Hannah Koole – Europa decentraal https://europadecentraal.nl Europees recht in duidelijke taal! Thu, 04 May 2023 10:19:16 +0000 nl-NL hourly 1 https://wordpress.org/?v=6.5.5 https://europadecentraal.nl/wp-content/uploads/2022/05/cropped-Logo-KED-tp-32x32.png Hannah Koole – Europa decentraal https://europadecentraal.nl 32 32 Aanpassing AGVV voor groene & digitale transitie en steun uit EU-programma’s https://europadecentraal.nl/aanpassing-agvv-voor-groene-digitale-transitie/ Tue, 17 Aug 2021 09:04:59 +0000 https://europadecentraal.nl/?p=70367 De Algemene Groepsvrijstellingsverordening (AGVV) is op twee aspecten uitgebreid door de Europese Commissie. De relatie tussen de Europese staatssteunregels en de financieringsregels van het meerjarig financieel kader is vereenvoudigd. Daarnaast zijn er nieuwe steuncategorieën aan de AGVV toegevoegd en worden bestaande categorieën gewijzigd. Dit zijn steuncategorieën die een belangrijke rol spelen in de groene en digitale transities en bij het herstel van de economische gevolgen van de coronavirus pandemie. Zo zijn er nieuwe categorieën activiteiten waar gemeenten, provincies en waterschappen steun aan kunnen verlenen op grond van de AGVV. Ook maakt de Europese Commissie het mogelijk om tot het einde van dit jaar de AGVV te gebruiken om steun aan door de coronacrisis getroffen ondernemingen te verstrekken.

Staatssteun en de AGVV

In beginsel is staatssteun niet toegestaan, tenzij deze van tevoren is goedgekeurd door de Europese Commissie. Staatssteun kan namelijk tot oneerlijke concurrentie op de Europese interne markt leiden. In verschillende vrijstellingen, zoals de AGVV, staat beschreven onder welke voorwaarden staatssteun toch wordt toegestaan. De AGVV bepaalt dat staatssteun die bijdraagt aan bepaalde beleidsdoeleinden (bijvoorbeeld milieubescherming en onderzoek, ontwikkeling en innovatie) niet eerst goedgekeurd hoeft te worden door de Europese Commissie. Een kennisgeving aan de Europese Commissie volstaat als de staatssteun wordt verleend op basis van de AGVV.

Staatssteunregels en Europese fondsen

De eerste wijziging van de AGVV verbetert de wisselwerking tussen de EU-financieringsregels en de EU-regels inzake staatssteun. Onder het nieuwe meerjarig financieel kader vallen verschillende financieringsmaatregelen en fondsen die uitgevoerd worden door nationale en decentrale overheden. Bij het toebedelen van deze financiering kunnen overheden te maken krijgen met de staatssteunregels. Om de complexiteit te verminderen stroomlijnt de Commissie de regels inzake staatssteun die hierop van toepassing zijn. Deze aanpassing betreft nationale fondsen met betrekking tot:

  • Financierings- en investeringsoperaties die door het InvestEU-fonds worden gesteund;
  • Onderzoeks-, ontwikkelings- en innovatieprojecten (RD&I) die een “Seal of Excellence” hebben ontvangen in het kader van Horizon 2020 of Horizon Europa, alsmede medegefinancierde onderzoeks- en ontwikkelingsprojecten of teamvormingsacties in het kader van Horizon 2020 of Horizon Europa;
  • Europese Territoriale Samenwerking (ETC)-projecten, ook bekend als Interreg.

Met ingang van deze wijziging kunnen steunmaatregelen rechtstreeks door lidstaten geïmplementeerd worden zonder deze te melden aan de Europese Commissie.

Welke nieuwe steuncategorieën staan er in de AGVV?

De AGVV is ook uitgebreid met nieuwe steuncategorieën. Zo hebben (decentrale) overheden meer mogelijkheden om de transitie naar een groene en digitale economie te ondersteunen. Artikel 38 en 39 AGVV worden gewijzigd om de mogelijkheden voor steun voor energie-efficiëntieprojecten in gebouwen uit te breiden. Aan de AGVV wordt artikel 36 bis AGVV inzake steun voor oplaad- en tankinfrastructuur voor emissiearme wegvoertuigen toegevoegd. Daarnaast wordt artikel 52 AGVV betreffende steun voor breedbandnetwerken gewijzigd. Achter artikel 52 AGVV komen drie nieuwe artikelen die de voorwaarden beschrijven voor steun voor mobiele 4G- en 5G-netwerken, bepaalde trans-Europese infrastructuurprojecten voor digitale connectiviteit, en bepaalde vouchers.

Coronasteun

De AGVV was voor de coronacrisis niet van toepassing op onderneming in moeilijkheden. Vorig jaar maakte de Europese Commissie hier een uitzondering op voor ondernemingen, die als gevolg van de coronacrisis in moeilijkheden zijn gekomen, gedurende de periode 1 januari 2020 tot en met 30 juni 2021 in aanmerking blijven komen voor steun op basis van de AGVV. Deze uitzondering op het begrip onderneming in moeilijkheden geldt vanaf nu voor heel 2021. De Europese Commissie beoogt met deze wijzigingen staatssteun voor een dubbele transitie stimuleren: herstel van de economische gevolgen van de coronacrisis én de transitie naar een groene en digitale economie. Meer informatie over steun in de coronacrisis vindt u op onze website.

Bron

Staatssteun: Commissie Vereenvoudigt regels voor staatssteun in combinatie met EU-steun en introduceert nieuwe mogelijkheden om steunmaatregelen uit te voeren ter ondersteuning van de dubbele transitie en het herstel van de coronapandemie, Europese Commissie

Meer informatie

Staatssteun, Kenniscentrum Europa Decentraal
Algemene Groepsvrijstellingsverordening, Kenniscentrum Europa Decentraal
Regionaal beleid en fondsen, Kenniscentrum Europa Decentraal
Vragen en antwoorden – Staatssteun: Commissie verbreedt toepassingsgebied van de Algemene Groepsvrijstellingsverordening (Engels), Europese Commissie

]]>
Langetermijnvisie voor de plattelandsgebieden: betere mobiliteit, digitale infrastructuur en veerkracht https://europadecentraal.nl/langetermijnvisie-voor-de-plattelandsgebieden-betere-mobiliteit-digitale-infrastructuur-en-veerkracht/ Wed, 07 Jul 2021 13:27:02 +0000 https://europadecentraal.nl/?p=69532 Hoe moeten plattelandsgebieden eruit zien in 2040? Ze moeten toegang hebben tot goede openbare voorzieningen, veerkrachtig zijn, goede digitale en fysieke infrastructuur hebben en een sociaal inclusieve samenleving vormen. Dat zijn de doelstellingen uit de Europese Langetermijnvisie voor de plattelandsgebieden. De visie moet werkelijkheid worden met behulp van het plattelandspact en het actieplan voor het platteland, die de Commissie in haar visie lanceert. Ook het hervormde Gemeenschappelijk Landbouwbeleid draagt hieraan bij.

