Damian Slobbe – Europa decentraal https://europadecentraal.nl Europees recht in duidelijke taal! Fri, 20 Oct 2023 10:17:41 +0000 nl-NL hourly 1 https://wordpress.org/?v=6.5.5 https://europadecentraal.nl/wp-content/uploads/2022/05/cropped-Logo-KED-tp-32x32.png Damian Slobbe – Europa decentraal https://europadecentraal.nl 32 32 Europese Commissie tikt Nederland op de vingers over mestbeleid https://europadecentraal.nl/nieuws/europese-commissie-tikt-nederland-op-de-vingers-over-mestbeleid/ Mon, 30 Jan 2023 13:17:55 +0000 https://europadecentraal.nl/?post_type=nieuws&p=91558 De Europese Commissie is bezorgd over de manier waarop Nederland de Europese verplichtingen rondom het mestbeleid implementeert. Voorheen mochten boeren in Nederland dankzij een uitzondering (derogatie) uit Brussel meer mest uitrijden dan in andere landen. Deze uitzonderingspositie wordt afgebouwd en zal in 2026 eindigen. Minister Piet Adema van Landbouw, Natuur en Voedselkwaliteit wilde het jaar 2023 zien als ‘overgangsjaar’ voor verschillende maatregelen. Eurocommissaris Virginijus Sinkevičius heeft begin december echter een brief gestuurd naar de minister waarin hij aangeeft dat Nederland de implementatie van de Europese mestregels niet kan uitstellen.

Wat houdt de mestderogatiebeschikking in?
De Europese Unie stelt regels voor meststoffen, met als doel het het herstel van natuur- en waterkwaliteit en het inperken van stikstoffen. Dit is nodig om te voldoen aan de doelen van de Green Deal en de Kaderrichtlijn Water (KRW). Zo mogen boeren in de EU maximaal 170 kilo stikstof per hectare uitrijden. Nederland genoot al jaren een uitzondering (‘derogatie’) op deze regel: voor Nederlandse boeren was dit 230 tot 250 kilo.

Vorig jaar is de Europese Commissie met een beschikking gekomen die een einde maakt aan de Nederlandse uitzonderingspositie. Er wordt een  afbouwperiode ingesteld tot 2026, waardoor Nederlandse boeren in 2026 niet meer mest mogen uitrijden dan boeren in andere Europese landen. De kwaliteit van het grond- en oppervlaktewater in Nederland is namelijk onvoldoende als gevolg van nitraten, stoffen die te vinden zijn in mest, die zich uitspoelen in de grond.

Recente ontwikkelingen

Minister Adema heeft op 2 december 2022 in een Kamerbrief gesteld dat in 2023 nog niet aan de nieuwe voorwaarden voldaan hoefde te worden, maar dat het een overgangsjaar zou zijn. Nieuwe maatregelen zouden pas in 2024 van kracht worden. Dit is in Brussel niet goed gevallen, met als gevolg de brief van  Eurocommissaris Sinkevičius van 19 december waarin hij zijn bezorgdheid uit over de vertraging en aangeeft dat er in 2023 wel degelijk stappen gezet moeten worden naar aanleiding van de derogatiebeschikking. Wanneer hier niet aan wordt voldaan, dreigt hij ermee dat de afbouwperiode tot 2026 komt te vervallen, waardoor Nederlandse boeren per direct minder mest mogen uitrijden

De gevolgen

Om dit te voorkomen, heeft minister Adema in een Kamerbrief van 20 januari 2023 aangegeven dat verschillende maatregelen versneld ingevoerd worden.  Zo moeten bufferstroken aangelegd worden tussen de akker en water, waarop niet bemest mag worden. Deze maatregel gaat in vanaf 1 maart 2023 in plaats van 1 januari 2024.

Ook gaat het om maatregelen rond het inzaaien van vanggewassen op zand- en lössgrond. Het tijdig (voor 1 oktober) inzaaien van zulke gewassen vermindert namelijk de uitspoeling van meststoffen naar grondwater. De minister zal de komende maanden met een systematiek komen om landbouwers die later dan 1 oktober vanggewassen inzaaien te korten op de stikstofgebruiksnorm.

Een ander punt waar de Commissie kritisch op is, zijn met nutriënten verontreinigde gebieden. Dit zijn gebieden waar de derogatie sneller wordt afgebouwd. Per 2025 mag daar 20% minder stikstof uitgestoten worden. Nederland had de eerste stap voor het aanwijzen van deze gebieden in januari 2023 moeten zetten. De minister wijst nu drie waterschappen aan als verontreinigd gebied. Dit zijn gebieden in de waterschappen Noord-Hollands Noorderkwartier, Brabantse Delta en Delfland. Hierdoor is nu 42% van het landbouwoppervlak aangewezen als met nutriënten verontreinigend gebied.

Decentrale relevantie

Waterschappen en provincies hebben een verantwoordelijkheid om het grond- en oppervlaktewater te monitoren en te zuiveren. Wanneer er minder meststoffen in de bodem uitspoelen heeft dit een positief effect op de waterkwaliteit. Daarnaast zijn provincies verantwoordelijk voor natuurbeheer, de uitvoering van de plannen om stikstofuitstoot door de landbouw te beperken en vergunningverlening aan boeren.

Bronnen

Kamerbrief 2 december 2023, Rijksoverheid
Kamerbrief 20 januari 2023, Rijksoverheid
Kabinet wist al weken dat Brussel Nederlands mestbeleid niet accepteert, NOS

Meer informatie

Uitzonderingspositie voor boeren ingetrokken door Europese Commissie, Kenniscentrum Europa Decentraal
Meststoffen en stikstof, Kenniscentrum Europa Decentraal


]]>
Raad en Parlement bereiken akkoord over aanscherping Verordeningen landgebruik en inspanningsverdeling https://europadecentraal.nl/nieuws/raad-en-parlement-bereiken-akkoord-over-aanscherping-verordeningen-landgebruik-en-inspanningsverdeling/ Mon, 21 Nov 2022 11:06:10 +0000 https://europadecentraal.nl/?post_type=nieuws&p=89749 Er is een voorlopig politiek akkoord bereikt tussen de Raad en het Europees Parlement over de herziening van twee verordeningen die onderdeel zijn van het ‘Fit for 55’-pakket. De herzieningen slaan op de Verordening op landgebruik, verandering in landgebruik en bosbouw (LULUCF, Verordening (EU) 2018/841) en de verordening inzake de verdeling van de inspanningen (ESR, Verordening (EU) 2018/842). De LULUCF-verordening werd in 2018 voor het laatst herzien. Met de geplande herzieningen sluiten beide Verordeningen beter aan bij de klimaatambities van de EU.

Achtergrond van het ‘Fit for 55’-pakket

Het ‘Fit for 55’-pakket sluit aan bij de doelstelling van de Europese Commissie: de uitstoot van broeikasgassen in 2030 met 55% verlagen ten opzichte van 1990. Het pakket omvat wetsvoorstellen op verschillende onderwerpen, zoals energie, uitstootreductie en financiering. Herzieningen van verordeningen vallen hier ook onder. Tot nu toe zijn er twee delen van het ‘Fit for 55’-pakket gepubliceerd, waarvan deel één een globaal overzicht geeft en deel twee dieper in gaat op de uitwerking.

