Paulien van Kleef – Europa decentraal https://europadecentraal.nl Europees recht in duidelijke taal! Tue, 07 Mar 2023 15:11:58 +0000 nl-NL hourly 1 https://wordpress.org/?v=6.5.5 https://europadecentraal.nl/wp-content/uploads/2022/05/cropped-Logo-KED-tp-32x32.png Paulien van Kleef – Europa decentraal https://europadecentraal.nl 32 32 Gemeenten kunnen WiFi4EU-voucher inleveren https://europadecentraal.nl/gemeenten-kunnen-wifi4eu-voucher-inleveren/ Fri, 21 Jan 2022 13:31:03 +0000 https://europadecentraal.nl/?p=76087 Heeft uw gemeente een WiFi4EU-voucher voor een gratis wifi-hotspot? En wilt u deze voucher verzilveren? De Europese Commissie heeft onlangs een video gepubliceerd met drie simpele stappen hoe uw gemeente het WiFi4EU-netwerk succesvol kan installeren. Gemeenten kunnen met de voucher ter waarde van € 15.000 een gratis wifi-hotspot aanleggen in lokale publieke ruimten, zoals gemeentehuizen, bibliotheken, musea of parken. De deadline voor het verzilveren van deze voucher nadert voor gemeenten.

Stappenplan

De Europese Commissie heeft in de volgende drie stappen uiteengezet hoe een gemeente de voucher het beste kan verzilveren:

  1. Uw gemeente kiest een wifi installatiebedrijf naar keuze die de wifi-hotspot kan aanleggen in de gemeente, en registreert dit in de WiFi4EU portal.
  2. Het wifi installatiebedrijf legt de wifi-hotspot aan, codeert het installatierapport en verstuurt dit naar de WiFi4EU portal. Voorafgaand hieraan registreert het wifi-installatiebedrijf zijn IBAN nummer in de WiFi4EU portal. De Commissie moet dit verifiëren.
  3. De gemeente verifieert en valideert het rapport van het wifi installatiebedrijf in de WiFi4EU portal.

U kunt de video van de Commissie met uitleg hier bekijken.

Afhankelijk van wanneer uw gemeente de WiFi4EU-voucher heeft aangevraagd, kan de deadline voor het verzilveren van de voucher verschillen. U kunt per gemeente een handig overzicht vinden op deze pagina.

Achtergrond WiFi4EU-voucher

De Commissie wil de toegang tot gratis wifi in openbare ruimten stimuleren voor alle Europese burgers, ongeacht woonplek of inkomen. Daarom heeft zij enkele jaren geleden het WiFi4EU-initiatief gelanceerd. Hiermee wordt de aanleg van gratis wifi in Europese gemeenten gefaciliteerd. Nederlandse gemeenten konden zich tussen 2018 en 2020 via de Vereniging van Nederlandse Gemeenten voor een voucher inschrijven. Gemeenten konden destijds kans maken op de voucher door zo snel mogelijk de aanvraag in te dienen.

Het WiFi4EU-initiatief is gefinancierd door het voorloperprogramma van subsidie-instrument Connecting Europe Facility. Gemeenten uit alle EU-lidstaten, het Verenigd Koninkrijk, Noorwegen en IJsland konden deelnemen.

Bron

WiFi4EU, Europese Commissie

Meer informatie

WiFi4EU portal, Europese Commissie

In 3 stappen Wifi4EU-voucher inwisselen, Digitale Overheid

]]>
Interview met wethouder Guido Rink over Artificial Intelligence https://europadecentraal.nl/interview-met-wethouder-guido-rink-over-artificial-intelligence/ Tue, 11 Jan 2022 11:15:17 +0000 https://europadecentraal.nl/?p=75473 Guido Rink is de initiatiefnemer van het adviesrapport over Artificial Intelligence-wetgeving van het Europees Comité van de Regio’s. Dit Comité vertegenwoordigt lokale en regionale overheden in de Europese Unie en verleent advies over nieuwe wetten. Rink is wethouder bij de gemeente Emmen en houdt zich onder meer bezig met Economie, Internationale betrekkingen, Regiomarketing en Noordelijke Samenwerking. Daarnaast is hij plaatsvervangend lid van het Comité van de Regio’s, bij de commissie Sociaal Beleid, Onderwijs, Werkgelegenheid, Onderzoek en Cultuur (SEDEC). Dit adviesrapport is een vervolg op zijn advies over het AI-Witboek uit 2020.

Kenniscentrum Europa Decentraal ging met hem in gesprek.

Artificial Intelligence (ook wel AI of Kunstmatige Intelligentie genoemd) speelt een steeds grotere rol in onze samenleving. Artificial Intelligence is een verzameling technologieën die data, algoritmen en rekenkracht combineren. Ook in de publieke sector is deze ontwikkeling te zien. Decentrale overheden maken bijvoorbeeld gebruik van AI door dit in te zetten bij chatbots, om burgers sneller te begrijpen. Een ander voorbeeld is de inzet van langsrijdende camera-auto’s om parkeercontroles uit te voeren.

Guido Rink

U adviseert namens gemeenten en provincies vanuit het Comité van de Regio’s de Europese Commissie over Artificial Intelligence. Waarom is dat onderwerp relevant voor decentrale overheden?

Rink legt uit: “Lokale en regionale overheden zijn het beste in staat om bij te dragen aan het scheppen van een gunstig klimaat voor een toename van de investeringen in Artificial Intelligence (hierna AI) in de komende jaren en in het bevorderen van het vertrouwen hierin.

Verder wordt vanuit de Europese Commissie verwacht dat de verschillende overheidslagen gezamenlijk coördineren, kennis delen en samenwerken. Dit vraagt om een multi-level governance, waarbij netwerken van lokaal, regionaal, nationaal en Europees niveau met elkaar worden verbonden.”

Sterke voorbeelden van het gebruik van AI bij decentrale overheden zijn volgens Rink de camera’s en sensoren die in een park hangen. Op basis van deze gegevens kan door middel van telefonie en sociale media bijvoorbeeld de straatverlichting feller worden, om zodoende mogelijke onwenselijke situaties in de kiem te smoren. Rink geeft aan dat AI eveneens een bijdrage kan leveren bij het opsporen van fraude en het versnellen van besluitvorming. Ook waterschappen maken steeds meer gebruik van AI. Europa decentraal schreef hier eerder een praktijkvraag over.

Het lijkt erop dat het gebruik van Artificial Intelligence decentrale overheden vele mogelijkheden kan bieden. Wat zijn precies de kansen van Artificial Intelligence? En wat zijn juist de gevaren?

“AI kan bedrijven en overheden helpen met verdere innovaties om bij te dragen aan de aanpak van maatschappelijke vraagstukken. Belangrijk is wel dat er zorgvuldig met deze gegevens moet worden omgegaan en dat de waarden en de rechten van de inwoners van de Europese Unie gewaarborgd worden. Daarom is het belangrijk dat er gebruik gemaakt wordt van valide data, dat er transparantie is over het gebruikte algoritme en dat er altijd een menselijke beoordeling plaatsvindt op de output, anders kan er bijvoorbeeld grootschalige discriminatie plaatsvinden via risicoprofilering.”

Rink vertelt dat er in het ontwerpadvies voor de AI-verordening verschillende voorstellen zijn gedaan om Artificial Intelligence beter te definiëren. “Daarnaast wordt er ingegaan op de risico’s en de kansen van AI, ook voor decentrale overheden. AI is immers een zelflerend en zelf-programmerend programma. Daardoor bestaat het risico dat er ernstige fouten gemaakt gaan worden. De inzet van AI kan hierdoor leiden tot vormen van discriminatie, schending van privacy en persoonsgegevens of inbreuk op sommige vrijheden. Een AI-systeem kan bijvoorbeeld mensen filteren bij sollicitatieprocedures.”

