Een gemeente wil een ziekenhuis belasten met de uitvoering van taken op het gebied van sociaal domein. Zo wordt het het ziekenhuis met DAEB belast. Kan het DAEB-vrijstellingsbesluit gebruikt worden om de financiering hiervan conform de staatssteunregels in te richten?
Antwoord in het kort
Ja, het DAEB vrijstellingsbesluit (uit 2012) zou kunnen worden gebruikt. Van het vrijstellingsbesluit kan gebruik worden gemaakt wanneer er niet wordt voldaan aan de vierde voorwaarde van het Altmark arrest (aanbesteden of benchmark). Het vrijstellingsbesluit verwijst ook uitdrukkelijk naar de zorgsector en maakt duidelijk dat bijvoorbeeld ziekenhuizen en in de sociale dienstverlening actieve ondernemingen met de uitvoering van diensten van algemeen economisch belang belast kunnen zijn. Het dient dan wel te gaan om duidelijk afgebakende taken, die voorzien in sociale behoeften met betrekking tot onder andere de gezondheidszorg en langdurige zorg.
Wat zijn Diensten van Algemeen Economisch Belang
Diensten van Algemeen Economisch Belang (DAEB) zijn (voor wat betreft de staatssteunregels) economische activiteiten die het algemeen belang dienen. In de in 2014 verschenen Handreiking DAEB vindt u een uitgebreide beschrijving over (de praktijk van) DAEB vinden.
Bij het belasten van een onderneming met het uitvoeren van een DAEB moet er altijd sprake zijn van marktfalen. In casu mogen er dus geen andere partijen zijn die de gemeentelijke activiteiten onder bepaalde maatschappelijke voorwaarden in het sociaal domein kunnen uitvoeren. Bij beoordeling of een DAEB staatssteun betreft, gaat de Commissie van de principes van noodzakelijkheid en proportionaliteit uit.
Onlangs heeft de voorzieningenrechter in Den Haag een uitspraak gedaan over de toepassing van het DAEB-vrijstellingsbesluit, specifiek in relatie tot zorgactiviteiten. Hieronder wordt daar ook nader op ingegaan.
Altmark-arrest: geen staatssteun
Het Altmark-arrest (HvJ-EU) is een belangrijke aanleiding geweest voor verdere uitwerking van staatssteunregelgeving met betrekking tot de staatssteunproof financiering van DAEB. Er is geen sprake van staatssteun wanneer de steunmaatregel enkel dient ter compensatie voor de uitvoering van een DAEB door een onderneming. De gemeente doet er verstandig aan de voorgenomen aanwijzing van de DAEB en de bijbehorende compensatie daarvoor aan het ziekenhuis of de zorg onderneming te toetsen aan de zogenaamde Altmark-gronden. Op deze pagina vindt de voorwaarden uit het Altmark-arrest.
Altmark-criteria van toepassing in alle sectoren
Het Gerecht heeft in de zaak T-137/10 CBI v Commissie opgemerkt dat de Altmark-criteria en het DAEB-regelgevingspakket van toepassing zijn op alle sectoren (dus ook zoals in dit geval van het CBI, de gezondheidszorgsector). Echter, bij de toepassing ervan moet uiteindelijk wel altijd rekening worden gehouden met de bijzonderheden van de sector in kwestie.
DAEB pakket
Als niet aan de vierde voorwaarde uit het Altmark-arrest is voldaan (aanbesteden/benchmarking) moet nagegaan worden of de steun ‘staatssteunproof’ kan worden verleend onder toepassing van één van de instrumenten uit het DAEB pakket van de Commissie uit 2012. Het in DAEB-vrijstellingsbesluit maakt onderdeel uit van dit pakket. In dit besluit, dat kort gezegd de vrijstellingsmogelijkheden voor staatssteunproof financiering van DAEB beschrijft, wordt ook specifiek verwezen naar zorgactiviteiten.
Gebruik van het Vrijstellingsbesluit
Een van de onderdelen uit het DAEB pakket is het DAEB-vrijstellingsbesluit. Daar zou gebruik van gemaakt kunnen worden. Steun die wordt verleend met inachtneming van de voorwaarden uit het DAEB vrijstellingsbesluit wordt geacht met de interne markt verenigbaar te zijn en betreft daarom geen onrechtmatig verleende staatssteun.