Strengere eisen voor LULUCF-sector door herziening

Door het recente akkoord tussen de Raad en het Parlement wordt de Verordening op landgebruik (bijvoorbeeld gras- en akkerland), verandering in landgebruik en bosbouw (LULUCF) gewijzigd. Het doel van deze herziening is om de LULUCF-sector meer te betrekken bij de klimaatambities van de EU voor 2030, zodat deze ambities waargemaakt kunnen worden. De sector is namelijk verantwoordelijk voor zowel de uitstoot als de opname van CO2.

Een nieuwe maatregel is dat er voor de sectoren die vallen onder LULUCF een Europees streefcijfer wordt geïntroduceerd voor hoeveel broeikasgas er netto verwijderd moet zijn voor 2030. Dit bedraagt voor de gehele EU 310 miljoen ton CO2-equivalent. Dit getal is gebaseerd op de gemiddelde broeikasgasinventarisatiegegevens van de EU van de jaren 2016 tot en met 2018. Als onderdeel van deze inventarisatie is er volgens Verordening Nr. 525/2013 gekeken naar onder andere de uitstoot van CO2 en de hoeveelheid stikstof in de lucht.

Om dit te halen wordt er in de periode van 2026 tot en met 2030 jaarlijks een nationaal streefcijfer bepaald per lidstaat. Dit nationaal streefcijfer zal ook jaarlijks vanaf 2026 lineair aangescherpt worden. Vanaf 2026 zal elke lidstaat er dus voor moeten zorgen dat hij jaarlijks meer CO2 gaat absorberen dan dat hij uitstoot, totdat de lidstaat in 2030 uiteindelijk op het nationale streefcijfer zit. Het gegeven dat er niet meer uitgestoten mag worden dan geabsorbeerd slaat ook op de ‘geen debet’-regel die in 2018 is geïntroduceerd binnen de LULUCF-verordening. Daarnaast worden er flexibiliteitsregels toegevoegd indien er sprake is van natuurlijke verstoringen. Hieronder vallen onder andere grote natuurbranden en gebeurtenissen die het gevolg zijn van klimaatverandering.

Vervolgens zal de Commissie zes maanden na de algemene inventarisatie op grond van artikel 14 van de Overeenkomst van Parijs een verslag indienen over de werking van de LULUCF-verordening. Er zal dan ook gekeken worden of andere uitstoot dan CO2 van de landbouw ook onder de LULUCF-verordening zou moeten vallen.

Strengere uitstootmaatregelen voor lidstaten om klimaatambitie te behalen

Naast het akkoord op de herziening van de LULUCF-verordening is er een politiek akkoord bereikt over de Verordening inzake de verdeling van de inspanningen. Op het gebied van het behalen van de CO2-reductiedoelen is het emissiehandelsysteem (Emission Trading System, ETS; Richtlijn 2003/87/EG) het belangrijkste instrument voor de EU om tot deze doelen te komen. Het houdt in dat bedrijven verplicht zijn een vergunning te hebben voor de broeikasgassen die ze uitstoten.

Veel sectoren vallen niet onder het emissiehandelsysteem, maar stoten wel broeikasgassen uit. Voorbeelden zijn wegvervoer, binnenlands maritiem vervoer, gebouwen, land- en tuinbouw, kleinschalige industrie en de afvalindustrie. Voor deze sectoren, die niet onder de ETS- of LULUCF-verordening vallen, is de Effort Sharing Regulation (ESR) opgesteld, ook wel de Verordening inzake de verdeling van de inspanningen genoemd.

De reden van herziening is dat de Verordening niet meer aansluit bij de huidige klimaatdoelen die vanuit de EU zijn gesteld. Door de herziening zal onder andere het lineaire emissietraject per lidstaat geactualiseerd worden. Dit houdt in dat in de periode van 2026 tot 2030 per jaar gekeken kan worden of de emissieruimten van de sector naar boven of beneden moet worden bijgesteld. Ook komt er een mogelijkheid voor lidstaten om, door broeikasgassen te verwijderen uit de LULUCF-sector, een krediet op te bouwen dat gebruikt kan worden om de streefcijfers te halen. Deze mogelijkheid bestaat alleen in de periode van 2021 tot 2025 en in de periode van 2026 tot 2030.

Decentrale relevantie

Op dit moment geeft de LULUCF-verordening decentrale overheden een kader over de inrichting van terreinen. De LULUCF-verordening is de enige in zijn soort omdat de LULUCF-sector de enige sector is waar netto verwijderingen van CO2 uit de atmosfeer mogelijk zijn door de opslag van koolstof in biomassa, zoals in hout, planten en in de bodem. Daarnaast vallen sommige sectoren die onder de LULUCF- en ESR-verordening vallen onder de bevoegdheden van decentrale overheden. Denk bijvoorbeeld aan de doelstelling van nul emissie voor doelgroepenvervoer binnen de sector mobiliteit of wanneer er nieuwe ruimtes ingevuld moeten worden binnen een gemeente. Daarnaast ligt er een plicht voor decentrale overheden om alle vooruitgang en achteruitgang op het vlak van broeikasgassen te registreren. Dit wordt gedaan om uiteindelijk de totale uitstoot op lidstaat niveau te verminderen.

Bronnen

Persbericht: “Fit for 55”: voorlopig akkoord met ambitieuze doelstellingen voor koolstofverwijdering in sector landgebruik, verandering in landgebruik en bosbouw, Raad

Voorstel herziening LULUCF-verordening, Europese Commissie

Persbericht: “Fit for 55”: strengere emissie­reductie­doelstellingen voor lidstaten, Raad

Voorstel herziening Verordening inzake de verdeling van de inspanningen, Europese Commissie

Meer informatie

Commissies Europese Parlement adviseren over voorstellen wijziging van LULUCF-verordening, Kenniscentrum Europa Decentraal

CO2-Reductie & Emissie­handelssysteem, Kenniscentrum Europa Decentraal

]]>
Nulvervuilingspakket: voorstel nieuwe richtlijn stedelijk afvalwater https://europadecentraal.nl/nieuws/zero-pollution-pakket-voorstel-nieuwe-richtlijn-stedelijk-afvalwater/ Mon, 31 Oct 2022 09:13:35 +0000 https://europadecentraal.nl/?post_type=nieuws&p=89388 De Europese Commissie wil de vervuiling van stedelijk afvalwater verminderen. Hiervoor heeft de Commissie een herziening van de Richtlijn Stedelijk Afvalwater voorgesteld. Het doel hiervan is een betere bescherming van het milieu en de gezondheid.

Nulvervuilingspakket

Op 26 november 2022 heeft de Europese Commissie drie voorstellen gedaan voor een schonere lucht en schoner water, essentieel voor de gezondheid van mens en de natuur. Het nulvervuilingspakket is de uitwerking van de nulvervuilingsambitie van de Europese Green Deal, bedoeld om de afstemming van Europees beleid met de aanbevelingen van de Wereldgezondheidsorganisatie (WHO) aan te scherpen, de rechtszekerheid van het wetgevingskader rondom milieu te versterken en de monitoring en modellering van de toestand van het milieu te verbeteren. Uiteindelijk moet Europa zo in 2050 de verontreiniging van het milieu naar nul terugdringen, in lijn met de Green Deal om Europa tot eerste klimaatneutrale continent te maken.