Rink: “Het is belangrijk om altijd scherp te blijven bij het toepassen van AI en na te denken over bijvoorbeeld privacy. Daarbij moeten we uiteraard de innovatiezijde en kansen van AI niet uit het oog verliezen. AI kan helpen bij bijvoorbeeld de efficiëntie van processen en het toepasbaar maken van verschillende data en algoritmes, waardoor meer kennis beschikbaar is.”

De Europese Commissie is van mening dat de huidige Europese regelgeving de (toekomstige) risico’s van AI onvoldoende adresseert. In het kader van veiligheid, aansprakelijkheid, fundamentele rechten en data-uitwisseling was het noodzakelijk om AI-wetgeving verder te ontwikkelen. Daarom presenteerde de Europese Commissie in april 2021 een AI-regelgevingskader. Hierbij hoorde onder meer een verordening die vier verschillende AI-systemen definieert. De verordening heeft een op risico gebaseerde aanpak: hoe meer risico de technologie met zich meebrengt, hoe strikter de regels die ervoor gelden. De volgende vier AI-systemen worden benoemd:

  1. Onaanvaardbaar risico;
  2. Hoog risico;
  3. Beperkt risico;
  4. Minimaal risico.

Tegelijkertijd met de verordening heeft de Europese Commissie ook een communicatie en een nieuw gecoördineerd plan gepubliceerd.

Wat is volgens u het belang van de in april 2021 voorgestelde verordening voor Artificial Intelligence?

“Het belang van deze verordening is dat er harmoniserende regels komen voor een toepassing van AI die de kansen van AI bevordert, maar geen afbreuk doet aan fundamentele rechten, waarden en vrijheden van onze samenleving.”

Rink geeft aan dat het voorstel voor de verordening aansluit bij het eerder uitgebrachte Witboek dat inging op de kansen en risico’s van het gebruik van AI. Wel noemt hij een groot gemis: “In het voorstel van de AI-verordening werden de lokale en regionale overheden helaas niet genoemd.”

Lokale en regionale overheden werden in het voorstel van de AI-verordening helaas niet genoemd. Dat is een groot gemis.”

U hebt geadviseerd over de AI-verordening en dit advies is onlangs aangenomen in de plenaire vergadering van het Comité van de Regio’s. Wat is de strekking van het advies?

“In het advies worden een aantal suggesties gedaan om het voorstel van de Europese Commissie te wijzigen, bijvoorbeeld met betrekking tot definitie van Artificial Intelligence en sociale classificatie. Ook wordt er nader ingegaan op de risico’s en de kansen van AI, ook voor decentrale overheden.

Verder zijn in het ontwerpadvies een aantal voorstellen gedaan om lokale en regionale overheden zeker te betrekken. Het is namelijk van belang dat decentrale overheden geconsulteerd en geïnformeerd worden bij de toepassing van biometrische identificatie in openbare ruimten. Daarbij moet het dus mogelijk zijn om toezicht te houden op AI-systemen en deze te handhaven wanneer dat door de lidstaat als passend wordt geacht. Over het algemeen moet er meer aandacht komen voor multi-level governance en interbestuurlijke samenwerking in verband met de hoeveelheid AI die lokale en regionale overheden toepassen. Ook is in het advies aangegeven dat het van groot belang is dat lokale en regionale overheden betrokken worden bij het (op te richten) Europees Comité voor Artificial Intelligence. Dit Comité zal de Europese Commissie voorzien in advies en bijstand met betrekking tot de toepassing van AI.”

Andere belangrijke pijlers uit het advies zijn: valide data, transparante algoritmes en menselijke beoordeling op de uitkomst. Uit de gesprekken die Rink vooraf met leden uit verschillende landen en Europarlementariërs heeft gevoerd voor het adviesrapport bleek al dat decentrale overheden steeds meer aandacht hebben voor AI. Dat komt voor Rink overigens niet als een verrassing, omdat er op lokaal en regionaal niveau steeds meer gebruik wordt gemaakt van Artificial Intelligence.

In het advies van het Comité van de Regio’s worden suggesties gedaan om het voorstel van de Europese Commissie te wijzigen. Daarnaast wordt er nader ingegaan op de risico’s en kansen van AI, ook voor decentrale overheden.”

Wat gaat er nu met het advies gebeuren?

“Het advies wordt nu na vaststelling gedeeld met de lidstaten, de Europese Commissie en het Europees Parlement. De Europese Commissie moet dit initiatief in overweging nemen. Uiteindelijk zal het besluit worden gemaakt door de lidstaten (de Raad van de EU) en het Europees Parlement nadat de Europese Commissie een voorstel heeft gedaan.”

In Nederland zijn op dit moment geen wetten die AI-toepassingen reguleren. Dat betekent niet dat er helemaal geen regels zijn. Artificial Intelligence zit ook in producten, diensten en processen die al wel gereguleerd zijn. Als de Europese verordening omtrent Artificial Intelligence wordt aangenomen zal Nederland de bepalingen moeten doorvoeren in nationale wet- en regelgeving. Het is op dit moment nog niet duidelijk wanneer dit zal zijn.

Wilt u meer weten over AI? Bekijk dan onze webpagina Artificial Intelligence.

Met dank aan

Guido Rink, wethouder bij de gemeente Emmen en rapporteur Artificial Intelligence voor het Europees Comité van de Regio’s

]]>
ITEM Grenseffecten­rapportage 2021: effect op crisisbeheer en gezondheidszorg https://europadecentraal.nl/item-grenseffectenrapportage-2021-effect-op-crisisbeheer-en-gezondheidszorg/ Mon, 29 Nov 2021 11:48:06 +0000 https://europadecentraal.nl/?p=73713 Hoe staat het met de samenwerking in Europese grensregio’s? Om antwoord te geven op die vraag presenteerde het Institute for Transnational and Euregional Crossborder Cooperation and Mobility (ITEM) de Grenseffectenrapportage 2021 op de jaarlijkse conferentie. De ITEM Grenseffectenrapportage 2021 bevat vier dossiers met actuele grensoverschrijdende kwesties. Deze dossiers zijn ook relevant voor decentrale overheden in de grensregio’s.

ITEM Grenseffectenrapportage 2021

Het Expertisecentrum ITEM is de spil van wetenschappelijk onderzoek en advisering voor grensoverschrijdende samenwerking en wil meer inzicht geven in Europese en nationale wets-en beleidsinitiatieven. De jaarlijkse effectenbeoordelingen helpen bij het herkennen van bestaande of toekomstige grenseffecten. Volgens ITEM kan gebrekkige afstemming tussen Europees en nationaal beleid negatieve gevolgen hebben dat met name veel impact heeft op grensgebieden.

Het verslag van dit jaar bestaat uit vier dossiers waarin “grenseffecten” aan de orde komen: minimumloon, thuiswerken vanwege de COVID-19 pandemie, crisisbeheer en gezondheidszorg. Door drie overkoepelende onderzoeksthema’s te behandelen (Europese Integratie, Duurzame/Sociaaleconomische Ontwikkeling, en Euregionale Cohesie) legt elk dossier de nadruk op een ander punt, afhankelijk van het onderwerp van de studie. Het rapport is bedoeld als een hulpmiddel voor beleidsmakers op regionaal, nationaal en Europees niveau bij het nemen van besluiten over wet- en regelgeving met (aanvullende) effecten voor grensregio’s. Voor decentrale overheden zijn met name de bevindingen van ITEM in crisisbeheer en gezondheidszorg relevant.