Plattelandsgebieden in 2040

De doelstellingen uit de Langetermijnvisie zijn onderverdeeld in vier pijlers. Zo moeten plattelandsgebieden in 2040 sterker, verbonden, veerkrachtig en welvarend zijn. Dit betekent het volgende:

  • Sterker: burgers moeten toegang hebben tot goede openbare voorzieningen en de mogelijkheid krijgen actief mee te doen in lokale besluitvorming en politiek;
  • Verbonden: digitale en fysieke infrastructuur moet zorgen dat plattelands- en stedelijke gebieden goed verbonden blijven. Denk hierbij aan voldoende wegen en spoorwegen, betrouwbaar en frequent openbaar vervoer en de uitrol van het 5G-netwerk;
  • Veerkrachtig: plattelandsgebieden moeten beter bestand worden tegen economische crises, natuurrampen en de gevolgen van klimaatverandering. Denk hierbij aan het aanpassen van de waterhuishouding om periodes van droogte en extreme neerslag op te vangen. Ook sociale inclusie en mogelijkheden tot omscholing moeten bijdragen aan veerkrachtige plattelandsgebieden;
  • Welvarend: plattelandsgebieden kunnen welvarender worden door de regionale economie te diversifiëren. Daarnaast moet de promotie van lokale producten en innovatie in de agro-food sector ook meer welvaart opleveren.

Hoe moeten deze doestellingen behaald worden?

Naast de langetermijnvisie publiceerde de Europese Commissie ook een plattelandspact en een actieplan voor het platteland, met initiatieven die moeten helpen bij het behalen van de diverse doelstellingen.

Het plattelandspact focust op de bestuurlijke aspecten van de doelstellingen en onderstreept het belang van betrokkenheid van alle bestuurslagen. De Commissie wil samenwerking tussen lokale, regionale, nationale en Europese bestuursniveaus faciliteren en zo implementatie van de initiatieven vergemakkelijken. Het pact wordt in eind 2021 gelanceerd. Dan gaat de Commissie met de primaire stakeholders, zoals gemeenten, provincies en waterschappen, en in samenspraak met het Comité van de Regio’s bekijken hoe doelstellingen het best verwezenlijkt kunnen worden. Lidstaten worden opgeroepen een nationale strategie en een nationaal actieplan op te stellen.

Het actieplan bestaat uit een aantal kernintiatieven. Verschillende van die initiatieven zijn relevant voor decentrale overheden:

  • Informatievoorziening: de Commissie zet een platform op waar informatie over alle lopende projecten met betrekking tot plattelandsgebieden te vinden is. Dit platform zal ook informatie verstrekken over fondsen die beschikbaar zijn voor plattelandsontwikkeling;
  • Mobiliteit: duurzame mobiliteit verbindt plattelandsgebieden met omliggende regio’s en draagt bij aan het halen van de klimaatdoelstellingen. Door lokale initiatieven breed bekend te maken kunnen regio’s van elkaar leren en sneller stappen zetten om duurzame mobiliteit te realiseren;
  • Digitale transitie en innovatie: verschillende fondsen kunnen worden aangewend voor bijvoorbeeld breedbandprojecten in plattelandsgebieden. Denk hierbij aan Horizon Europe, Digital Europe en de Connecting Europe Facility (CEF);
  • Betere regelgeving: als onderdeel van het betere regelgevingsprogramma wordt een mechanisme ontwikkeld dat de impact van Europese wetgeving op plattelandsgebieden zichtbaar moet maken. Zo moeten de verschillende beleidsterreinen die zich bezig houden met plattelandsontwikkeling beter op elkaar aansluiten.

Welke rol speelt het Gemeenschappelijk Landbouwbeleid in de Langetermijnvisie?

Verschillende Europese programma’s en beleidsterreinen hebben betrekking op plattelandsgebieden. Met name het Gemeenschappelijk Landbouwbeleid (GLB) speelt een belangrijke rol bij de ontwikkeling van het platteland. Het GLB en het bijbehorende Europees landbouwfonds voor plattelandsontwikkeling (ELFPO) zijn de voornaamste bronnen van financiering voor de Langetermijnvisie. Onlangs is een akkoord bereikt over hervorming van het GLB meer informatie vindt u in dit artikel. Met de herziening sluit het GLB aan op de Green Deal, de biodiversiteitsstrategie en de Farm-to-Fork-strategie. Lidstaten gaan strategische plannen opstellen waarin nationale beleidsprioriteiten binnen het GLB worden opgenomen. Het is aan de lidstaten om de doelstellingen van de Langetermijnvisie op te nemen in hun eigen plannen.

Volgende stappen

In 2023 volgt een evaluatie van de maatregelen die tot dan toe zijn uitgevoerd. De resultaten verschijnen begin 2024 in een openbaar rapport. Op basis van de evaluatie wordt gekeken welke koers gevaren moet worden en welke plattelandsgebieden meer financiering nodig hebben.

Bron

Langetermijnvisie voor de plattelandsgebieden – naar sterkere, verbonden, veerkrachtige en welvarende plattelandsgebieden in de EU (Engels), Europese Commissie

Meer informatie

Plattelandsontwikkeling, Kenniscentrum Europa Decentraal
Akkoord nieuw gemeenschappelijk landbouwbeleid, Huis van de Nederlandse Provincies
Gemeenschappelijk landbouwbeleid, Kenniscentrum Europa Decentraal
Factsheet langetermijnvisie voor de plattelandsgebieden, Europese Commissie
Vragen en antwoorden over de langetermijnvisie voor de plattelandsgebieden, Europese Commissie

]]>
Staatssteun: geef uw feedback op de richtsnoeren voor risicofinanciering en de richtsnoeren voor klimaat-, energie- en milieusteun https://europadecentraal.nl/staatssteun-geef-uw-feedback-op-de-richtsnoeren-voor-risicofinanciering-en-de-richtsnoeren-voor-klimaat-energie-en-milieusteun/ Fri, 11 Jun 2021 15:01:31 +0000 https://europadecentraal.nl/?p=68968 In twee openbare raadplegingen vraagt de Europese Commissie feedback over de richtsnoeren voor risicofinanciering en de ontwerprichtsnoeren voor klimaat-, energie- en milieusteun. Beide raadplegingen gaan over conceptteksten van de richtsnoeren. De aanpassingen aan de richtsnoeren voor risicofinanciering zijn vooral gericht op de vereenvoudiging en verduidelijking van de regels. De ontwerprichtsnoeren voor klimaat-, energie- en milieusteun bevatten wijzigingen om aan te sluiten op de beleidsprioriteiten van de Green Deal.