De drie nieuwe voorstellen bestaan uit strengere regels voor verontreinigende stoffen in de lucht, voor het oppervlakte- en grondwater en voor de behandeling van stedelijk afvalwater. In dit artikel wordt verder ingegaan op de specifieke regelgeving rondom de behandeling van stedelijk afvalwater. U vindt meer informatie over de voorstellen voor de behandeling van oppervlakte- en grondwater op de website van Kenniscentrum Europa Decentraal en over luchtkwaliteit op de website van het Huis van de Nederlandse Provincies.

Voorstel Richtlijn Stedelijk Afvalwater

De Europese Commissie heeft op 26 oktober, in het kader van het nulvervuilingspakket, voorstellen ingediend om onder andere de Richtlijn Stedelijk Afvalwater (Richtlijn 91/271/EEC) te herzien. Dit voorstel heeft tot doel de kwaliteit van oppervlakte- en grondwater te verbeteren. De nieuwe regels zijn van belang voor provincies en gemeenten aangezien zij in hoofdlijnen verantwoordelijk zijn voor de verwerking van afvalwater. Onder de nieuwe regels zullen grote steden ook meer maatregelen moeten nemen als het gaat over geïntegreerde beheersplannen voor stedelijk afvalwater.

Wat is stedelijk afvalwater?

De regels voor de inzameling (gemeenten) en zuivering (waterschappen) van stedelijk afvalwater zijn vastgelegd in de Richtlijn Stedelijk Afvalwater. Die bevat definities, principes, doelstellingen en behandelingsmethoden voor de verschillende soorten afvalwater. ‘Stedelijk afvalwater’ omvat volgens de Richtlijn zowel huishoudelijk afvalwater als mogelijke combinaties van huishoudelijk afvalwater, industrieel afvalwater en afvloeiend hemelwater.

De Richtlijn maakt onderscheid tussen primaire, secundaire en verdergaande zuivering van stedelijk afvalwater. De huidige Richtlijn verplicht lidstaten om in stedelijke gebieden met ten minste 2000 inwoners het lokale afvalwater op te vangen. Het vereiste zuiveringsniveau hangt vervolgens af van de kwetsbaarheid van het water waarin het afvalwater wordt geloosd. In Nederland is het volledige grondgebied als kwetsbaar gebied aangemerkt, waardoor de strengste eisen gelden. Verder stelt de Richtlijn eisen aan het opvangsysteem (riolering), de waterzuiveringsinstallaties (rioolwaterzuiveringsinstallaties), industrieel afvalwater en zuiveringsslib.

Deze Richtlijn wordt herzien door de voorstellen van afgelopen woensdag. Het doel hiervan is om zo nog meer vervuiling aan te pakken. Dit wordt gedaan door de Richtlijn te actualiseren zodat deze in lijn is met de Europese Green Deal en meer bronnen van vervuiling dekt.

Nieuwe regels

De nieuwe maatregelen hebben als doel om de gezondheid van mens, dier en milieu te beschermen, de kwaliteit van afvalwater te verhogen en het water efficiënter te behandelen.

Er wordt onder meer voorgesteld om de afvalwatersector vóór 2040 energieneutraal te maken. Het idee hierachter is dat afvalwater als hulpbron ingezet moet worden. Ook moet er gewerkt worden aan het verbeteren van de kwaliteit van zuiveringsslib, het restant dat overblijft na het zuiveren van afvalwater, zodat ook dit hergebruikt kan worden. Dit draagt ook weer bij aan de circulaire economie. Een andere maatregel is dat er een verplichting komt om nutriënten uit afvalwater te halen. Ook komen er nieuwe normen voor microverontreiniging en monitoreisen voor microplastics.

Interessant voor kleinere gemeenten is dat stedelijke of dorpse gebieden met minstens 1000 inwoners volgens deze herziening nu ook afvalwater moeten gaan inzamelen en behandelen. Momenteel is dit voorbehouden aan steden en dorpen met minstens 2000 inwoners. Grote steden zullen betere maatregelen moeten treffen om de gevolgen van steeds vaker voorkomende zware regenval te kunnen beheren. Daarom moeten grote steden werken aan een geïntegreerd waterbeheerplan.

Sanitaire voorzieningen en productaansprakelijkheid

Ook zal er meer controle plaatsvinden op virussen die zich in het afvalwater bevinden. Denk hierbij aan Covid-19 en antimicrobiële resistentie. Daarnaast moeten EU-landen meer hun best doen om sanitaire voorzieningen voor iedereen mogelijk te maken. Op dit moment hebben ongeveer 10 miljoen Europeanen nog steeds geen toegang tot sanitaire voorzieningen. De Commissie wil dat lidstaten zich vooral focussen op kwetsbare groepen in dit opzicht. Verder omvat het voorstel de introductie van de producentenaansprakelijkheid voor producenten in de farmaceutische en cosmetische industrie, in overeenstemming met het ‘de vervuiler betaalt’ principe. Zij moeten een fonds oprichten om hiervoor te betalen. Ten slotte geeft de Commissie aan dat de afvalwatersector een groot onbenut potentieel heeft voor de productie van hernieuwbare energie, bijvoorbeeld uit biogas. Op dit moment ligt het voorstel van de Commissie ter eerste lezing bij het Europees Parlement.

Bron

Europese Green Deal: Commissie stelt regels voor schonere lucht en schoner water voor, Europese Commissie

Meer informatie

Waterbeheer, Kenniscentrum Europa Decentraal

]]>
Werkprogramma Europese Commissie 2023: wat kunnen we aankomend jaar verwachten? https://europadecentraal.nl/nieuws/werkprogramma-europese-commissie-2023-43-nieuwe-initiatieven-om-huidige-uitdagingen-aan-te-pakken/ Mon, 24 Oct 2022 11:35:35 +0000 https://europadecentraal.nl/?post_type=nieuws&p=89194 Wat kunnen we van de Europese Commissie in 2023 verwachten op thema’s als milieu, digitalisering en een sterker Europa? Waar het werkprogramma vorig jaar nog in het teken stond van initiatieven om Europa samen sterker te maken (Making Europe stronger together) richt het nieuwe werkprogramma zich vooral op de huidige crises die een impact hebben op het leven van alledag, zoals de gevolgen van de Russische inval in Oekraïne en de energiecrisis. Onder de noemer ‘A Union standing firm and united’ komt de Commissie met onder andere 43 nieuwe initiatieven om de huidige crises aan te pakken.

Achtergrond van het werkprogramma

In het werkprogramma van 2023 worden de concrete maatregelen uiteengezet om de zes ambities van de Commissie te verwezenlijken. Het programma bevat naast een lijst van nieuwe voorstellen ook een overzicht van wetgevingsvoorstellen die het komend jaar prioriteit krijgen en voorstellen die juist worden ingetrokken.

De zes speerpunten van de Commissie 2019 – 2024 onder Von der Leyen zijn:

  • een Europese Green Deal;
  • een Europa dat klaar is voor het digitale tijdperk;
  • een economie die werkt voor de mensen;
  • een sterker Europa in de wereld;
  • bevordering van onze Europese levenswijze;
  • en een nieuwe impuls voor de Europese democratie.

Hieronder volgt een nadere uitleg over de belangrijkste initiatieven, hun samenhang met het vorige werkprogramma en de relevantie voor decentrale overheden.