Grenseffect crisisbeheer

Opnieuw zijn de effecten van de COVID-19 pandemie in Europese grensregio’s onderzocht. Het onderzoek van dit jaar richtte zich op het effect dat landelijke crisisbeheersing had op de samenwerking tussen verschillende lokale en regionale crisisteams.

Net als bij de eerste golf bleek het niet mogelijk om maatregelen regionaal te coördineren naarmate de crisis vorderde. Hierdoor was er bijvoorbeeld geen gezamenlijk beleid voor het openen en sluiten van scholen en winkels in de grensregio’s. Aangezien de COVID-19 maatregelen in Nederland, Duitsland en België om de paar dagen wijzigden, leidde dit tot veel complexiteit. Hierdoor waren grensregio’s meer bezig met het oplossen van praktische problemen die voortkwamen uit de verschillende maatregelen dan dat er werd samengewerkt om de zorg te ontlasten. Daarnaast weerspiegelden de besmettingscijfers met name het gemiddelde op nationaal niveau en werd het beleid hier dus op aangepast. Crisisbeheer werd hierdoor met name gekenmerkt door nationale maatregelen en geografische nabijheid speelde een kleinere rol. Volgens ITEM is het echter aannemelijk dat geografische nabijheid ook impact heeft op besmettingen.

ITEM concludeert dat er in de toekomst meer moet worden gekeken naar een gecoördineerd beleid in de grensregio’s en pleit voor het ontwikkelen van grensoverschrijdende protocollen en afspraken. Om deze samenwerking te organiseren kan een euregionaal crisisteam worden opgezet. Volgens ITEM wordt hiermee flexibiliteit voor grensoverschrijdende samenwerking gegarandeerd, ondanks nationale crisisbeheersing.

Grenseffect gezondheidszorg

Grensoverschrijdende gezondheidszorg is voor grensregio’s van essentieel belang. De praktijk leert echter dat er grote verschillen kunnen zitten in de gezondheidszorg tussen verschillende lidstaten. Dit kan inwoners van grensgebieden belemmeren in de toegang tot adequate gezondheidszorg.

De belemmeringen in de grensoverschrijdende gezondheidszorg geldt voor de grensregio’s van België, Duitsland en Nederland. In deze regio’s maken burgers vaak gebruik van gezondheidsdiensten over de grens. Uit het rapport van ITEM blijkt dat bijvoorbeeld Belgische burgers vaak geen vergoedingen krijgen voor hun geplande medische zorg in Nederland omdat ze een Belgische zorgverzekeraar hebben. De COVID-19 pandemie en de toenemende vergrijzing laten zien dat het belangrijk is om deze belemmeringen aan te pakken en dat adequate zorg in Europa overal toegankelijk moet zijn, met name in grensregio’s.

Herziening richtlijn mobiliteit patiënten

De Richtlijn betreffende de rechten van patiënten bij grensoverschrijdende gezondheidszorg (2011/24/EU) biedt het kader voor de toegankelijkheid tot grensoverschrijdende gezondheidszorg in Europa. De conclusie van het dossier is dat de richtlijn de mobiliteit van patiënten in het algemeen weliswaar bevordert, maar dat het niet per se toereikend is voor grensregio’s. De richtlijn lijkt daarmee geschikter voor personen die af en toe een beroep doen op de gezondheidszorg in een andere lidstaat dan voor inwoners van grensregio’s, die mogelijk structureel behoefte hebben aan grensoverschrijdende gezondheidsdiensten.

De richtlijn wordt momenteel dan ook herzien door de Commissie. De Commissie beoordeelt niet alleen of de richtlijn efficiënt functioneert, maar richt zich ook op wederzijdse bijstand en samenwerking op het gebied van gezondheidszorg in grensregio’s. Daarnaast heeft ITEM verschillende “succesfactoren” voor de totstandbrenging van een goed functionerende gezondheidszorg in grensregio’s geformuleerd. Hierbij ligt de nadruk op flexibele regelingen en samenwerking op verschillende niveaus, met name tussen zorgverzekeraars en decentrale en nationale overheden.

Bron

Grenseffectenrapportage 2021, Institute for Transnational and Euregional Crossborder Cooperation and Mobility

Meer informatie

Grensoverschrijdende samenwerking, Kenniscentrum Europa Decentraal

Nationaal kader en instrumenten GROS, Kenniscentrum Europa Decentraal

Expertisecentrum ITEM, Maastricht University

Wat is de stand van zaken op het gebied van grensoverschrijdende zorg?, Kenniscentrum Europa Decentraal

]]>
Digitale transformatie: EU boekt vooruitgang maar investeringen zijn nodig https://europadecentraal.nl/digitale-transformatie-eu-boekt-vooruitgang-maar-investeringen-zijn-nodig/ Mon, 22 Nov 2021 10:20:44 +0000 https://europadecentraal.nl/?p=73610 De resultaten van de jaarlijkse digitale economie en samenleving index (DESI) van de Europese Unie zijn bekendgemaakt. Deze index volgt de digitale prestaties van de lidstaten op verschillende gebieden. Door deze digitale prestaties te volgen kan de Europese Commissie de vooruitgang monitoren van de digitale transformatie in de EU en vaststellen waar verdere inspanningen nodig zijn. Over het algemeen geldt dat alle EU-lidstaten vooruitgang hebben geboekt met digitalisering, maar dat de digitale vaardigheidskloof tussen lidstaten toch groot blijft.

Waarom gebruikt de Europese Unie DESI?

DESI is een speerpunt uit het strategisch beleidsplan Digital Decade. Hierin stelt de Commissie dat zij de komende jaren het ‘digitale decennium’ van Europa wil maken en in 2030 digitaal soeverein wil zijn. Dat houdt in dat de EU controle houdt over het eigen telecommunicatiebeleid, het digitale verkeer en de voorwaarden die daaraan worden gesteld. Om hier vorm aan te geven presenteerde de Commissie in maart 2021 een visie en streefcijfers. Dit is het Digitaal Kompas en bestaat uit vier kernpunten. Hierover schreef Europa decentraal eerder al een nieuwsbericht.

De DESI van 2021 is aangepast om rekening te houden met de streefcijfers voor het digitale decennium en daarom zijn de DESI-indicatoren opgebouwd rond de vier kernpunten van het Digitaal Kompas. Dit helpt de EU-lidstaten om te bepalen op welke gebieden investeringen en maatregelen nodig zijn ter bevordering van de digitale transformatie.

Belangrijkste bevindingen van DESI 2021

De DESI 2021 is gebaseerd op de eerste twee kwartalen van 2020. In die periode heeft iedere lidstaat digitale vooruitgang geboekt en de digitale vaardigheidskloof tussen lidstaten is kleiner geworden. Desondanks blijft de kloof tussen de koplopers en de achterblijvers in de DESI groot. Daarom pleit de Europese Commissie voor essentiële investeringen via de faciliteit voor herstel en veerkracht van lidstaten, zodat alle burgers, bedrijven en overheidsorganisaties optimaal profijt kunnen hebben van de digitale mogelijkheden.

Per kernpunt van het Digitaal Kompas komen de volgende belangrijke bevindingen uit DESI 2021 voort:

  1. Digitaal vaardige burgers en hooggekwalificeerde digitale professionals

Doelstelling in 2030:

Tegen 2030 moet minimaal 80% van de volwassenen over digitale basisvaardigheden beschikken. Ook moeten er 20 miljoen ICT-specialisten werken in de EU, met een evenwicht tussen mannen en vrouwen.

