Naomi Joseph – Europa decentraal https://europadecentraal.nl Europees recht in duidelijke taal! Thu, 02 Mar 2023 15:18:58 +0000 nl-NL hourly 1 https://wordpress.org/?v=6.5.5 https://europadecentraal.nl/wp-content/uploads/2022/05/cropped-Logo-KED-tp-32x32.png Naomi Joseph – Europa decentraal https://europadecentraal.nl 32 32 Nieuwe handboeken in het kader van sociaal verantwoord aanbesteden https://europadecentraal.nl/nieuwe-handboeken-in-het-kader-van-sociaal-verantwoord-aanbesteden/ Mon, 22 Jun 2020 14:29:49 +0000 https://europadecentraal.nl/?p=63322 Door sociaal verantwoord aan te besteden kunt u sociale aspecten en overwegingen meenemen in het aanbestedingsproces, bijvoorbeeld om werkgelegenheid te creëren of ondernemingen in de sociale economie kansen te bieden. DG Grow heeft twee boeken gepubliceerd over sociaal verantwoord aanbesteden. Beide boeken benadrukken, in lijn met de Europese Aanbestedingsrichtlijnen, het belang van sociaal verantwoord aanbesteden en bevatten voorbeelden uit de praktijk waarin de overheid door middel van overheidsopdrachten sociale belangen heeft behartigd.

Making socially responsible public procurement work: 71 good practice cases

Op 4 juni heeft DG Grow het boek ‘Making socialy responsible public procurement work: 71 good practices’ gepubliceerd. Dit boek bestaat uit good practices die zijn uitgevoerd in verschillende Europese landen (ook twee niet-Europese landen) waar overheidsopdrachten systematisch zijn ingezet om doelstellingen van het sociaal beleid te realiseren. Het doel van dit boek is door middel van voorbeelden uit de praktijk het sociaal aanbesteden te stimuleren in Europa. Uit de good practices kunnen aanbestedende diensten inspiratie opdoen voor goedwerkende aanbestedingsprocedures en effectief beleid. Dit kan door middel van het instellen van speciale prestatievoorwaarden, de opname van gunningscriteria of door een contract te reserveren bij een sociale werkmaatschappij.
De bijdrage van Nederland bestaat uit drie casestudy’s. Een daarvan heeft betrekking op Social Return on Investment (SROI); onderdeel van het aanbestedingsproces van Rotterdam, Wageningen en Haarlem.

Social Return on Investment in Haarlem

In de casestudy van de gemeente Haarlem wordt een aanbesteding beschreven die tot doel heeft om mensen die veraf van de arbeidsmarkt staan dichterbij te brengen door de arbeidsmarkt en werkgelegenheid voor werkzoekenden en mensen met handicaps te vergroten.
In de aanbesteding werden drie opties aangeboden waarin social return wordt gebruikt waaruit de inschrijvers konden kiezen.

  • Contractvereiste: Een vast percentage (5%) van de overeengekomen contractsom van een opdracht wordt gebruikt om werklozen of mensen in dienst te nemen die ver van de arbeidsmarkt afstaan. De implementatie van de eis kan in een plan worden afgesproken na de opdracht tussen de ondernemer en de gemeente.
  • Contracteis in combinatie met gunningscriterium: Hier geldt ook een vast percentage (5%) die gebruikt wordt om werklozen in dienst te nemen. Het gaat hier echter niet alleen om een contractvereiste, maar ook een gunningscriterium als onderdeel van de inschrijving.
  • Verzoek om ideeën: inschrijvers worden verzocht om een voorstel te doen voor de manier waarop social return toegepast kan worden. Dit voorstel wordt geen gunningscriterium, maar wordt verder uitgewerkt in samenwerking met de gemeente nadat de opdracht is toegewezen.

Belangrijke lessen die de gemeente Haarlem heeft geleerd zijn dat:

  • Social return gelijk al op de agenda moet worden gezet bij het organiseren van een markconsultatie
  • De aanbestedende dienst een plan ter uitvoering van social return moet vragen van ondernemingen en hen hierbij hulp moet aanbieden.

Buying for Social Impact (BSI)

Het BSI-project, dat liep van juli 2018 tot januari 2020, is afgerond met het handboek ‘Buying for Social Impact’ (BSI) als eindproduct. Het project is uitgevoerd in 15 Europese landen, waaronder ook Nederland. Het onderzoek van het projectteam bestond uit drie onderdelen:

  • In kaart brengen hoe de sociale aspecten van Richtlijn 2014/24/EU inzake overheidsopdrachten op nationaal niveau werden geïmplementeerd;
  • Identificeren van goede praktijken met betrekking tot sociaal verantwoorde overheidsopdrachten (SRPP);
  • De capaciteit van ondernemingen in de sociale economie in kaart brengen om toegang te krijgen tot een nieuwe markt.