Europese Green Deal

De effecten van klimaatverandering worden steeds zichtbaarder. Denk hierbij aan de hete zomer dit jaar waarin verschillende warmterecords werden gebroken met bosbranden en droogte tot gevolg. Dat is ook de voornaamste reden dat de Commissie een stap extra wil zetten als het gaat om verduurzaming. De meeste voorstellen hiertoe zijn al ingediend in 2022. Het is volgens de Commissie nu vooral belangrijk dat er een snelle overeenkomst komt op het Fit-for-55-pakket. Dit pakket heeft als doel om de uitstoot van broeikasgassen in 2030 met 55% te verminderen ten opzichte van het niveau van 1990.

Daarnaast speelt de prijsvolatiliteit van gas en stroom een grote rol. Als reactie hierop wordt er begin 2023 een voorstel ingediend om de elektriciteitsmarkt van de EU te hervormen. Een initiatief wat hieronder valt is het loskoppelen van de gasprijs van de elektriciteitsprijs. Dit heeft ook als doel om beter te kunnen anticiperen op de industriële transformatie die nodig is voor een koolstofvrij Europa en het streven naar een continent waarin meer wordt ingezet op elektriciteit ten opzichte van gas tegen 2050.

Er wordt een nieuwe Europese Waterstofbank opgezet om te helpen bij het creëren van een groene waterstofeconomie. Die werd al geïntroduceerd in de “Staat van de Unie”-toespraak.

Een ander actiepunt is het verminderen van afval en de milieu-impact van afval waarbij de nadruk vooral ligt op voedsel- en textielafval. Hiertoe gaat de Commissie in het tweede kwartaal van 2023 de aspecten van voedselafval en textiel van de EU-Kaderrichtlijn Afvalstoffen herzien. Ook neemt de Commissie een initiatief om vrachtverkeer verder te verduurzamen om uitstoot zo veel mogelijk tegen te gaan en om verduurzaming te stimuleren.

De Commissie heeft ook aangegeven de wetgeving over de registratie, evaluatie en autorisatie van chemische stoffen (REACH) te herzien. Het doel is om de Europese concurrentievoordelen en innovatie te waarborgen. Onder meer door duurzame chemicaliën te bevorderen, het regelgevingsproces te vereenvoudigen en de menselijke gezondheid en het milieu te beschermen. De REACH-verordening kan stoffen aanmerken als gevaarlijk of zeer zorgwekkend en een verbod instellen op bepaalde chemische stoffen.

Een Europa dat klaar is voor het digitale tijdperk

De EU heeft de ambitie om digitaal soeverein te zijn in een open en onderling verbonden wereld. Om hier vorm aan te geven wordt onder meer een voorstel ingediend voor een gemeenschappelijke Europese ruimte voor mobiliteitsgegevens. Deze ruimte moet een impuls geven aan de digitalisering van de mobiliteitssector, waardoor er bijvoorbeeld oplossingen kunnen worden gevonden voor file- en parkeerproblematiek. Dit kan ook voor decentrale overheden zeer nuttig zijn.

Daarnaast richt de Commissie een academie voor vaardigheden op het gebied van cyberbeveiliging op. Dit is een volgende stap in het beschermen tegen cybercriminaliteit, naast de diverse strategieën en richtlijnen die bedoeld zijn om de digitale veiligheid van burgers, bedrijven en overheden te waarborgen. Met de ‘Cybersecurity Skills Academie’ hoopt de Commissie de strategische vaardigheden van burgers en bedrijven te bevorderen.

Tot slot heeft de Commissie wetgeving voorgesteld voor de digitalisering van EU-reisdocumenten en de facilitering van reizen. Deze wetgeving moet bijdragen aan een grenzeloos, weerbaar en veilig Schengengebied. Dit sluit aan bij de ambities van de Commissie om een Europese digitale identiteit op te zetten.

Andere belangrijke initiatieven die EC voor 2023 gepland heeft

De Commissie kondigt een Europees soevereiniteitsfonds, het European Sovereignty Fund, aan. De gedachte hierachter is dat zij graag ziet dat de toekomst van de industrie in Europa plaatsvindt. Daarnaast wordt het Meerjarig Financieel Kader 2021-2027 herzien.  Het doel hiervan is om opnieuw te beoordelen of de huidige EU-begroting de middelen blijft bieden voor gemeenschappelijke antwoorden op gemeenschappelijke uitdagingen.

Daarnaast wordt benadrukt hoe belangrijk het is om een goed migratie- en asielsysteem te hebben. In het werkprogramma wordt aangegeven dat er het afgelopen jaar vooruitgang is geboekt op het gebied van een Europese aanpak van migratie, zoals uiteengezet in het migratie- en asielpact. De Commissie zal de implementatie van de Joint Roadmap over het asiel- en migratiepact echter blijven ondersteunen

Aankomend jaar is uitgeroepen tot The European Year of Skills. De Commissie wil dit verbinden aan het onderwerp migratie en asiel door te kijken welke vaardigheden migranten hebben en hoe deze in Europa het beste tot zijn recht zouden kunnen komen. Voortbouwend op het succes van de Conferentie over de Toekomst van Europa zijn burgerpanels nu deel van de beleidsvorming op bepaalde cruciale gebieden. De nieuwe generatie burgerpanels zal zich beraden op de initiatieven van volgend jaar, toegespitst op voedselverspilling, leermobiliteit en virtuele werelden.

Betere Regelgeving

Betere regelgeving staat hoog op de agenda van de Commissie. Om de enorme hoeveelheid aan Europese regelgeving te beheersen wordt getoetst op noodzaak en het maximale voordeel voor burgers en belanghebbenden. In 2021 werd het REFIT-programma aangevuld met de one in, one out”-aanpak van de Europese Commissie: het idee is dat niet voor elk wetsvoorstel een bestaande wet wordt ingetrokken, maar dat nieuwe lasten gecompenseerd worden door op hetzelfde beleidsterrein vergelijkbare lasten weg te nemen. In het werkprogramma is aangegeven dat deze “one in, one out” aanpak nu volledig is geïmplementeerd.

Daarnaast speelt de ‘Betere Regelgeving’ Agenda van de EU een belangrijke rol in het ondersteunen van duurzaamheid. Het integreert Sustainable Development Goals in impactanalyses, door rekening te houden met significante gevolgen voor de gelijkheid voor iedereen

Vervolgstappen

De Commissie gaat nu met het Europees Parlement en de Raad van Ministers in gesprek over de lijst van gezamenlijke wetgevingsprioriteiten die snelle actie vereisen. Kenniscentrum Europa Decentraal zal in de nieuwsvoorziening uitvoerig aandacht besteden aan de uitwerking van de voor decentrale overheden relevante initiatieven.

