Fabian Wondergem – Europa decentraal https://europadecentraal.nl Europees recht in duidelijke taal! Thu, 20 Apr 2023 12:17:27 +0000 nl-NL hourly 1 https://wordpress.org/?v=6.5.5 https://europadecentraal.nl/wp-content/uploads/2022/05/cropped-Logo-KED-tp-32x32.png Fabian Wondergem – Europa decentraal https://europadecentraal.nl 32 32 Wijziging tarieven MER  https://europadecentraal.nl/wijziging-tarieven-mer/ Mon, 07 Sep 2020 12:37:26 +0000 https://europadecentraal.nl/?p=64378 Voor kleine en middelgrote gemeenten dalen de kosten voor een advies over een omgevingsvisie. Dit moet de drempel om advies te vragen aan de commissie M.E.R. voor deze gemeenten verlagen. Wel stijgt het tarief voor de verplichte adviezen met 1% en de tariefkorting bij meerdere adviezen binnen één M.E.R.-procedure gaat omlaag naar 35%. 

Milieueffectrapportages

Decentrale overheden moeten milieueffecten al tijdens de voorbereiding van plannen en programma’s in beeld brengen. Dit gebeurt in de vorm van een milieueffectrapportage. Zo wordt er voor gezorgd dat overheden rekening houden met de effecten voor het milieunog voordat definitieve beslissingen worden genomen. Overheden zijn aansprakelijk voor eventuele schade die ontstaat bij het achterwege laten van een milieueffectrapportage. Lees meer over milieueffectrapportages en de eventuele gevolgen voor decentrale overheden in dit artikel van Kenniscentrum Europa decentraal.  

Omgevingswet

Met het oog op de Omgevingswet, die in januari 2022 in werking zal treden, zijn veel gemeenten al gestart met een omgevingsvisie. Dit is een langetermijnvisie op de inrichting en het gebruik van de gemeente. Bij deze visie hoort een milieueffectrapportage.  

Commissie M.E.R.

Een milieueffectrapport brengt de milieugevolgen van een project in beeld voordat de overheid hier een besluit over neemt. De commissie M.E.R. is een onafhankelijke stichting die overheden adviseert over de inhoud van deze milieueffectrapportages. Ook toetst de commissie M.E.R. wat er is beschreven.    

Wijziging van de tarieven

Uit onderzoek van de commissie M.E.R. blijkt dat het tarief voor het toetsen van een omgevingsvisie voor veel kleine en middelgrote gemeenten een belemmering is. Daarom stelde de commissie het voor de tarieven voor deze gemeenten te verlagen. De minister van Infrastructuur en Waterstaat heeft dit voorstel en de tarieven per 15 augustus 2020 goedgekeurd. Voor meer informatie over de adviestarieven kunt u deze website raadplegen. 

Tarieven toetsing aanvulling veranderen niet

Tarieven voor het toetsen van een aanvulling van op een milieueffectrapportage veranderen niet. De commissie M.E.R. vindt het niet wenselijk tarieven voor vrijwillig advies te verhogen.  

Bron

Lichte wijziging tarieven MERnieuwsbericht commissie M.E.R. 

Meer informatie

Milieueffectrapportages, Kenniscentrum Europa Decentraal 
Europese richtlijn milieueffectrapportages, Europese Unie 
Aan de slag met de Omgevingswet 

]]>
Europese Commissie financiert big data- en AI-projecten https://europadecentraal.nl/europese-commissie-financiert-big-data-en-ai-projecten/ Mon, 27 Jul 2020 13:03:21 +0000 https://europadecentraal.nl/?p=63789 Op 9 juli 2020 heeft de Europese Commissie een oproep gedaan tot het indienen van voorstellen voor voorbereidende acties op het gebied van kunstmatige intelligentie (AI) en big data. Deze call staat tot 3 september en is alleen gericht op lokale en regionale overheden.

Doel van de call

Met deze oproep wil de Commissie voorstellen financieren die het gebruik van AI en big data door decentrale overheden bevorderen. Deze actie moet bijdragen aan het oprichten van een Europees platform dat overheden helpt gebruikersvriendelijke diensten op efficiëntere en effectievere wijze beschikbaar te stellen. Deze ambitie sluit aan bij een van de topprioriteiten van de Europese Commissie: ‘a Europe fit for a digital age’.

Financiering

Via deze actie kan maximaal 75% van het project worden gefinancierd door de Commissie middels cofinanciering. Er is maximaal € 850.000 euro beschikbaar. De deadline voor deze call is op 3 september.

Bron

Call for Proposals – The EU Platform for regions, Europese Commissie

]]>
Consultatie voor herziening van cyberbeveiligingsrichtlijn geopend https://europadecentraal.nl/consultatie-voor-herziening-van-cyberbeveiligingsrichtlijn-geopend/ Mon, 27 Jul 2020 12:06:14 +0000 https://europadecentraal.nl/?p=63787 De Europese Commissie heeft een consultatie geopend over de richtlijn netwerk- en informatiesystemen (NIS-richtlijn). De Commissie wil deze herzien, zoals ook al aangekondigd in het Werkprogramma van de Commissie van 2020.

NIS-richtlijn

De NIS-richtlijn is in augustus 2016 in werking getreden. In Nederland is deze geïmplementeerd in de Wet beveiliging netwerk- en informatiesystemen, die op 17 oktober 2018 is aangenomen. De richtlijn was de eerste concrete uitwerking van Europese wetgeving over cybersecurity en dient om de cybersecurity in het algemeen en de veerkracht van netwerk- en informatiesystemen in de lidstaten, dus ook die van decentrale overheden, te verbeteren. Wat dit betekent voor decentrale overheden kunt u lezen in deze Praktijkvraag.

Aangekondigde herziening

De herziening vloeit voort uit een van de prioriteiten van de Europese Commissie: Europe fit for the digital age. Lees hierover meer in dit artikel. Met de herziening beoogt de Commissie het niveau van beveiliging van netwerk- en informatiesystemen verder te vergroten. Decentrale overheden maken voor verschillende toepassingen gebruik van deze systemen, bijvoorbeeld bij het verwerken van persoonsgegevens. Belanghebbenden en burgers worden gevraagd hun mening en ervaringen te delen. Dat kan tot 2 oktober 2020 via deze link.