Richtsnoeren voor risicofinanciering

MKB-ondernemingen die in een vroege fase van hun ontwikkeling zitten, ondervinden regelmatig problemen bij het aantrekken van investeerders op kapitaalmarkten. Dit geldt in het bijzonder voor innovatieve of snel groeiende ondernemingen. Op basis van de richtsnoeren voor risicofinanciering kunnen (decentrale) overheden steun verlenen aan het MKB, zodat ondernemingen toch de nodige financiering aan kunnen trekken. Uit de evaluatie van de richtsnoeren bleek dat deze goed werken om het marktfalen op te lossen, maar ook dat enkele regels vereenvoudigd en verduidelijkt kunnen worden. De Europese Commissie heeft nu de concepttekst van de richtsnoeren gepubliceerd en vraagt daarover uw feedback.

Welke wijzigingen bevatten de richtsnoeren?

  • Een aanpassing van de volgorde van de bepalingen, waardoor de leesbaarheid en de toepasbaarheid van de richtsnoeren verbetert. Zo worden de regels voor de voorafgaande beoordeling van risicofinancieringen gebundeld;
  • Een verduidelijking van de regels voor het leveren van bewijs waarmee marktfalen of een andere belemmering voor de toegang tot financiering moet worden aangetoond;
  • Inhoudelijk worden de richtsnoeren toegespitst op de toelaatbaarheid van de steun. Op dit moment bevatten de richtsnoeren ook veel informatie over het begrip staatssteun waardoor er te veel overlap is met de Mededeling betreffende het begrip “staatssteun”;
  • Definities en bewoordingen worden beter afgestemd op de relevante bepalingen in de Algemene Groepsvrijstellingsverordening (AGVV, Verordening Nr. 2014/651). De inhoud van deze regels wordt daarbij niet veranderd.

U kunt uw feedback e-mailen naar de Europese Commissie tot 16 juli 2021. Onderaan deze webpagina vindt u verdere contactgegevens.

Ontwerprichtsnoeren voor klimaat-, energie- en milieusteun

Staatssteun voor projecten op het gebied van milieubescherming en energie-efficiëntie kan worden verleend op basis van de AGVV of de richtsnoeren staatssteun ten behoeve van milieubescherming en energie 2014-2020. De richtsnoeren worden herzien om aan te sluiten bij de beleidsprioriteiten van de Green Deal en recente wijzigingen in de energie- en milieuregelgeving. Bovendien bleek uit een evaluatie van de richtsnoeren dat verschillende bepalingen vereenvoudigd en geactualiseerd moeten worden. De Europese Commissie heeft de ontwerprichtsnoeren voor klimaat-, energie- en milieusteun 2022 gepubliceerd en vraagt hierover feedback.

Welke wijzigingen bevatten de richtsnoeren?

  • Er worden nieuwe soorten projecten toegevoegd waar overheden steun aan kunnen verlenen. Denk hierbij aan steun voor projecten op het gebied van schone mobiliteit, hernieuwbare energie, circulariteit en biodiversiteit. Ook moet het mogelijk worden om steunbedragen te verlenen die tot 100% van de financieringskloof dekken;
  • “Grote groene projecten” hoeven niet meer individueel aangemeld te worden bij de Commissie als zij uitgevoerd worden binnen een goedgekeurde steunregeling;
  • Nieuwe garanties moeten ervoor zorgen dat de steun niet verder gaat dan nodig is voor het behalen van milieudoelstellingen. In bepaalde gevallen zullen overheden belanghebbenden moeten raadplegen over de belangrijkste gevolgen van een beoogde steunregeling;
  • Mogelijkheden voor steun voor fossiele brandstoffen worden afgeschaald. Steun voor nieuwe investeringen in aardgas vallen alleen onder de richtsnoeren als ze aantoonbaar binnen de Europese klimaatdoelstellingen voor 2030 en 2050 passen. Zo wordt de samenhang met andere relevante EU-beleidsdoelstellingen gewaarborgd.

U kunt uw feedback e-mailen naar de Europese Commissie tot 2 augustus 2021. Onderaan deze webpagina vindt u verdere contactgegevens.

Bron

Concept Mededeling, richtsnoeren inzake staatssteun ter bevordering van risicofinancieringsinvesteringen (Engels), Europese Commissie
Herziening richtsnoeren inzake staatssteun ter bevordering van risicofinancieringsinvesteringen (Engels), Europese Commissie
Concept Mededeling, richtsnoeren inzake staatssteun voor klimaat, energie en milieubescherming 2022 (Engels), Europese Commissie
Raadpleging over de herziene richtsnoeren voor klimaat-, energie- en milieusteun (Engels), Europese Commissie

Meer informatie

Staatssteun, Kenniscentrum Europa Decentraal
Staatssteun risicokapitaal, Kenniscentrum Europa Decentraal
Milieusteun, Kenniscentrum Europa Decentraal
Toelichting herziening richtsnoeren voor risicofinanciering, Europese Commissie
Staatssteun: Commissie nodigt belanghebbenden uit om opmerkingen te maken over de voorgestelde ontwerprichtsnoeren klimaat-, energie- en milieusteun, Europese Commissie

]]>
Tips en praktijkvoorbeelden van de Europese Commissie voor maatschappelijk verantwoord inkopen https://europadecentraal.nl/tips-en-praktijkvoorbeelden-van-de-europese-commissie-voor-maatschappelijk-verantwoord-inkopen/ Mon, 07 Jun 2021 12:37:12 +0000 https://europadecentraal.nl/?p=68844 De Europese Commissie heeft een nieuwe editie van de gids voor sociaal inkopen gepubliceerd. Deze gids geeft informatie over de mogelijkheden die het Europese juridische kader biedt voor maatschappelijk verantwoord inkopen (MVI). Bovendien bevat de gids veel praktische voorbeelden die decentrale overheden kunnen helpen om hun MVI-beleid verder vorm te geven.

Wat is maatschappelijk verantwoord inkopen?