Bronnen

Persbericht; Commissie komt met haar werkprogramma voor 2023, Pershoek van de Europese Commissie

Werkprogramma 2023, de Europese Commissie

Bijlage over initiatieven, herzieningen en voorstellen, de Europese Commissie

Meer informatie

Green Deal , Kenniscentrum Europa Decentraal

Informatiemaatschappij, Kenniscentrum Europa Decentraal

Waarom is het werkprogramma van de Europese Commissie relevant voor decentrale overheden?, praktijkvraag Kenniscentrum Europa Decentraal

Wat is de relatie tussen de Staat van de Unie, het werkprogramma en het Meerjarig Financieel Kader?, praktijkvraag Kenniscentrum Europa Decentraal

Onderweg naar 55% minder uitstoot in 2030: Europese Commissie presenteert ‘Fit-for-55’ – pakket, nieuwsbericht Kenniscentrum Europa Decentraal

Werkprogramma van de Europese Commissie voor 2021, nieuwsbericht Kenniscentrum Europa Decentraal

]]>
KED aanwezig bij Juridische 2-daagse https://europadecentraal.nl/ked-aanwezig-bij-juridische-2-daagse/ Wed, 19 Oct 2022 14:59:44 +0000 https://europadecentraal.nl/?p=89081 Op 3 en 4 oktober vond in Noordwijkerhout de Juridische 2-daagse plaats, georganiseerd door de VNG. De Juridische 2-daagse is een congres voor juristen, afdelingshoofden, juridisch medewerkers en geïnteresseerden die werkzaam zijn bij gemeenten. Kenniscentrum Europa Decentraal was op beide dagen aanwezig. Bezoekers van het congres konden terecht bij verschillende adviseurs en medewerkers die hen enthousiast vertelden over de diensten van KED.

Wet M&O

Op dinsdag 4 oktober verzorgde senior adviseur Jochen Meulman een sessie over de actualiteiten rondom de Wet Markt en Overheid (Wet M&O). In de sessie is stilgestaan bij het nieuwe wetsvoorstel wat dit najaar door de Tweede Kamer wordt behandeld, waarin de eisen aan het algemeen-belangbesluit worden aangescherpt.

Met dit wetsvoorstel komt het tijdelijk karakter van de Wet Markt en Overheid te vervallen. Het is als decentrale overheid belangrijk om aandacht te hebben voor deze toekomstige wijziging. Totdat duidelijk is wat de wijziging precies zal inhouden, doen decentrale overheden er goed aan recente jurisprudentie mee te nemen wanneer zij door zo’n besluit een economische activiteit willen uitzonderen van de regels van de Wet M&O.

Algemeen-belangbesluiten

Het wetsvoorstel is, na goedkeuring door de ministerraad, naar de Raad van State gestuurd voor advies. Zodra de Raad van State haar advies naar de Tweede Kamer stuurt, wordt de tekst van de wetswijziging openbaar gemaakt. Het is dus nog niet duidelijk welke wijzigingen de wet precies zal bevatten. Wel is een eerder ontwerp van het wijzigingsvoorstel geconsulteerd. Een voorbeeld is dat decentrale overheden hun algemeen-belangbesluiten beter moeten gaan motiveren. Dit is dan ook behandeld binnen de sessie.

Ook zijn er verschillende uitspraken op dit onderwerp behandeld in de sessie. Denk aan de zaken Swinfun en DVI.

Foto: KED-stagiair Damian Slobbe.

Meer informatie

Algemeen belang besluit, Kenniscentrum Europa Decentraal.

Wet Markt en Overheid verlengd tot 1 juli 2023, Kenniscentrum Europa Decentraal.

]]>
Europese Commissie vraagt feedback: aanvullende regelgeving eindpunt voor meststoffen https://europadecentraal.nl/nieuws/europese-commissie-vraagt-feedback-aanvullende-regelgeving-eindpunt-voor-meststoffen/ Mon, 03 Oct 2022 11:25:08 +0000 https://europadecentraal.nl/?post_type=nieuws&p=88508 De Europese Commissie vraagt input op een voorstel voor aanvullende regelgeving op het gebied van meststoffen. De aanvulling ziet specifiek op voorwaarden voor het op de markt brengen van meststoffen die dierlijke bijproducten bevatten. Voor een aantal producten heeft de Commissie in haar voorstel namelijk bepaald dat zij het ‘eindpunt in de productieketen’ hebben bereikt. Bij het handhaven van wet- en regelgeving op het gebied van meststoffen zijn decentrale overheden nauw betrokken. 

Achtergrond: regelgeving dierlijke bijproducten

De Europese regels over dierlijke bijproducten zijn te vinden in Verordening (EG) 1069/2009 (Verordening dierlijke bijproducten). Dierlijke bijproducten zijn producten van dierlijke oorsprong die niet geschikt zijn voor menselijke consumptie omdat ze een risico vormen voor de volksgezondheid, diergezondheid en het milieu. De Verordening dierlijke bijproducten stelt gezondheidsvoorschriften vast voor deze producten. Zo schrijft de Verordening voor hoe dierlijke bijproducten moeten worden verzameld, vervoerd, opgeslagen, gehanteerd en verhandeld. Dierlijke bijproducten worden in verschillende categorieën ingedeeld. Er zijn drie categorieën die een indicatie geven van hoe gevaarlijk het materiaal of product is voor de volks- en diergezondheid. Mest valt onder categorie 2: matig gevaarlijk materiaal.

Op grond van artikel 5, lid 2 van de Verordening dierlijke bijproducten kan een zogenaamd ‘eindpunt in de productieketen’ worden vastgesteld voor bepaalde afgeleide producten. Die afgeleide producten kunnen vervolgens zonder beperkingen op de markt worden gebracht. Ook worden er geen controles meer op deze producten uitgevoerd. Volgens artikel 5, lid 2, 3e alinea kan de Commissie als aanvulling op de Verordening dierlijke bijproducten voor bepaalde afgeleide producten een eindpunt in de productieketen vaststellen. Het voorstel waar input op wordt gevraagd is een aanvulling voor eindpunten in de productieketen van bepaalde organische meststoffen en bodemverbeteraars.

Inhoud van het voorstel

In het voorstel stelt de Commissie voor bepaalde afgeleide producten vast dat zij het eindpunt in de productieketen voor organische meststoffen en bodemverbeteraars hebben bereikt. Deze afgeleide producten vallen daarmee niet meer onder de toepassing van de Verordening dierlijke bijproducten. De producten die in het voorstel worden genoemd moeten daarbij wel aan de betreffende vastgestelde eisen uit Verordening (EU) nr. 142/2011 tot uitvoering van de Verordening dierlijke bijproducten voldoen. 

In artikel 3 wordt een aantal producten genoemd die dit eindpunt hebben bereikt. Dit zijn onder andere compost en verwerkte mest en verwerkt frass. In artikel 4 worden ook nog een aantal andere afgeleide producten genoemd die ook dit eindpunt hebben bereikt, maar die wel aan bepaalde risicobeperkende maatregelen moeten voldoen. Denk aan glycerine, verwerkte dierlijke eiwitten en bloedproducten. Een risicobeperkende maatregel kan vervolgens zijn dat deze materialen moeten worden verpakt in verkoopklare verpakkingen met een bepaalde inhoud en volume zoals vastgesteld in de voorgestelde verordening.

Feedback geven

Indien u op dit voorstel wilt reageren, dan heeft u tot 24 oktober de tijd om dit te doen. Feedback geven kan via deze link. De goedkeuring van de Commissie staat gepland voor het eerste kwartaal van 2023.

Bron

Meststoffen — lijst van dierlijke bijproducten die zonder verdere officiële controles mogen worden gebruikt (bijwerking) – Europese Commissie

Meer informatie

Landbouw – Kenniscentrum Europa Decentraal

Meststoffen en stikstof – Kenniscentrum Europa Decentraal

]]>
Europese Commissie evalueert uitvoering milieumaatregelen in lidstaten: bevindingen uit derde evaluatieverslag  https://europadecentraal.nl/nieuws/europese-commissie-evalueert-uitvoering-milieumaatregelen-in-lidstaten-bevindingen-uit-derde-evaluatieverslag/ Mon, 26 Sep 2022 12:55:41 +0000 https://europadecentraal.nl/?post_type=nieuws&p=88395 Hoe staat het met de naleving van het Europese milieubeleid in de lidstaten? Welke acties dienen de lidstaten te ondernemen volgens de Commissie? Dit is terug te vinden in het derde evaluatieverslag van de uitvoering van het milieubeleid (Environmental Implementation Review, hierna EIR). In het verslag van de EIR zijn de bevindingen over de stand van de uitvoering van het milieubeleid in de lidstaten te lezen. Dit is gebaseerd op de landenrapporten die per lidstaat zijn aangeleverd.