DESI 2021:

  • 56% van de EU-bevolking beschikt over ten minste digitale basisvaardigheden;
  • Uit de gegevens blijkt dat het aantal ICT-specialisten licht is toegenomen: van 7,8 miljoen naar 8,4 miljoen in een jaar. Uit de gegevens komt duidelijk naar voren dat er een groter aanbod aan opleidingen nodig is om de doelstellingen van het digitale decennium voor vaardigheden te halen. De Commissie verwacht hierin aanzienlijke verbeteringen de komende jaren: 20 miljard euro wordt uitgetrokken voor digitale basisvaardigheden in de goedgekeurde plannen uit de faciliteit voor herstel en veerkracht;
  • Het evenwicht tussen man en vrouw in de ICT laat volgens de DESI 2021 nog te wensen over. Slechts 19% van de ICT-specialisten en ongeveer een derde van de afgestudeerden op het gebied van wetenschap, technologie, engineering en wiskunde is een vrouw.
  1. Beveiligde, goed presterende en duurzame digitale infrastructuurvoorzieningen

Doelstelling in 2030:

Tegen 2030 moeten alle huishoudens in de EU over gigabitconnectiviteit beschikken. Dit houdt in dat alle bedrijven en burgers in Europa over uitstekende en beveiligde connectiviteit beschikken. Daarnaast moeten alle bevolkte gebieden 5G-dekking hebben.

DESI 2021:

  • Er is een stijging in het aantal Europese huishoudens dat beschikt over gigabitconnectiviteit: 59% van de huishoudens, tegenover 50% een jaar geleden. Dit percentage is echter nog ver verwijderd van de doelstelling uit het digitale decennium;
  • 5G is commercieel van start gegaan in 13 lidstaten, voornamelijk stedelijke gebieden. Hier zit Nederland ook tussen;
  • Ongeveer 13 miljard euro wordt uitgetrokken voor connectiviteit in de goedgekeurde plannen uit de faciliteit voor herstel en veerkracht.
  1. Digitale transformatie van bedrijven

Doelstelling in 2030:

Tegen 2030 moet 75% van de Europese bedrijven gebruikmaken van cloud computing diensten, big data en Artificial Intelligence. Meer dan 90% van de middelgrote en kleine bedrijven moet ten minste een basisniveau van digitale intensiteit halen.

DESI 2021:

  • Het gebruik van cloudtechnologieën is sterk toegenomen: van 16% van de ondernemingen in 2018 tot 26% in 2020. Grote ondernemingen blijven hierin het voortouw nemen. Slechts een fractie van de ondernemingen maakt echter gebruik van geavanceerde digitale technologieën: 14 % maakt gebruik van big data en 25% van Artificial Intelligence. Op dit gebied valt dus nog veel te winnen om de doelstellingen uit het digitale decennium te halen;
  • Uit de gegevens van DESI 2021 blijkt dat 60% van de kleine en middelgrote bedrijven een basisniveau van digitale intensiteit heeft;
  • Bijna 18 miljard euro wordt uitgetrokken voor de digitale transformatie van bedrijven in de goedgekeurde plannen uit de faciliteit voor herstel en veerkracht.
  1. Digitalisering van overheidsdiensten

Doelstelling in 2030:

Tegen 2030 moeten alle belangrijke overheidsdiensten online beschikbaar zijn. Alle burgers moeten toegang hebben tot hun elektronische patiëntendossiers. Daarnaast moet 80% van de burgers een eID-oplossing gebruiken.

DESI 2021:

  • Uit de gegevens over digitale overheidsdiensten blijkt nog geen grote toename. In het eerste jaar van de pandemie hebben verschillende lidstaten digitale platforms opgericht of uitgebreid om meer online diensten aan te bieden;
  • Er wordt ongeveer 43 miljard euro uitgetrokken voor digitale overheidsdiensten, waardoor er in de komende jaren aanzienlijke verbeteringen worden verwacht. Daarnaast heeft de Commissie de benchmark inzake e-overheid 2021 beschikbaar gesteld, waarmee burgers in 36 Europese landen worden gevraagd naar hun gebruik van digitale overheidsdiensten.

Resultaten Nederland van DESI 2021

Index van de digitale economie en maatschappij 2021 Nederland

In de DESI 2021 staat Nederland op de vierde plaats van de 27 EU-lidstaten. Nederland blijft dus een van de best presterende landen in Europa, met een breed gebruik van digitale technologieën in ondernemingen en veel online diensten, en met grote basis- en geavanceerde digitale vaardigheden. Het aandeel afgestudeerde ICT’ers is echter het op vier na laagste in de EU. Nederland moet dus meer aandacht schenken aan digitaal vaardige professionals en aan het overbruggen van de genderkloof.

DESI 2021 voor decentrale overheden

Meerdere kernpunten uit het Digitaal Kompas zijn decentraal relevant. Allereerst worden decentrale overheden verplicht om bepaalde overheidsdiensten online beschikbaar te stellen en bijvoorbeeld de Europese digitale identiteitsbewijzen te erkennen. Om met deze ontwikkelingen mee te kunnen gaan worden de digitale vaardigheden van burgers en ambtenaren steeds belangrijker. Nederland heeft belangrijke stappen gezet in de digitale vaardigheden en openbare diensten, en presteert hierin over de gehele linie beter dan andere EU-landen. DESI 2021 benadrukt daarbij dat samenwerking tussen lokale en regionale digitale openbare diensten in Nederland gewaarborgd moet blijven en binnen het land goed op elkaar aansluiten.

Daarnaast is connectiviteit heel belangrijk voor decentrale overheden. Hierover kunt u meer lezen op onze onderwerppagina 5G. Volgens de gegevens van DESI 2021 waren er in Nederland duidelijke verbeteringen in de 5G-dekking, maar zijn de breedbandtarieven hoger dan het gemiddelde in de EU. Breedband is de verzamelnaam voor ICT-netwerken die belangrijk zijn voor de uitrol van 5G. Breedbandprojecten worden vaak door decentrale overheden uitgevoerd. Volgens de gegevens van DESI 2021 vraagt de prijs van breedband in Nederland blijvende aandacht.

Bron

Index van de digitale economie en samenleving, Europese Commissie

Meer informatie

Country reports DESI 2021, Europese Commissie

Path to the Digital Decade, Kenniscentrum Europa Decentraal

Faciliteit voor herstel en veerkracht, Kenniscentrum Europa Decentraal

5G, Kenniscentrum Europa Decentraal

]]>
Gecoördineerd EU-plan in strijd tegen cyberaanvallen https://europadecentraal.nl/gecoordineerd-eu-plan-in-strijd-tegen-cyberaanvallen/ Mon, 01 Nov 2021 09:55:55 +0000 https://europadecentraal.nl/?p=73043 Een strijd die niet wordt gevoerd met wapens maar met digitale programmacodes die informatie stelen of computers buiten werking zetten. Het klinkt wat onwerkelijk maar de dreigingen voor een cyberoorlog in Europa zijn groot. Daarom vindt de Europese Commissie het noodzakelijk dat de Europese Unie (EU) een sterk front creëert tegen dergelijke cyberaanvallen en wil zij kijken naar de mogelijkheden om een gezamenlijke cybereenheid te ontwikkelen.

Onlangs heeft de Raad conclusies aangenomen over de Europese gezamenlijke cybereenheid en daarmee aangegeven hoe de EU cybersecurity verder kan ontwikkelen. De gezamenlijke cybereenheid is een aanvulling op het Europees beleid voor cybersecurity. Hier krijgen ook decentrale overheden mee te maken, omdat zij steeds vaker slachtoffer worden van cybercriminaliteit.