Decentrale overheden en sociaal verantwoord aanbesteden

Met de publicatie van deze handboeken wordt het belang van sociaal aanbesteden nogmaals benadrukt en onder aandacht gebracht. Dit jaar zal de Europese Commissie ook de Gids Sociaal kopen updaten. Decentrale overheden worden steeds meer bewust van de mogelijkheden om door middel van strategisch aanbesteden sociale doeleinden te behalen. Deze boeken kunnen helpen bij het benutten van de mogelijkheden om strategisch overheidsopdrachten aan te bieden om sociale doeleinden te bereiken.

Bron

Handboek: Buying for Social Impact, Publication office of the EU
Handboek: Making socially responsible public procurement work: 71 good practice cases, Publication office of the EU

Meer informatie:

Maatschappelijk verantwoord aanbesteden,  Kenniscentrum Europa Decentraal

]]>
Terugvordering onrechtmatige staatssteun en de nationale verjaringstermijn https://europadecentraal.nl/terugvordering-onrechtmatige-staatssteun-en-de-nationale-verjaringstermijn/ Mon, 08 Jun 2020 13:31:06 +0000 https://europadecentraal.nl/?p=62768 Eind april gaf het Hof van Justitie van de Europese Unie inzicht in de toepassing van een nationale verjaringstermijn bij de terugvordering van onverenigbare staatssteun. De manier waarop de steun precies wordt teruggevorderd is aan de nationale lidstaat om te bepalen. Hierbij moet wel rekening gehouden worden met het doeltreffendheidsbeginsel van het Europees recht.

Feiten en omstandigheden

In zaak  C-627/18 van 30 april beantwoordt het Hof van Justitie van de EU (het Hof) een prejudiciële vraag van een Portugese rechter, over de toepassing van de nationale verjaringstermijn bij het uitvoeren van een terugvorderingsbesluit van de Europese Commissie.
De verwijzende rechter stelde de vraag in het geding tussen Nelson Antunes da Cunha Lda (Cunha Lda) en het Portugese instituut voor de financiering van landbouw en visserij (IFAP). In 1994 heeft Portugal een steunregeling ingesteld voor het wegwerken van schulden van intensieve veehouderijbedrijven en het stimuleren van de varkensveehouderij. Vijf jaar later wordt deze steunregeling door de Europese Commissie onverenigbaar met EU-recht verklaard, omdat de maatregel niet was aangemeld. Volgens artikel 108 van het EU Werkingsverdrag (VWEU) moet de Commissie namelijk op de hoogte worden gebracht van de invoering van staatssteun. Cunha Lda heeft in 2002 en 2009, van het IFAP, een verzoek per brief ontvangen om de verkregen steun op basis van de regeling terug te betalen, maar heeft hier geen gevolg aan gegeven. Vervolgens heeft de gemeentelijke belastingdienst een fiscale executieprocedure ingeleid ter inning van de schuldvorderingen. Cunha Lda is hiertegen in verzet gegaan bij de verwijzende rechter. De onderneming is namelijk van mening dat, op grond van het nationaal recht, de verplichting tot terugbetaling van de ontvangen bedragen na vijf jaar is vervallen. In het Europees recht bestaat een verjaringstermijn van tien jaar waarna de Commissie geen onrechtmatige staatssteun van een lidstaat meer kan terugvorderen.

De prejudiciële vragen

De verwijzend rechter stelt hierop de volgende prejudiciële vragen aan het EU Hof:

  • Moet de verjaringstermijn van artikel 17 lid 1 Verordening 2015/1589 worden geïnterpreteerd als alleen van toepassing op de relatie tussen EU en lidstaat of ook op de relatie tussen lidstaat en steunontvanger?
  • Hoe relateren artikel 16 lid 2 en 3 en de algemene Unierechtelijke rechtsbeginselen, en met name het doeltreffendheidsbeginsel, zich tot een nationale verjaringstermijn (die korter is dan 10 jaar, zoals vereist in artikel 17 lid 1 voor het terugvorderen van die rente)

Interpretatie 10 jaar verjaringstermijn van art. 17 lid 1

Het Hof concludeert dat deze verjaringstermijn van Verordening 2015/1589 enkel van toepassing is op de bevoegdheden van de Commissie om steun terug te vorderen van de lidstaat en geen betrekking heeft op de bevoegdheid van de nationale autoriteiten om de steun te innen bij de steunontvanger.