De rol van de evaluatie

In verschillende landenrapporten zijn per lidstaat de prestaties ten aanzien van de uitvoering van de EU-milieuverplichtingen te vinden. Omschreven staat hoe zij omgaan met het beschermen van de luchtkwaliteit, drinkwater en de natuur. Aan de hand van de rapporten zijn de belangrijkste acties per lidstaat opgesteld en voor een aantal thematische gebieden algemene conclusies op EU-niveau getrokken. Een samenvatting vindt u hieronder: 

Circulaire economie en afvalbeheer

Als onderdeel van de Green Deal is in maart 2020 het Actieplan Circulaire Economie verschenen. Dit is het tweede actieplan waarin de Commissie initiatieven heeft aangekondigd voor de volledige levenscyclus van producten.  

Voor het onderwerp circulariteit heeft de Commissie in het EIR gekeken naar verschillende aspecten, onder andere het secundaire gebruik van materialen, hulpbronnenproductiviteit en het bestaan van strategieën en programma’s voor de circulaire economie op nationaal niveau. Ook is de stand van zaken met betrekking tot de omzetting van het afvalwetgevingspakket van 2018 onderzocht, zoals van de Richtlijn betreffende verpakking en verpakkingsafval en de Richtlijn betreffende afvalstoffen.  

In het evaluatie verslaggeeft de Commissie aan dat er vooruitgang zit in de nationale strategieën en actieplannen voor de circulaire economie: de meeste lidstaten beschikken hierover of hebben de vaststelling aangekondigd. De Commissie benoemt wel ook dat er nog grote verschillen zitten tussen de circulariteitspercentages van de lidstaten. Nederland scoort boven het gemiddelde met een secundair gebruik van materialen van 30,9 % (EU-gemiddelde is 12,9%). Hetzelfde geldt voor de productiviteit van hulpbronnen: Nederland scoort met een 5,89 EUR/kg ver boven het EU-gemiddelde van 2,09 EUR/kg.  

Biodiversiteit en natuurlijk kapitaal

In 2020 presenteerde de Commissie haar biodiversiteitsstrategie voor 2030. Deze strategie heeft als doel de biodiversiteit te herstellen en bestaande wetgeving beter in te zetten om tot dit doel te komen. Afgelopen juni heeft de Commissie een belangrijke wet voorgesteld in lijn met de strategie: de wet inzake natuurherstel. Deze wet heeft als hoofddoelstelling om de biodiversiteit in land- en zeegebieden te herstellen en verbeteren. Naast de biodiversiteitsstrategie zijn, om de doelstellingen van een volledig duurzame landbouw en een volledig duurzaam bosbeheer te behalen, ook de “van boer tot bord”-strategie, de EU-bossenstrategie, en het Gemeenschappelijk Landbouwbeleid (GLB) van belang.

Voor het onderdeel natuur heeft de Commissie gekeken naar de naleving van de Habitatrichtlijn, de Vogelrichtlijn en de Verordening betreffende invasieve uitheemse soorten. Zo worden de Natura 2000-gebieden in de lidstaten beoordeeld in hoeverre deze gebieden zorgen voor een gunstige staat van de instandhouding van habitats en soorten. Ook is in het EIR gekeken hoe invasieve uitheemse soorten op afstand worden gehouden.

De Commissie constateert op dit onderwerp dat ondanks verschillende inspanningen van lidstaten de biodiversiteit nog steeds achteruit gaat en er grote druk op de bossen ligt. Daarnaast hebben sommige lidstaten, waaronder Nederland, nog steeds geen maatregelen vastgesteld over hoe zij bepaalde natuurgebieden willen gaan beschermen. Positief is dat in de gehele EU vooruitgang is geboekt met betrekking tot het beoordelen van de staat van en de druk op hun ecosystemen en hun diensten. Dit is gedaan met gebruik van de gemeenschappelijke EU-methodologie (MAES) en in verband met de ecosysteemboekhouding.

Verontreiniging naar nul

In het onderdeel ‘Verontreiniging naar nul’ behandelt de Commissie de onderwerpen luchtkwaliteit, industriële emissies en veiligheid en lawaai tezamen. Daarnaast wordt er gekeken naar waterkwaliteit- en beheer en chemische stoffen.   

In de strijd tegen het terugdringen van lucht-, water- en bodemverontreiniging is er in mei vorig jaar een EU-actieplan Verontreiniging van lucht, water en bodem naar nul gepubliceerd. In dit Zero Pollution-actieplan wordt ernaar gestreefd om voor het jaar 2050 verontreiniging op verschillende vlakken terug te dringen zodat er geen schade meer wordt aangericht aan natuur en milieu. Belangrijke doelstellingen uit dit plan worden ingezet om de verontreiniging aan de bron nog beter aan te pakken zodat de doelstellingen van 2030 sneller behaald kunnen worden. 

In het EIR is onderzocht in hoeverre de geldende wetgeving inzake schone lucht wordt nageleefd. Daarnaast is, net als in 2019, gekeken naar de Richtlijn Industriële Emissies (RIE). In deze evaluatie zijn voor de eerste keer de uitvoeringsgegevens van de Seveso III richtlijn gepresenteerd.

De Commissie concludeert onder andere dat luchtverontreiniging nog steeds een punt van zorg is voor de gezondheid van Europeanen. Daarnaast wordt benoemd dat er meer inspanningen nodig zijn om te voldoen aan de verbintenissen inzake de emissies van ammoniak van de landbouw zoals vastgesteld in de Nationale Emissieplafonds Richtlijn (NEC-Richtlijn).

Waterkwaliteit en -beheer

Het beschermen van watervoorraden en ecosystemen die hiervan afhankelijk zijn, zijn essentieel voor ons milieu, de mensen en cruciaal voor de economie. Daarmee is waterbeleid ook één van de prioriteiten binnen de Europese Green Deal. De belangrijkste instrumenten binnen het waterbeleid zijn de Kaderrichtlijn Water (KRW) en de bijbehorende richtlijnen, de Richtlijn Overstromingsrisico’s, de Drinkwaterrichtlijn, de Zwemwaterrichtlijn, de Nitraatrichtlijn, de Richtlijn inzake de behandeling van stedelijk afvalwater en de Kaderrichtlijn Mariene Strategie (KRM).  

De Commissie heeft geconstateerd dat lidstaten de doelstellingen van de KRW uitvoeren, maar dat de weg naar een goede toestand van de waterlichamen langzaam verloopt ondanks dat de deadline van 2027 nadert. Wat de Commissie nog specifiek als een best practice benoemt, is dat de Nederlandse benadering van het overstromingsrisicobeheer (de rivierbeddingen en overstromingsgebieden van de Rijn en de Maas waar mogelijk herstellen) goed bleek te werken tijdens de overstromingen in 2021.  