Bron

EU Cybersecurity: Commission launches public consultation on the NIS directive, Europese Commissie

Meer informatie:

A Europe fit for a digital age, Kenniscentrum Europa Decentraal
Wat kan de EU voor onze overheidsorganisatie betekenen op het gebied van cyberveiligheid?, Kenniscentrum Europa Decentraal

]]>
Aanpassingen Uitvoeringswet Algemene verordening gegevensbescherming https://europadecentraal.nl/aanpassingen-uitvoeringswet-algemene-verordening-gegevensbescherming/ Mon, 27 Jul 2020 08:35:12 +0000 https://europadecentraal.nl/?p=63785 Meer dan twee jaar na de inwerkingtreding van de Uitvoeringswet Algemene verordening gegevensbescherming (UAVG), waarmee de Algemene Verordening Gegevensbescherming (AVG) werd uitgevoerd, is het kabinet voornemens deze te wijzigen. Dit gebeurt naar aanleiding van een inventarisatie met de ervaringen met de UAVG aan het begin van 2019.

Ervaringen UAVG

Uit de inventarisatie van het kabinet bleek dat er nog veel vragen waren met betrekking tot de UAVG. Hieruit bleek dat er met name meer aandacht zou moeten komen voor voorlichtingen, aangezien er meer ruimte is binnen de regels van de UAVG dan wordt gedacht. Daarnaast werd er tijdens de inventarisatie gesproken over verplichtingen binnen de AVG die veel administratieve lasten met zich meebrengen, maar het kabinet gaf aan dat dit vooral achterstallig onderhoud betrof, aangezien veel van de verplichtingen ook al golden onder de Wet bescherming persoonsgegevens (Wbp).

Voorgestelde wijzigingen

Het kabinet heeft een wetsvoorstel ingediend. Hierin worden een aantal voorstellen voor wijzigingen gedaan, zoals onder andere verduidelijking over de voorwaarden voor toepassing voor biometrie, het verwerken van gegevens voor verkeersboetes en een uitbreiding van uitzonderingen die gelden voor archieven. De volledige lijst kunt u hier vinden.

Bron

Kamerbrief wijziging Uitvoeringswet AVG en andere wetten, Ministerie van Justitie en Veiligheid

Meer informatie:

Privacy, Kenniscentrum Europa Decentraal

]]>
Commissie publiceert strategieën voor de energiesector van morgen https://europadecentraal.nl/commissie-publiceert-strategieen-voor-de-energiesector-van-morgen/ Mon, 13 Jul 2020 15:16:33 +0000 https://europadecentraal.nl/?p=63743 Op 8 juli 2020 presenteerde de Europese Commissie twee nieuwe strategieën voor de energiesector van de toekomst: de waterstofstrategie- en de energiesysteemintegratie-strategie. Hiermee beoogt de EU een verduurzaming van de energiesector, die goed is voor 75% van de CO2-uitstoot.

Klimaatneutraliteit in 2050

Energiesystemen zijn cruciaal in het proces naar klimaatneutraliteit in 2050. De Europese Commissie ziet kansen in de recente daling van de kosten van technologieën voor hernieuwbare energie, de digitalisering van onze economie en opkomende technologieën in batterijen, warmtepompen, elektrische voertuigen of waterstof. De strategie moet zorgen voor een groeiend aandeel hernieuwbare energie dat geografisch verspreid is. Verschillende energiedragers moeten flexibel geïntegreerd worden en verontreiniging en het verlies van biodiversiteit moeten worden vermeden.

Waterstofstrategie

De EU wil waterstof inzetten voor de sectoren die niet op elektriciteit kunnen draaien, zo staat in de EU-waterstofstrategie. Hiervoor is het belangrijk om zo snel mogelijk waterstof te genereren middels wind- en zonne-energie, aldus de Commissie. Gecoördineerde actie tussen private en publieke partijen is daarom noodzakelijk.

Geleidelijke overgang

De overgang naar een waterstofeconomie wordt door de Commissie geleidelijk ingezet.

  • Van 2020 tot 2024 wil de Commissie minstens een miljoen ton aan hernieuwbare waterstof produceren en 6 gigawatt aan hernieuwbare waterstofproductie-installaties ondersteunen;
  • Van 2025 tot 2030 wil de Commissie minstens tien miljoen ton aan hernieuwbare brandstof produceren en 40 gigawatt aan hernieuwbare waterstofproductie-installaties ondersteunen; en
  • Van 2030 tot 2050 moet hernieuwbare waterstoftechnieken op grote schaal ingezet zijn binnen sectoren die niet over kunnen schakelen naar elektriciteit.

Om dit te bewerkstelligen richt de Europese Commissie onder andere de Clean Hydrogen Alliance op. Hierin kunnen belanghebbenden plaatsnemen uit zowel publiek- als private sector. De Alliance, waarin ook de Europese Investeringsbank plaatsneemt, zal voor investeringen zorgen om de productie van groene waterstof op te schalen en ondersteunen. Daarnaast zal er gewerkt worden aan gemeenschappelijke standaarden, terminologie en certificaten, aldus de Commissie.

Nederlands standpunt

In de visie van het Nederlandse kabinet, gepresenteerd eind maart 2020, wordt de belangrijke rol van groene waterstof erkend. Het kabinet spreekt haar waardering uit voor bestaande waterstofclusters in bijvoorbeeld Noord-Nederland en rondom Arnhem. De initiatieven in deze regio’s worden gezien al een essentieel onderdeel van de manier waarop de energietransitie vormgegeven zal worden.

EU-strategie voor energiesysteemintegratie

Op 8 juli 2020 werd de EU-strategie voor energiesysteemintegratie voorgesteld. De strategie energiesysteemintegratie bestaat uit drie pilaren: meer circulaire energiesystemen, meer elektrificatie en het promoten van schone brandstoffen.

