Amal Moustaghfir – Europa decentraal https://europadecentraal.nl Europees recht in duidelijke taal! Fri, 28 Jun 2024 11:32:33 +0000 nl-NL hourly 1 https://wordpress.org/?v=6.5.5 https://europadecentraal.nl/wp-content/uploads/2022/05/cropped-Logo-KED-tp-32x32.png Amal Moustaghfir – Europa decentraal https://europadecentraal.nl 32 32 Openbare raadpleging over staatssteunregels voor garanties geopend https://europadecentraal.nl/nieuws/openbare-raadpleging-over-staatssteunregels-voor-garanties-geopend/ Mon, 12 Sep 2022 08:11:37 +0000 https://europadecentraal.nl/?post_type=nieuws&p=87978 Organisaties – waaronder decentrale overheden – kunnen aan de Europese Commissie feedback geven op het functioneren van de garantiemededeling. Het voornaamste doel van de evaluatie is nagaan of de garantiemededeling nog steeds geschikt is voor het beoogde doel: het geven van aanwijzingen over wanneer staatsgaranties wel en niet kwalificeren als staatssteun.

Over de garantiemededeling

In de garantiemededeling (Mededeling 2008/C 155/02) wordt beschreven hoe volgens de Commissie kan worden beoordeeld of staatsgaranties voor leningen aangegaan door ondernemingen als staatssteun moeten worden aangemerkt. Dit is het geval wanneer deze garanties tegen betere financiële voorwaarden verleend worden aan de begunstigde onderneming. Daarnaast wordt in de mededeling onderscheid gemaakt tussen individuele garanties en garantieregelingen. De garantiemededeling wordt nader toegelicht op deze pagina.

Waarom een openbare raadpleging?

De garantiemededeling, die voor het laatst is herzien in 2008, bevat geen herzieningsclausule of vervaldatum. Toch is het volgens de Commissie hoog tijd om de garantiemededeling opnieuw te beoordelen, aangezien de marktomstandigheden sinds 2008 aanzienlijk zijn veranderd. Recent door de Russische invasie van Oekraïne en de nasleep van de coronapandemie. Daarnaast hebben (decentrale) overheden sinds de laatste herziening in 2008 veel verschillende garantiemethoden bij de Commissie aangemeld. Al met al genoeg redenen om te evalueren of de garantiemededeling nog steeds geschikt is. Zo gaat de Commissie beoordelen of de mededeling naar behoren gewerkt heeft, of zij de toegang tot financiering op een doeltreffende wijze heeft vergemakkelijkt (voor kleine/middelgrote ondernemingen en voor grote ondernemingen), en of de mededeling gebruiksvriendelijk was voor de (decentrale) overheden.

Wanneer en waar kunt u feedback geven?

Om alle gegevens te verzamelen, plant de Commissie een openbare raadpleging, een gerichte raadpleging en een studie. De openbare raadpleging vindt plaats tussen 29 augustus 2022 en 21 november 2022 en is bedoeld om feedback te verzamelen voor de evaluatie van de garantiemededeling. De openbare raadpleging is toegankelijk via de website van de Commissie. De gerichte raadpleging zal plaatsvinden in de vorm van een verzoek om informatie aan EU-regeringen met een gerichte vragenlijst. De evaluatie is in beginsel gericht op beheers- en uitvoerende autoriteiten in EU-lidstaten.

Bron

Staatssteunregels voor de beoordeling van staatsgaranties op leningen – evaluatie, Europese Commissie

]]>
Europese commissie publiceert richtsnoeren: vergemakkelijken toegang tot arbeid voor vluchtelingen https://europadecentraal.nl/nieuws/europese-commissie-publiceert-richtsnoeren-vergemakkelijken-toegang-tot-arbeid-voor-vluchtelingen/ Thu, 21 Jul 2022 09:34:21 +0000 https://europadecentraal.nl/?post_type=nieuws&p=86029 Sinds het begin van de oorlog in Oekraïne zijn meer dan 7 miljoen mensen naar de Europese Unie gevlucht. Slechts een klein aantal van deze vluchtelingen is tot de arbeidsmarkt van de EU toegetreden. Dit aantal zal naar verwachting stijgen. Om de toegang tot werk, opleiding en volwasseneneducatie voor vluchtelingen te vereenvoudigen heeft de Europese Commissie op 14 juni nieuwe richtsnoeren gepubliceerd.

