Nieuws

Publicatie: 4 december 2023

Door: en


Henk van Dijk is senior beleidsmedewerker bij de Provincie Noord-Brabant. Hij houdt zich bezig met dataeconomie en ‘Lifescience and Health’. Daarnaast heeft hij ervaring in innovatieondersteuning voor midden- en kleinbedrijven (MKB) en werkt hij aan het project ‘Visie toekomstbestendige economie voor Brabant’ en de ‘uitvoeringsagenda dataeconomie’. In dit interview gaan we dieper in op hoe de provincie Noord-Brabant gebruik maakt van Europese fondsen.

Met welke Europese fondsen hebben jullie vooral te maken?

“Noord-Brabant is een provincie die Europese fondsen breed inzet. Wij hebben in het verleden bij diverse projecten gebruik gemaakt van Just Transition Fund, CEF, Interreg en Gaia X en ook Digital Europe.”

Hoe werkt zo’n fonds en hoe bepaal je welk fonds je wilt aanvragen?

“Meestal krijg ik een oproep, of wel ‘call’, binnen en moet dan bepalen of die interessant is. Om deze afweging te maken, moet ik er gelijk induiken. Als de call op ons aansluit, is het belangrijk om een consortium te maken, oftewel een tijdelijk samenwerkingsverband. Voor Europese fondsen zijn namelijk vaak partners nodig. Dat kost veel tijd en aandacht. Hier ga ik dan ook zorgvuldig mee aan de slag.

 Het is belangrijk om je hele organisatie op te tuigen. ‘Gewoon’ gebruik maken van een Europees fonds en de call zo over de schutting gooien heeft helemaal geen zin. Je moet met een bepaalde doelstelling naar de calls kijken en bepalen of je beleid kan worden gerealiseerd door daar (deels) Europese fondsen voor in te zetten.”

Het is belangrijk om je hele organisatie op te tuigen. ‘Gewoon’ gebruik maken van een Europees fonds en de call zo over de schutting gooien heeft helemaal geen zin.

Wat voor obstakels zijn jullie tegengekomen bij de aanvraag of uitvoering?

“Je wordt in een email geïnformeerd en dan moet je zelf helemaal gaan bepalen: ‘is deze call interessant voor mij? Moet ik hier wat mee?’ Het kost best veel tijd om je goed in te lezen en na te gaan wat nuttig is en bij jouw doelstelling past. De aanvraag op zich is dus al een grote investering. En dan kan een verzoek alsnog worden afgewezen.

Wat belangrijk is, is dat je de regeling kent en weet waar die voor staat en of jouw projecten bij die regeling passen. Dat is niet zo eenvoudig, want het vereist specifieke kennis van die regeling. Daarnaast richt elke call zich op andere doelstellingen en andere doelgroepen, wat ervoor zorgt dat een call of prima kan passen bij een beleidsinstellingen of helemaal niet. Dat is een punt wat ingewikkeld is met Europa.”

Hoe kun je anderen – in de eigen gemeente/provincie of bij andere organisaties – hiervoor warm maken?

“Dit is iets waar we op dit moment niet heel veel mee bezig zijn, maar waar we wel voor openstaan. We willen wel samenwerken met anderen, maar ook dan is het noodzakelijk om je goed te richten op de inhoudelijke beleidsdoelstellingen. Iedereen heeft zijn eigen beleidsdoelstellingen, want Zeeland is Zeeland, Brabant is Brabant en Gelderland is Gelderland.

We willen de samenwerking met andere provincies stimuleren en zijn ook bereid om van hen te leren. We gaan daar ook op inzetten de komende bestuursperiode. Maar dat kost tijd.”

Wat zijn tips voor andere decentrale overheden die overwegen om een aanvraag in te dienen, die met behulp van Europese fondsen een project willen opzetten? 

“Wat wij hopen te doen is een paar grote Europese programma’s te vinden en bepalen welke calls in de toekomst interessant voor onze provincie kunnen zijn. Daar gaan we ons op richten en voorbereiden om op tijd op een call te kunnen reageren. Dit is een grote tijdsinvestering en dit is helaas niet iets wat alle organisaties kunnen. Maak hierom dan ook gebruik van je netwerk.

Wat ook belangrijk is om je eigen beleid aan Europa aan te passen. Europa heeft een zeven-jaarstermijn. Wij hebben een 4-jaarstermijn. Dat matcht niet en dat betekent ook dat je beleid moet afstemmen op Europa.

Het gaat vooral ook over een stukje kennis, kunde en ervaring over Europese fondsen en regelingen. Dat is noodzakelijk om aanspraak te maken op Europese middelen en je moet ook nog ‘commitment’ met het project hebben. Er moet een inhoudelijk belang zijn en kennis van de EU. Die twee moeten elkaar raken.”

Meer informatie

Wilt u meer informatie over Europese fondsen? Kijk dan ook eens op de fondsenwijzer van Kenniscentrum Europa Decentraal.