Meer circulaire energiesystemen

De strategie bevat concrete acties om energie-efficiëntie in de praktijk te brengen en het gebruik van lokale energiebronnen effectiever in te zetten. De Commissie onderstreept de potentie van het hergebruik van onder andere afvalwarmte en energie geproduceerd uit bioafval of in afvalwaterzuiveringsinstallaties.

Meer elektrificatie

Het grootste aandeel van hernieuwbare energie ligt binnen de elektriciteitssector. De Commissie wil daarom waar mogelijk meer gebruikmaken van elektriciteit. Voorbeelden hiervan zijn het gebruik van warmtepompen in gebouwen, elektrische voertuigen bij vervoer of elektrische ovens in bepaalde industrieën.

Promotie schone brandstoffen

De Commissie zet in op de promotie van hernieuwbare en koolstofarme brandstoffen waaronder hernieuwbare waterstof, duurzame biobrandstoffen en biogas. Deze promotie zal gericht zijn op sectoren waar directe verwarming of elektrificatie niet haalbaar, niet efficiënt of te duur is. Hernieuwbare gassen en vloeistoffen, geproduceerd uit biomassa of hernieuwbare en koolstofarme waterstof, kunnen oplossingen bieden om de energie op te slaan.

Actiepunten voor een meer geïntegreerd energiesysteem

In de strategie energiesysteemintegratie benoemt de Commissie diverse actiepunten, waaronder de herziening van bestaande wetgeving, de ontwikkeling van richtsnoeren voor lidstaten over fiscale maatregelen en de geleidelijke afschaffing van subsidies voor fossiele brandstoffen.

Bron:

An EU Strategy for Energy System Integration, Europese Commissie
EU Waterstofstrategie, Europese Commissie

Meer informatie:

Kabinetsvisie Waterstof, Ministerie van Economische Zaken en Klimaat

]]>
Stand van zaken Brexit https://europadecentraal.nl/stand-van-zaken-brexit/ Mon, 06 Jul 2020 15:57:35 +0000 https://europadecentraal.nl/?p=63652 Sinds het VK de EU heeft verlaten op 31 januari 2020 is er een overgangsperiode van kracht. In deze periode, waar we ons momenteel in bevinden, is alle relevante EU wet- en regelgeving nog van toepassing op het VK. Deze periode verloopt definitief na 31 december 2020, weten we sinds 1 juli. Dat was namelijk de uiterste datum waarop het VK en de EU een verlenging konden afspreken. Het VK en de EU onderhandelen momenteel over de toekomstige relatie na 31 december 2020.

Geen verlenging overgangsperiode

Om de terugtrekking van het VK uit de EU geordend te laten verlopen, is er een terugtrekkingsakkoord gesloten. Hierin zijn met name afspraken gemaakt over:

  • de rechten van EU-burgers in het Verenigd Koninkrijk en Britten in de EU. Voor hen verandert er voorlopig vrijwel niets;
  • hoeveel en hoelang het Verenigd Koninkrijk meebetaalt aan de Europese begroting;
  • de grens tussen Ierland en Noord-Ierland.

In het terugtrekkingsakkkoord is ook een overgangsperiode afgesproken die tot en met 31 december 2020 duurt. Deze kon eenmalig worden verlengd met een of twee jaar, mits beide partijen hiermee akkoord waren gegaan voor 1 juli 2020. Het VK heeft aangegeven dat niet te willen en deze deadline is inmiddels verstreken. Dat betekent dat de overgangsperiode verloopt na 31 december dit jaar en dat er hoe dan ook een nieuwe relatie ontstaat tussen het VK en de EU na dit jaar. Hierover zijn het VK en de EU nu in gesprek.
Aangehecht aan dit terugtrekkingsakkoord is de politieke verklaring. Dit niet-bindende document bevat de uitgangsposities voor de toekomstige relatie tussen het VK en de EU, dat beide partijen hebben ondertekend. Meer informatie over het terugtrekkingsakkoord en de politieke verklaring vindt u in het artikel ‘VK-regering en Europese Commissie bereiken akkoord’. De politieke verklaring vormt de basis voor het EU-onderhandelingsmandaat dat is vastgesteld door de Europese Raad, aan de hand waarvan de EU de onderhandelingen voert met het VK.

Toekomstige relatie

Hoewel de hierboven genoemde zaken al zijn geregeld in het terugtrekkingsakkoord, moeten er afspraken worden gemaakt over alle andere terreinen. Denk hierbij aan afspraken over de toegang van het VK tot de Europese interne markt. Dit is nauw verbonden met de zogenaamde level playing field, waarmee de EU wil vastleggen dat VK-bedrijven niet in oneerlijke concurrentie komen met EU-bedrijven. Andere zaken waarover wordt onderhandeld zijn bijvoorbeeld op het gebied van de uitwisseling van (persoons)gegevens, samenwerking op het gebied van justitie en toegang tot de Britse wateren voor de visserijvloot. Voor de COVID-19-crisis uitbrak heeft de Europese Commissie al haar eerste concept-verdrag aan het VK toegezonden.

Onderhandelingen

De onderhandelingen werden vanwege de COVID-19-crisis noodgedwongen online gevoerd, maar worden nu weer face to face opgestart. Mede omdat er op een aantal cruciale dossiers, zoals visserij en het level playing field geen voortgang wordt geboekt, worden de onderhandelingen nu opgevoerd naar eens per week. Dat hebben de EU-leiders en de VK-premier besloten op een high-level-meeting op 15 juni jl. De eerste onderhandelingsronde sinds de high-level-meeting is afgelopen week afgerond. EU-onderhandelaar Barnier gaf op een persconferentie aan het einde van deze ronde aan dat er nog steeds ernstige verschillen bestaan tussen de positie van het VK en de EU. Hij verklaarde dat de positie van de EU gebaseerd blijft op de uitgangspunten uit de politieke verklaring en dat er geen economisch partnerschap komt zonder de volgende punten:

  1. Robuuste garanties voor een level playing field – ook op het gebied van staatssteun –  zodat er een open en eerlijke concurrentie tussen bedrijven kan zijn;
  2. Een gebalanceerde, duurzame en lange termijn oplossing voor de Europese visserij;
  3. Een overkoepelend institutioneel raamwerk en effectief mechanisme voor geschillenbeslechting.