Toepassing nationale verjaringstermijn bij terugvordering staatssteun

In het geval steun aan ondernemingen onverenigbaar met de interne markt wordt verklaard moet deze, conform nationaalrechtelijke procedures, terug worden gevorderd. De nationale verjaringsregels zijn in beginsel van toepassing op het terugvorderen van onrechtmatige steun, maar moeten de vereiste terugvordering niet nagenoeg onmogelijk maken, aldus het Hof.
Het Hof benadrukt dat het doel van de terugvordering is om de situatie terug te brengen naar hoe deze was voordat de steun werd toegekend en dat de terugvorderingsprocedure pas is afgerond nadat de volledige steun inclusief rente is geïnd door de lidstaat. Het Hof herinnert eraan dat, hoewel de verjaringstermijn de rechtszekerheid dient en deze gehonoreerd moet worden, het ook belangrijk is om het openbaar belang te eerbiedigen dat beschermd wordt door het terugvorderen van onrechtmatige steun.
Op grond van artikel 16 van Verordening 2015/1589 moet Portugal de steun inclusief rente terugvorderen van Cunha Lda. Als de nationaal verjaringstermijn van 5 jaar wordt toegepast leidt dit volgens het Hof tot twee situaties, waarin zij de volgende conclusies trekken:
Situatie A: In geval een deel van de rente verjaard vóór de vaststelling van het terugvorderingsbesluit van de Commissie (in casu 1999) maakt de nationale verjaringsregel de Europeesrechtelijk eis om de steun volledig terug te vorderen onmogelijk. Deze nationale regel moet daarom buiten toepassing worden gelaten.
Situatie B: In geval een deel van de rente verjaard nadat de terugvorderingsbeschikking is vastgesteld, doordat de lidstaat de beschikking te laat heeft uitgevoerd, maakt deze verjaringsregel het nagenoeg onmogelijk om de steun volledig terug te vorderen. Ook deze nationale regel moet buiten toepassing worden gelaten.
Het Hof benadrukt verder dat het dwingende karakter van het toezicht van de Commissie (gebaseerd op artikel 108 VWEU) slechts een gewettigd vertrouwen aan een steunontvanger kan bieden als de steun is verleend overeenkomstig de vereiste procedure van dat artikel. In casu kan Cunha Lda niet op de rechtmatigheid van de steun vertrouwen, omdat de steun niet is aangemeld en Cunha, als een behoedzame marktdeelnemer, hiervan op de hoogte behoorde te zijn.

Conclusie

Uitgangspunt bij het terugvorderen van onrechtmatige steun is de nationale verjaringstermijn, maar deze moet in overeenstemming zijn met het doeltreffendheidsbeginsel. Als een nationale verjaringsregel het nagenoeg onmogelijk maakt om de staatssteun inclusief rente terug te vorderen moet deze buiten toepassing worden gelaten.

Bron:

C-627/18 Hof van Justitie 30 april 2020, Curia

Meer informatie:

Dossiermap staatssteun, Kenniscentrum Europa Decentraal
Terugvorderingsprocedure, Kenniscentrum Europa Decentraal

]]>
Producten EU Urban Agenda Partnerschap voor Innovatief Aanbesteden https://europadecentraal.nl/eindproduct-eu-urban-agenda-partnerschap-voor-innovatief-aanbesteden/ Mon, 08 Jun 2020 12:41:39 +0000 https://europadecentraal.nl/?p=62747 Afgelopen maand heeft het Partnerschap voor Innovatief Aanbesteden van de EU Urban Agenda zijn producten gepubliceerd. Deze producten zijn het resultaat van het al eerder gepubliceerde actieplan voor een innovatieve aanbestedingsstrategie die kan worden geïntegreerd in het algemene management van decentrale overheden. Het actieplan heeft in zeven documenten geresulteerd.

EU Urban Agenda

De EU Urban Agenda kwam in 2016 tot stand in het Pact van Amsterdam naar aanleiding van de wens om de stedelijke betrokkenheid bij Europees beleid te vergroten. Het programma biedt steden en regio’s binnen de EU de mogelijkheid om samen te werken op Europese beleidsterreinen. Dit gebeurt binnen veertien thematische partnerschappen, waar openbaar aanbesteden er één van is.

Partnerschap voor Innovatief Aanbesteden

Het EU Urban Agenda Partnerschap voor Innovatief en Verantwoord Aanbesteden door overheden heeft als doel om een innovatieve aanbestedingsstrategie te ontwikkelen die kan worden geïntegreerd in het algemene management van decentrale overheden. Op deze manier kan via aanbesteden de positieve impact op het bereiken van economische en sociale doelstellingen worden vergroot. De gemeente Haarlem is coördinator van het partnerschap sinds medio 2017.
Valentina Schippers-Opejko, coördinator van het Partnerschap voor Innovatief en Verantwoord Aanbesteden, benoemt inkoop als strategisch instrument: ‘Steden in Europa staan voor vele uitdagingen. De (lokale) economie moet vooruit geholpen worden, er moet oog zijn voor de sociale positie van inwoners en het milieu en klimaat staan onder druk. De stap voorwaarts kan alleen worden gemaakt als steden hun inkoopkracht benutten en daarbij uit oude patronen stappen. Inspanningen moeten erop gericht zijn om innovatie in de markt aan te jagen en met elke euro duurzaamheid te bevorderen. De kennis en kunde die nodig is voor deze strategische inzet van aanbesteden, is volop aanwezig in Europa. Centraal binnen het partnerschap staat het bijeenbrengen en verder verspreiden van deze kennis en kunde binnen Europa. En in de tijden van COVID19 is het juist de inkoop die gaat helpen de uitdagingen tijdens de crisis op te lossen en helpen de economie te herstellen.
Het partnerschap stelde een actieplan op met zeven speerpunten. Al deze punten zijn concrete zaken die Europese steden meteen kunnen oppakken om succesvol innovatie en duurzaamheid in al hun inkopen en aanbestedingen te brengen.’
De uitwerking van het actieplan heeft de volgende documenten opgeleverd:

  1. Gids voor het opstellen van een strategisch inkoopbeleid
    Het doel van deze gids is om een ​​wetenschappelijke methode, ervaringen en hulpmiddelen op een praktische en operationele manier te delen. Dit dient steden te ondersteunen in het opbouwen van hun eigen aanbestedingsstrategie en het beheren van het inkoopproces.
  2. Leidraad bij het meten van impact van inkoopuitgaven
    De leidraad is bedoeld om steden en andere instellingen te helpen begrijpen waar hun inkoopuitgaven naartoe gaan en hoe zij een bredere impact kunnen meten op economisch en sociaal vlak en op het gebied van milieu.
  3. Aanbevelingen voor toekomstige financiering
    Steden hebben niet altijd voldoende kennis over EU-fondsen en het gebruik daarvan. Dit document geeft een eenvoudig en praktisch overzicht en een snelle beoordeling van de meest relevante financieringsmogelijkheden die via de Europese Unie beschikbaar zijn, inclusief ondersteuning voor grensoverschrijdende aanbestedingen, aanbestedingen van innovatie en sociaal, en groen en circulair (strategisch ) inkopen.
  4. Een handboek voor het juridisch kader van innovatief aanbesteden in de praktijk
    Dit handboek is aanvullend op de derde actie. Het doel is om de praktische toepassing te onderzoeken van het juridische kader dat overheidsinstanties kunnen gebruiken om bij te dragen aan innovatie en verantwoordelijkheid bij het inkopen van openbare diensten.
  5. Leidraad voor circulair inkopen
    Deze leidraad is nog niet gepubliceerd. Dit actiepunt beoogt te realiseren dat steden die bezig zijn met projecten, financieel steun kunnen zoeken bij de Europese Commissie, EU-lidstaten of op regionaal niveau. Dit kan bijvoorbeeld om hun circulaire aanbestedingsbeleid te ontwikkelen of versterken, innovatie te verkrijgen, gezamenlijke grensoverschrijdende aanbestedingen te kunnen doen of een strategische aanpak bij aanbestedingen te kunnen ontwikkelen of versterken, met name sociale verantwoordelijkheid in hun openbare aanbestedingsprocessen.
  6. Concept voor het opzetten van lokale kenniscentra
    Dit document stelt een flexibel concept voor om een ​​lokaal samenwerkingscentrum op te zetten voor innovatief en duurzaam inkopen, dat aanpasbaar is aan de lokale situatie.
  7. Innovatieve aanbestedingen-brokerage
    Dit document is bedoeld om richtlijnen te geven voor het ontwerpen, opzetten en beheren van een innovatieve aanbestedingen-brokerage. Het document geeft ook een overzicht van de bestaande praktijken op het gebied van tussenhandel in innovatie voor overheidsopdrachten. Het richt zich specifiek op hoe bestaande praktijken waardevolle inzichten kunnen opleveren om inkoopinnovatie in EU-steden te bevorderen.

Voor meer informatie over deze acties verwijzen we u naar de bibliotheek van het Partnerschap.

Bron:

Resultaten partnerschap innovatief aanbesteden, Europese Commissie

Meer informatie:

Video over het Partnerschap
Infographic over de producten van het Partnerschap

]]>
Staatssteun scoreboard van 2019: meer dan de helft van steun gespendeerd aan milieu en energiebesparing https://europadecentraal.nl/staatssteun-scoreboard-van-2019-meer-dan-de-helft-van-steun-gespendeerd-aan-milieu-en-energiebesparing/ Fri, 29 May 2020 07:33:04 +0000 https://europadecentraal.nl/?p=62548 Begin mei publiceerde de Europese Commissie het staatssteun scoreboard van 2019. Daaruit blijkt dat de staatssteunuitgaven van lidstaten over de afgelopen vijf jaar in het algemeen zijn toegenomen. Daarnaast zijn de onderwerpen milieu en energie hoofddoelen gebleken bij het besteden van staatssteun in twintig lidstaten.

Staatssteun scoreboard

Jaarlijks verwerkt de Europese Commissie gerapporteerde informatie van de lidstaten in het staatssteun scoreboard. In het scoreboard van 2019 worden de staatssteunuitgaven van de lidstaten voor het kalenderjaar 2018 bijgehouden. De uitgaven in het scoreboard betreffen niet alle staatssteun. Zo bevat het scoreboard niet de steun voor spoorwegen en steun die is geoorloofd op basis van DAEB-regelgeving. Ook moet worden opgemerkt dat niet alle lidstaten staatssteun op dezelfde wijze registreren en kwalificeren.