Maatschappelijk verantwoord inkopen houdt in dat bij het vormgeven van inkoopopdrachten rekening wordt gehouden met de impact die deze opdrachten hebben op het milieu en onze sociale leefomgeving. Doelstellingen die nagestreefd kunnen worden met MVI zijn mogelijkheden voor werkgelegenheid, voor om- en bijscholing van de beroepsbevolking, sociale inclusie, gendergelijkheid en non-discriminatie, toegankelijkheid en een betere naleving van maatschappelijke normen. De nieuwe Europese handreiking spreekt van ‘maatschappelijk verantwoorde overheidsopdrachten’, wat inhoudelijk dezelfde strekking heeft als MVI. De handreiking biedt decentrale overheden inzicht in de mogelijkheden van het verduurzamen van hun inkoop- en aanbestedingsbeleid binnen de Europese aanbestedingsregels. In Nederland was er al langer aandacht voor het onderwerp. Om MVI te stimuleren, heeft de Rijksoverheid voor de periode 2021-2025 het plan Opdrachtgeven met ambitie, inkopen met impact opgesteld.

Hoe helpt de gids decentrale overheden?

De handreiking Sociaal kopen – Gids voor de inachtneming van sociale overwegingen bij overheidsaanbestedingen bestaat uit vijf hoofdstukken over de voordelen van MVI, het opstellen van een organisatiestrategie, het vaststellen van maatschappelijke behoeften, de details van de aanbestedingsprocedure en het handhaven van de opdrachtvoorwaarden. Ieder hoofdstuk bevat praktijkvoorbeelden en praktische tips.

Vier voorbeelden uit de praktijk
Rotterdam, Nederland
De gemeente Rotterdam wilde de verschillende vervoersdiensten voor burgers met speciale mobiliteitsbehoeften integreren. Om vast te stellen wat de maatschappelijke behoeftes waren van de doelgroep, heeft de gemeente uitgebreid klantgericht onderzoek verricht. Vervolgens zijn de sociale behoeften en gewenste resultaten vóór het begin van de aanbestedingsprocedure medegedeeld aan de potentiële inschrijvers.

Cork, Ierland
De gemeenteraad van Cork, Ierland, koos voor een concurrentiegerichte dialoog bij het aanbesteden van sociale huisvesting. Eerst werden projectontwikkelaars gevraagd om projectvoorstellen in te dienen die werden beoordeeld op locatie, toegang tot voorzieningen en openbaar vervoer en de kans op het verkrijgen van een bouwvergunning. Vervolgens is de gemeente een concurrentiegerichte dialoog aangegaan met de inschrijvers om de oplossingen die het best aansloten bij de maatschappelijke behoeften verder te ontwikkelen. De dialoog bestond uit verschillende verdiepende gespreksronden, waarna de kandidaten werden uitgenodigd een inschrijving ter beoordeling voor te leggen.

Haarlem, Nederland
De gemeente Haarlem raadpleegde marktdeelnemers om in kaart te brengen welke maatschappelijk verantwoorde ICT-oplossingen haalbaar waren voor het uitschrijven van een opdracht. Voor de start van de aanbestedingsprocedure organiseerde de gemeente een bijeenkomst voor inkopers en leveranciers, waar de leveranciers korte presentaties gaven over de MVI-mogelijkheden. Zo werd voor de gemeente duidelijk welke gunningscriteria en contractbepalingen realistisch waren voor de aankomende opdracht.

Espoo, Finland
Bij het aanbesteden van online adviesdiensten nam de gemeenteraad van Espoo toegankelijkheidseisen op in de technische specificaties. De diensten moesten minimaal voldoen aan de conformiteitseisen van niveau A en AA van de richtsnoeren inzake toegankelijkheid van web inhoud. Zo zorgde Espoo voor betere toegankelijkheid voor mensen met een handicap of beperking.

Tips uit de gids

De gids geeft informatie over het gehele aanbestedingsproces. Zo staat in hoofdstuk 4 alles over de MVI-criteria en methoden die overheden kunnen hanteren bij verschillende procedures uit Aanbestedingsrichtlijn 2014/24. Andere tips zijn:

  • Draagvlak creëren bij inschrijvers en begunstigden: het vooraf in kaart brengen van kansen en belemmeringen bij een opdracht levert een duidelijk beeld op van de maatschappelijke doelstellingen. Heldere doelstellingen onderbouwd met praktijkvoorbeelden vergroten de kans op draagvlak onder inschrijvers en begunstigden (hoofdstuk 2);
  • Het kiezen van een aanbestedingsprocedure: waar mogelijk levert het kiezen voor een flexibele procedure meer mogelijkheden op om een goede invulling van de sociale criteria te waarborgen. Dialoog met de inschrijvers en gebruikers van de beoogde diensten of goederen zorgt voor betere aansluiting bij maatschappelijke behoeften binnen de mogelijkheden van de markt (hoofdstuk 3);
  • Het formuleren van gunningscriteria: helder geformuleerde sociale gunningscriteria stimuleren de markt om maatschappelijk verantwoorde resultaten te leveren. Bij het beoordelen van de sociale criteria kunnen overheden gebruik maken van bestaande keurmerken of certificering. Ook kunnen gunningscriteria worden gecombineerd met technische specificaties, selectiecriteria en contractuele uitvoeringsvoorwaarden om de aanpak van sociale risico’s te verbeteren (paragraaf 4.7);
  • Het gebruik van social impact bonds: als financiële risico’s de overheid belemmeren in de uitvoer van het MVI-beleid, kan de overheid overwegen social impact bonds te gebruiken om particuliere investeringen binnen te halen (paragraaf 5.3).

Bron

Sociaal kopen – Gids voor de inachtneming van sociale overwegingen bij overheidsaanbestedingen (tweede editie), Europese Commissie

Meer informatie

Aanbesteden, Kenniscentrum Europa Decentraal
Duurzaam aanbesteden, Kenniscentrum Europa Decentraal
Nieuw plan voor maatschappelijk verantwoord inkopen: ‘opdrachtgeven met ambitie, inkopen met impact’, Kenniscentrum Europa Decentraal


]]>
Monitoringsrapportage aanbestedingsrichtlijn en programma Beter Aanbesteden naar de Tweede Kamer verstuurd https://europadecentraal.nl/monitoringsrapportage-aanbestedingsrichtlijn-en-programma-beter-aanbesteden-naar-de-tweede-kamer-verstuurd/ Mon, 31 May 2021 13:16:32 +0000 https://europadecentraal.nl/?p=68716 Staatssecretaris Keijzer van Economische Zaken en Klimaat (EZK) heeft de Tweede Kamer ingelicht over het vervolgprogramma Beter Aanbesteden. Daarbij werd ook een monitoringsrapport verzonden over de naleving van de Europese aanbestedingsregels en een rapportage over het inkoopvolume van de Nederlandse overheid. Aanleiding voor het inlichten van de Tweede Kamer was de periodieke rapportage aan de Europese Commissie over de aanbestedingspraktijk en de uitwerking van het Beter Aanbesteden traject.