Bron

Statement by Michel Barnier, Europese Commissie
Statement after high level meeting, Europese Commissie

Meer informatie:

Brexit-loket voor decentrale overheden, Kenniscentrum Europa Decentraal
Brexit Impact Scan voor Overheden, Kenniscentrum Europa Decentraal
 

]]>
Europese Commissie publiceert evaluatie AVG https://europadecentraal.nl/europese-commissie-publiceert-evaluatie-avg/ Mon, 29 Jun 2020 14:05:51 +0000 https://europadecentraal.nl/?p=63488 Op de tweede verjaardag van de Algemene Verordening Gegevensbescherming (AVG), 25 mei 2020, heeft de Europese Commissie een evaluatierapport gepubliceerd. Hierin concludeert de Commissie dat de AVG de meeste doelen heeft behaald en dat deze verordening flexibel genoeg is voor gebruik in onvoorziene omstandigheden, zoals de coronacrisis.

Eerste evaluatie

De Europese Commissie heeft haar eerste evaluatierapport over de AVG gepubliceerd en voldoet hiermee aan de eisen die zijn neergelegd in artikel 97 van de AVG. In het rapport komt de Commissie tot de conclusie dat de AVG de meeste doelen heeft behaald. De AVG biedt naast bescherming aan burgers, ook de benodigde flexibiliteit. Zo is het, volgens de Commissie, mogelijk om goede bescherming van privacy te hebben en daarnaast corona traceer-apps te ontwikkelen.
Volgens de Commissie dragen de handleidingen en tools die Het Europees Comité voor gegevensbescherming publiceert bij aan de juiste invulling en toepassing van de AVG. Hiermee kunnen zowel burgers als bedrijven beter omgaan met de privacyverordening. Sinds de inwerkingtreding zijn er 785 boetes uitgedeeld door de toezichthouders.

Toekomstige inzet

De Commissie ziet nog wel mogelijkheid tot verbetering in de harmonisatie van de toepassing van de AVG. Niet alle lidstaten passen de AVG namelijk op dezelfde manier toe. Hier zal de Commissie zich op gaan richten. Daarnaast zal de Commissie goed oog houden op de implementatie van de AVG in de verschillende lidstaten, om ervoor te zorgen dat alle EU-burgers hun rechten kunnen uitoefenen. De volgende evaluatie zal plaatsvinden over vier jaar, zo staat er in de verordening.

Bron:

Data protection as a pillar of citizens’ empowerment and the EU’s approach to the digital transition – two years of application of the General Data Protection Regulation, Europese Commissie

Meer informatie:

Privacy, Kenniscentrum Europa Decentraal

]]>
Praktijkpanel: ‘De Europabewuste ambtenaar: iemand die waarschuwt voor onvoorzien onheil, maar ook kansen weet te grijpen’ https://europadecentraal.nl/praktijkpanel-de-europabewuste-ambtenaar-iemand-die-waarschuwt-voor-onvoorzien-onheil-maar-ook-kansen-weet-te-grijpen/ Mon, 15 Jun 2020 12:11:49 +0000 https://europadecentraal.nl/?p=62844 In de 1000e editie van de Europese Ster kan een interview met experts vanuit decentrale overheden die direct in aanraking komen met Europees recht en beleid niet ontbreken. Daarom namen wij voor deze speciale editie contact op met de Praktijkraad van Europa decentraal. Deze Praktijkraad, waar ongeveer 20 ambtenaren uit ‘decentraal Nederland’ zitting in hebben, komt een paar keer per jaar bijeen. Tijdens deze bijeenkomsten licht het kenniscentrum de Praktijkraadsleden in over recente ontwikkelingen op het gebied van EU-recht en -beleid én op het gebied van het kenniscentrum. De Praktijkraadsleden verzorgen daarnaast relevante input vanuit de praktijk waardoor het kenniscentrum haar producten en diensten goed op de doelgroep kan afstemmen. We gaan in gesprek met drie leden van de Praktijkraad. Ingeborg Leermakers, manager financiën en inkoop van waterschap de Dommel, Paul Hogenhuis, jurist bij provincie Brabant op het gebied van vrij verkeer en digitale overheid, en Caroline van der Werff, aanbestedingsjurist bij gemeente Hilversum. Met hen spreken we, via Microsoft Teams, over hoe het is om te werken met Europa.

Ervaringen met de Europese ster en de Praktijkraad

Ingeborg: Ik vind de Europese Ster en de Praktijkraad een mooie verbinding tussen ingewikkelde Europese zaken en de dagelijkse praktijk. Die vertaalslag helpt om een weg te vinden in de brij van regels.
Paul: De Europese Ster lees ik ook elke week!
Ingeborg: Daarnaast vind ik het Brexit-loket en de Staatsteun Calculator voorbeelden van producten die goed op de actualiteit inspelen en ook echt in een behoefte voorzien.
Paul: Ik noem Europa decentraal ook wel een ‘last man standing’-club. Overal verdwijnen de specialisten bij medeoverheden, zeker op bepaalde deelgebieden. Bij Europa decentraal en in de Europese Ster worden deze dossiers wel bijgehouden.
Ingeborg: Daar ben ik het helemaal mee eens, Paul. Het is ontzettend leerzaam en een eye-opener om te horen en zien waar je collega overheden mee te maken hebben. Daardoor zie ik ook bij gemeenten en provincies hoe breed Europees recht is.
Caroline: Ik sluit me hierbij aan, met name de Praktijkvraag vind ik een nuttig katern in de Europese Ster.

De EU en dagelijkse werkzaamheden

Caroline: Ik ben aanbestedingsjurist, dus voor mij staat de EU aan de basis. Daarnaast hebben we ook vaak te maken met de AVG en privacy.
Ingeborg: Hetzelfde geldt voor mij.
Paul: Ik ben jurist op het gebied van vrij verkeer van diensten en de digitale overheid. Ik houd me dus bezig met dienstenverkeer, het dienstenloket maar ook de Single Digital Gateway.