Vrijstellingsbesluit 2012 in de zorg
Uit het DAEB-vrijstellingsbesluit 2012 vloeit voort dat ziekenhuizen met taken van algemeen economisch belang belast kunnen zijn. Uit het vrijstellingsbesluit volgt dat ondernemingen actief in de zorg wegens de huidige economische omstandigheden en ontwikkeling van de interne markt mogelijk steun nodig hebben. Het bedrag van steun kan de vastgestelde drempel derhalve overschrijden. Daarom bepaalt het vrijstellingsbesluit in artikel 2.1 sub b en c dat compensatie aan ondernemingen die met sociale diensten zijn belast, niet gebonden is aan het compensatieplafond van maximaal € 15 miljoen per jaar zoals is vastgelegd in artikel 2.1 sub a.
Een ziekenhuis verricht, naast het verlenen van medische zorg, ook bijkomende activiteiten (e.g. onderzoek of het uitbaten van een cafetaria)die rechtstreeks gerelateerd zijn aan de hoofdactiviteiten van een ziekenhuis. Dit heeft niet tot gevolg dat het betreffende ziekenhuis buiten de toepassing van het DAEB-vrijstellingsbesluit valt. Compensatie mag echter alleen verleend worden voor duidelijk afgebakende DAEB’s en activiteiten die voorzien in sociale behoeften met betrekking tot de medische zorg. De gemeente dient zich er dus van te vergewissen dat de compensatie voor de opgedragen DAEB aan het ziekenhuis of zorgonderneming niet wordt aangewend als compensatie voor bijvoorbeeld horeca of (commercieel) onderzoek activiteiten.
Voorwaarden gebruik DAEB Vrijstellingsbesluit
Om van het DAEB-vrijstellingsbesluit gebruik te kunnen maken, moet de betrokken onderneming expliciet met het beheer van de DAEB worden belast. Dit kan door middel van één of meer (gemeentelijke) besluiten. In artikel 4 van het vrijstellingsbesluit is neergelegd welke gegevens in het aanwijzingsbesluit moeten worden opgenomen. Ook moet er op grond van de artikelen 5 en 6 van het vrijstellingsbesluit voor worden gezorgd dat de betrokken onderneming niet meer steun ontvangt dan strikt noodzakelijk is. Het is niet nodig om een melding of kennisgeving bij de Commissie te doen. Wel zal eens per twee jaar over de daadwerkelijke uitgaven moeten worden gerapporteerd.
Praktijkvoorbeeld toepassing DAEB in zorg
Onlangs heeft de voorzieningenrechter in Den Haag geoordeeld dat een Nederlandse steunmaatregel (met betrekking tot de NIP-test) verenigbaar is met de interne markt op basis van het DAEB-vrijstellingsbesluit. Ook de voorzieningenrechter stelt dat lidstaten een ruime beoordelingsvrijheid hebben om te bepalen of een dienst als DAEB aangemerkt kan worden. De toezichthoudende taak van de Commissie is beperkt tot de toets of er geen sprake is van een kennelijke fout bij de definitie van een DAEB. Een dienst kan volgens deze voorzieningenrechter als DAEB worden aangemerkt als deze niet op een voor de Staat bevredigende wijze door de markt wordt aangeboden, bijvoorbeeld omdat de prijs te hoog is. Zie hierover meer specifiek ook afweging 4.6 van de uitspraak.
Naar het oordeel van de voorzieningenrechter is dus in dit geval in redelijkheid besloten om de uitvoering van de zogenaamde NIP-test als DAEB (in de gezondheidszorg) aan te merken. De conclusie van de voorzieningenrechter is dat de Subsidieregeling NIPT voldoet aan de voorwaarden van het DAEB-vrijstellingsbesluit en dus ook de staatssteunregels.
Decentrale relevantie
Weliswaar betreft het hier een uitspraak met een voorlopige voorzieningskarakter, maar tevens is het een concreet praktijkvoorbeeld van een aanwijzing van een DAEB in de zorgsector. Ook voor gemeenten kan dit praktijkvoorbeeld illustreren dat zij weloverwogen ziekenhuizen of zorginstellingen met een DAEB kunnen belasten, zolang er geen sprake is van een kennelijke fout en de dienst niet op een bevredigende wijze door de markt wordt aangeboden.
Meer informatie:
Diensten van Algemeen Economisch Belang, Kenniscentrum Europa Decentraal
Staatssteun, Kenniscentrum Europa Decentraal
Altmark-arrest, Kenniscentrum Europa Decentraal
DAEB Pakket, Kenniscentrum Europa Decentraal
Handreiking DAEB, Kenniscentrum Europa Decentraal