Europese rechtspraak

Laatste update: 28 februari 2023

Door:


1. Introductie

Niet enkel subsidies van decentrale overheden aan ondernemingen kunnen staatssteun opleveren. Ook andere vormen van steunmaatregelen kunnen als staatssteun kwalificeren. Zo kan er bijvoorbeeld sprake van staatssteun zijn indien decentrale overheden de economische lasten die ondernemingen normaliter moeten dragen, verlichten. Dit laatste speelde in de zaak Navantia. In deze zaak ging het Hof van Justitie van de EU (het Hof) na of een vrijstelling van de verplichting tot betaling van onroerendezaakbelasting staatssteun kan opleveren.

2. HVJ EU, 9 oktober 2014. Ministerio de Defensa, Navantia SA tegen Concello de Ferrol

Zaak C-522/13

3. Beleidsdossiers en thematiek

Staatssteun
Algemeen en definities

4. Samenvatting feiten

Scheepsbouwbedrijf Navantia
Navantia is een onderneming die in handen is van de Spaanse staat en actief is in de scheepsbouwsector. In 2001 heeft de Spaanse staat een terrein met daarop een scheepswerf ter beschikking gesteld aan Navantia.

Onroerendezaakbelasting
Over deze scheepswerf dient onroerendezaakbelasting te worden betaald worden. Doordat de Spaanse staat eigenaar van deze scheepswerf is, moet zij deze belasting voldoen. Tot 2008 berekende zij deze onroerendezaakbelasting door aan Navantia, waardoor Navantia uiteindelijk de last hiervan droeg.

Verzoek om vrijstelling
Voor de belastingjaren vanaf 2008 hebben Navantia en de Spaanse staat de Concello de Ferrol (de betrokken lokale overheid) verzocht om, op grond van de Spaanse wet, een vrijstelling van de onroerendezaakbelasting te verlenen. Dit verzoek is echter afgewezen vanwege strijd met de Europese staatssteunregels hetgeen uiteindelijk heeft geleid tot de onderhavige zaak.

5. Rechtsvraag

Ten einde de vraag te kunnen beantwoorden of met de vrijstelling van onroerendezaakbelasting die door Navantia en de Spaanse staat is verzocht, staatssteun is gemoeid, heeft de lokale Spaanse rechter een prejudiciële vraag aan het Hof voorgelegd. De vraag die de Spaanse rechter het Hof heeft voorgelegd is of ‘de vrijstelling van onroerendezaakbelasting van een aan de staat toebehorend terrein dat ter beschikking is gesteld van een onderneming die volledig in handen is van de staat en die op dat terrein goederen vervaardigt en diensten levert die tussen de lidstaten kunnen worden verhandeld op markten die openstaan voor concurrentie … staatssteun vormt’.

6. Samenvatting uitspraak

Staatssteun
In zijn antwoord aan de Spaanse rechter herhaalt het Hof allereerst dat een maatregel slechts staatssteun oplevert als aan alle voorwaarden uit het Europees staatssteunverbod dat is neergelegd in artikel 107, lid 1, VWEU is voldaan. Dit houdt in dat er pas sprake is van staatssteun indien de maatregel ten eerste een selectief voordeel oplevert dat met staatsmiddelen is bekostigd, ten tweede het handelsverkeer binnen de EU ongunstig kan beïnvloeden, ten derde de begunstigde een selectief voordeel verschaft, en ten vierde de mededing vervalst of dreigt te vervalsen.

Sprake van een economisch voordeel?
Daarnaast herhaalt het Hof zijn vaste rechtspraak dat ook overheidsmaatregelen die de lasten verlichten die normaliter op het budget van een onderneming drukken staatssteun kunnen opleveren. Specifiek ten aanzien van Navantia stelt het Hof dat de onroerendezaakbelasting een belasting is die normaliter door Navantia betaald dient te worden. De betwiste vrijstelling van deze belasting leidt tot een verlichting van de lasten die normaal gezien op het budget van Navantia drukken en verleent derhalve een economisch voordeel aan Navantia. Aangezien de lokale Spaanse overheid hiermee belastinginkomsten misloopt, is de maatregel ook duidelijk met staatsmiddelen bekostigd.