Waar lopen jullie tegenaan?

Ingeborg: Een aantal zaken. Ten eerste leidt afvalwetgeving vanuit Europa tot veel problemen wat betreft de interpretatie van ‘einde-afval-criteria’. In een circulaire economie, waarin gestreefd wordt naar een wereld zonder afval, is het belangrijk dat de regelgeving op dit punt opnieuw tegen het licht wordt gehouden om te voorkomen dat het innovatie tegenwerkt. Deze criteria bepalen wanneer afval geen afval meer is, zodat dit opnieuw als grondstof of product kan worden gebruikt.
Ten tweede is binnen het aanbestedingsrecht het recht lange tijd ontwikkeld door middel van rechtszaken. Ik merk nu wel dat het accent in de inkooppraktijk meer is verlegd van rechtmatigheid naar duurzaamheid. Dat kan best een worsteling zijn, omdat er veel verschillende instrumenten zijn en er ook op bestuurlijk niveau keuzes moeten worden gemaakt in het ambitieniveau.
Caroline: Ik vond dit een interessante vraag en ik heb hier ook even met collega’s over gespard. Waar wij in relatie tot de EU echt tegenaan lopen zijn bijvoorbeeld zaken op het gebied van projecten. Hilversum werkt aan een smart city-project. Dat is een relatief klein project. Daar bereik je soms meer mee op decentraal niveau. Maar Europa is juist gericht op grotere projecten. Daarnaast is het soms lastig uitleggen dat Europees aanbesteden nou eenmaal een verplicht proces is. Die shift van focus naar duurzaamheid en circulariteit die Ingeborg aankaart zie ik ook bij de gemeente. Dat wordt steeds belangrijker.
Er zijn veel meer mogelijkheden met Europese regels dan op het eerst gezicht lijkt. Wij zijn ook druk bezig met het uitdragen van de mogelijkheden binnen het Europees recht.
Ingeborg: Daar heb ik nog wel een mooi praktijkvoorbeeld van, van hoe er meer mogelijk is met Europees recht dan op het eerste gezicht lijkt. Wij zijn ooit voor de rechter gedaagd door een ondernemer die was afgevallen in een aanbesteding omdat hij niet voldeed aan de criteria op het gebied van ervaring die wij hadden gesteld. Wij hebben die rechtszaak verloren en waren er achteraf juist blij mee! Het bleek namelijk dat deze ondernemer juist heel veel nuttige ervaring had op andere gebieden die we niet mee hadden genomen. We zijn uiteindelijk met hem in zee gegaan en dat pakte voor beide partijen goed uit. Je ziet dan dus ook direct het effect van Europees recht en dat het wel degelijk een gemeenschappelijk doel dient.
Paul: Ik weet niet of wij echt knellende wetgeving hebben, maar ik heb wel zorgen. Ik vraag me af of er genoeg rekening gehouden wordt met de Dienstenrichtlijn binnen de Omgevingswet. Die wet zal leiden tot een andere manier van werken en dat kan alleen maar goed zijn. Maar er moet ook aandacht blijven voor reeds bestaande wetgeving, zoals dus de Dienstenrichtlijn. Daar maak ik me zorgen over.
Daarnaast speelt er ook veel rondom de digitalisering van het dienstenloket. Daarover heeft de Commissie onlangs een brief gestuurd aan de lidstaten. Deze kwestie wordt over enkele weken actueel. Deze digitalisering had 10 jaar geleden moeten gebeuren. Om dit te realiseren heb je steun nodig van bestuur en de ambtelijke top, en budget, anders is dit niet mogelijk. In Noord-Brabant is dat uiteindelijk wel gelukt. Er zou voor het dienstenloket eigenlijk een toezichthouder moeten komen, zoals privacy bij de Autoriteit Persoonsgegevens is belegd.

Waardoor zou de verbinding tussen de EU en jullie dagelijkse werkzaamheden beter kunnen?

Caroline: Ik merk dat ik intern soms niet weet waar ik dingen neer moet leggen die mij ter ore komen. Dat gaat dan om zaken die niet met mijn werk te maken hebben en die ik hoor via de Praktijkraad; een nieuwe mededeling van de Europese Commissie of nieuwe regelgeving, maar die wel van belang zijn voor de gemeente. Er is bij ons geen ambtenaar Europese zaken die de verbinding zou kunnen leggen.
Paul: Het is vaak niet duidelijk dat de oorsprong van Nederlandse wetten in sommige gevallen Europese wetgeving is. Maar de Europese doelen, zoals eerlijke concurrentie en een level playing field, privacy en milieu moeten wel op het netvlies blijven. Zo zijn de vrij verkeersregels bijvoorbeeld veel minder bekend dan bijvoorbeeld de staatssteun- en aanbestedingsregels. Dit merk ik ook in het contact met managers en ICT’ers. Daar spelen de ontwikkelingen rondom de Single Digital Gateway helemaal geen rol. Er is geen enkele kennis van Europees recht en beleid.
Ingeborg: Ik merk wel, ook door de coronacrisis, dat er meer aandacht is voor privacy en digitalisering bijvoorbeeld.
Paul: Europa werkt dagelijks door en behoeft constant aandacht. De digitalisering die Ingeborg noemt als rode draad, dat heeft ons bij de coronacrisis uit de problemen weten te houden. Europa is daar een hele sterke factor in geweest.

Wat voor rol speelt de EU in het werk van jullie collega’s?

Caroline: Het is vaak niet zichtbaar of collega’s te maken hebben met Europees recht en beleid. Er zijn natuurlijk wel de vaste afdelingen: staatssteun, privacy en aanbesteden. Maar bij andere teams is dat niet echt duidelijk.
Naar aanleiding van de inventarisatie die wij deden voor de Brexit Impact Scan bleek ineens dat er veel meer afdelingen zijn die bezig waren met Europees recht. Denk bijvoorbeeld aan de afdeling burgerzaken.
Paul: Voor mij is de EU missiewerk. Voor deze normale digitaliseringstaak zijn er niet of nauwelijks functionarissen aangewezen. Voor mijn werk moet ik constant de bühne op en mensen bijpraten.
Ingeborg: Op allerlei fronten speelt Europa een rol in de keuzes die op nationaal/decentraal niveau gemaakt moeten worden en het beïnvloedt het werk van bestuurders, beleidsmakers, juristen en projectleiders.