Informeren, promoten en bevorderen

De richtsnoeren zijn in het leven geroepen om vluchtelingen te ondersteunen bij het betreden van de arbeidsmarkt en zodat zij hun vaardigheden kunnen blijven ontwikkelen. De richtsnoeren zijn van toepassing op vluchtelingen die onder de Richtlijn Tijdelijke Bescherming vallen, maar ook op vluchtelingen die op grond van nationaal recht passende bescherming krijgen. De lidstaten worden aangemoedigd om hetgeen in de richtsnoeren overeen is gekomen in overeenstemming met de European Pillar for Social Rights toe te passen. Zo moedigt de Commissie de lidstaten aan om:

  • vluchtelingen uit Oekraïne extra te informeren over de beschikbare steun. Lidstaten zijn namelijk al verplicht om vluchtelingen te informeren over hun rechten omtrent steun. Dit kan bijvoorbeeld loopbaanbegeleiding of bescherming tegen discriminatie zijn, maar ook het combineren van werk en privé. De informatievoorziening kan lopen via het document dat lidstaten op grond van artikel 9 van de Richtlijn Tijdelijke Bescherming verplicht zijn om aan vluchtelingen te overhandigen, of via andere kanalen zoals televisie. Ook moeten lidstaten onder andere lokale overheden, potentiële werkgevers en sociale partners informeren over de rechten van vluchtelingen;
  • de integratie op de arbeidsmarkt vergemakkelijken door vluchtelingen aan te moedigen zich bij de plaatselijke openbare dienst voor arbeidsvoorzieningen in te schrijven. In Nederland is dit het UWV. Daarbij is het van belang dat de overheid en het UWV in hun werkzaamheden rekening houden met de behoeften van vluchtelingen. Dit doen zij bijvoorbeeld door diversiteit op de werkvloer te promoten of door het aanbieden van integratiecursussen;
  • te zorgen voor een zo ruim mogelijke toegang tot de arbeidsmarkt voor mensen in loondienst of zelfstandigen, bijvoorbeeld door het bestrijden van het risico van uitbuiting en zwartwerk. Lidstaten worden daarnaast aangemoedigd om géén gebruik te maken van artikel 12 van de Richtlijn Tijdelijke Bescherming. Artikel 12 maakt het mogelijk voor lidstaten om op de arbeidsmarkt voorrang te geven aan EU-onderdanen of anderen.

Nederland informeert vluchtelingen al over hun rechten en plichten. Zo geeft de Rijksoverheid aan dat vluchtelingen uit Oekraïne dezelfde rechten hebben als een Nederlandse werknemer en dat ze de mogelijkheid hebben om contact op te nemen met de Arbeidsinspectie wanneer zij bijvoorbeeld te weinig betaald krijgen. De Rijksoverheid informeert daarnaast decentrale overheden over de rechten van vluchtelingen middels verschillende FAQ’s, zoals deze: werk en inkomen.