Chemische stoffen 

De belangrijkste regelgeving in de EU op het gebied van chemische stoffen is de REACH-verordening. De Verordening reguleert de productie van en handel in chemische stoffen. Ter aanvulling op het REACH-systeem zorgt de Richtlijn indeling, etikettering en verpakking van stoffen ervoor dat gevaarlijke chemische stoffen van een etiket en een verpakking worden voorzien. Uit het EIR is gebleken dat handhaving op deze twee Richtlijnen beter is geworden vergeleken met de periode 2010-2012. Daarnaast is gebleken dat 70% van controles op de REACH-verordening leidt tot handhavingsmaatregelen.  

Klimaat 

Als onderdeel van de Green Deal en in lijn met het Klimaatakkoord van Parijs is in 2021 de Europese Klimaatwet aangenomen. Daarmee is de doelstelling om in 2030 de broeikasgasuitstoot met 55% te verminderen ten opzichte van 1990 en om klimaatneutraal te zijn in 2050, bindend geworden. Sinds 2021 vallen ook de opname van broeikasgasemissies en -verwijderingen door landgebruik en bosbouw (LULUCF) onder de doelstellingen voor emissiereductie.

In de EIR kijkt de Commissie naar het nationale klimaatbeleid en de nationale klimaatstrategieën. Met name de nationale energie- en klimaatplannen en aanpassingsstrategieën worden geëvalueerd. Ook worden de emissies buiten het emissiehandelssysteem (ETS) bekeken. Belangrijke sectorale ontwikkelingen, met name voor wegvervoer, gebouwen en landgebruik en veranderingen in landgebruik en bosbouw, zijn onderzocht. Per lidstaat wordt getoond wat de inkomsten zijn van de veiling in het kader van ETS. Daarnaast worden voor het eerst prioritaire acties per land gepresenteerd. De Commissie concludeert dat de EU-klimaatwetgeving over het algemeen goed wordt uitgevoerd.

Financieren van de uitvoering van milieubeleid 

Om succesvol milieubeleid te voeren, moet dit naar behoren worden gefinancierd. Het grootste deel van de financiering komt uit overheidsuitgaven van de lidstaten en particuliere middelen van marktdeelnemers. Daarnaast kunnen EU-fondsen ook een belangrijke bijdrage leveren. Aan de hand van een investeringsplan voor de Green Deal van 2020 zijn milieu gerelateerde financiering en investeringen onderling verbonden en is er ondersteuning uit de EU-begroting voor de periode 2021-2027. In deze EIR wordt voor het eerst gekeken naar de investeringsbehoeften voor de uitvoering van het milieubeleid. Deze worden vergeleken met de middelen die tot nu toe beschikbaar zijn gemaakt en waarmee invulling wordt gegeven aan het investeringsplan voor de Green Deal.

Ten aanzien van groene investeringen concludeert de Commissie dat het grootste aandeel van de herstel- en veerkrachtplannen is toegewezen aan duurzame mobiliteit, de renovatie van gebouwen, energie-efficiëntie, hernieuwbare energie en energienetwerken.

Milieubeheer

Milieubeheer is een veelomvattend onderwerp dat ziet op het opnemen van milieuoverwegingen in de besluitvorming, deelname van het publiek, toegang tot de rechter, het uitwisselen van informatie, verslaglegging, het waarborgen van de naleving op milieugebied en de aanpak van milieuverplichtingen.

In de EIR kwamen de verplichtingen en onderwerpen op basis van de voorschriften van de Inspire-richtlijn, de Richtlijn inzake de milieueffectbeoordeling, de toegang tot de rechter inzake milieuaangelegenheden, sancties, het waarborgen van de naleving op milieugebied en de Milieuaansprakelijkheidsrichtlijn.

De bevindingen van de Commissie op dit onderdeel luiden dat er onder andere in Nederland nog steeds ruimte is voor verbeteringen wat betreft de toegang van het publiek tot de rechter om besluiten, handelingen of nalatigheden aan te vechten. Dit met name op het gebied van de planning in verband met water, natuur en/of luchtkwaliteit. Ook wordt Nederland benoemd als één van de lidstaten die hun regelgevingskader voor milieubeoordelingen gestroomlijnd hebben naar aanleiding van de herziening van de Richtlijn voor de milieueffectbeoordeling in 2014.

Decentrale relevantie

De bevindingen van de Commissie in het kader van de EIR kunnen ook voor medewerkers van decentrale overheden die zich met bovenstaande onderwerpen bezighouden interessant zijn. Het EIR geeft een inkijkje in de uitvoering van het milieubeleid in andere lidstaten, maar geeft daarmee ook een overzicht van de uitvoering in Nederland. Uit de factsheet van Nederland volgt dat een solide lange termijnplan wordt geïmplementeerd en dat EU-wetgeving wordt uitgevoerd met behulp van een innovatief bestuur dat bestaat uit meerdere niveaus.

Decentrale overheden spelen een grote rol in de uitvoering van milieubeleid, zij dragen zorg voor het uitvoeren van de milieuvoorschriften van de EU. Zo hebben decentrale overheden, bijvoorbeeld ten aanzien van milieubeheer, bepaalde verplichtingen op het gebied van het verstrekken van milieu-informatie, het uitvoeren van milieueffectrapportages en milieu-inspecties.

Bron

Uitvoering milieumaatregelen: Commissie dringt aan op betere toepassing van de EU-milieuwetgeving ter bescherming van de menselijke gezondheid en het milieu, persbericht Europese Commissie

Meer informatie

Klimaat en milieu, Kenniscentrum Europa Decentraal

Milieubeleid, Kenniscentrum Europa Decentraal

Chemische stoffen, Kenniscentrum Europa Decentraal

CO2 en Luchtkwaliteit, Kenniscentrum Europa Decentraal

Energie, Kenniscentrum Europa Decentraal

Klimaat, Kenniscentrum Europa Decentraal

Natuur en Biodiversiteit, Kenniscentrum Europa Decentraal

Waterbeheer, Kenniscentrum Europa Decentraal


]]>
Oproep: Green Deal Going Local. Stuur nu uw initiatief in! https://europadecentraal.nl/nieuws/oproep-green-deal-going-local-stuur-nu-uw-initiatief-in/ Mon, 12 Sep 2022 10:04:25 +0000 https://europadecentraal.nl/?post_type=nieuws&p=88022 Circulaire economie, beperking van de klimaatverandering en schone mobiliteit. Alle drie belangrijke thema’s die de Green Deal omvatten. Het Europees Comité van de Regio’s (CvdR) doet een oproep aan de leden en plaatsvervangers, jonge gekozen politici (YEP’s) en de leden van het CvdR-netwerk van lokale en regionale raadsleden binnen de Europese Unie om recent afgeronde of lopende projecten te delen die in lijn staan met het realiseren van de doelstellingen van de Green Deal. Het doel van de oproep is om duurzame projecten te verzamelen om vervolgens hiermee lokale en regionale overheden uit de gehele EU te stimuleren om de doelstellingen van de Green Deal te halen en de uitstoot van broeikasgassen te verminderen.

De achterliggende gedachte van de oproep

De Europese Green Deal is erop gericht om van Europa het eerste klimaat neutrale continent te maken. Dit blijkt hard nodig gezien verschillende recente gebeurtenissen, denk aan de aanhoudende droogte hier in Nederland of de verschillende hitterecords die gebroken zijn deze zomer. Klimaatactie is dus meer dan ooit nodig. Steden en regio’s spelen een cruciale rol in het uitvoeren van de Green Deal.