Wat is volgens jullie de meerwaarde van een ‘Europabewuste’ ambtenaar?

Caroline: Je moet je aan de ene kant bewust zijn van wetten, maar aan de andere kant ook weten wat de mogelijkheden zijn. Ik heb wel eens bij een subsidie-overleg gezeten. Daar durfden ze hun vingers niet te branden aan Europese subsidies. Ze wisten niet hoe dat werkte. Meer voorlichting hierover zou dus nuttig zijn.
Paul: Precies, Caroline. Een Europabewuste ambtenaar is iemand die waarschuwt voor onvoorzien onheil, maar juist ook iemand die kansen weet te grijpen. Die Europese invalshoeken en financieringsmogelijkheden betrekt en nader onderbouwt met inbegrip van Europese kaders. Iemand die niet Europabewust is krijgt dat nooit voor elkaar.
Ingeborg: Daar sluit ik me volledig bij aan. Vooral voor de bewustwording is dat belangrijk, mensen met de Europese antennes. De EU wordt heel vaak als beklemmend gezien, maar als je je weg weet in de EU dan is er heel veel mogelijk. Veel terreinen op het gebied van EU recht worden steeds specialistischer, het is moeilijk om de kennis over die regels vast te houden en juist te beleggen in je organisatie. Het moet niet alleen van de jurist afhangen, het moet veel breder bekend zijn. Projectleiders en beleidsmedewerkers moeten zich daar ook van bewust van zijn. Het helpt als het belegd is bij bepaalde sleutelfunctionarissen; op die manier komen er op tijd rode vlaggetjes in beeld.
Paul: Het moet eigenlijk gewoon onderdeel zijn van de functie-eisen bij sollicitaties. Voor bepaalde functies zeker. Zo wordt dat ook bij het Rijk gedaan. Wij proberen nu vanuit de provincie een bundeling van expertise op te bouwen.
Ingeborg: Binnen het waterschap wordt in het aannamebeleid ook steeds meer rekening gehouden met aan Europa gerelateerde onderwerpen als privacy, subsidies, aanbesteden. In het kader van risicomanagement moet dit gewoon op orde zijn.
Ook deze maand vergadert de Praktijkraad weer (digitaal) om kennis en ervaringen uit te wisselen en de redactie van de Europese Ster te inspireren.

]]>
Interview Didier Herbert: ‘Europees beleid kan en mag niet alleen in Brussel worden bedacht’ https://europadecentraal.nl/interview-didier-herbert-europees-beleid-kan-en-mag-niet-alleen-in-brussel-worden-bedacht/ Mon, 15 Jun 2020 10:54:24 +0000 https://europadecentraal.nl/?p=62833 Didier Herbert heeft een juridische en economische opleiding en is van Belgische nationaliteit. Hij is zijn carrière gestart in het bedrijfsleven en in de advocatuur. Daarna heeft hij het overgrote deel van zijn carrière voor de Europese Commissie te Brussel gewerkt, op verschillende beleidsdomeinen. Nadat hij directeur van de Raad voor Regelgevingstoetsing (Regulatory Scrutiny Board) van de Europese Commissie was, is hij nu hoofd van de Vertegenwoordiging van de Europese Commissie in Nederland.

Kunt u allereerst uitleggen wat de rol is van de Vertegenwoordiging van de Europese Commissie in Nederland?

Herbert legt uit dat de Europese Commissie Vertegenwoordigingen heeft in de 27 landen van de Europese Unie. De rol van de Vertegenwoordiging hier beschrijft hij als de ‘oren, ogen en mond van de Europese Commissie in Nederland’. ‘Wat wij doen is luisteren, informeren en rapporteren’, legt hij uit. ‘De Ambassades van de Europese lidstaten in Nederland hebben onder meer soortgelijke taken en met hen onderhouden wij natuurlijk ook enge contacten. Het eerste aspect van onze taak heeft betrekking op het luisteren naar de Nederlandse vragen, naar de verwachtingen van Nederlandse burgers en overheden’, vertelt Herbert. Ten tweede noemt hij de informerende functie van de Vertegenwoordiging: ‘We informeren en discussiëren over het Europees beleid in het algemeen en belangrijke Europese beleidsonderwerpen die van invloed zijn op Nederland en de Nederlandse regio’s en steden’. Hij noemt in dit kader ook het uit de weg ruimen van misvattingen in sommige gevallen. ‘Enige tijd geleden stond er in de kranten dat de EU van plan was eigenaren van katten te verplichten hun huisdier aan de lijn te houden, want katten zouden gevaarlijk zijn voor de biodiversiteit en voor het overleven van vogels. Er was natuurlijk absoluut geen intentie om dat te doen – afgezien van het feit of de stelling juist is of katten gevaarlijk zijn voor het overleven van bepaalde vogelsoorten. Dus daar hebben we duidelijk aangegeven dat de Commissie niet van plan was dit te doen.’ Naast informeren en luisteren rapporteert de Vertegenwoordiging ook aan Brussel, vertelt Herbert. ‘Wij rapporteren Brussel over verwachtingen, over de draagkracht vanuit Nederland ten opzichte van Europese samenwerkingspunten, zodat de collega’s in Brussel daar al in een vroeg stadium rekening mee kunnen houden, want het is wel belangrijk dat men daar voeling heeft met wat er in de samenleving leeft en of het beleid wel werkt’, geeft Herbert aan.

Kunt u uitleggen waarom het zo belangrijk is voor de Commissie om decentrale overheden bij beleidsvorming te betrekken?