Monitoringsrapportage

De Europese aanbestedingsrichtlijn 2014/24 verplicht alle lidstaten om periodiek te rapporteren aan de Europese Commissie over verschillende aspecten van de aanbestedingspraktijk. Nederland diende in mei 2021 haar rapportage in bij de Commissie over de jaren 2018, 2019 en 2020. Uit onderzoek blijkt dat het inkoopvolume van Nederlandse overheden in 2019 is toegenomen tot €86,6 miljard. Daarnaast is het aantal aanbestedingen toegenomen en is het aandeel van mkb-bedrijven daarin rond 60% gebleven. Ook wordt in de rapportage aandacht besteed aan Nederlandse beleidsprioriteiten als maatschappelijk verantwoord inkopen, verbetering van de rechtsbescherming en het vervolgprogramma Beter Aanbesteden.

Programma Beter Aanbesteden

Het Beter Aanbesteden traject van het ministerie van EZK heeft een vervolg gekregen in de vorm van het programma Beter Aanbesteden. Het programma beoogt de kennis en kunde van zowel aanbestedende diensten als ondernemingen te verbeteren. Bovendien moet Beter Aanbesteden ervoor zorgen dat partijen eerder en vaker de dialoog met elkaar aan gaan, om zo ruimte te geven voor innovatieve ideeën die anders buiten een aanbesteding zouden vallen. Ook benadrukt de staatssecretaris in haar kamerbrief het belang van het mkb bij aanbestedingen. Het toegankelijk maken en houden van overheidsopdrachten voor het mkb houdt deze bedrijven aan het werk en draagt zo bij aan het herstel van de Nederlandse economie, aldus de staatssecretaris.

Vervolgstappen

In haar kamerbrief kondigt de staatssecretaris ook een aantal acties aan die voortvloeien uit het programma Beter Aanbesteden. Zo wordt de kennis uit het voorgaande traject Beter Aanbesteden verder verspreid onder overheden en ondernemers door middel van informatieve filmpjes. Daarnaast moet een serie regionale kennissessies voor gemeenten bijdragen aan kennisverbreding. Bovendien worden als onderdeel van het programma Beter Aanbesteden marktdagen georganiseerd, waar overheden en ondernemingen met elkaar in gesprek kunnen treden.

Bron

Kamerbrief Programma Beter Aanbesteden, onderzoek inkoopvolume en monitoringsrapportage, Rijksoverheid
Public Procurement Monitoring Report of the Netherlands (Engels), Rijksoverheid

Meer informatie

Beter aanbesteden: hoe kunt u het beste omgaan met tenderkostenvergoedingen?, Kenniscentrum Europa Decentraal
Actieagenda beter aanbesteden in de Tweede Kamer, Kenniscentrum Europa Decentraal
Traject beter aanbesteden krijgt vervolg na afsluiting actieagenda, Kenniscentrum Europa Decentraal
De praktische toepassing van het beter aanbesteden-evaluatieformulier, Kenniscentrum Europa Decentraal

]]>
Europese Commissie presenteert resultaten van de evaluatie van de staatssteunregels voor land- en bosbouw en plattelandsgebieden https://europadecentraal.nl/europese-commissie-presenteert-resultaten-van-de-evaluatie-van-de-staatssteunregels-voor-land-en-bosbouw-en-plattelandsgebieden/ Tue, 25 May 2021 18:58:39 +0000 https://europadecentraal.nl/?p=68606 De Europese Commissie heeft een evaluatie van de staatssteunregels voor de land- en bosbouwsector en plattelandsgebieden uitgevoerd. Uit de resultaten blijkt dat de staatssteunregels goed functioneren maar er gerichte aanpassingen gedaan moeten worden om de regels beter te laten aansluiten op de Europese beleidsprioriteiten van de Green Deal. Ook zijn de regels rondom productielimieten verouderd en dienen verschillende definities verhelderd te worden. De resultaten van de evaluatie worden gebruikt voor het opstellen van de nieuwe staatssteunregels voor de landbouwsector die in 2023 in werking moeten treden.

Evaluatie staatssteunregels

Sinds 2019 vindt een grootschalige evaluatie van de Europese staatssteunregels uit het State aid modernisation-pakket van 2014 plaats. Ook de staatssteunregels voor de land- en bosbouwsector en voor plattelandsgebieden maken deel uit van deze evaluatie. Staatssteun voor deze sectoren kan worden verleend op basis van de Landbouw Vrijstellingsverordening (LVV) (Verordening (EU) Nr. 702/2014) of de richtsnoeren voor staatssteun in de landbouw- en de bosbouwsector en in plattelandsgebieden 2014-2020. Zowel de LVV als de richtsnoeren zijn verlengd tot respectievelijk eind 2022 en eind 2021. De Europese Commissie heeft het functioneren deze twee instrumenten beoordeeld aan de hand van een interne analyse, een externe studie en input uit openbare raadplegingen waar ook decentrale overheden hun feedback op de LVV en de richtsnoeren hebben kunnen geven. De resultaten van de evaluatie dienen als uitgangspunt voor het opstellen van de nieuwe LVV en richtsnoeren die in 2023 in werking zullen treden.

Resultaten van de evaluatie

Uit de evaluatie blijkt dat de staatssteunregels over het algemeen goed functioneren. Wel zijn de regels betreffende productielimieten voor bepaalde sectoren verouderd. Ook dienen verschillende bepalingen verhelderd te worden, waaronder steun ter vergoeding van door beschermde dieren aangerichte schade. Daarnaast toont de evaluatie aan dat de voorwaarden voor steun in de vorm van gesubsidieerde diensten te complex zijn. De Commissie richt zich op het verhelpen van deze problemen in de nieuwe LVV en in de richtsnoeren. Bovendien moeten de nieuwe staatssteunregels aansluiten op de Europese beleidsprioriteiten die voortvloeien uit de Green Deal, de biodiversiteitsstrategie en de Farm-to-Fork-strategie. Zo gaat de Commissie onderzoeken hoe de staatssteunregels agrariërs kunnen steunen in het bevorderen van de biodiversiteit. De herziening van de staatssteunregels hangt samen met de aanpassing van het gemeenschappelijk landbouwbeleid. Zodoende dient er bij de herziening ook hierbij aansluiting te worden gezocht.

