De nieuwste versie van het Staatssteun Scorebord is afgelopen week door de Europese Commissie gepubliceerd. Daaruit blijkt dat de staatssteunuitgaven over het jaar 2020 voornamelijk in het teken stonden van het dempen van de gevolgen van de Covid-19 pandemie. Daarnaast bleven de uitgaven voor niet-coronadoelstellingen binnen de grenzen van vóór de pandemie.
Staatssteun scorebord
Jaarlijks verwerkt de Commissie gerapporteerde informatie van de lidstaten in het staatssteun scorebord. In het scorebord van 2021 worden de staatssteunuitgaven van de lidstaten voor het kalenderjaar 2020 bijgehouden. De uitgaven in het scorebord betreffen niet alle staatssteun. Zo bevat het scorebord niet de steun voor spoorwegen en steun die is geoorloofd op basis van DAEB-regelgeving. Ook moet worden opgemerkt dat niet alle lidstaten staatssteun op dezelfde wijze registreren en kwalificeren.
Totale staatssteun in de Europese Unie
De 27 EU-lidstaten hebben over het jaar 2020 in totaal 320,22 miljard euro aan staatssteunmaatregelen toegekend. Deze uitgaven, zo’n 2,39 % van het totale BBP, liggen bijna 2,5 keer hoger dan het bedrag dat is uitgegeven aan staatssteun in het jaar 2019. De enorme stijging heeft grotendeels te maken met de verschillende staatssteunmaatregelen die zijn opgezet om de gevolgen van de Covid-19 pandemie te dempen. Wanneer er gekeken wordt naar de totale uitgaven voor staatssteun door de lidstaten, uitgedrukt als percentage van het nationale BBP, is er een aanzienlijke uitgavenspreiding van de lidstaten. Waar Polen en Griekenland tussen de 4,2 – 4,8% van hun BBP aan staatssteun besteden, geven landen als Nederland en Zweden met ongeveer 0,6 – 1,2% van het BBP beduidend minder uit aan staatssteun.
Steun naar Europese doelstelling
In het jaar 2020 is 59% van de totale steun in de lidstaten ten behoeve van het opheffen van een verstoring in de economie uitgegeven. Hiermee torent deze doelstelling qua uitgaven ver boven de niet-corona gerelateerde steun uit. In maar liefst 23 lidstaten had het dempen van de effecten van de gevolgen van de Covid-19 pandemie de hoogste prioriteit. Hoewel Nederland in 2020 het meeste heeft uitgegeven aan covid-gerelateerde staatssteunmaatregelen (39,9%) liggen de Nederlandse uitgaven onder het Europese gemiddelde.
Onder de reguliere doelstellingen kwamen de meeste uitgaven ten goede aan steun voor milieubescherming en energiebesparingen. Daarna volgen uitgaven aan regionale steun en staatssteunmaatregelen op het gebied van Onderzoek, Ontwikkeling en Innovatie (O, O & I). Nederland heeft net als andere landen een aanzienlijk deel van de staatssteunuitgaven gewijd aan milieu & energiebesparing. Daarnaast heeft Nederland uitgaven gedaan in het kader van cultuur (7,2%) en Onderzoek & Ontwikkeling (6,5%).
Staatssteun in Nederland
Nederland behoort nog altijd tot de groep landen die minder staatssteunuitgaven hebben dan het gemiddelde Europese bedrag. Een terugblik op de afgelopen vijf jaar toont een matige toename in staatssteunuitgaven. Hoewel de nasleep van de Covid-19 pandemie een enorme marktverstorende werking heeft gehad, wist Nederland de staatssteunuitgaven binnen de perken te houden. Dit heeft vooral te maken met de mogelijkheden onder het Tijdelijk Staatssteunkader en de uitbreiding van de Algemene Groepsvrijstellingsverordening (AGVV) waardoor meerdere gevallen op basis van de AGVV konden worden vrijgesteld van aanmelding bij de Commissie. Het gebruik van de verschillende vrijstellingsmogelijkheden laat nog steeds een stijgende lijn zien, al groeit het minder snel dan in voorgaande jaren. De kennisgevingen-barometer van Kenniscentrum Europa Decentraal bevestigt dat decentrale overheden steeds meer gebruikmaken van de groepsvrijstellingen.
Steun op basis van de AGVV
Van de 816 actieve steunmaatregelen aangegeven bij de Commissie in 2020 vielen 685 onder de werking van de AGVV en 51 maatregelen werden aangemeld. Ook al zijn de staatssteunuitgaven van Nederland minder dan het EU gemiddelde, het aantal steunmaatregelen is hiermee wel hoger dan gemiddeld. De steunmaatregelen gebaseerd op de AGVV zien voornamelijk op de volgende gebieden:
- Cultuur en instandhouding van het erfgoed 25,6% (artikel 53 AGVV)
- Experimentele ontwikkeling 16,2% (artikel 25 lid 2, sub c)
- Training 13% (artikel 31 AGVV)
- Investeringssteun ondernemingen verregaande milieubescherming 9,8% (artikel 36 AGVV)
State Aid Modernisation (SAM)
In het staatssteun scorebord 2021 wordt eveneens aandacht besteed aan de implementatie van de State Aid Modernisation (SAM). Het SAM is een groot hervormingspakket dat in 2012 door de Commissie werd ingevoerd. Eén van de hoekstenen van deze hervorming is de herziening van de AGVV, die de steunverleningsprocedures voor de lidstaten vereenvoudigt door hen in staat te stellen steun goed te keuren zonder voorafgaande goedkeuring. Het toenemende gebruik hiervan maakt het mogelijk voor de Commissie om zich te richten op de grotere steunregelingen. Daarnaast draagt de toepassing van de AGVV ook bij aan een snellere afhandeling van de steunmaatregelen.
In het scorebord wordt tevens een overzicht gegeven van de komende herzieningen op het gebied van de verschillende vrijstellingsmogelijkheden. Zo staan onder andere de herzieningen van de volgende vrijstellingsverordeningen op de planning:
- De Landbouwvrijstellingsverordening (LVV)
- De Visserijvrijstellingsverordening (VVV)
- De de-minimisverordening Landbouw
- De de-minimisverordening voor de visserijsector
Bron
Scorebord Staatssteun, Europese Commissie
Meer informatie
Staatssteun, Kenniscentrum Europa Decentraal
Kennisgevingen-barometer, Kenniscentrum Europa Decentraal