Totale staatssteun in de Europese Unie

De uitgaven voor staatssteun stegen in 2018 wat betreft absolute bedragen en in verhouding tot het BBP. Lidstaten hebben €120,9 miljard, ofwel 0,76% van het BBP, uitgegeven aan staatssteun op Europees niveau. Dit is een toename van ongeveer 0,01% per persoon van het BBP vergeleken met 2017. In nominale termen betekent dit een stijging van ongeveer 4,3% in vergelijking met de uitgaven van 2017 (+ €5 miljard).

Steun naar Europese doelstelling

In 2018 is 55% van de totale steun ten behoeve van milieu en duurzaamheid uitgegeven. Hieruit blijkt dat deze maatregelen nog steeds de koplopers zijn in de lidstaten. Er is ook veel steun gegeven op het gebied van Onderzoek, Ontwikkeling en Innovatie (O, O & I) en regionale ontwikkeling (samen 9%).
Nederland gaat mee met deze trend wat betreft steun ten behoeve van milieu en duurzaamheid en O, O & I. Daarnaast wordt er door Nederland ook steun voor sectorale ontwikkelingen en steun voor cultuur uitgekeerd.

Staatssteun in Nederland

Nederland behoort tot de landen die minder staatssteunuitgaven hebben dan het gemiddelde Europese bedrag. Een terugblik op de afgelopen vijf jaar toont een matige toename in staatssteunuitgaven. Dit heeft vooral te maken met de uitbreiding van de Algemene Groepsvrijstellingsverordening (AGVV) waardoor meerdere gevallen op basis van de AGVV worden vrijgesteld van aanmelding bij de Commissie.
De kennisgevingen-barometer van Kenniscentrum Europa decentraal bevestigt dat decentrale overheden steeds meer gebruikmaken van de groepsvrijstellingen.
Steun op basis van de AGVV
Van de 537 steunmaatregelen aangegeven bij de Europese Commissie in 2018 vielen 520 onder de werking van de AGVV en 17 maatregelen werden aangemeld. Ook al zijn de staatssteunuitgaven van Nederland minder dan het EU gemiddelde, het aantal steunmaatregelen is hiermee wel hoger dan gemiddeld. De steunmaatregelen gebaseerd op de AGVV zien voornamelijk op de volgende gebieden:

  • Cultuur en instandhouding van het erfgoed 17% (artikel 53 AGVV)
  • Bevordering van energie uit hernieuwbare energiebronnen 14% (artikel 41 AGVV)
  • Experimentele ontwikkeling 13% (artikel 25 lid 2, sub c)
  • Training 13% (artikel 31 AGVV)
  • Industrieel onderzoek 12% (artikel 25 lid 2, sub b)

State Aid Modernisation (SAM)

In het staatssteun scoreboard 2019 wordt ook aandacht besteed aan de implementatie van de State Aid Modernisation (SAM). Het SAM is een groot hervormingspakket dat in 2012 door de Europese Commissie werd ingevoerd. In het kader van deze modernisering werd onder andere de AGVV herzien.
In het scoreboard wordt een overzicht gegeven van de stand van zaken met betrekking tot de doelstellingen van het SAM vijf jaar na de implementatie van dit pakket. Zo is onder andere te zien dat er in eerdere scoreboards al geconstateerd is dat lidstaten in toenemende mate gebruikmaken van de AGVV. De verordening heeft echter nog niet zijn volledige potentie bereikt. Tevens is te zien dat de Europese Commissie zich door het SAM meer kan richten op grotere steunregelingen. Het groeiende gebruik van de AGVV, waar geen melding voor nodig is bij de Commissie, heeft er ook voor gezorgd dat steunmaatregelen sneller verwerkt worden.

Bron:

State aid scoreboard 2019, Europese Commissie

Meer info:

Staatssteun, Kenniscentrum Europa Decentraal
Rapportages, Kenniscentrum Europa Decentraal
Kennisgevingen-barometer, Kenniscentrum Europa Decentraal

]]>
Tweede consultatie voor de herziening van de AGVV https://europadecentraal.nl/tweede-consultatie-voor-de-herziening-van-de-agvv/ Mon, 18 May 2020 13:59:53 +0000 https://europadecentraal.nl/?p=62362 De Europese Commissie heeft op 11 mei een tweede consultatie over de gerichte herziening van de Algemene Groepsvrijstellingsverordening gelanceerd. Lidstaten hebben al eerder hun input kunnen geven over het eerste ontwerpvoorstel en kunnen nu feedback geven op het geactualiseerde voorstel.