Vervolgstappen

De Commissie zal een effectbeoordelingsverslag opstellen waarin de sociale, economische en milieugevolgen van nieuwe staatssteunregels voor de landbouwsector worden belicht. Conceptversies van de nieuwe LVV en landbouw richtsnoeren worden begin 2022 verwacht.

Bron

Evaluatie van de staatssteunregels voor de landbouw- en de bosbouwsector en in plattelandsgebieden, Werkdocument (Engels), Europese Commissie

Meer informatie

Staatssteun: Commissie publiceert resultaten van de evaluatie van EU staatssteunregels voor de landbouw- en de bosbouwsector en in plattelandsgebieden, Europese Commissie
Landbouw en staatssteun, Kenniscentrum Europa Decentraal
De Europese Commissie verlengt richtsnoeren voor staatssteun in landbouw- en bosbouwsector, Kenniscentrum Europa Decentraal
Europese commissie start openbare consultaties over staatssteunregels, Kenniscentrum Europa Decentraal

]]>
Europese rechtbank: Besluit om Europees burgerinitiatief niet-ontvankelijk te verklaren was onvoldoende gemotiveerd https://europadecentraal.nl/europese-rechtbank-besluit-om-europees-burgerinitiatief-niet-ontvankelijk-te-verklaren-was-onvoldoende-gemotiveerd/ Fri, 21 May 2021 13:50:13 +0000 https://europadecentraal.nl/?p=68543 Het Gerecht van de Europese Unie concludeert dat de Europese Commissie haar besluit uit 2019 tot weigering van een Europees burgerinitiatief onvoldoende heeft gemotiveerd. Met haar uitspraak heeft het Gerecht het Commissiebesluit nietig verklaard.

Het Europees burgerinitiatief

Op basis van artikel 11 VEU en artikel 24 VWEU kan iedere burger van de Europese Unie een voorstel voor een Europees burgerinitiatief (EBI) indienen. Door middel van een EBI kunnen burgers de Europese Commissie verzoeken een wetsvoorstel te doen over een kwestie waarvoor de Europese Unie bevoegd is. De voorwaarden en procedures waar een EBI aan moet voldoen zijn opgenomen in Verordening 2019/788 (EBI verordening). Een burgercomité dient eerst een voorstel voor een EBI in bij de Commissie. De Commissie beoordeelt of het voorstel aan alle voorwaarden van artikel 4 lid 2 van de EBI verordening voldoet. Indien dit niet het geval is, verklaart de Commissie het voorstel niet-ontvankelijk.

Op 5 juli 2019 heeft een burgercomité een EBI voorstel voorgelegd aan de Commissie waarin werd opgeroepen geen producten op de Europese markt toe te laten die geproduceerd zijn door een bezettende macht in een bezet gebied. De Commissie concludeerde in haar besluit dat het voorstel niet aan de voorwaarden van de EBI verordening voldeed omdat het duidelijk buiten het kader van de bevoegdheden van de Commissie viel. De organisatoren van het EBI zijn in beroep gegaan tegen dit besluit bij het Gerecht van de Europese Unie.

Uitspraak van het Gerecht

Het Gerecht oordeelt in haar uitspraak van 12 mei 2021 dat de Europese Commissie haar besluit om het voorstel voor het EBI niet-ontvankelijk te verklaren onvoldoende heeft gemotiveerd. Het doel van het EBI is meer invulling te geven aan het Europees burgerschap en de democratische werking van de Europese Unie te verbeteren door burgerparticipatie. Volgens het Gerecht komt dit doel ernstig in gevaar wanneer de Commissie niet aan haar motiveringsplicht voldoet. In het arrest zet het Gerecht drie elementen uiteen op basis waarvan kan worden geconcludeerd dat de motivatie van de Commissie onvoldoende is.

Ten eerste dient te worden gekeken naar de onderbouwing van de conclusie dat het EBI buiten de bevoegdheden van de Commissie valt. Het Gerecht concludeert dat de Commissie de redenen voor deze conclusie niet uiteen heeft gezet. Ten tweede moet rekening worden gehouden met de relevante context. In het onderhavige geval vormde de inhoud van het EBI relevante context die de Commissie in acht had moeten nemen in haar motivering. Ten derde dient bij de beoordeling van de motivatie gelet te worden op de doelstellingen van het EBI zoals vastgelegd in de verdragen en de EBI verordening. Besluitvorming moet duidelijk zijn voor burgers. Onduidelijkheid kan een afschrikkend effect hebben wat de doelstelling van het EBI als instrument voor burgerparticipatie in gevaar brengt.

Rol van decentrale overheden bij een EBI

Wilt u als decentrale overheid burgers ondersteunen bij het opzetten van een Europees burgerinitiatief? Hier vindt u meer informatie over wat u als decentrale overheid kan betekenen.

Bron

Zaak T-789/19, Arrest van het Gerecht (Tiende kamer – uitgebreid), 12 mei 2021 (ECLI:EU:T:2021:260)
Besluit 2019/1567, 4 september 2019, Europese Commissie

Meer informatie

Perscommuniqué arrest in zaak T-789/19, Gerecht van de Europese Unie
Europees burgerinitiatief portaal, Europese Commissie
Wat zijn de actuele ontwikkelingen rondom het Europees burgerinitiatief?, Kenniscentrum Europa Decentraal

]]>
Raad van State: Beroep tegen omgevingsbesluiten in sommige gevallen mogelijk voor niet-belanghebbenden https://europadecentraal.nl/raad-van-state-beroep-tegen-omgevingsbesluiten-in-sommige-gevallen-mogelijk-voor-niet-belanghebbenden/ Mon, 17 May 2021 12:54:11 +0000 https://europadecentraal.nl/?p=68475 De Afdeling bestuursrechtspraak van de Raad van State heeft bepaald dat niet-belanghebbenden in sommige gevallen in beroep kunnen gaan bij de bestuursrechter tegen omgevingsbesluiten. Dit volgt uit het ‘Varkens in Nood’-arrest van het Europees Hof van Justitie. Niet-belanghebbenden moeten wel een zienswijze hebben ingediend tijdens de voorbereidingsprocedure van een besluit. Tevens moet er voldaan zijn aan het relativiteitsvereiste. Ook decentrale overheden hebben te maken met de verruimde toegang tot de bestuursrechter bij verschillende omgevingsbesluiten.