Volgens Herbert is het heel belangrijk dat beleid op het goede niveau wordt ontworpen en geïmplementeerd, en er moet sprake zijn van complementariteit. Hij noemt als voorbeeld het klimaat- en energiebeleid. ‘Je kunt samen Europese doelstellingen opstellen, en dan gezamenlijk werken op globale doelstellingen, zoals bij het Parijsakkoord dat door bijna 200 landen werd ondertekend. Maar lokale beslissingen kun je meestal het beste aan lokale overheden overlaten. Neem bijvoorbeeld onderwerpen als energie en de consument, of isolatie in gebouwen. Zo’n 40% van het energiegebruik vindt plaats in gebouwen en de manier om die doelstellingen te verwezenlijken hangt vaak af van lokale factoren of specificiteit. Het is dus belangrijk om een bepaalde synchronisatie te hebben en het beleid op het juiste niveau te plaatsen’.
Herbert legt uit dat de Europese Commissie sinds enkele jaren alvorens beleidsvoorstellen te maken systematisch consultaties doet, in alle Europese talen. ‘Dit helpt om overheden te betrekken en in kaart te brengen hoe groot de problemen zijn die mogelijk beleidsmaatregelen behoeven en wat de opties zijn om die aan te pakken. Zo tracht de Commissie niet onnodig in te grijpen en niet te sterk, maar met een aanpak te komen die het meeste effect heeft, met het beste resultaat en de minste lasten’. Herbert illustreert het belang van die Europese acties voor decentrale uitgaven: ‘€115 miljard van regionale fondsen wordt in steden uitgegeven en €17 miljard wordt lokaal uitgevoerd door geïntegreerd strategieën voor stedelijke ontwikkeling, die rechtstreeks worden beheerd door de stedelijke autoriteiten’. En in de komende meerjarenbegroting wordt die stedelijke dimensie volgens Herbert nog meer versterkt.

En op wat voor manieren betrekken jullie als vertegenwoordiging de decentrale overheden hierbij?

Herbert vertelt dat burgerdialogen en bezoeken aan steden en provincies door het hele land een vast element zijn van het menu van de vertegenwoordiging. Zo hebben de Commissie en de Vertegenwoordiging de laatste jaren een aantal burgerdialogen georganiseerd. ‘Vaak kwam dan een commissaris, meestal eerste vicepresident Frans Timmermans, naar verschillende plekken in Nederland. Zo zijn we onder andere in Emmen, Breda en Leiden geweest om met burgers over Europees beleid te praten. Dan kun je goed aanvoelen wat er leeft in Nederland’, vertelt Herbert. Ook bezoekt Herbert regelmatig verschillende provincies en steden. ‘Ik ben van plan om naar alle Nederlands provincies te gaan. In Den Haag heb je één blik op Nederland, maar Brussel is ook niet representatief voor België en Parijs niet voor Frankrijk. Daarom vind ik dat de vertegenwoordiging ook andere provincies en steden moet bezoeken. En dat gaan we ook doen.’

Liggen er nog kansen voor decentrale overheden die zij nog meer kunnen benutten?

‘Lokale noden moeten overgebracht worden aan de centrale regering, aan het Parlement’, geeft Herbert aan. Ook noemt hij (grensoverschrijdende) samenwerking tussen regio’s, om te zien wat gemeenschappelijke belangen zijn. Hij denkt dat hier nog veel te winnen valt, bijvoorbeeld op gebieden als de arbeidsmarkt, de interne markt en onderwijs. Ter illustratie noemt hij een Erasmusproject voor jonge ondernemers dat de Europese Commissie enkele jaren geleden heeft opgezet. ‘Jonge ondernemers die van plan zijn zich als zelfstandige te vestigen hebben we de mogelijkheid gegeven naar een ander land te gaan om daar bij een ervaren ondernemer te leren hoe je een bedrijf opzet en runt. Vaak zetten ondernemers jonge krachten uit een ander land in om in dat andere land een nieuwe afzetmarkt voor die onderneming te onderzoeken. En vaak heeft die jonge ondernemer die afzetmarkt in zijn eigen land al gevonden en start dan een bedrijf, waar hij verder samenwerkt met die ervaren ondernemer’, vertelt Herbert. Volgens hem wint Nederland heel veel op het gebied van de interne markt. ‘Het is in ons belang dat de interne markt werkt en dat de welvaart op de interne markt groot genoeg is om producten en diensten uit Nederland aan te kunnen schaffen, want daar verdienen we allemaal aan. Zo heeft het voorgesteld Herstelplan van de Europese Commissie veel nadruk gezet op elementen die van belang zijn voor een sterke Europese interne markt’, legt hij uit.

Net voor u naar Den Haag bent gekomen heeft u de Regulatory Scrutiny Board van de Commissie geleid: hoe kunnen decentrale overheden nog meer bijdragen aan betere regelgeving?

‘Europees beleid kan en mag niet alleen maar worden opgezet door Brussel. Overigens worden de beslissingen daar genomen door de lidstaten in de Raad en het Europees Parlement’, legt Herbert uit. ‘Dat is dan ook een verkeerd beeld van Brussel; dat iemand ‘s morgens naar het Berlaymont-gebouw gaat (waar de Commissie zetelt) en bedenkt: ‘Wat voor wetje zou ik vandaag kunnen schrijven?’. Hij vertelt dat Juncker, toen hij campagne deed om voorzitter te worden van de Europese Commissie, naar alle lidstaten is geweest. Daar heeft hij ervaren dat de mensen niet wisten waar Europa zich precies mee bezighoudt. Herbert legt uit dat Juncker op dat moment heeft besloten om de voorstellen van de Commissie in te zetten op wat echt op Europees niveau moest gebeuren, en met effectenanalyses, evaluaties en consultaties van mensen zou werken. Eerste vicepresident Frans Timmermans heeft daar veel energie op ingezet en de huidige Commissievoorzitter Von Der Leyen zet deze koerswijziging nu verder voort. Tegen decentrale overheden wil Herbert zeggen: ‘Houd bij Europese initiatieven de vinger aan de pols, laat uw mening gelden, bijvoorbeeld bij consultaties, op basis van jullie ervaring en feitelijk materiaal. Laat bij de implementatie van wetgeving weten hoe de implementatie verloopt, of het tot oplossingen of onvoorziene moeilijkheden leidt’. Hij legt uit dat hier destijds het REFIT-platform voor was opgezet. ‘Ik herinner me nog dat bij het REFIT-platform van de Nederlandse kant een probleem werd aangekaart aangaande steunmaatregelen uit regionale fondsen ten opzichte van steunmaatregelen als gevolg van de staatssteunwetgeving. Men vroeg zich af of daar wel sprake van synchronisatie was, of het een probleem was dat definities overlappend waren. Dat is typisch iets waar decentrale overheden zich kunnen inzetten. Om aan de Commissie te melden dat er problemen zijn bij de uitvoering van initiatieven en wetgeving uit verschillende domeinen, dat er onnodige administratieve lasten zijn en om goede oplossingen aan te dragen’, vindt Herbert. Hij vertelt dat de Commissie als opvolger van het REFIT-platform, het ’Fit for the Future’ platform heeft ingericht en de reach-out naar decentrale overheden verder wil versterken.