Erkennen en investeren

Vluchtelingen die bescherming genieten moeten in staat worden gesteld om hun vaardigheden en kwalificaties aan te tonen. Dit om ervoor te zorgen dat zij zo snel mogelijk kunnen integreren in de arbeidsmarkt. Lidstaten worden daarom verzocht ervoor te zorgen dat:

  • vaardigheden en kwalificaties kunnen worden erkend. Dit moet ook kunnen wanneer vluchtelingen niet in het bezit zijn van de juiste documenten. Erkenning kan in dat geval, onder andere, via testen of het vinden van ontbrekende kwalificaties. Om dit te bereiken is samenwerking tussen de verschillende organisaties en overheden essentieel. Vluchtelingen moeten bovendien geïnformeerd worden over het bestaan van deze opties;
  • er mogelijkheden zijn voor onder andere scholing. Dit kan bijvoorbeeld door vluchtelingen mogelijkheden te bieden om algemeen onderwijs te volgen en zich bij instellingen voor hoger onderwijs in te schrijven.

Fondsen en voorbeelden in andere lidstaten

Om lidstaten bij het uitvoeren van de richtsnoeren te ondersteunen verwijst de Commissie naar een aantal EU fondsen waar de lidstaten aanspraak op kunnen maken. Ook heeft de Commissie een aantal voorbeelden genoemd van projecten die op basis van die fondsen tot stand zijn gekomen, waaronder:

  • Fostering Opportunities of Refugee Workers (FORWORK). Dit is een pilot gefinancierd op basis van de EaSI (programma voor werkgelegenheid en sociale innovatie, onderdeel van het Europees Sociaal Fonds + (ESF+)) dat momenteel in Italië en Albanië loopt. De pilot richt zich op de integratie van vluchtelingen in de arbeidsmarkt;
  • Stark im Beruf in Duitsland, Mirjam in Zweden en CIAO in Luxemburg. Alle drie de projecten zijn op basis van het ESF+ gefinancierd en richten zich op de integratie van vrouwen met een migratieachtergrond op de arbeidsmarkt;

Meer voorbeelden van projecten gefinancierd op basis van Europese fondsen kunt u vinden op onder andere de website van het ESF+ en de Europese website voor integratie. In de EU- fondsenwijzer van Kenniscentrum Europa Decentraal vindt u een overzicht van Europese fondsen en subsidies waar u ten behoeve van projecten voor vluchtelingen mogelijk aanspraak op kunt maken.

Achtergrond

De Raad van de EU besloot in maart om tijdelijke bescherming aan vluchtelingen uit Oekraïne te bieden, naar aanleiding van een voorstel van de Commissie. Daarvoor werd de Richtlijn Tijdelijke Bescherming geactiveerd. De richtlijn bepaalt bijvoorbeeld dat personen die tijdelijke bescherming genieten in staat moeten worden gesteld om in loondienst of als zelfstandige te werken en dat zij onmiddellijk een veilige status krijgen die toegang tot – bijvoorbeeld – huisvesting en gezondheidszorg verleend. Kenniscentrum Europa Decentraal heeft een FAQ opgesteld over de Richtlijn Tijdelijke Bescherming, waarin de rechten van vluchtelingen ook aan bod komen.

In een eerdere mededeling van de Commissie werden de lidstaten aangemoedigd om de toegang tot de Europese arbeidsmarkt uit te breiden tot personen die bescherming genieten op grond van het nationale recht. Deze richtsnoeren vormen een aanvulling op de maatregelen die door de EU zijn genomen voor vluchtelingen uit Oekraïne en geven bijvoorbeeld nadere invulling aan de toegang tot volwasseneneducatie en het erkennen van vaardigheden van vluchtelingen.

Decentrale relevantie

De richtsnoeren van de Commissie zijn relevant voor decentrale overheden omdat de Commissie daarmee de arbeidsintegratie van vluchtelingen wil bevorderen. Als vluchtelingen uit Oekraïne eenmaal betaald werk doen, komen ze niet meer in aanmerking voor leefgeld. Ze mogen dan nog wel in de gemeentelijke opvang blijven.

