitgebreide enquête met ongeveer 75 onderwerpen die van belang zijn voor lokale gemeenschappen en waarbij de EU zou kunnen helpen. De onderwerpen variëren van het financieren van jonge boeren tot afvalverwerking tot de stijgende energieprijzen. De deelnemers mogen hier vijf van aanvinken die relevant zijn voor hun eigen gemeenschap. Op basis hiervan ontvangen ze informatie over deze onderwerpen in hun eigen taal en worden ze uitgenodigd in Brussel voor presentaties en bilaterale contacten met relevante ambtenaren van  de Commissie. Hierbij wordt onder andere besproken wat de EU voor de lokale overheden kan betekenen.

Naast het directe contact met de Commissie krijgen deelnemers ook toegang tot het Futurium platform. Via dit platform kunnen lokale politici vanuit de hele EU met elkaar in contact komen en zo sparren over Europese oplossingen voor veelvoorkomende problemen. Dit platform heeft een vertaalfunctie, waardoor je in je eigen taal kunt communiceren met politici uit alle verschillende lidstaten. In ruil hiervoor vraagt de Commissie een proactieve houding richting de burgers in het presenteren van de mogelijkheden en oplossingen voor lokale problematiek die de EU kan bieden. We willen dat leden in gesprek gaan met mensen uit hun gemeenschap via bijvoorbeeld dialogen of ‘Town-hall’ evenementen. Juist richting Europese verkiezingen is het cruciaal dat mensen zich er bewust van zijn dat Europa niet alleen maar gaat om regels en beperkingen, maar ook oplossingen kan bieden.”

Welke onderwerpen staan hoog op de agenda binnen het netwerk?

“Uit de enquête die nieuwe leden moeten invullen blijkt bijvoorbeeld dat in toeristische regio’s onderwerpen zoals ecotoerisme en smart cities vaak terug komen. Ook onderwerpen zoals de energietransitie en migratie spelen in meerdere landen. Naast de lokale onderwerpen merken we dat het betrekken van lokale politici in de bredere discussie ook heel belangrijk is. Bijvoorbeeld de oorlog in Oekraïne en de aankomende Europese verkiezingen worden veel besproken.”

We hebben leden uit bijna alle lidstaten en er al een aantal bijeenkomsten op zitten met nog een aantal in het vooruitzicht.

Wat zijn de ervaringen tot nu toe?

“Erg bemoedigend! We hebben leden uit bijna alle lidstaten en er al een aantal bijeenkomsten op zitten met nog een aantal in het vooruitzicht, dus dat gaat zeker de goede kant op. De mensen die we hier hebben ontvangen gaan enthousiast weer naar huis en delen daar met de pers wat het netwerk en de directe toegang tot de Commissie voor hen kan betekenen. We zijn ook volop bezig met het organiseren van webinars en het aanbieden van informatie in de verschillende talen. Verder stimuleren we de BELC-leden om samen te werken met de EUROPE DIRECT-centra door bijvoorbeeld een publieke vertoning van de State of the Union speech te organiseren.”

Hoe kunnen raadsleden zich aanmelden?

“Aanmelden voor het BELC-project kan gemakkelijk via de website. We vragen lokale overheden om zich in te schrijven voor de samenwerkingsovereenkomst en een lokale politicus aan te wijzen die deel zal nemen aan het netwerk. Deze gekozen volksvertegenwoordiger moet dan alleen nog een verklaring van deelname invullen. We werken met dit tweetrapssysteem om wat stabiliteit in het netwerk aan te brengen. Als politici zich individueel aan zouden melden zou het haast onmogelijk worden om bij te houden wie er deel neemt, wiens termijn voorbij is of juist wie er herkozen wordt. Door het via de lokale autoriteiten te laten verlopen creëren we wat meer houvast en vaste contactpunten.”

Meer weten?

Stuur een mailtje naar b.tensen@europadecentraal.nl

]]>
Wat vind jij? Enquête over de pilot Building Europe with Local Councilors (BELC) https://europadecentraal.nl/nieuws/wat-vind-jij-enquete-over-de-pilot-building-europe-with-local-councilors-belc/ Tue, 05 Sep 2023 15:04:41 +0000 https://europadecentraal.nl/?post_type=nieuws&p=96715 Ben je gemeenteraadslid of statenlid, heb je 20 minuten over en geef je graag je mening aan de Europese Commissie? Lees dan even verder want je input wordt gewaardeerd. Ook als het project Building Europe with local Councilors (BELC) niet meteen een belletje doet rinkelen.