Europese gezamenlijke cybereenheid

Op 23 juni 2021 publiceerde de Commissie de aanbeveling voor het opzetten van een gezamenlijke cybereenheid in de EU, als aanvulling op het huidige Europees cybersecuritybeleid. Deze eenheid wordt ook wel Joint Cyber Unit genoemd.

De gezamenlijke cybereenheid bestaat uit een virtueel en fysiek platform voor technische en operationele samenwerking in de EU om voorbereid te zijn op grootschalige cyberaanvallen. De Commissie hoopt hiermee op een gecoördineerde reactie van alle relevante actoren binnen de EU. Daarnaast is het streven dat deze actoren bijstand van elkaar kunnen verwachten. Concreet kent de gezamenlijke cybereenheid de volgende doelen:

  • Zorgen voor een gecoördineerde reactie binnen de EU op grootschalige cyberdreigingen, -aanvallen en -crises;
  • Verbeteren van het situationeel bewustzijn;
  • Verbeteren van gezamenlijke paraatheid.

Betere informatie-uitwisseling

De Raad heeft nu ook conclusies aangenomen over de mogelijkheden van het opzetten van een Europese gezamenlijke cybereenheid. Hierin stelde de Raad dat er meer gebruik moet worden gemaakt van bestaande Europese netwerken tegen cybersecurity en dat er gekeken moet worden hoe informatie-uitwisseling tussen deze netwerken verbeterd kan worden. Hiermee hoopt de Raad dat deze conclusies bijdragen aan meer transparantie tijdens het opzetten van de gezamenlijke cybereenheid en dat er binnen de eenheid duidelijke doelstellingen en prioriteiten tot stand komen.

Tot slot benadrukt de Raad dat er adequate werkmethoden moeten worden vastgesteld om deelname van alle lidstaten binnen de gezamenlijke cybereenheid mogelijk te maken. De wettelijke bevoegdheden van lidstaten in het samenwerkingsverband moeten hierbij gerespecteerd worden en deelname aan de eenheid zal vrijwillig zijn voor ieder lidstaat.

Cybersecurity in de Europese Unie

Cybersecurity is een verzamelnaam voor verschillende handelingen die bedoeld zijn om netwerk- en informatiesystemen te beveiligen en de gebruikers daarvan te beschermen tegen cyberaanvallen. Het gebruik van digitale technologieën wordt namelijk steeds groter en dat zorgt voor meer cybercriminaliteit. Cybercriminaliteit is criminaliteit met het internet en ICT als middel én als doelwit, zoals malware, hacking of phishing mails.

Ook Europese burgers, bedrijven en overheden zijn steeds vaker slachtoffer van cybercriminaliteit. De Commissie is daarom al enige tijd bezig om een Europees cyberdefensiebeleid te ontwikkelen. Zo is er een Europese cybersecuritystrategie om Europa beter bestand te maken tegen cyberdreigingen en moet de NIS-richtlijn zorgen voor een verbetering van de veerkracht van netwerk- en informatiesystemen in de EU-lidstaten. Deze richtlijn wordt momenteel herzien. Ten slotte zorgt de Cyberbeveiligingsverordening voor cybersecuritynormen voor ICT-producten, -diensten en -processen in de EU en heeft de Commissie een 5G Toolbox Cyberveiligheidsrisico’s gepresenteerd voor de uitrol van 5G-netwerken door de EU. Lees hier meer over het Europees beleid rond cybersecurity.

Cybersecurity bij decentrale overheden

Uit een recent van Binnenlands Bestuur en AG Connect bleek dat veel gemeenten niet goed voorbereid zijn op cyberaanvallen. Bijna de helft oefent bijvoorbeeld niet met aanvallen van buitenaf en bij veel gemeenten ontbreekt een draaiboek voor digitale crises.

Handelingskader

Het is daarom belangrijk voor decentrale overheden dat zij cybersecurity binnen hun organisatie serieus nemen en hun netwerk op een juiste manier beveiligen. Om hier meer bewustzijn voor te creëren is er onlangs een motie aangenomen die pleit voor een cyberverdedigingsprotocol, wat in samenwerking met de Vereniging Nederlandse Gemeenten en de Informatiebeveiligingsdienst moet worden opgesteld. Hierdoor krijgen gemeenten een duidelijk handelingskader in het geval van een cyberaanval.

Meer informatie over cybersecurity en de impact voor decentrale overheden kunt u in deze praktijkvraag lezen.

BRON

Conclusies gezamenlijke cybereenheid, Europese Raad

Meer informatie

]]>
Standpunt Raad van de EU over Data Governance Act https://europadecentraal.nl/standpunt-raad-van-de-eu-over-data-governance-act/ Fri, 08 Oct 2021 12:59:03 +0000 https://europadecentraal.nl/?p=72118 Hoe kunnen we in de Europese Unie makkelijk en veilig data delen? Om antwoord te geven op deze vraag heeft de Europese Commissie vorig jaar een verordening voor gegevensbeheer voorgesteld: de Data Governance Act. De Raad van de EU is het onlangs eens geworden over een onderhandelingsmandaat voor deze verordening. Met de Data Governance Act moet de beschikbaarheid van gegevens binnen de EU beter worden, terwijl tegelijkertijd volledige controle over de data en de veiligheid ervan wordt behouden. Dit geldt niet alleen voor Europese burgers en bedrijven, maar ook voor de publieke sector.

Wat is de data governance act?

De Data Governance Act is een Europese verordening voor gegevensbeheer. Het is onderdeel van een groter strategisch beleidsplan om de EU een concurrentievoordeel te geven in een steeds verdergaande datagedreven samenleving. Door regels in gegevensbeheer op te stellen, hoopt de Commissie dat data op een optimale en betrouwbare manier in de EU benut kan worden. De Commissie heeft bijvoorbeeld aangegeven dat zij het hergebruik van overheidsinformatie wil faciliteren en data-gebruik voor non-profit doeleinden wil stimuleren. Daarnaast hoopt zij het vertrouwen in data-gebruik in de EU te vergroten door neutrale en transparante bemiddelaars in te zetten die helpen met gegevensbeheer en tegelijkertijd de privacy van betrokkenen garanderen.

De verordening stelt regels op verschillende niveaus: in de publieke sector, voor ondernemingen en voor Europese burgers. Daarmee wordt het makkelijker voor deze partijen om hun data beschikbaar te stellen voor algemeen maatschappelijk belang, maar waarbij zij ook volledige controle over de data behouden. Niks is hierbij verplicht. Europese burgers met een zeldzame of chronische ziekte kunnen bijvoorbeeld vrijwillig hun gegevens uitwisselen voor onderzoek naar geneesmiddelen van andere ziekten.

Met de nieuwe regels zouden grote hoeveelheden data worden opgeslagen in Europese dataruimten verdeeld over negen domeinen, waaronder industrie, energie, gezondheid en de Europese Green Deal. De dataruimten dragen zo bijvoorbeeld bij aan de groene transitie door een beter beheer van het energieverbruik of in verbetering van dienstverlening door overheden. Daarnaast bieden de Europese dataruimten een alternatief voor de diensten van grote techplatformen, die een groot marktaandeel hebben door de enorme hoeveelheden data die ze kunnen controleren.

Waarom is de data governance act belangrijk voor decentrale overheden?

