Volgende week vrijdag, op 29 maart, zal het VK in principe de EU verlaten. Het Britse Lagerhuis heeft wederom het terugtrekkingsakkoord verworpen, maar ook een no-deal Brexit weggestemd. Wat betekent dit en wat gaat er nu gebeuren?
Recente stemmingen in het Lagerhuis
Het terugtrekkingsakkoord is begin vorig jaar in conceptvorm gepresenteerd. Er ligt nu een akkoord dat nog moet worden goedgekeurd door het Britse Lagerhuis, het Europees Parlement en de Europese Raad. Na eerder te zijn weggestemd werd het akkoord afgelopen week opnieuw in stemming gebracht in het Britse Lagerhuis.
Stemming tegen terugtrekkingsakkoord
Op dinsdag 12 maart stemde het Britse Lagerhuis opnieuw tegen het terugtrekkingsakkoord. Met name de Ierse grenskwestie en de daarbij behorende noodoplossing (backstop), die in het terugtrekkingsakkoord is opgenomen, is voor veel Britse parlementariƫrs niet acceptabel.
De Europese Raad heeft op 13 december 2018 aangegeven dat er niet opnieuw over het akkoord kan worden onderhandeld. De verwerping van het akkoord leidde een dag later tot een stemming over een no deal-Brexit.
Stemming tegen no deal-Brexit
Na de tweede verwerping van het terugtrekkingsakkoord, bogen de leden van het Lagerhuis zich over de vraag of het VK de EU dan zonder terugtrekkingsakkoord moet verlaten. Uit deze stemming van 13 maart, die overigens niet bindend is, volgde dat de meerderheid in het Lagerhuis tegen een Brexit zonder terugtrekkingsakkoord is.
Dat het Britse Lagerhuis tegen een Brexit zonder terugtrekkingsakkoord is wil niet zeggen dat een zogenaamde no-deal Brexit niet gaat plaatsvinden. Een no deal-Brexit is voorzien in het EU-verdrag als er geen ordentelijke uittreding kan worden overeengekomen. Alleen de aanname van een terugtrekkingsakkoord kan voorkomen dat de uittredende lidstaat de EU verlaat zonder afspraken. Als het VK geen actie onderneemt (uitstel of aanname van het akkoord) voor 29 maart, is de no deal-Brexit alsnog automatisch een feit.
Stemming tot uitstel van Brexit
In artikel 50 van het Verdrag betreffende de Europese Unie (VEU) is het recht van een lidstaat neergelegd om zich terug te trekken uit de EU. Een lidstaat die de EU wil verlaten, mag op grond van artikel 50 lid 3 VEU verzoeken om de uittredingstermijn te verlengen. Afgelopen donderdag, op 14 maart, werd er in het Britse Lagerhuis gestemd over een dergelijk verzoek tot uitstel van de Brexit tot 30 juni. Deze motie werd met een meerderheid van 211 stemmen aangenomen.
Volgens artikel 50 lid 3 VEU is uitstel van de uittredingstermijn echter alleen mogelijk als ook de andere EU-lidstaten unaniem instemmen met deze verlenging. Dit betekent dus dat alle overige 27 EU-lidstaten deze verlenging ook moeten goedkeuren. Als de EU-27 de verlenging van de termijn niet goedkeurt, zal het VK de EU alsnog op 29 maart verlaten. Dit is onafhankelijk van of er wel of geen terugtrekkingsakkoord getekend is. De Europese Commissie voert de onderhandelingen met het VK en heeft al aangegeven dat het openstaat voor een uitstel van de Brexit. Hierbij probeert Donald Tusk, de voorzitter van de Europese Raad, aan te sturen op een uitstel met een langere termijn om de Britten de tijd te geven na te denken over hoe ze de EU willen verlaten en hier een strategie bij te vormen.
Ook de Britse premier Theresa May heeft het voornemen om uitstel te vragen. Haar voorstel tot uitstel houdt rekening met een eventuele derde stemming over het terugtrekkingsakkoord waarbij goedkeuring van het akkoord zou kunnen leiden tot een kort uitstel tot 30 juni 2019. Wanneer het akkoord niet wordt goedgekeurd, zal er een sterke motivering voor uitstel vanuit het VK moeten komen, volgens May.
Michel Barnier, hoofdonderhandelaar van de EU betreffende de uittredingsonderhandelingen met het VK, zegt in een statement dat het VK verantwoordelijk is voor het zoeken naar een uitweg in de impasse waar de onderhandelingen zich nu in bevinden. Tevens is het aan de Britse regering om te laten weten hoe het nu, na de stemmingen, verder wil in de onderhandelingen.
EU-27-stemming
Tusk vraagt de EU-27 om na te denken over een Brexit-uitstel met een langere termijn. May wil echter vragen om een uitstel met een korte termijn, tot 30 juni. Op 21 maart zal de EU-27 bijeenkomen om de Brexit te bespreken. De Nederlandse regering heeft aangegeven welwillend te staan tegenover een uitstel van de Brexit als er tegelijkertijd ook uitzicht is op een oplossing. Minister Stef Blok van Buitenlandse Zaken vindt dat de Britse regering wel eerst goed moet aangeven waarvoor ze het uitstel willen gebruiken.
Meer informatie
Brexit-loket, Kenniscentrum Europa Decentraal
Remarks by President Jean-Claude Juncker at today’s joint press conference with UK Prime Minister Theresa May, Europese Commissie
Statement by Michel Barnier at the European Parliament Plenary session, Europese Commissie
Kabinetsreactie op het verslag van de rapporteurs inzake de Brexit, Tweede Kamer