Bron:

Oekraïne: Commissie presenteert richtsnoeren, Europese Commissie

Meer informatie:

Raad akkoord met tijdelijke bescherming Oekraïners, Kenniscentrum Europa Decentraal
Europese Commissie wil legale arbeidsmigratie versoepelen, Kenniscentrum Europa Decentraal
FAQ Oekraïne, Kenniscentrum Europa Decentraal

]]>
Raad in overeenstemming over hogere streefcijfers in het kader van ‘Fit for 55’ https://europadecentraal.nl/raad-in-overeenstemming-over-hogere-streefcijfers-in-het-kader-van-fit-for-55/ Mon, 04 Jul 2022 11:54:47 +0000 https://europadecentraal.nl/?p=84506 De Raad heeft op 27 juni onderhandelingsstandpunten aangenomen over twee voorstellen in het kader van het ‘Fit for 55’-pakket voor de herziening van de Richtlijn hernieuwbare energie en de Richtlijn inzake Energie-efficiëntie. Op 28 juni kwam daar een standpunt bij over onder andere het sociaal klimaatfonds. Verder hebben zowel het Europees Parlement als de Raad onlangs onderhandelingsposities aangenomen wat betreft het emissiehandelssysteem (ETS).

Fit for 55

De EU heeft als doel om in 2050 klimaatneutraal te zijn. Om dit doel te bereiken heeft de Europese Commissie een groot pakket aan voorstellen voor maatregelen ontwikkeld, onder de naam Fit for 55. De uitstoot van broeikasgassen moet namelijk in 2030 met 55% dalen ten opzichte van het niveau van 1990. De Raad en het Europees Parlement komen nu met reacties op deze voorstellen. Op basis van deze posities zullen de Raad en het Parlement met de Commissie gaan onderhandelen om tot definitieve wetgeving te komen.

Herziening Richtlijn hernieuwbare energie

De Raad stelt, in lijn met de ambitieuzere doelen uit de Commissievoorstellen, in het standpunt van 27 juni op diverse gebieden hogere streefcijfers dan die momenteel gelden. Op het gebied van hernieuwbare energie kwam de Raad bijvoorbeeld overeen dat het nieuwe bindende EU-streefcijfer 40% van energie uit hernieuwbare bronnen tegen 2030 zal gaan bedragen, tegenover het huidige streefcijfer van 32% voor dat jaar. Dit komt overeen met het plan van de Commissie en  betekent dat lidstaten hun bijdragen in hun geïntegreerde nationale energie- en klimaatplannen moeten verhogen.

Daarnaast hebben de lidstaten op het gebied van vervoer twee keuzes volgens het standpunt: een bindend streefcijfer voor een broeikasgasintensiteitsreductie van 13% tegen 2030 óf een bindend streefcijfer van tenminste 29% hernieuwbare energie binnen het eindverbruik van energie in de vervoerssector tegen 2030.

Verder stelde de Raad een indicatief streefcijfer vast van ten minste 49% hernieuwbare energie in gebouwen in 2030. In het  het REPowerEU-plan zijn snellere vergunningsprocedures voor projecten op het gebied van hernieuwbare energie aangekondigd. De uitrol van hernieuwbare energie moet hierdoor zodat de EU onafhankelijk kan worden van Russische fossiele brandstoffen. Ten slotte wil de Raad de duurzaamheidscriteria voor biomassa aanscherpen.

Herziening Richtlijn inzake Energie-efficiëntie

Wat energieverbruik betreft, kwam de Raad overeen om op EU-niveau het energieverbruik voor 2030 te verminderen, met 36% voor eindenergieverbruik en met 39% voor primair energieverbruik (dit omvat ook het energieverbruik voor de productie en levering van energie). Dit percentage van 36% moet bindend worden voor de EU als geheel. Lidstaten moeten indicatieve nationale bijdragen en trajecten, die zij moeten vastleggen in hun nationale energie- en klimaatplannen. Dit komt overeen met de voorstellen van de Commissie.