Europese data governance is het geheel van Europese regels en beleid waarmee veilig delen van data gegarandeerd kan worden. Decentrale overheden kunnen gebruik maken van data om nieuwe besluiten en beleidsmaatregelen op te stellen en beter te onderbouwen, maar ook om grote hoeveelheden data op te slaan, te beheren en te ontsluiten. Met het oog op de nabije toekomst kan dit voordelig zijn voor decentrale overheden, omdat de hoeveelheid data die overheidsinstanties genereren naar verwachting tegen 2025 vervijfvoudigd is ten opzichte van 2018.

Een belangrijk onderdeel van de verordening voor decentrale overheden zijn de regels rond het hergebruik van overheidsinformatie. Op basis van de Richtlijn inzake open data en hergebruik van overheidsinformatie zijn overheidsinstanties verplicht om overheidsinformatie beschikbaar te stellen voor burgers, bedrijven en onderzoeksinstellingen.

Artikel 3 lid 1 van de verordening stelt dat de regels rond hergebruik van overheidsinformatie van toepassing zijn op drie datacategorieën: data die vallen onder gegevensbescherming, intellectueel eigendom of data die bedrijfsgeheimen of ander commercieel gevoelige informatie bevatten. Het is hierbij van belang dat decentrale overheden de AVG en commerciële vertrouwelijkheid van  data waarborgen. Decentrale overheden krijgen technische ondersteuning bij het naleven van de regels rond hergebruik van overheidsinformatie, bijvoorbeeld bij het verwerken van data.

Voor meer informatie over de decentrale relevantie van de Data Governance Act verwijzen we u graag naar ons nieuwsbericht dat hier vorig jaar over is verschenen.

Vervolgstappen data governance act

Nu de Raad het mandaat heeft goedgekeurd, kunnen de onderhandelingen met het Europees Parlement beginnen. Zowel de Raad als het Parlement zullen overeenstemming moeten bereiken over de definitieve tekst. Beide partijen zullen vervolgens met de Commissie in beraad gaan om inhoudelijk de laatste puntjes op de i te zetten en een definitief akkoord over de verordening te bereiken. Als het akkoord is bereikt, zal de verordening in alle lidstaten in werking treden. De nieuwe regels zullen volgens de tekst van de Raad uiteindelijk 18 maanden na de inwerkingtreding van toepassing zijn.

Bron

EU looks to make data sharing easier: Council agrees position on Data Governance Act, Europese Raad

Data Governance Act, Europese Commissie

Meer informatie

Decentrale relevantie van het voorstel voor de Europese verordening gegevensbeheer, Kenniscentrum Europa Decentraal

Europese Commissie stelt nieuwe regels rond data voor, Huis van de Nederlandse Provincies

Hergebruik overheidsinformatie, Kenniscentrum Europa Decentraal

A European Strategy for Data, Europese Commissie

]]>
Schuldhulpverlening: onduidelijkheid over gegevensuitwisseling bij gemeenten https://europadecentraal.nl/schuldhulpverlening-onduidelijkheid-over-gegevensuitwisseling-bij-gemeenten/ Mon, 04 Oct 2021 10:16:13 +0000 https://europadecentraal.nl/?p=71887 Voor gemeenten is het vaak niet duidelijk welke persoonsgegevens ze mogen verwerken in het kader van de Wet gemeentelijke schuldhulpverlening (Wgs). Dat stelt de Autoriteit Persoonsgegevens (AP) naar aanleiding van signalen, klachten en vragen. Ondanks de wijziging van de Wgs die begin dit jaar juist moest zorgen voor meer duidelijkheid, blijken gemeenten en andere betrokkenen met het oog op de Algemene verordening gegevensbescherming (AVG) in de praktijk nog veel vragen te hebben. Daarom heeft de AP een handreiking opgesteld met aandachtspunten om aan de privacywetgeving te voldoen.

Waarom is de Wet gemeentelijke schuldhulpverlening belangrijk voor gemeenten?

Volgens de Wgs zijn gemeenten verantwoordelijk voor het bieden van hulp aan inwoners die problematische betaalachterstanden hebben met betrekking tot hun vaste lasten of andere schulden hebben die problematisch zijn of kunnen worden. Met name het vroegtijdig opvangen van signalen van burgers die beginnende schulden hebben en het risico lopen om in de problemen te komen is een belangrijke taak voor gemeenten. Dit heet vroegsignalering. De Wgs stelt schuldhulpverleners en schuldeisers in staat om in een vroeg stadium gegevens direct en zonder toestemming van de burger te verzamelen en uit te kunnen wisselen. Daarmee kunnen gemeenten op basis van deze signalen uit eigen beweging hun burgers schuldhulpverlening aanbieden.

Om effectief en efficiënt schuldhulp te verlenen is informatie nodig over bijvoorbeeld het salaris, de gezondheid, de onderneming of woning van de persoon met schulden. Deze informatie wordt ingewonnen bij verschillende partijen. Een gemeente kan bijvoorbeeld informatie krijgen over het inkomen en de afloscapaciteit van de betrokken burger via de Belastingdienst en uitkeringsinstanties. Ook hebben gemeenten informatie nodig wanneer zij een plan opstellen om hun inwoners maatschappelijk te ondersteunen. Daarmee zijn gemeenten verwerkingsverantwoordelijke van persoonsgegevens en dan moet er rekening worden gehouden met de verwerkingsbeginselen uit de AVG. Voor elke verwerking van persoonsgegevens moet namelijk een grondslag zijn. Het blijkt in de praktijk echter onduidelijk te zijn welke gegevens mogen worden verwerkt.

Wat is het probleem van schuldhulpverlening bij gemeenten?

De AP geeft aan dat zij in de afgelopen jaren meerdere signalen, klachten en vragen heeft ontvangen over schuldhulpverlening. Hierbij is het probleem dat vaak niet duidelijk is welke gegevens de verschillende partijen met elkaar mogen delen op grond van de AVG. In de praktijk worden hierdoor gegevens gedeeld zonder dat daarvoor een wettelijke grondslag bestaat.

De Wgs onderscheidt verschillende fasen in de schuldhulpverlening door gemeenten. Deze fasen zijn bepalend voor de vraag wie er verantwoordelijk is voor gegevensverwerkingen en welke persoonsgegevens mogen worden verwerkt. Iedere fase heeft een concreet doel binnen de schuldhulpverlening geformuleerd. De volgende doelen worden daarbij onderscheiden:

  • Vroegsignalering;
  • Toegang tot schuldhulpverlening (en het besluit daartoe);
  • Opstellen van het plan van aanpak (en het besluit daartoe).

Na deze fasen volgt de daadwerkelijke uitvoering van de hulpverlening. De Wgs gaat met deze fasering uit van een zekere chronologie in de schuldhulpverlening. In de praktijk blijkt het echter anders te verlopen. Het komt namelijk voor dat de verschillende fasen binnen de schuldhulpverlening gelijktijdig lopen en dat partijen verschillende rollen kunnen innemen. Dit is voor gemeenten en andere betrokkenen een extra uitdaging bij het bepalen van de rechtmatigheid van de verwerking van persoonsgegevens.

Aandachtspunten schuldhulpverlening volgens de AP

De AP heeft in de handreiking per fase van het hulptraject verschillende aandachtspunten opgesteld voor gemeenten, om burgers uit problematische schulden te helpen met respect voor hun privacy. Meer in het algemeen geldt dat:

  • De gegevensverwerking noodzakelijk moet zijn voor het realiseren van de in de wet genoemde doelen;
  • De gemeente of hulpverlener de proportionaliteit en de subsidiariteit van de verwerking moet afwegen;
  • De inwoner om wie het gaat moet direct vanaf het begin door de gemeente mee worden genomen bij elke stap in het proces. Dit zodat de inwoner zo veel mogelijk informatie krijgt over de verwerking van zijn persoonsgegevens.