Voorgenomen wijziging

Cofinanciering door lidstaten of decentrale overheden aan projecten die gesteund worden door EU- fondsen kan een gecompliceerd proces zijn. De Commissie wil de wisselwerking tussen Europese financieringsregels en de staatssteunregels stroomlijnen zodat complexiteit wordt verminderd. Het ontwerpvoorstel biedt de mogelijkheid om de nationale financiering aan dergelijke projecten vrij te stellen van de aanmeldingsplicht binnen de staatssteunregels. Er is dan alleen een kennisgeving op basis van de Algemene Groepsvrijstellingsverordening (AGVV) noodzakelijk.
De herziening van de AGVV is gericht op de uitbreiding en versoepeling voor nationale financiering op de volgende gebieden:

  1. financierings- en investeringsverrichtingen die door het InvestEU-fonds worden ondersteund;
  2. projecten voor onderzoek, ontwikkeling en innovatie die in het kader van Horizon Europa het kwaliteitslabel ‘Excellentiekeur’ hebben gekregen, alsook projecten in het kader van het toekomstige cofinancieringsprogramma;
  3. projecten in het kader van de Europese territoriale samenwerking, ook bekend als het Interreg-beleid.

Geactualiseerd voorstel

Op basis van de input en opmerkingen die de Commissie eerder van belanghebbenden heeft ontvangen, heeft zij een geactualiseerd voorstel vastgesteld.
Op het gebied van Europese territoriale samenwerking is de steunintensiteit op grond van artikel 20 aangepast aan het cofinancieringspercentage genoemd in het voorstel verordening voor Europese territoriale samenwerking. Ook zijn de rapportage- en toezichtsbepalingen voor beperkte steunbedragen op grond van artikel 20a vereenvoudigd.
Met betrekking tot onderzoek, ontwikkeling en Innovatie (O&O&I) heeft de Commissie enkele bepalingen verduidelijkt, zoals het relevante financieringspercentage dat is toegestaan ​​in het kader van de Horizonprogramma’s en de oorspronkelijk voorgestelde artikelen met betrekking op O&O&I. Deze artikelen zijn nu in vier aparte bepalingen verdeeld.

  • Steun voor projecten die een kwaliteitslabel ‘seal of excellence’ hebben ontvangen
  • Steun voor Marie Skłodowska-Curie en European Research Council (ERC) Proof of Concept-acties
  • Steun voor medegefinancierde onderzoeks- en ontwikkelingsprojecten
  • Steun voor institutionele opbouw, de zogenaamde ‘teaming actions’

Het nieuwe voorstel bevat een uniforme minimale financiering van Horizon Europa van 30% voor medegefinancierde projecten. Ook kunnen bijdragen van lidstaten aan geïnstitutionaliseerde Europese partnerschappen in dit geactualiseerd voorstel  in aanmerking komen voor vrijstelling onder bepaalde voorwaarden.
Wat betreft InvestEU zijn er verschillende wijzigingen gedaan. Wij noemen hier enkele van deze wijzigingen. Voor een volledig overzicht kunt u de toelichting op het voorstel raadplegen.

  • De Commissie heeft meerdere definities in overeenstemming gebracht met de definities in de InvestEU-verordening.
  • De financieringsdrempels in artikel 56e en 56f zijn door de Commissie aangepast op basis van geleverde bezwaren van lidstaten. Veel lidstaten hadden aangegeven dat er onnodig verschil werd gemaakt tussen de verschillende manieren van financieren van mkb en vonden dat de drempels te laag waren.

Consultatie

Tot en met 6 juli 2020 kunnen belanghebbenden, zoals decentrale overheden, hun standpunten en opmerkingen over de herziening van de AGVV aangeven bij de Europese Commissie. De Commissie beoogt om de herziening van de AGVV af te ronden voordat het nieuwe Meerjarig Financieel Kader (MFK) naar verwachting ingaat (1 januari 2021)

Bron

Press release, Europese Commissie

Meer info:

Informatie raadpleging, Europese Commissie

]]>
Tijdelijke overbruggingsregeling zelfstandige ondernemers (Tozo) https://europadecentraal.nl/tijdelijke-overbruggingsregeling-zelfstandige-ondernemers-tozo/ Mon, 18 May 2020 13:24:25 +0000 https://europadecentraal.nl/?p=62358 Sinds de overheidsmaatregelen ter bestrijding van de COVID-19-uitbraak zijn zelfstandige ondernemers flink geraakt in hun inkomen. De Tijdelijke overbruggingsregeling zelfstandige ondernemers (Tozo) is een onderdeel van het noodpakket banen en economie van het kabinet om steun te bieden aan zelfstandige ondernemers die in moeilijkheden zijn gekomen door COVID-19.

Ondersteuning aan zelfstandige ondernemers

Zelfstandige ondernemers kunnen op basis van de Tozo ondersteuning aanvragen in de vorm van een aanvullende uitkering voor levensonderhoud en/of een lening voor bedrijfskapitaal. De regeling is gebaseerd op het Besluit bijstandverlening zelfstandigen (Bbz), maar kent verschillende versoepelde voorwaarden, zoals:

  • De toets op levensvatbaarheid en de vermogens- of partnertoets worden niet toegepast;
  • De inkomensondersteuning voor levensonderhoud hoeft later niet terugbetaald te worden;
  • De aflossingsverplichting voor een lening kan worden uitgesteld.