Evaluatie & enquête

Het directoraat-generaal communicatie van de Commissie heeft onderzoeks- en adviesbureau Ecorys de opdracht gegeven om de BELC pilot, ook bekend als het project Geef vorm aan Europa in de lokale politiek!, te evalueren. Naast het beoordelen van de voortgang wordt er bij deze evaluatie ook onderzocht op welke manieren BELC verder kan worden vormgegeven, hoe het bereik kan worden vergroot en hoe het netwerk kan worden gefaciliteerd.

Als onderdeel van de evaluatie wordt er een enquête uitgevoerd om input van lokale volksvertegenwoordigers te verzamelen. Het maakt daarbij niet uit of je lid bent van het BELC netwerk. De input van degenen die dat (nog) niet zijn is juist extra waardevol. De enquête staat open tot 15 september. Invullen kan hier. Dit neemt ongeveer 20 minuten in beslag en je antwoorden blijven anoniem.

BELC in het kort

BELC is in juni 2022 gelanceerd als een Europees netwerk van gemeenteraadsleden (en andere lokale volksvertegenwoordigers) die EU-beleid naar hun kiezers brengen, en andersom. Door regelmatig met inwoners en lokale media te communiceren over EU-gerelateerde onderwerpen, en de uitwerking daarvan op lokaal niveau, raken burgers betrokken bij debatten over de toekomst van Europa.

Vragen

Als je vragen over het onderzoek hebt, kun je contact opnemen met het Ecorys evaluatie team via luca.mobilio@ecorys.com of martin.manuch@ecorys.com.  

Meer informatie

De enquête

Eerder artikel van KED over BELC

Aankondiging BELC-project

]]>
Call Urban Agenda voor leden nieuwe thema-partnerschappen: Food en Cities of Equality https://europadecentraal.nl/nieuws/call-urban-agenda-voor-leden-twee-nieuwe-themapartnerschappen-food-en-cities-of-equality/ Tue, 15 Aug 2023 15:09:54 +0000 https://europadecentraal.nl/?post_type=nieuws&p=96558 De Urban Agenda for the EU (UAEU) zoekt partners voor twee nieuwe thema-partnerschappen: ‘Food’ en ‘Cities of Equality’. Steden, regio’s, lidstaten, partnerstaten, stedelijke koepelorganisaties en andere instanties worden uitgenodigd om lid te worden. Aanmelden kan tot 29 september 2023.

Urban Agenda

De Urban Agenda for the EU (UAEU) pakt stedelijke uitdagingen aan door partnerschappen op te zetten tussen steden, EU-instellingen, nationale regeringen en overige belanghebbenden zoals niet-gouvernementele organisaties. Een UAEU partnerschap brengt op die manier verschillende experts en overheidsniveaus samen en vormt een denktank gericht op het ontwikkelen van voorstellen die bijdragen aan de drie UAEU-pijlers: betere regelgeving, betere financiering en betere kennis. Daarnaast bevordert het partnerschap de werkpraktijk van leden; zij kunnen de kennis en connecties die het partnerschap biedt, direct benutten voor de vraagstukken waar ze zelf dagelijks tegenaan lopen.

Met het aannemen van de Overeenkomst van Ljubljana in november 2021 werden vier nieuwe thema’s toegevoegd aan de bestaande onderwerpen en partnerschappen, waaronder ‘Food’ en ‘Cities of Equality’. Nu de voorafgaande onderzoeksfase (Ex-Ante Assessment) en de bijbehorende rapporten zijn afgerond, begint het daadwerkelijk opzetten van de partnerschappen.

‘Food’ partnerschap

Dit partnerschap is gericht op voedsel met bijbehorende thema’s als agro-ecologie, voedselrechtvaardigheid, regelgeving, voedselinnovatie, de vrije markt en toegang tot land. Het overkoepelende doel van het partnerschap is om bij te dragen aan de ontwikkeling van duurzamere en rechtvaardigere voedselsystemen. Daarbij is er specifieke aandacht voor de uitdagingen en kansen die een stedelijke omgeving met zich meebrengt. De bredere context voor de beoogde Europese systeemverandering op het gebied van voedsel wordt gevormd door de Green Deal en de VN-doelstellingen voor duurzame ontwikkeling.