Is dit voordeel selectief?
Vervolgens gaat het Hof na of het voordeel dat aan Navantia selectief is. Er kan enkel sprake van staatssteun zijn indien de steunmaatregel in kwestie tot gevolg heeft dat de financiële situatie van Navantia wordt verbeterd vis-à-vis andere ondernemingen die zich in een feitelijk en juridisch gezien vergelijkbare situatie bevinden. Dit houdt in andere woorden in dat algemene maatregelen die zonder onderscheid van toepassing zijn op alle marktdeelnemers geen staatssteun opleveren.

Navantia is zowel op militair als op civiel gebied operationeel. Daardoor bevinden zich niet alleen ondernemingen die actief zijn op het gebied van de nationale defensie zich in dezelfde juridische situatie als Navantia. Dit geldt ook voor ondernemingen die terreinen bezitten of daarvan gebruiken maken met een louter civiel oogmerk. Het Hof oordeelt dan ook dat Navantia wat haar civiele activiteiten betreft een voordeel geniet waarop andere ondernemingen, die zich in een vergelijkbare feitelijke en juridische situatie bevinden, geen aanspraak kunnen maken. Bijgevolg concludeert het Hof dan ook dat de steunmaatregel in kwestie selectief is.

Sprake van een ongunstige beïnvloeding van het interstatelijk handelsverkeer en een vervalsing van de mededinging?
Ten aanzien van deze voorwaarden herhaalt het Hof zijn vaste jurisprudentie dat enkel dient te worden nagegaan of de steunmaatregel in kwestie het handelsverkeer binnen de EU ongunstig kan beïnvloeden en de mededinging kan vervalsen. Een daadwerkelijke ongunstige beïnvloeding van het interstatelijk handelsverkeer en vervalsing van de mededinging hoeft niet te worden aangetoond. In deze zaak oordeelt het Hof dat de scheepsbouwsector een sector is die openstaat voor mededinging en voor interstatelijke handel. Doordat de onderhavige steunmaatregel de concurrentiepositie van Navantia kan verbeteren ten opzichte van andere concurrerende ondernemingen, kan de verzochte vrijstelling van onroerendezaakbelasting het interstatelijk handelsverkeer ongunstig beïnvloeden en de mededinging verstoren.

Samenvattend
Het Hof concludeert dan ook dat de vrijstelling van onroerendezaakbelasting mogelijk voldoet aan alle voorwaarden uit het Europees staatssteunverbod. Vervolgens laat het Hof het aan de nationale rechter om, met alle gegevens van het bij hem aanhangige geding en de uitleg van het Hof, na te gaan of de belastingvrijstelling daadwerkelijk staatssteun oplevert in de zin van artikel 107, lid 1, VWEU.

7. Decentrale relevantie

De uitspraak van het Hof in de Navantia zaak geeft, nogmaals, aan dat indien overheden ondernemingen vrijstellen van bepaalde verplichtingen, zoals in dit geval de onroerendezaakbelasting, er sprake kan zijn van staatssteun. Niet alleen maatregelen als subsidies kunnen staatssteun opleveren. Ook als decentrale overheden overgaan tot het verlichten van de economische lasten die ondernemingen normaliter moet dragen, kan er sprake zijn van staatssteun.

Daarnaast vertoont deze uitspraak enige gelijkenis met het formele onderzoek dat de Europese Commissie in juli van 2014 is gestart in het dossier inzake de vrijstelling van vennootschapsbelastingplicht die Nederlandse overheidsbedrijven genieten. Het voorlopige oordeel van de Europese Commissie in deze zaak is dat het verschil in behandeling van overheidsbedrijven en private bedrijven die een economische activiteit uitoefenen, staatssteun vormt die niet verenigbaar is met de interne markt.

8. Meer informatie

Nieuwsbericht, Europees Hof: vrijstelling van onroerendezaakbelasting is staatssteun, Europa decentraal
Nieuwsbericht, Commissie onderzoekt vrijstelling vennootschapsbelastingplicht Nederlandse overheidsbedrijven, Europa decentraal
Algemeen en definities, staatssteun, Europa decentraal
Zaak SA.25338, Vrijstelling van vennootschapsbelasting voor Nederlandse overheidsbedrijven, Europese Commissie