Los van de aandachtspunten per fase, zijn er nog andere aandachtspunten om bij schuldhulpverlening aan de AVG op te letten . Hier gaat het bijvoorbeeld om DPIA’s, beroepsgeheimen en het informeren van burgers. Voor deze aandachtspunten verwijzen wij u graag naar de handreiking van de AP of een samenvatting van de aandachtspunten.

Al met al zullen gemeenten in de praktijk zelf concrete handvatten moeten opstellen om de doelen van schuldhulpverlening te behalen en tegelijkertijd de privacy van betrokken personen te garanderen. Hiervoor kunnen zij de kaders en aandachtspunten uit de handreiking gebruiken.

Bron

Handreiking Wet gemeentelijke schuldhulpverlening Aandachtspunten volgens de AP, Autoriteit Persoonsgegevens

Meer informatie

Privacy: De Algemene Verordening Gegevensbescherming, Kenniscentrum Europa Decentraal

Wijzigingsvoorstel wet schuldhulpverlening pakt privacybezwaren vroegsignalering aan, Kenniscentrum Europa Decentraal

Nieuwsbericht Handreiking Wet gemeentelijke schuldhulpverlening, Autoriteit Persoonsgegevens

Wet gemeentelijke schuldhulpverlening, Wettenbank Overheid

]]>
Path to the Digital Decade: digitale transformatie van de Europese Unie https://europadecentraal.nl/path-to-the-digital-decade-digitale-transformatie-van-de-europese-unie/ Mon, 27 Sep 2021 15:05:19 +0000 https://europadecentraal.nl/?p=71591 Een digitaal paspoort, de macht van techreuzen en de kwetsbaarheid voor cyberaanvallen; de digitalisering van de samenleving brengt wereldwijd kansen en uitdagingen met zich. Maar hoe geeft Europa vorm aan zijn digitale toekomst? Hierover presenteerde de Europese Commissie het voorstel Path to the Digital Decade, een concreet beleidsplan om tegen 2030 de digitale transformatie van de Europese samenleving en economie tot stand te brengen. Voor decentrale overheden zijn de plannen van de Commissie voor de Europese digitale transformatie van groot belang. De Commissie is nu een raadpleging gestart, waarbij ook decentrale overheden worden uitgenodigd om feedback te geven op de visie van de Commissie.

Wat is de Digital Decade?

De Path to the Digital Decade is onderdeel van een groter strategisch plan van de Commissie. Dit plan, ook wel de Digital Decade genoemd, heeft als doel om de komende jaren het ‘digitale decennium’ van Europa te maken. Maar wat houdt dit precies in?

digitaal decennium europa

De Europese Unie (EU) heeft de ambitie om digitaal soeverein te blijven in een open en onderling verbonden wereld. Daarbij moeten burgers en bedrijven de mogelijkheid krijgen om deel uit te maken van een digitale toekomst die mensgericht, duurzaam en welvarend is. Om hier vorm aan te geven presenteerde de Commissie in maart 2021 een visie en streefcijfers. Dit is het Digitaal Kompas en bestaat uit vier hoofdpunten:

  1. Digitaal vaardige burgers en hooggekwalificeerde digitale professionals
    Tegen 2030 moet minimaal 80% van de volwassenen over digitale basisvaardigheden beschikken. Ook moeten er tegen die tijd 20 miljoen ICT-specialisten werken in de EU, met daarbij een evenwicht tussen mannen en vrouwen.
  2. Beveiligde, goed presterende en duurzame digitale infrastructuurvoorzieningen
    Tegen 2030 moeten alle huishoudens in de EU over gigabitconnectiviteit beschikken. Dit houdt in dat alle bedrijven en burgers in Europa over uitstekende en beveiligde digitale verbindingen moeten beschikken. Daarnaast moet in alle dichtbevolkte gebieden de 5G-dekking optimaal zijn. De productie van geavanceerde en duurzame halfgeleiders in Europa moet dan ten minste 20% van de wereldproductie bedragen. Verder moet Europa tegen 2025 zijn eerste kwantumcomputer krijgen.
  3. Digitale transformatie van bedrijven
    Tegen 2030 moet 75% Europese bedrijven gebruikmaken van cloudcomputingdiensten, big data en Artificial Intelligence. Meer dan 90% van de middelgrote en kleine bedrijven moet ten minste een basisniveau van ‘digitale intensiteit’ halen. Het aantal jonge EU-bedrijven die een waarde van 1 miljard dollar hebben (‘eenhoorns’) moet verdubbelen.
  4. Digitalisering van overheidsdiensten
    Tegen 2030 moeten alle belangrijke overheidsdiensten online beschikbaar zijn. Alle burgers moeten toegang hebben tot hun elektronische patiëntendossier. Daarnaast moet 80% van de burgers een eID-oplossing gebruiken om zich digitaal te legitimeren.

Meerlandenprojecten

Om de doelstellingen van het digitaal kompas te bereiken moeten de lidstaten en de EU hun middelen bundelen. Daarom wil de Commissie meerlandenprojecten inzetten, wat inhoudt dat investeringen uit de EU-begroting, de lidstaten en het bedrijfsleven worden gecombineerd om de digitale capaciteit op te bouwen. De lidstaten zullen ten minste 20% van de uitgaven in hun ontwikkelings- en beheerplannen vrijhouden voor de digitale transitie.

Decentrale relevantie

Deze streefdoelen hebben ook betrekking op het beleid van decentrale overheden. Zo hebben netwerkaanbieders te maken met gemeentelijk- en provinciaal beleid als het gaat om het krijgen van een vergunning voor het plaatsen van een antennes voor mobiele netwerken. Gemeentes geven namelijk de vergunningen daarvoor uit en de provincie zorgt ervoor dat er afstemming is tussen gemeenten over het lokale beleid. Daarnaast worden decentrale overheden verplicht om bepaalde overheidsdiensten online beschikbaar te stellen en de Europese digitale identiteitsbewijzen te erkennen, accepteren en aan te bieden.

Kernpunten uit de Path to the Digital Decade

Om de digitale transformatie uit het Digitaal Kompas tot stand te brengen, heeft de Commissie nu een concreet voorstel gedaan: de Path to the Digital Decade. Een belangrijk uitgangspunt in dit voorstel is dat de digitale transformatie tussen lidstaten de afgelopen jaren ongelijk is geweest. Dat feit kan de doelstellingen uit het Digitaal Kompas belemmeren. Daarom wil de Commissie samenwerking tussen de EU, lidstaten en decentrale overheden bevorderen. Concreet stelt de Commissie een monitoring- en samenwerkingsmechanisme voor:

  • Een monitoringssysteem op basis van de Digital Economy Society Index (DESI) dat een overzicht geeft van indicatoren die de digitale prestaties van de Europese Unie meet. Hiermee wordt bovendien de digitale vooruitgang per lidstaat gevolgd;
  • Een jaarverslag waarin de Commissie de digitale vooruitgang in Europa zal evalueren en aanbevelingen voor concrete acties kan doen. Dit jaarverslag heet de ‘European State of the Digital Decade’-rapport;
  • Een meerjarige strategische routekaart voor elke lidstaat, waarin zij beleidsplannen en maatregelen zullen schetsen ter ondersteuning van de doelstellingen uit het Digitaal Kompas;
  • Een jaarlijkse evaluatie om Europese gebieden die onvoldoende digitale vooruitgang boeken te bespreken. Voor deze gebieden zal een plan worden opgesteld om, door middel van aanbevelingen en gezamenlijke verbintenissen tussen de Commissie en de lidstaten, vooruitgang te stimuleren;
  • Een systeem om de uitvoering van meerlandenprojecten te ondersteunen.

