Onze gemeente overweegt om gebruik te maken van de DAEB-de-minimisverordening als vrijstellingsgrond voor het verlenen van staatssteun. Is dit, gelet op de oorspronkelijke looptijd van deze verordening, nog mogelijk? En zo ja, hoe kan de DAEB-de-minimisverordening dan worden toegepast?
Antwoord in het kort
Ja, het gebruik van de DAEB-de-minimisverordening (DAEB staat voor Diensten van Algemeen Economisch Belang) is nog steeds mogelijk. In december 2018 is de looptijd van de oorspronkelijke DAEB-de-minimisverordening namelijk verlengd tot eind 2020 door de Europese Commissie. Weliswaar is dit niet terug te vinden in de oorspronkelijke verordening (Verordening (EU) nr. 360/2012) maar deze verlenging van looptijd van de DAEB-de-minimisverordening is aangebracht via Verordening (EU) nr. 2018/1923. Voor de toepassing van deze verordening moet er sprake zijn van een (aantoonbaar) algemeen economisch belang en het drempelbedrag bij de DAEB-de-minimisverordening ligt op € 500.000,-. Bij de DAEB-de-minimisverordening hoeft er (net als bij de reguliere de-minimisverordening) geen separate kennisgeving en rapportage plaats te vinden.
Verlenging DAEB-de-minimisverordening
De oorspronkelijke DAEB-de-minimisverordening werd aangenomen in 2012 en zou oorspronkelijk op 31 december 2018 verlopen. Deze verordening heeft als doel om de rechtszekerheid te vergroten en om de administratieve lasten te verminderen in het geval er sprake is van een geringe compensatie voor de uitvoering of het beheer van diensten van algemeen economisch belang. Wat betreft de Europese Commissie zijn de redenen voor het verlenen van de DAEB-de-minimissteun en voor een vrijstelling van dergelijke compensatiemaatregelen nog steeds geldig. Bovendien zijn de voorwaarden op grond waarvan de oorspronkelijke verordening is vastgesteld niet ingrijpend gewijzigd, aldus de Commissie. Derhalve heeft de Commissie besloten de DAEB-de-minimisverordening tot 31 december 2020 te verlengen. Er kan dus nog steeds gebruik worden gemaakt van deze verordening.
DAEB-de-minimisverordening
Voor de compensatie van Diensten van Algemeen Economisch Belang (DAEB) is er sinds 2012 de mogelijkheid om gebruik te maken van de DAEB de-minimisverordening. Deze verordening staat los van de reguliere de-minimisverordening. Op basis van de DAEB-de-minimisverordening kunnen ondernemingen die een DAEB verrichten over een periode van drie belastingjaren tot € 500.000,- aan steun ontvangen.
Ook voor DAEB-de-minimissteun geldt (net als bij reguliere de minimissteun) dat deze transparant moet zijn. Dat wil zeggen dat de hoogte van de de-minimissteun vooraf precies moet kunnen worden vastgesteld, zonder dat er een risicoanalyse hoeft te worden uitgevoerd. Steunmaatregelen die onder een de-minimisverordening vallen leveren geen staatssteun op. Melding, kennisgeving en rapportage aan de Europese Commissie zijn dan ook niet vereist. Noch de Commissie noch lidstaat Nederland houdt een centraal register bij van de-minimissteun. Decentrale overheden wordt geadviseerd zelf hun verleende de-minimissteun te registreren.
Toepassing DAEB-de-minimisverordening
Wanneer een decentrale overheid gebruik wil maken van de DAEB-de-minimisverordening dan zijn de volgende zaken van belang:
- De decentrale overheidsorganisatie die de DAEB-de-minimissteun wil verlenen dient de betreffende dienst van algemeen economisch belang door middel van een aanwijzingsbesluit vast te leggen. Hierbij is het van belang dat het algemeen economisch belang, dat ten grondslag ligt aan de vastlegging van de DAEB, goed wordt gemotiveerd. Voorafgaand aan het besluit van de decentrale overheid tot de DAEB-compensatie dient een exacte omschrijving van de DAEB-activiteiten te worden opgenomen.
- De onderneming die de DAEB zal gaan uitvoeren met de de-minimissteun van de decentrale overheid dient in kennis te worden gesteld van het voorgenomen steunbedragen met vermelding dat het om DAEB-de-minimisssteun gaat. Ook is het van belang dat er in de steunmaatregel expliciet wordt verwezen naar de DAEB-de-minimisverordening en naar de vindplaats van die verordening in het publicatieblad van de EU (Verordening (EU) Nr. 2018/1923 Van de Commissie PB EU L 313/2).
- De onderneming die de DAEB gaat uitvoeren, moet een zogenaamde de-minimisverklaring invullen en inleveren bij de decentrale overheid. Op deze wijze kan er worden nagegaan of de voorgenomen DAEB-de-minimisssteun voldoet aan de zogenaamde cumulatiebepalingen (zie paragraaf hierna). Een voorbeeld van een format van een de-minimisverklaring die u hiervoor kunt gebruiken is hier terug te vinden.
Samenloop DAEB-de-minimissteun met reguliere de-minimissteun
Samenloop (cumulatie) van DAEB-de-minimissteun met reguliere de-minimissteun is in beginsel toegestaan conform artikel 2 van de verordening. Maar in het geval dat beide steunvormen worden verleend ten behoeve van één DAEB dan geldt het maximum van € 500.000,- als grens. Hierbij moeten de overheden die steun verlenen nagaan of de steunontvanger niet al een maximum aan DAEB- en/of reguliere de-minimissteun heeft gekregen van andere steunverlenende overheden over de afgelopen drie belastingjaren.
Een voorbeeld: Een provincie compenseert een onderneming met jaarlijks € 50.000,- bij het uitvoeren van bepaalde diensten en dat doen ze op basis van de reguliere de-minimisverordening. Wanneer de provincie (of een andere onderneming) later deze activiteiten kwalificeert als DAEB om zo gebruik te kunnen maken van de DAEB-de-minimisverordening dan is het van belang de cumulatiebepalingen in acht te nemen. Voor de uitvoering van deze DAEB activiteiten kan de provincie dat dan nog met een bedrag van maximaal € 350.000,- over drie belastingjaren doen. Immers, de reguliere de-minimissteun van € 50.000 per jaar levert over de drie belastingjaren in totaal € 150.000,- reguliere de-minimissteun op. Om onder de grens van € 500.000 te blijven, kan dus nog maximaal € 350.000,- DAEB-steun verleend worden.
Meer informatie:
De-minimis, Europa Decentraal
DAEB-dossier, Europa Decentraal
DAEB-pakket 2012, Europa Decentraal