Achtergrond: het ‘Varkens in Nood’-arrest

Het Europees Hof van Justitie deed begin dit jaar uitspraak in de zaak ‘Varkens in Nood’. In het hoofdgeding procedeerden verschillende partijen tegen een vergunning die de gemeente Echt-Susteren had verleend voor het uitbreiden van een varkensstal. Volgens het Nederlandse bestuursrecht (artikel 8:1 Awb) kunnen alleen belanghebbenden beroep instellen tegen een besluit. Artikel 6:13 Awb legt de drempel voor toegang tot de rechter nog iets hoger, door te bepalen dat alleen belanghebbenden die een zienswijze hebben ingediend tijdens de voorbereidingsprocedure van een besluit beroep mogen instellen. De rechtbank Limburg vroeg het Europees Hof of deze bepaling, in gevallen waar die betrekking heeft op omgevingsbesluiten, in strijd was met het Verdrag van Aarhus. Dit Verdrag waarborgt de rechten van burgers betreffende toegang tot informatie, inspraak in besluitvorming en toegang tot de rechter wat betreft milieuaangelegenheden. Denk hierbij aan het verstrekken van vergunningen voor (landbouw)industrie, de aanleg van (spoor)wegen of het vaststellen van bestemmingsplannen. Het Europese Hof concludeerde in het ‘Varkens in Nood’-arrest dat de beperkte toegang tot de rechter, zoals dat nu geregeld is in het Nederlandse milieurecht, in strijd is met het Verdrag van Aarhus.

Gevolgen voor het Nederlands recht

De Afdeling bestuursrechtspraak van de Raad van State (ABRvS) heeft dusverre in twee uitspraken verduidelijkt wat het arrest van het Europees Hof betekent voor het Nederlands bestuursrecht. Allereerst dient een wetswijziging doorgevoerd te worden om te voldoen aan de Europese regelgeving. Totdat deze wetswijziging van kracht is, dienen de uitspraken van de Afdeling als oplossing voor de praktijk. Verder merkt de Afdeling op dat het ‘Varkens in Nood’-arrest betrekking heeft op beroepen tegen zogenaamde Aarhus-besluiten. Dit zijn besluiten die binnen het toepassingsgebied van het Verdrag van Aarhus vallen. De Afdeling stelt dat het een onwerkbare situatie is voor de rechtspraak om vooraf aan te geven welk besluit een Aarhus-besluit is. In afwachting van een oplossing van de wetgever kiest de Afdeling voor een ruimhartige uitleg. Dit betekent dat de toegang tot de bestuursrechter verruimd wordt in alle omgevingsrechtelijke zaken waarin de uitgebreide openbare voorbereidingsprocedure van toepassing is.

Wie mag er in beroep tegen omgevingsbesluiten?

In haar eerste uitspraak van 14 april 2021 heeft de Afdeling bepaald dat het recht van belanghebbenden om in beroep te gaan niet meer afhankelijk is van het indienen van een zienswijze. Bovendien kunnen belanghebbenden in beroep tegen alle onderdelen van het besluit, ongeacht of zij een zienswijze hebben ingediend of de onderdelen van het besluit die een ingediende zienswijze beslaat. In haar tweede uitspraak van 4 mei 2021 stelt de Afdeling dat niet-belanghebbenden die een zienswijze hebben ingediend ook in beroep kunnen bij de bestuursrechter. Dit kan alleen als de zienswijzeprocedure open stond voor iedereen. Het beroep kan dan zowel over de procedure als over de inhoud van het besluit gaan. Wel moeten niet-belanghebbenden rekening houden met het relativiteitsvereiste. Dit houdt in dat iemand geen beroep kan doen op een rechtsregel indien die regel niet geschreven is om zijn of haar belangen te beschermen. De Raad van State heeft een infographic gemaakt die de hooflijnen van de nieuwe en oude situatie in beeld brengt.

Bron

ABRvS 4 mei 2021, ECLI:NL:RVS:2021:953
ABRvS 14 april 2021, ECLI:NL:RVS:2021:786
Uitspraak 14 januari 2021, C‑826/18, ECLI:EU:C:2021:7 (Varkens in Nood)

Meer informatie

Niet-belanghebbende kan soms toch bij bestuursrechter in beroep tegen omgevingsbesluit, Raad van State
Ruimere toegang tot de bestuursrechter bij omgevingsrechtelijke besluiten, Raad van State

]]>
Europees Parlement stemt formeel in met EU-VK handels- en samenwerkingsovereenkomst https://europadecentraal.nl/europees-parlement-stemt-formeel-in-met-eu-vk-handels-en-samenwerkingsovereenkomst/ Mon, 10 May 2021 10:43:25 +0000 https://europadecentraal.nl/?p=68359 Het Europees Parlement heeft formeel ingestemd met de handels- en samenwerkingsovereenkomst van de Europese Unie en het Verenigd Koninkrijk. Op 29 december 2020 stemden de EU-lidstaten al in met het akkoord en verleenden daarmee toestemming voor de ondertekening en voorlopige toepassing van de overeenkomst met ingang van 1 januari 2021. Met het formele akkoord van het Parlement en de Raad is de overeenkomst op 1 mei 2021 officieel in werking getreden.

De handels- en samenwerkingsovereenkomst

De handels- en samenwerkingsovereenkomst vormt samen met het terugtrekkingsakkoord de basis van de relatie tussen de EU en het VK nu het VK geen lidstaat van de EU meer is. Na lange en intensieve onderhandelingen kwamen de EU en het VK op 24 december 2020 tot een akkoord. Ook een formele instemming van het Europees Parlement is vereist om de overeenkomst in werking te laten treden. Echter vergt een plenaire behandeling en stemming van het Parlement de nodige tijd. Om verstoring in het handelsverkeer tussen de EU en het VK te voorkomen, is het verdrag via voorlopige inwerkingtreding van kracht sinds 1 januari 2021. Op 24 april stemde het Europees Parlement met een grote meerderheid voor het verdrag en na goedkeuring van de Raad is het verdrag nu officieel in werking. Meer informatie over de inhoud van het verdrag kunt u hier lezen.

Resolutie van het Europees Parlement

Het Europees Parlement heeft ook een resolutie aangenomen waarin de parlementariërs hun standpunten over de overeenkomst toelichten. Hierin geeft het Parlement aan positief te zijn over de sluiting van het verdrag, met name omdat hiermee de negatieve gevolgen van de uittreding van het VK kunnen worden beperkt. Uit de resolutie blijkt ook dat het Parlement wel graag een bredere overeenkomst had gezien tussen de EU en het VK. Nu bestaat de overeenkomst uit drie hoofdpijlers: een vrijhandelsovereenkomst, een partnerschap voor de veiligheid van burgers en een set afspraken over de governance van de EU-VK samenwerking. Samenwerking op het gebied van buitenlandbeleid, veiligheid en ontwikkelingssamenwerking maakt bijvoorbeeld geen deel uit van het verdrag.

