De Europese Commissie heeft op 11 mei een tweede consultatie over de gerichte herziening van de Algemene Groepsvrijstellingsverordening gelanceerd. Lidstaten hebben al eerder hun input kunnen geven over het eerste ontwerpvoorstel en kunnen nu feedback geven op het geactualiseerde voorstel.
Voorgenomen wijziging
Cofinanciering door lidstaten of decentrale overheden aan projecten die gesteund worden door EU- fondsen kan een gecompliceerd proces zijn. De Commissie wil de wisselwerking tussen Europese financieringsregels en de staatssteunregels stroomlijnen zodat complexiteit wordt verminderd. Het ontwerpvoorstel biedt de mogelijkheid om de nationale financiering aan dergelijke projecten vrij te stellen van de aanmeldingsplicht binnen de staatssteunregels. Er is dan alleen een kennisgeving op basis van de Algemene Groepsvrijstellingsverordening (AGVV) noodzakelijk.
De herziening van de AGVV is gericht op de uitbreiding en versoepeling voor nationale financiering op de volgende gebieden:
- financierings- en investeringsverrichtingen die door het InvestEU-fonds worden ondersteund;
- projecten voor onderzoek, ontwikkeling en innovatie die in het kader van Horizon Europa het kwaliteitslabel ‘Excellentiekeur’ hebben gekregen, alsook projecten in het kader van het toekomstige cofinancieringsprogramma;
- projecten in het kader van de Europese territoriale samenwerking, ook bekend als het Interreg-beleid.
Geactualiseerd voorstel
Op basis van de input en opmerkingen die de Commissie eerder van belanghebbenden heeft ontvangen, heeft zij een geactualiseerd voorstel vastgesteld.
Op het gebied van Europese territoriale samenwerking is de steunintensiteit op grond van artikel 20 aangepast aan het cofinancieringspercentage genoemd in het voorstel verordening voor Europese territoriale samenwerking. Ook zijn de rapportage- en toezichtsbepalingen voor beperkte steunbedragen op grond van artikel 20a vereenvoudigd.
Met betrekking tot onderzoek, ontwikkeling en Innovatie (O&O&I) heeft de Commissie enkele bepalingen verduidelijkt, zoals het relevante financieringspercentage dat is toegestaan in het kader van de Horizonprogramma’s en de oorspronkelijk voorgestelde artikelen met betrekking op O&O&I. Deze artikelen zijn nu in vier aparte bepalingen verdeeld.
- Steun voor projecten die een kwaliteitslabel ‘seal of excellence’ hebben ontvangen
- Steun voor Marie Skłodowska-Curie en European Research Council (ERC) Proof of Concept-acties
- Steun voor medegefinancierde onderzoeks- en ontwikkelingsprojecten
- Steun voor institutionele opbouw, de zogenaamde ‘teaming actions’
Het nieuwe voorstel bevat een uniforme minimale financiering van Horizon Europa van 30% voor medegefinancierde projecten. Ook kunnen bijdragen van lidstaten aan geïnstitutionaliseerde Europese partnerschappen in dit geactualiseerd voorstel in aanmerking komen voor vrijstelling onder bepaalde voorwaarden.
Wat betreft InvestEU zijn er verschillende wijzigingen gedaan. Wij noemen hier enkele van deze wijzigingen. Voor een volledig overzicht kunt u de toelichting op het voorstel raadplegen.
- De Commissie heeft meerdere definities in overeenstemming gebracht met de definities in de InvestEU-verordening.
- De financieringsdrempels in artikel 56e en 56f zijn door de Commissie aangepast op basis van geleverde bezwaren van lidstaten. Veel lidstaten hadden aangegeven dat er onnodig verschil werd gemaakt tussen de verschillende manieren van financieren van mkb en vonden dat de drempels te laag waren.
Consultatie
Tot en met 6 juli 2020 kunnen belanghebbenden, zoals decentrale overheden, hun standpunten en opmerkingen over de herziening van de AGVV aangeven bij de Europese Commissie. De Commissie beoogt om de herziening van de AGVV af te ronden voordat het nieuwe Meerjarig Financieel Kader (MFK) naar verwachting ingaat (1 januari 2021)
Bron
Press release, Europese Commissie
Meer info:
Informatie raadpleging, Europese Commissie