De selectiecriteria voor het partnerschap, de taken van partners en het overzicht van onderwerpen zijn hier te vinden.

‘Cities of Equality’ partnerschap

Dit partnerschap is gericht op de (kans)gelijkheid van bevolkingsgroepen en het proactief tegengaan van discriminatie. De thematische focus omvat onderwerpen als fysieke toegankelijkheid, informele nederzettingen, sociale inclusie (volwaardig deelnemen aan de samenleving) en economische inclusie (o.a. inclusief werkgeverschap). Het partnerschap werkt daarbij binnen de bredere context van diverse Europese prioriteiten zoals het werkprogramma van de Commissie, het ‘Union of Equality’ initiatief en het cohesiebeleid. Stedelijk beleid kan volgens dit initiatief het verschil maken in het vormen van een inclusieve toekomst omdat stedelijke overheden vaak al in alle facetten van de samenleving aanwezig zijn.

De selectiecriteria voor het partnerschap, de taken van partners en het overzicht van onderwerpen zijn hier te vinden.

Meer informatie

Aankondiging UAEU partnerschappen ‘Food’ en ‘Cities of Equality’ incl. relevante documenten.

Inschrijfformulier voor ‘Food’ partnerschap

Inschrijfformulier voor ‘Cities of Equality’ partnerschap

]]>
Europadag 14 september: praat mee over cohesiebeleid en europeanisering https://europadecentraal.nl/nieuws/europadag-14-september-praat-mee-over-cohesiebeleid-en-europeanisering/ Tue, 15 Aug 2023 13:57:11 +0000 https://europadecentraal.nl/?post_type=nieuws&p=96551 Steeds vaker gaat lokaal- en regionaal beleid ook over Europees beleid. Niet alleen omdat gemeenten en provincies medeverantwoordelijk zijn voor de uitvoering van Europese wetten, maar ook omdat EU-fondsen en Europese netwerken in toenemende mate worden benut om eigen beleidsprioriteiten te realiseren. Hoe kijken gemeenten en provincies tegen deze ontwikkelingen aan? Wat kan er beter? Hoe zien ze de Europees-lokale toekomst? Deze vragen staan centraal bij de Europadag van de Vereniging Nederlandse Gemeenten (VNG) en het Huis van de Nederlandse Provincies (HNP) op 14 september a.s. in Vergadercentrum Vredenburg, Utrecht.

Programma

10:30 Inloop met koffie en thee

11:00 – 13:00 Sessie 1: Evaluatie en vooruitblik cohesiebeleid
In deze sessie halen we graag signalen op bij vertegenwoordigers van gemeenten en provincies op het gebied van cohesiebeleid (ook wel bekend als de Europese Structuur- en Investeringsfondsen, of de fondsen EFRO, ESF+, JTF en het Interregprogramma). Graag horen we jullie ervaringen met het huidige cohesiebeleid, wat er beter kan en waar we gezamenlijk voor de periode 2028-2034 op in willen zetten.

13:00 – 14:00 Netwerklunch

13:30 – 14:00 Inloop sessie Europaonderzoek, met koffie en thee

14:15 – 16:15 Sessie 2: Europa op het gemeentehuis en het provinciehuis: in gesprek met gemeenten en provincies over het recent gepubliceerde Europaonderzoek
In deze interactieve sessie gaan we graag dieper in op de resultaten van het in mei gepresenteerde Europaonderzoek, dat inging op de Europeanisering van Nederlandse gemeenten en provincies. Na een inleiding door universitair docent Hans Vollaard (Universiteit Utrecht) over het onderzoek en de aanbevelingen gaan we in gesprek met gemeenten zelf: wat betekent dit onderzoek voor decentrale overheden en hun koepels en waar zetten we op in richting de toekomst?

16:15 Netwerkborrel

Aanmelden

Praat je graag mee over bovenstaande onderwerpen of wil je meer weten over Europese fondsen en de rol van Europa binnen decentrale overheden? Meld je dan hier aan.

]]>