De Brexit impact scan voor overheden

Benieuwd wat het EU-VK partnerschap betekent voor uw gemeente, provincie, waterschap of rijksoverheidsorganisatie? De Brexit Impact Scan voor overheden is volledig geactualiseerd. Met behulp van de scan inventariseert u of uw overheidsorganisatie al rekening houdt met de nieuwe afspraken tussen het VK en de EU en de eventuele gevolgen.

Bron

EP geeft formele goedkeuring aan EU-VK handels- en samenwerkingsovereenkomst, Europees Parlement
Resolutie van het Europees Parlement van 28 April 2021 over het resultaat van de onderhandelingen tussen de EU en het VK, Europees Parlement

Meer informatie

EU en VK sluiten handels- en samenwerkings­overeenkomst: wat is er afgesproken?, Kenniscentrum Europa Decentraal
Brexit-loket, Kenniscentrum Europa Decentraal

]]>
Herziene Europese richtsnoeren voor regionale steunmaatregelen goedgekeurd https://europadecentraal.nl/herziene-europese-richtsnoeren-voor-regionale-steunmaatregelen-goedgekeurd/ Mon, 03 May 2021 08:48:06 +0000 https://europadecentraal.nl/?p=68196 De Europese Commissie heeft op 19 april de herziene richtsnoeren inzake regionale steunmaatregelen voor de periode van 2022 tot 2027 goedgekeurd. De richtsnoeren bevatten voorwaarden waaronder (decentrale) overheden regionale steun mogen verlenen aan ondernemingen die zich in de aangewezen achterstandsregio’s bevinden. Ook vormen de richtsnoeren de basis voor het opstellen van de Nederlandse regionale steunkaart voor de periode vanaf 2022.

Regionale steun

De Europese staatssteunregels bieden de mogelijkheid steun te verstrekken aan ondernemingen in regio’s met een economische achterstand. Op basis van artikel 107 lid 3 sub a (gebieden onder a) en sub c (gebieden onder c) van het Verdrag betreffende de werking van de Europese Unie (VWEU), kan steun aan ondernemingen in deze regio’s verenigbaar met de interne markt worden verklaard. Regionale steun heeft als doel de economische ontwikkeling van achterstandsregio’s te stimuleren, zonder daarbij het gelijke speelveld van de interne markt te verstoren. De voorwaarden waaronder regionale steun verenigbaar is met de interne markt zijn uiteengezet in de richtsnoeren inzake regionale steunmaatregelen. Daarnaast bevatten de richtsnoeren criteria waaraan regio’s moeten voldoen om als steungebied te worden aangemerkt. Op basis van de artikelen in deel 1 van de Algemene Groepsvrijstellingsverordening (AGVV) kunnen steungebieden regionale steun ontvangen.

Richtsnoeren 2022-2027

De geldigheid van de huidige richtsnoeren, de richtsnoeren 2014-2020, is verlengd tot 31 december 2021. Daardoor zullen de nieuwe richtsnoeren pas per 1 januari 2022 gaan gelden. Zij zullen de periode 2022 tot 2027 beslaan. De herziene richtsnoeren zijn opgesteld op basis van een evaluatie van de bestaande richtsnoeren en een grootschalige raadpleging. Hierbij werd bovendien gelet op de aansluiting van de richtsnoeren bij nieuwe Europese beleidsprioriteiten uit de Green Deal en de industriële en digitale strategieën. De herziene richtsnoeren bevatten onder andere de volgende wijzigingen:

  • Het totale maximale deel van het bevolkingsaandeel van steungebieden was vastgesteld op 47%. Met het vertrek van het Verenigd Koninkrijk uit de EU is het gewenst om het totale maximale bevolkingsaandeel van steungebieden vast te stellen op 48%. Het bevolkingsaandeel vormt één van de criteria voor het afbakenen van de gebieden die voldoen aan de voorwaarden van artikel 107, lid 3, sub a en c VWEU. (paragraaf 7.1);
  • De criteria voor de afbakening van steungebieden zijn behouden, maar lidstaten krijgen meer flexibiliteit voor het afbakenen van steungebieden onder c en in het bijzonder voor het bepalen van gebieden die in aanmerking komen voor steun uit het Just Transition Fund (paragraaf 2, 7.3 en 7.4);
  • De maximale steunintensiteiten zijn verhoogd ter ondersteuning van de doelstellingen van de Green Deal en de digitale strategie. Daarnaast zijn de maximale steunintensiteiten voor verschillende begunstigden verhoogd, waaronder de steunintensiteit voor verafgelegen (‘ultraperifere’) gebieden, grensregio’s en gebieden die kampen met bevolkingskrimp (paragraaf 7.4);
  • De regionale steunkaarten zullen geldig zijn van 2022 tot 2027, met een tussentijdse evaluatie in 2023 (paragraaf 7.6.2);
  • De structuur van de richtsnoeren is vereenvoudigd en verschillende definities en termen zijn verduidelijkt zoals de vraag in welke sectoren de richtsnoeren kunnen worden toegepast.

Steunregio’s in Nederland

In deel 7 van de Europese richtsnoeren zijn de criteria voor de samenstelling van regionale steunkaarten opgenomen. Zo wordt onder andere gekeken naar het BBP en de werkeloosheidscijfers van de regio’s. Voor de periode 2014-2021 zijn delen van Groningen, Drenthe, Friesland, de Achterhoek, Flevoland en Groot-Rijnmond opgenomen in de steunkaart. Decentrale overheden kunnen, ter bevordering van de economische ontwikkeling, steun verlenen aan ondernemingen in de achterstandsregio’s die op de steunkaart staan genoemd. Het ministerie van Economische Zaken is verantwoordelijk voor het opstellen van de Nederlandse regionale steunkaart. Indien de Europese Commissie akkoord gaat met de steunkaart, dan zal deze per 1 januari 2022 van kracht zijn.

Voor vragen, opmerkingen of bijdragen betreffende de regionale steunkaart kunnen decentrale overheden terecht bij het Coördinatiepunt staatssteun decentrale overheden (CSDO) van het ministerie van Binnenlandse Zaken en Koninkrijksrelaties (BZK).

Bron

Mededeling van de Commissie – Richtsnoeren inzake regionale steunmaatregelen, Europese Commissie
Staatssteun: Commissie keurt herziene richtsnoeren inzake regionale steunmaatregelen goed, Europese Commissie

Meer informatie

Regionale steun, Kenniscentrum Europa Decentraal
Nederlandse regionale steunkaart 2014-2020, Europese Commissie

]]>