Wel moeten ondernemers aantonen dat ze vóór de aankondiging van de regeling, op 17 maart om 18.45 uur, bij de Kamer van Koophandel ingeschreven stonden. Ondernemers moeten tevens verklaren dat ze op jaarbasis ten minste 1225 uur aan hun onderneming werken. Daarnaast moet het verlies van inkomen daadwerkelijk een gevolg van de coronacrisis zijn. Als later blijkt dat de ondernemer toch geen recht had op de regeling, kan de gemeente de bijstand terugvorderen en mogelijk een boete opleggen.
De regeling werkt terug tot 1 maart en kan in elk geval tot 1 juni 2020 aangevraagd worden.

Grensoverschrijdende zelfstandigen

Per 1 mei 2020 is er een mogelijkheid gecreëerd voor zelfstandig ondernemers die grensoverschrijdende activiteiten uitvoeren om een beroep te doen op de Tozo. De regeling betreft:

  • Zelfstandigen die woonachtig zijn in Nederland met een bedrijf of zelfstandig beroep buiten Nederland. De regeling is sinds gisteren voor hen ingegaan en wordt uitgevoerd door elke gemeente in Nederland.
  • Zelfstandigen die niet in Nederland woonachtig zijn met een bedrijf of zelfstandig beroep in Nederland. De regeling is voor hen sinds 8 mei ingegaan en wordt uitgevoerd door de gemeente Maastricht.

De inwerkingtredingsdata hebben geen invloed op het aantal maanden dat recht op algemene bijstand bestaat, aangezien het besluit (de Tozo) terugwerkt tot en met 1 maart 2020.

Uitvoering door gemeenten

De Tozo wordt uitgevoerd door gemeenten. Om gemeenten te ondersteunen bij de uitvoering van de Tozo staat er op de website van de Vereniging van Nederlandse Gemeenten een toolkit Tozo. De toolkit bevat een modelaanvraagformulier, een instructiehandreiking en een FAQ.
De lening voor bedrijfskrediet zal maximaal € 10.157,- bedragen. Het rentepercentage is nog niet bekend, maar zal in ieder geval onder het bij het Bbz gehanteerde percentage van 8% liggen. De lening zal worden verstrekt als de-minimissteun. Dat betekent dat de gemeente en de ontvangende onderneming moeten controleren of de onderneming met het ontvangen van de Tozo-steun de maximaal toegestane steun niet overschrijdt. Ook moeten gemeenten erop letten dat zij de informatie over de steunverlening tien jaar moeten bewaren.

Meer info:

Nationale financieringsmaatregelen m.b.t. COVID-19, Kenniscentrum Europa Decentraal

]]>
Tweede verruiming Tijdelijke staatssteunkader in verband met coronacrisis https://europadecentraal.nl/tweede-verruiming-tijdelijke-staatssteunkader-in-verband-met-coronacrisis/ Mon, 18 May 2020 11:05:40 +0000 https://europadecentraal.nl/?p=62352 Op 8 mei heeft de Europese Commissie een tweede aanpassing vastgesteld van de Tijdelijke kaderregeling inzake staatssteun in verband met COVID-19. Het betreft de uitbreiding van het toepassingsgebied van de kaderregeling. In ons vorige artikel over de kaderregeling kunt u meer lezen over de eerste wijziging van 30 april.


Met de tweede wijziging wordt aan lidstaten onder andere de mogelijkheid geboden om liquiditeit te verschaffen in de vorm van herkapitalisatie en achtergestelde schuld, voor ondernemingen die door COVID-19 in moeilijkheden zijn beland. Deze vormen van staatssteun zijn een aanvulling op de reeds bestaande steunmaatregelen op basis van het tijdelijk steunkader en bestaande staatssteunregels.

Herkapitalisatiesteun

Door de getroffen maatregelen van lidstaten in verband met COVID-19 hebben veel bedrijven (tijdelijk) hun deuren moeten sluiten met minder inkomen en een verkrimping van het eigen vermogen tot gevolg. Een klein eigen vermogen maakt het moeilijker voor bedrijven om aan krediet te komen, terwijl zij dat juist op dit moment het hardst nodig hebben. Daarom heeft de Commissie ook het verstrekken van herkapitalisatiesteun mogelijk gemaakt onder het tijdelijk steunkader.