Feedback

De Commissie vraagt nu om feedback vanuit de lidstaten. Dit doet de Commissie om een bestuurlijk kader op te zetten dat voorziet in een samenwerking tussen de Commissie en de lidstaten, ter verwezenlijking van de digitale doelstellingen in de EU. Alle ontvangen feedback zal aan het Europees Parlement en de Raad worden gepresenteerd. Hierna kan er een besluit worden genomen over de concrete acties voor het beleidsprogramma van het Digitaal Kompas.

Ook decentrale overheden kunnen hierop reageren. Dit kan van belang zijn om twijfels te uiten of juist om een focus te vestigen op een specifiek terrein. Belanghebbenden kunnen via deze link nog tot 17 november reageren.

Bron

Voorstel voor een besluit tot vaststelling van het beleidsprogramma 2030 “De weg naar het digitale decennium”, Europese Commissie

Meer informatie

Informatiemaatschappij, Kenniscentrum Europa Decentraal

Europa’s digitale decennium: Commissie zet koers uit voor digitaal soeverein Europa tegen 2030, Europese Commissie

Toespraak Staat van de Unie 2021, Europese Commissie

Consultatie beleidsprogramma Digitaal Decennium Kompas, Europese Commissie

]]>
Artificial Intelligence in de Europese Unie https://europadecentraal.nl/artificial-intelligence-in-de-europese-unie/ Mon, 20 Sep 2021 14:17:17 +0000 https://europadecentraal.nl/?p=71288 Wat zijn de stappen die Europa de laatste jaren heeft gezet op het gebied van kunstmatige intelligentie (ook wel ‘Artificial Intelligence’ of AI)? AI is een populair agendapunt voor de Europese Commissie, omdat dit een steeds grotere rol speelt in de samenleving. Ook is het noodzakelijk om AI-technologie te reguleren. Veel decentrale overheden maken gebruik van AI; het biedt dan ook veel voordelen. In dit nieuwsbericht praten wij u bij over de belangrijkste ontwikkelingen op het gebied van AI in de Europese Unie (EU).

Wat is Artificial Intelligence?

AI is een verzameling technologieën die data, algoritmen en rekenkracht combineren. Deze technologieën worden verwerkt in systemen of machines, die daarmee in staat zijn om menselijke intelligentie na te bootsen. Machines kunnen door AI dus denken als een mens en specifieke taken uitvoeren. Daarnaast maken zulke machines gebruik van machine learning, wat ervoor zorgt dat de technologie in staat is om op basis van analyses en data zichzelf te ontwikkelen. Een voorbeeld van AI-gebruik bij decentrale overheden is wanneer er gebruik wordt gemaakt van chatbots om burgers sneller te begrijpen en verder te helpen, maar bijvoorbeeld ook parkeercontroles met langsrijdende camera-auto’s maken gebruik van AI-technologie.

Met behulp van AI-technologieën worden grote hoeveelheden gegevens verwerkt en herkend, waardoor AI efficiënt kan bijdragen aan oplossingen voor maatschappelijke problemen. Dit biedt ook voor decentrale overheden veel kansen. Door slim gebruik te maken van AI bij onder andere infrastructuur, afval en toezicht, kunnen steden bijvoorbeeld efficiënter en duurzamer ingericht worden. Ook binnen de waterschapsector liggen kansen, zoals bij rioolwaterzuiveringsinstallaties (RWZI’s). In deze praktijkvraag leest u meer over hoe een waterschap AI kan inzetten.

Belangrijkste ontwikkelingen binnen de EU

De Commissie signaleert dat er steeds meer gebruik wordt gemaakt van AI. Zij veronderstelt bovendien dat de EU een rol moet spelen in het ondersteunen van deze ontwikkeling, terwijl er wordt toegezien dat dit in lijn met de Europese waarden en fundamentele rechten gebeurt.

In 2018 publiceerde de Commissie een AI-strategie die de basis legde voor beleidscoördinatie rond AI. In april 2021 presenteerde de Commissie een herziening van dit gecoördineerde beleidsplan. De Commissie was hiervoor echter al van mening dat het, in het kader van veiligheid, aansprakelijkheid, fundamentele rechten en data-uitwisseling, noodzakelijk is om AI-wetgeving te ontwikkelen. Daarom presenteerde zij in 2020 een Witboek over AI. In het Witboek worden beleidsopties uiteengezet om zowel ontwikkeling van AI te stimuleren, als de risico’s van AI aan te pakken. Volgens het Comité van de Regio’s (CvdR) – het Europees adviesorgaan namens decentrale overheden – is het Witboek een stap in de goede richting. Het CvdR dringt echter aan op volledige erkenning van de grote rol die lokale en regionale overheden spelen bij de ontwikkeling en regulering van AI.

In april 2021 heeft de Commissie een regelgevingskader voorgesteld om AI-technologie te reguleren. De Commissie vond dat de bestaande Europese regelgeving de risico’s van AI onvoldoende adresseerden. In het gepresenteerde regelgevingskader is daarom een verordening gepubliceerd die vier verschillende niveaus van risico’s van AI definieert en adresseert:

  1. Onaanvaardbaar risico;
  2. Hoog risico;
  3. Beperkt risico;
  4. Minimaal risico.

Hoe meer risico AI-technologie met zich brengt, hoe strikter de regels die ervoor gelden. In ons nieuwbericht van mei 2021 kunt u meer lezen over de vier verschillende risiconiveaus van AI. Daarnaast stond in het regelgevingskader dat de lidstaten één of meer nationale bevoegde autoriteiten moeten aanwijzen om toezicht te houden op de naleving van de verordening. Ook zal er een European Artificial Intelligence Board in het leven worden geroepen, die verantwoordelijk is voor enkele adviestaken en het bijstaan van de Commissie bij specifieke vragen over AI.

Wat zijn de volgende stappen?

Het voorstel van de Commissie over het regelgevingskader wordt namens de lidstaten behandeld door het Europees Parlement en de Raad van Ministers. Dit gebeurt op grond van de gewone wetgevingsprocedure. Zodra de verordeningen zijn vastgesteld worden deze rechtstreeks toepasselijk in de hele EU. Tegelijkertijd zal de Commissie met de lidstaten blijven samenwerken om de acties uit het gecoördineerde AI-beleidsplan uit te voeren. Voor meer informatie over de totstandkoming van Europese wetgeving kunt u deze praktijkvraag raadplegen.

Dit najaar zal het CvdR namens decentrale overheden bijeen komen om het regelgevingskader te bespreken. Aan het einde van dit jaar volgt er een advies aan de Commissie over het regelgevingskader op lokaal en regionaal niveau. Kenniscentrum Europa decentraal houdt het in de gaten en zal binnenkort meer aandacht besteden aan dit advies van het CvdR.

Meer informatie

Artificial Intelligence, Kenniscentrum Europa Decentraal

Europese Commissie publiceert voorstel en actieplan voor de regulering van Artificial Intelligence, Kenniscentrum Europa Decentraal

Hoe kan het waterschap Artificial Intelligence inzetten?, Kenniscentrum Europa Decentraal

Voorstel voor een Europese Verordening voor Artificial Intelligence, Europese Commissie

Nieuw Gecoördineerd Plan voor Artificial Intelligence, Europese Commissie

Kunstmatige intelligentie in de EU: regio’s en steden willen vinger in de pap, Europees Comité van de Regio’s

]]>