Dit is dan ook de voornaamste reden voor de CvdR om een oproep te doen binnen de EU om interessante lokale initiatieven te delen die bijdragen aan het klimaatneutraal maken van de EU.

Waar kunt u dan aan denken?

Het CvdR kijkt met grote belangstelling naar initiatieven betreffende onderstaande thema’s:

  • Aanpassing aan klimaatverandering
  • Beperking van de klimaatverandering
  • Circulaire economie
  • Energiekwesties, zoals energie-efficiëntie, energiearmoede of hernieuwbare energie
  • Schone mobiliteit
  • Nulverontreiniging (Zero Pollution)
  • Herbebossing en stedelijke vergroening
  • Groene begroting

In november 2022 zal er in Sharm-el-Sheikh (Egypte) de COP27 UN Climate Change Conference plaatsvinden. Het CvdR brengt de gedeelde initiatieven op het gebied van bovenstaande thema’s in kaart. Deze zullen vervolgens gedeeld worden tijdens deze conferentie met als doel de rol van steden en regio’s op het gebied van wereldwijd klimaatbeheer en de uitvoering van de overeenkomst van Parijs te versterken.

Deel uw groene initiatief!

Mocht u uw duurzame projecten willen delen, vul dan deze korte enquête in. De projecten worden gepubliceerd in de interactieve kaart van het CvdR en verspreid onder verschillende EU-instellingen, belanghebbenden en de pers. U vindt hier het portaal van Green Deal Going Local, opgezet door het CvdR. Via het portaal is meer informatie te vinden over de Green Deal en over de werkgroep die hiervoor is opgericht.

Bron 

Green Deal Going Local: nieuwe oproep om goede praktijkvoorbeelden en klimaatverbintenissen te delen, Europees Comité van de Regio’s

Meer informatie 

Europese Commissie presenteert ‘Zero Pollution Actieplan’: de weg naar een gezonde planeet voor iedereen, Kenniscentrum Europa Decentraal

Europese Green Deal: De weg naar klimaatneutraliteit, Kenniscentrum Europa Decentraal

]]>
Uitzonderingspositie voor boeren ingetrokken door Europese Commissie https://europadecentraal.nl/nieuws/uitzonderingspositie-voor-boeren-ingetrokken-door-europese-commissie/ Mon, 12 Sep 2022 08:53:50 +0000 https://europadecentraal.nl/?post_type=nieuws&p=87984 Vanaf 2023 mogen Nederlandse boeren minder mest uitrijden. De derogatie (uitzondering) op de nitraatrichtlijn waardoor Nederland meer mest uit mocht rijden dan Europees vastgesteld, wordt namelijk afgebouwd. Dit is besloten naar aanleiding van de onlangs door de Europese Commissie uitgebrachte conceptderogatiebeschikking. Het idee hierachter is om dichterbij de doelen van de Green Deal te komen en het verbeteren van de waterkwaliteit op basis van de Kaderrichtlijn Water (KRW).

Recente ontwikkelingen

Vanaf de periode 2023 tot 2025 gaat een afbouwtraject in dat ervoor moet zorgen dat boeren geholpen worden met hun mestafzet. Vanaf 2026 krijgen Nederlandse boeren geen uitzondering meer om meer dan 170 kg mest per hectare uit te rijden. De gevolgen van het afbouwen van de derogatie zijn groot voor melkveehouders. Daarom stelt het kabinet 130 miljoen euro beschikbaar voor melkveehouders die hier gebruik van maken. Zij kunnen vanaf januari 2023 een financiële tegemoetkoming aanvragen.

Wat is nitraat en wat is het belang voor decentrale overheden?

Nitraat is een van de vormen waarin stikstof voorkomt in de bodem en in het water. Het wordt gebruikt in mest en kunstmest. De Nitraatrichtlijn schrijft bijvoorbeeld voor dat een liter water niet meer dan 50 milligram nitraat mag bevatten en stelt een maximum aan de hoeveelheid stikstof die landbouwers op hun grond mogen verspreiden.

Wanneer er te veel nitraat in het water komt is er een kans dat eutrofiëring plaatsvindt. Daaronder wordt de overmatige groei verstaan van waterplanten en algen die het water verstikken en verkleuren, waardoor de normale ecosysteemfuncties verstoord raken en vissen geen zuurstof meer krijgen.

Waterschappen en provincies hebben een verantwoordelijkheid om het grond- en oppervlaktewater te monitoren. Wanneer er minder nitraat in de grond wordt uitgespoeld heeft dit een positief effect op de waterkwaliteit en de naleving van de Kaderrichtlijn Water. Daarnaast zijn provincies verantwoordelijk voor natuurbeheer. De rol van de provincie ligt in het versterken van de natuur en het ontwikkelen van een verantwoord landbouwbeleid.

Wat houdt deze conceptderogatiebeschikking in?

Een eerste stap is dat er zogenoemde ‘verontreinigde gebieden’ aangewezen worden. Dit is het gevolg van een uitspraak die is gedaan in 2018 waarin het Europese Hof van Justitie heeft aangegeven dat landen mogen ingrijpen wanneer er sprake is van uitspoeling van nitraten als de waterkwaliteit hier onder lijdt.

Binnen deze gebieden moet de derogatie het snelste afgebouwd worden. Deze maatregel zat er voor Nederland al een tijd aan te komen. Eind 2021 heeft de Commissie namelijk al aangegeven dat Nederland één van de landen is waar de waterkwaliteit erg slecht is en waar er sprake is van veel uitspoeling van nitraten in de bodem.

Financiële tegemoetkoming

Om de boeren tegemoet te komen heeft het kabinet een zogenoemde transitieregeling opgezet. Dit houdt in dat boeren financieel geholpen worden bij het afvoeren van hun resterende mestvoorraad oftewel de mestafzet. Daarnaast wordt het behoud van grasland zeer gestimuleerd. Om voor boeren in aanmerking te komen voor deze financiële tegemoetkoming moet er 80% grasland worden aangehouden binnen het bedrijf. Grasland heeft namelijk een cruciale functie om stikstof en fosfaat zo veel mogelijk uit ons water te spoelen.  

Hoe de transitieregeling van in totaal 130 miljoen euro voor drie jaar eruit gaat zien, zal de komende periode verder uitgewerkt worden. Het kabinet streeft ernaar ook na 2025 zo veel mogelijk grasland te behouden vanwege de positieve effecten op waterkwaliteit en natuur.

Op 15 september komt het Nitraatcomité bij elkaar en daar zal er door de lidstaten gestemd worden over de voorliggende conceptderogatiebeschikking. Hierover zal de Tweede Kamer op een later tijdstip worden geïnformeerd.

Bron

Financiële transitietegemoetkoming voor afbouwen derogatie, Rijksoverheid

Meer info

Uitvoering van de Nitraatrichtlijn laat volgens de Europese Commissie te wensen over, zeker in Nederland, Kenniscentrum Europa Decentraal

Meststoffen en stikstof, Kenniscentrum Europa Decentraal

De Europese nitraatrichtlijn, Europese Commissie

arrest van het Hof van 21 juni 2018, Europese Commissie tegen BONDSREPUBLIEK Duitsland, Zaaknummer C-543/16, ECLI:EU:C:2018:481, Curia

]]>