Voorwaarden

Herkapitalisatiesteun is mogelijk onder een vijftal voorwaarden, die het gelijke speelveld van de EU waarborgen:

  1.  Noodzaak, geschiktheid en omvang van de maatregel:
    De herkapitalisatiesteun moet een laatste redmiddel zijn wanneer er geen andere steunvormen mogelijk zijn om het bedrijf levensvatbaar te kunnen houden. Redding van het bedrijf moet een gemeenschappelijk belang dienen en de steun is bedoeld om de kapitaalstructuur van het bedrijf te herstellen tot het niveau van voor de virusuitbraak.
  2. Toelating van de staat in het kapitaal van bedrijven en de vergoeding:
    De staat moet voldoende worden vergoed voor het verlenen van de steun en het vergoedingsmechanisme moet het bedrijf stimuleren om de aandelen van de staat uit te kopen.
  3. Exit van de staat uit het kapitaal van de betrokken bedrijven:
    De staat en de begunstigde moeten een exitstrategie opstellen. Als de exit van de staat bij beursbedrijven langer uitblijft dan zes jaar en bij andere bedrijven zeven jaar, moet een herstructureringsplan voor de begunstigde worden aangemeld bij de Commissie.
  4. Governance:
    Er gelden verschillende beperkingen wat betreft het bestuur van het bedrijf. Totdat de staat zich volledig heeft teruggetrokken geldt er een verbod op de uitkering van dividend en terugkoop van aandelen. Daarnaast geldt een verbod op bonussen voor het management totdat 75% van de herkapitalisatie is afbetaald.
  5. Verbod op kruissubsidiëring en verwervingen:
    De begunstigde onderneming mag de ontvangen steun niet gebruiken voor geïntegreerde bedrijven die voor 31 december 2019 in moeilijkheden waren. Totdat 75% van de steun is afbetaald mag de begunstigde daarnaast geen belang verwerven van meer dan 10% van zijn concurrenten en marktdeelnemers in dezelfde sector.
Aanmelden

Bij het voldoen aan deze voorwaarden kan een herkapitalisatiesteunregeling of ad-hoc-steun bij de Europese Commissie worden aangemeld. Wanneer een onderneming op grond van een regeling meer dan €250 miljoen aan steun ontvangt, moet deze alsnog individueel worden aangemeld.

Publieke transparantie en rapportage

Binnen drie maanden na het verlenen van de steun in het kader van een steunregeling moet de staat meer informatie publiceren over de identiteit van begunstigden en het verleende steunbedrag. Grote ondernemingen moeten daarnaast ook zelf rapporteren over hun gebruik van de steun en hoe hierbij de Europese doelstellingen worden nageleefd, in het bijzonder de verplichtingen die voortvloeien uit de groene en digitale transformatie.

Steun in de vorm van achtergestelde leningen

Onder het tijdelijk steunkader was het al mogelijk om senior schuld toe te kennen aan bedrijven om liquiditeit te kunnen verschaffen. Met deze aanpassing wordt het ook mogelijk om tegen gunstige voorwaarden achtergestelde leningen te bieden aan bedrijven in financiële moeilijkheden. Omdat deze leningen ondernemingen aantrekkelijker maken voor investeringen moet er een hogere vergoeding worden gegeven voor de steun en moet het steunbedrag zoveel mogelijk worden beperkt ten opzichte van verleende senior schuld. Als de drempelvoorwaarden worden overschreden (een derde van de senior schuld voor grote ondernemingen en de helft daarvan voor kmo’s), dan moet de steunmaatregel voldoen aan de voorwaarden van herkapitalisatiesteun.

Geldigheid

Het gewijzigde steunkader is geldig tot en met 31 december 2020. Voor het verstrekken van herkapitalisatie steun geldt een langere termijn, namelijk tot en met 31 juni 2021.

De tijdelijke kaderregeling

De Europese Commissie heeft een tijdelijke kaderregeling vastgesteld om lidstaten meer mogelijkheden te bieden om steunmaatregelen te nemen in verband met de COVID-19 uitbraak. Nadat steun op basis van het steunkader is aangemeld en goedgekeurd door de Commissie is het ‘staatssteunproof’. De steun mag conform het tijdelijke steunkader verleend worden aan ondernemingen die per 1 januari 2020 in financiële moeilijkheden verkeren als gevolg van de economische gevolgen van de COVID-19-uitbraak. De steun mag overigens ook aan gezonde ondernemingen worden verleend. Steunverleningen zijn op grond van het tijdelijke steunkader mogelijk vanaf 19 maart 2020.
Het geheel aan nationale en decentrale COVID-19-staatssteunmeldingen aan de Europese Commissie wordt gecoördineerd door het ministerie van EZK, in overleg met het ministerie van BZK. Decentrale overheden die een steunmaatregel op grond van het tijdelijk steunkader willen aanmelden worden verzocht contact op te nemen met het Coördinatiepunt staatssteun decentrale overheden (CSDO) van het Ministerie van BZK.

Bron:

Gewijzigd tijdelijk steunkader, Europese Commissie

Meer informatie

Pagina staatssteun en corona, Kenniscentrum Europa Decentraal
Nieuwsartikel: Tijdelijk handelingskader, Kenniscentrum Europa Decentraal
Nieuwsartikel: Verruiming Tijdelijk handelingskader, Kenniscentrum Europa Decentraal
Overzichtspagina staatssteun en COVID-19, Europese Commissie

]]>