Even een terugblik naar de afgelopen jaren op het gebied van Europa en decentrale overheden. Wat zijn de ontwikkelingen die u het meest zijn bijgebleven?

Herbert heeft de indruk dat de rol van decentrale overheden steeds belangrijker wordt, zeker in Nederland. Ook bieden de nieuwe Europese prioriteiten veel kansen en zijn veel ervan van groot belang voor het decentrale niveau. ‘Denk bijvoorbeeld aan de digitalisatie en het economische element. In deze coronaperiode zie ik wel enkele voordelen doordat we echt thuis hebben moeten werken. Daarin hebben we ervaring opgedaan met digitalisatie, met het werken op afstand’. Ook noemt Herbert het duurzaam beleid. ‘Dat dit een prioriteit van de Commissie is maken we duidelijk in het Europees herstelplan dat we hebben voorgesteld. We willen hiermee niet alleen herstellen, maar ook investeren in de modernisatie van onze samenleving’. Dat betekent voor hem naast digitalisering en duurzaamheid ook veerkracht. ‘Dan zijn onze industriële waardeketens minder afhankelijk van spelers buiten Europa en kunnen we zelf ons plan trekken’.
In het begin van deze eeuw dachten volgens Herbert veel mensen dat de economie tegenover het milieu en duurzaamheid stond, dat je een keuze moest maken. ‘Ik zie een evolutie waarin men dan tot het inzicht is gekomen dat economie en duurzaamheid een soort win-win-relatie kunnen opleveren. Maar nu beseffen we dat een gezonde economie het niet zal halen zonder ook duurzaam te zijn’ legt hij uit. En om die duurzame economie te bewerkstelligen heb je volgens Herbert alle verschillende bestuurslagen nodig, op wereld-, Europees, nationaal- en gedecentraliseerd niveau.

Na een terugblik nu een blik op de toekomst: hoe gaat het nu verder?

Herbert noemt de ambitieuze Green Deal die de Commissie vorig jaar in december heeft gepresenteerd. ‘Door de coronacrisis zakt de Green Deal op onze prioriteitenlijst, maar dat is normaal want vandaag de dag vreest de mens voor zijn gezondheid’. Maar hij wil benadrukken dat de Green Deal niet verdwenen is. ‘De klimaatcrisis is er nog steeds, dus het is onze verantwoordelijkheid om samen beleid te maken en een antwoord te bieden op deze klimaatcrisis, op alle niveaus’, benadrukt hij. ‘Kijk naar goede voorbeelden, zoals wat Rotterdam heeft gedaan met haar klimaatstrategie, wat bepaalde gemeentes in de oude mijnstreek van Limburg doen inzake energie-efficiëntie in woningen. Als we uit de crisis willen komen en een duurzaam herstel willen hebben, moeten we dit op een manier doen die in lijn is met de Europese Green Deal’, legt hij uit. Dit is volgens Herbert ook wat de Nederlandse regering in het Europees Herstelplan en de komende Europese Begroting wil zien. Nederland heeft daar wel haar visie over en wil daar constructief over onderhandelen. ‘Dat is ook wat we moeten doen. Dat is Europa; onderhandelen om snel samen tot een goed akkoord te komen’.
Volg ook de coronanieuwsbrief van de Vertegenwoordiging van de Europese Commissie (link)

]]>
Uitgestelde vierde call Wifi4EU opent vandaag https://europadecentraal.nl/uitgestelde-vierde-call-wifi4eu-opent-vandaag/ Tue, 02 Jun 2020 13:15:52 +0000 https://europadecentraal.nl/?p=62685 De vierde call voor Wifi4EU-vouchers opent vandaag op 3 juni 2020 om 13:00 tot 4 juni om 17:00. Deze stond eerst gepland in maart 2020, maar werd verplaatst vanwege het coronavirus. Met deze call wordt er voor €14,2 miljoen aan vouchers voor uitgegeven. Dit komt neer op 947 vouchers. Met een voucher kunnen gemeenten gratis WiFi-netwerken opzetten in de publieke ruimte. De vouchers worden uitgegeven volgens het principe: ‘Wie het eerst komt, wie het eerst maalt’.

Zorg dat u er op tijd bij bent

Wij raden aan om uw gemeente zo spoedig mogelijk na de opening van de call, op woensdag 3 juni september om 13:00 uur, aan te melden. Bij de tweede aanvraagronde in april 2019 werd namelijk 98% van de 3400 beschikbare vouchers binnen de eerste minuut na openstelling geclaimd. Voor deze call is er geen limiet per lidstaat, hoewel er wel ‘geografische aanpassingen’ kunnen worden gedaan.
Het aanvragen gebeurt via het Wifi4EU-portal. U kunt zich daar nu alvast voor inschrijven. Een stap-voor-stap handleiding voor de aanvraag van een voucher vindt u hier.

Bron

WiFi4EU New Call Date Announced, Europese Commissie

Meer informatie:

Hoe werkt het Wifi4EU-vouchersysteem?, Kenniscentrum Europa Decentraal
 

]]>