Onze gemeente heeft klachten ontvangen van enkele ondernemingen omdat andere bedrijven financiële steun krijgen van overheden buiten de EU. Zij menen dat dit indruist tegen de Europese staatssteunregels. Klopt het dat deze regels bij steun van buiten de EU ook van toepassing zijn?
En hoe zit dat met de andere Europese interne marktregels, als er een overheid of ondernemingen van buiten de EU betrokken zijn?
Antwoord in het kort
Nee, de staatssteunregels zijn niet van toepassing buiten de Europese Unie. De Europese Commissie probeert de Europese staatssteunregels wel te promoten buiten de grenzen van de EU.
Voor wat betreft andere interne marktregels: ook de mededingingsregels zijn in principe niet van toepassing buiten de EU. Alleen als een kartel van buitenlandse ondernemingen in de Europese Unie wordt uitgevoerd of een concentratie een ‘communautaire dimensie’ heeft, kunnen de mededingingsregels wel van toepassing worden. Dat is het geval als bijvoorbeeld een groot deel van de omzet door een internationaal kartel in de EU wordt behaald.
Hieronder gaan we nader op dit antwoord in.
Extraterritoriale toepassing staatssteunregels
Zolang er geen effectieve staatssteuncontrole bestaat buiten de EU, kampt de Europese Commissie met het volgende dilemma: of Europese ondernemingen ondervinden een nadeel op de wereldmarkt door de strikte Europese staatssteunregels of de Commissie komt onder druk te staan om de Europese staatssteunregels te versoepelen waardoor de mededinging binnen de EU mogelijk verstoord wordt. Om dit te ondervangen, probeert de Commissie de Europese staatssteunregels te promoten buiten de grenzen van de EU.
Voorbeeld: Turkije
In het geval van bijvoorbeeld Turkije, is al in 1995 door de Associatieraad EG-Turkije een Besluit opgesteld waarin ook de Europese staatssteunregels worden vermeld. Artikel 34 van dit Besluit vermeldt het volgende:
’Voor zover de handel tussen de Gemeenschap en Turkije daardoor ongunstig wordt beïnvloed, zijn steunmaatregelen van de Lid-Staten van de Gemeenschap of van Turkije, in welke vorm dan ook, met staatsmiddelen bekostigd, die de mededinging vervalsen of dreigen te vervalsen door begunstiging van bepaalde ondernemingen of van de produktie van bepaalde goederen, onverenigbaar met de goede werking van de douane-unie.’
Daarnaast bepaalt artikel 39 van hetzelfde besluit:
‘Ten behoeve van de totstandkoming van de economische integratie die het doel is van de douane-unie, ziet Turkije erop toe dat zijn wetgeving op het gebied van mededingingsvoorschriften verenigbaar wordt gemaakt met die van de Gemeenschap en dat deze effectief zal worden toegepast.’
Uit de bovengenoemde artikelen volgt dus dat Turkije zich tot doel heeft gesteld dat zijn mededingingsvoorschriften in overeenstemming zijn met die van de EU.
Extraterritoriale toepassing andere EU interne marktregels
Ook de artikelen 101 VWEU (kartelverbod) en 102 VWEU (verbod op misbruik dominante positie) bepalen niets ten aanzien van de extraterritoriale toepassing (dus buiten de EU) van de betreffende artikelen. Het Europees Hof van Justitie behandelde deze kwestie in de Woodpulp-zaak.
Artikel 101 VWEU (kartelverbod) Woodpulp casus
De Woodpulp-zaak betrof een vermeend kartel in de houtpulpsector. De Commissie stelde vast dat er een kartel bestond; echter de deelnemers aan het kartel waren buiten de EU gevestigd. Tegen de beslissing van de Commissie werd beroep aangetekend waarin werd aangevoerd dat de Commissie geen jurisdictie heeft om haar mededingingsrecht buiten de EU toe te passen.
Oordeel Hof van Justitie
Het Europees Hof van Justitie besloot in deze zaak echter als volgt:
‘In dit verband zij opgemerkt dat een inbreuk op artikel 85, zoals het sluiten van een overeenkomst waardoor de mededinging binnen de gemeenschappelijke markt wordt beperkt, uit een tweeledige gedraging bestaat: de vorming van het kartel en het in praktijk brengen ervan. Door de toepasselijkheid van de mededingingsrechtelijke verbodsbepalingen afhankelijk te stellen van de plaats waar het kartel is gevormd, zou het de ondernemingen natuurlijk wel erg gemakkelijk worden gemaakt om die verbodsbepalingen te omzeilen. Het gaat er dan ook om, waar aan het kartel uitvoering wordt gegeven.
In casu hebben de producenten binnen de gemeenschappelijke markt aan hun prijsafspraak uitvoering gegeven. Daarbij doet niet ter zake, of zij al dan niet de hulp hebben ingeroepen van in de Gemeenschap gevestigde dochterondernemingen, agentschappen, onderagentschappen of filialen, ten einde in contact te komen met aldaar gevestigde kopers.
Onder die omstandigheden is de bevoegdheid van de Gemeenschap om haar mededingingsregels ten aanzien van dergelijke gedragingen toe te passen, gedekt door het in het internationaal publiekrecht algemeen aanvaarde territorialiteitsbeginsel.’
Het Hof stelde dus dat het er om gaat waar aan het kartel uitvoering wordt gegeven. Als dat binnen de Unie is, kunnen de Europese mededingingsregels van toepassing zijn.
Concentratieverordening
Ook in de Concentratieverordening komt de vraag naar de extraterritoriale toepassing ervan niet aan de orde. Echter, als een concentratie een ‘communautaire dimensie’ heeft, is de verordening wel van toepassing. Zie hiervoor artikel 1 van de verordening. Er is bijvoorbeeld sprake van een communautaire dimensie als de totale omzet die over de gehele wereld door alle betrokken ondernemingen tezamen is behaald, meer dan 5 miljard EUR bedraagt. In dat geval is de verordening dus van toepassing.
Meer informatie:
Europees recht en beleid decentraal, Kenniscentrum Europa Decentraal,
Concentratietoezicht en kartelverbod, Europees mededingingsrecht, Kenniscentrum Europa Decentraal
Staatssteun, Kenniscentrum Europa Decentraal
Jones, A., Surfin, B., EU Competition Law, Chapter 16 Extraterritoriality, international aspects and globalization (Oxford University Press, fourth edition, 2011)
Wood Pulp zaak (Gevoegde zaken C-89/85, C-104/85, C-114/85, C-116/85, C-117/85 and C-125/85 to C-129/85), Eur-lex