Europese rechtspraak

Publicatie: 14 januari 2013

Door:


Europese Commissie, 14 december 2004. Aircraft Services Lemwerder

Steunmaatregel C56/2003. In dit besluit werd de vergelijkingsmethode door de Commissie als een goede berekeningsmethode voor grondtaxatie beoordeeld.

Hierbij komt de grondprijs tot stand door vergelijking met de waarde van recentelijk verkochte vergelijkbare grond in de gemeente of de regio. In Oosterhout Zwaaikom (17 juni 2008 (Steunmaatregel N209/2008) heeft de Commissie dit standpunt herhaald.

Europese Commissie, 19 juni 2002. Terra Mítica/Valencia

Steunmaatregel C 42/2001. De Mededeling grondtransacties schrijft niet een specifieke taxatiemethode voor. Dit is de beleidsruimte van de lidstaten. Deze beleidsruimte is echter niet onbeperkt.

De Commissie heeft in de toepassing van de mededeling ruimte geboden voor de verschillende taxatiemethoden in de lidstaten en in Nederland zelf. In deze zaak heeft Commissie een grondberekeningsmethode die voorzag in de kapitalisering van de verwachte opbrengsten goedgekeurd.

De gebruikte grondberekeningsmethode in deze zaak, komt overeen met de residuele grondwaardeberekening. De residuele grondwaarde wordt bepaald door de kosten die gemaakt moeten worden om vastgoed te realiseren af te trekken van de opbrengsten van het vastgoed.

HvJ EU, 16 december 2010. Seydaland

Zaak C-239/09. Bij de discussie welke berekeningsmethode het meest geschikt is, kan nieuwe rechtspraak van het Hof van Justitie en de Raad van State mogelijk uitkomst bieden. Uit recente uitspraken volgt dat het de overheden van de lidstaten een bepaalde beleidsruimte laat in het berekeningssysteem van de grondwaarde, zolang deze berekeningsmethode tot een ‘reële marktwaarde’ leidt.

In deze zaak overwoog het Hof dat wanneer het nationale recht regels invoert ter berekening van de marktwaarde van grond ten behoeve van de verkoop daarvan door de overheid, de toepassing van die regels, met het oog op hun conformiteit met art. 107 VWEU, in alle gevallen moet leiden tot een prijs die de marktwaarde zo dicht mogelijk benadert. Aangezien die marktwaarde theoretisch is, behalve wanneer de verkoop plaatsvindt tegen het hoogste bod, moet, zoals de Commissie opmerkt in haar mededeling van 1997 inzake verkoop van grond en gebouwen door openbare instanties, een speling van de verkregen prijs ten opzichte van de theoretische prijs worden aanvaard.

Het Hof overweegt verder dat het ontbreken van een afdoende actualisatiemechanisme kan leiden tot verkoopprijzen die niet de werkelijke prijzen op de betrokken markt weerspiegelen. Het Hof antwoordt dat het staatssteunverbod van artikel 107 VWEU zich niet verzet tegen een nationale regeling die voorziet in berekeningsmethoden voor de vaststelling van de waarde van land- en bosbouwterreinen die door de overheid te koop worden aangeboden in het kader van een privatiseringsplan, zoals die in de Duitse regeling, voor zover die methoden voorzien in actualisering van de prijzen in gevallen waarin sprake is van een aanzienlijke prijsstijging, zodat de daadwerkelijk door de koper betaalde prijs de marktwaarde van die terreinen zoveel mogelijk benadert.

Overige Zaken

De Afdeling bestuursrechtspraak van de Raad van State heeft deze beleidsruimte bevestigd. Zie hiervoor de zaken ABRvS 29 juni 2011, Bestemmingsplan Perkpolder, gemeente Hulst, LJN BQ9692; ABRvS 13 april 2011, Centrumplan Haaren, LJN BQ1077. Deze nieuwe rechtspraak stelt in zo veel woorden dat bij grondtransacties het voornaamste punt is dat de werkelijke marktprijs wordt vastgesteld.

EUrrest oktober 2015

Het EUrrest van oktober 2015 gaat over decentrale overheden die transacties met gronden aangaan. Zij dienen rekening te houden met de Europese staatssteunregels. De hoofdregel is dat dergelijke transacties staatssteun kunnen opleveren als deze niet tot stand komen aan de hand van één van de methodes die zijn beschreven in de Mededeling Grondtransacties van de Europese Commissie. Echter, uit de in dit EUrrest besproken zaak volgt dat, in bepaalde gevallen, de methode van de verkoop tegen het beste bod, zoals is omschreven in de Mededeling Grondtransacties, niet geschikt is om de marktwaarde van een perceel vast te stellen. Is dat het geval, dat is het gerechtvaardigd om rekening te houden met andere factoren dan de prijs.

EUrrest september 2012

Het EUrrest van september 2012 gaat over het besluit over staatssteun voor het gebiedsontwikkelingsproject Kanaalzone Apeldoorn. Deze geeft een goede kijk op de wijze waarop de Commissie steunmaatregelen voor herontwikkelingsprojecten beoordeelt. Belangrijk punt bij de goedkeuring van onrendabele topfinanciering is dat stedelijke herontwikkeling een publiek belang dient en bijdraagt aan de Europese doelstellingen op het gebied van sociale en economische cohesie.