Ook was er in de Raad overeenstemming over het verhogen van het streefcijfer voor het verminderen van eindenergieverbruik per jaar: de jaarlijkse reductie moet per jaar liggen op 1,1%, 1,3% en 1,5% respectievelijk vanaf 2024, 2026 en 2028. De Commissie hield het in haar voorstel op 1,5% vanaf 2024. Specifiek voor de publieke sector werd de Raad het eens over een verplichting tot het verminderen van energieverbruik met 1,7% per jaar, vanaf vier jaar na de inwerkingtreding van de richtlijn.

Overige onderwerpen

Op 28 juni zijn ook de onderhandelingsstandpunten van de Raad over aan Fit for 55 gerelateerde onderwerpen gepubliceerd. Er werd overeenstemming bereikt over de oprichting van een sociaal klimaatfonds voor 2027-2032 ter ondersteuning van onder meer kwetsbare huishoudens en kleine bedrijven. In het kader hiervan moeten lidstaten een sociaal klimaatplan opstellen met maatregelen om de impact van een koolstofprijs op kwetsbare burgers te verminderen. Voor sectoren die niet onder het emissiehandelssysteem vallen (waarvoor de Verordening inzake de verdeling van inspanning geldt) vond de Raad overeenstemming over een EU-brede doelstelling van een uitstootvermindering van 40% ten opzichte van 2005.

Betreffende landgebruik, verandering in landgebruik en bosbouw (LULUCF) bevestigde de Raad de doelstelling van de Commissie: 310 ton aan CO2-verwijdering in deze sector in 2030. De Raad was het ook eens met het voorstel van de Commissie om de doelstellingen voor CO2-uitstootvermindering bij wegvoertuigen aan te scherpen zodat in 2030 de uitstoot van auto’s 55% lager ligt. In 2035 moeten nieuwe auto’s en bussen volkomen uitstootvrij zijn.

Emissiehandelssysteem ETS

Verder vonden er relevante ontwikkelingen plaats op het gebied van het emissiehandelssysteem (ETS), dat de industrie verplicht om te betalen voor de CO2 die ze uitstoot. In het Europees Parlement stemde  een ruime meerderheid voor de herziening van de EU-regeling voor het ETS. Dit gebeurde nadat twee weken eerder een ontwerpverslag over de herziene ETS-richtlijn verworpen werd. Voor de sectoren die hieronder vallen wordt een ambitie van 63% broeikasgasvermindering vastgelegd voor 2030 ten opzichte van 2005. Het aantal emissierechten in het systeem zal in overeenstemming hiermee afnemen. Daarnaast stemde het Parlement voor toevoeging van scheepvaart boven 5000 ton en broeikasgassen zoals stikstofoxiden en methaan aan het system.

In de onderhandelingspositie van 28 juni bereikte ook de Raad overeenstemming over het ETS: daar werd gekozen voor een ambitie van 61% emissievermindering in 2030 en een afname het aantal emissierechten met 4.2%, waarmee de positie minder scherpe regels voorstaat dan die van het Parlement. Het EP voorziet in 2024 4,4% minder emissierechten en laat dit percentage oplopen naar 4,6% vanaf 2029.

Decentrale relevantie

De doelstellingen van het Fit for 55-pakket zijn ook relevant voor decentrale overheden. Het indicatieve streefcijfer van ten minste 49% aan hernieuwbare energie in gebouwen zal bijvoorbeeld gelden voor panden die in het bezit zijn van decentrale overheden. Ook de plicht tot een vermindering van energieverbruik met 1,7% per jaar voor de publieke sector is van toepassing op decentrale overheden.

Bronnen:

Fit for 55: Raad akkoord over hogere streefcijfers voor hernieuwbare energie en energie-efficiëntie, Europese Raad

Raad Milieu – voornaamste resultaten, 28 juni 2022, Europese Raad

Climate change: Parliament pushes for faster EU action and energy independence, Europees Parlement

Meer informatie:

Onderweg naar 55% minder uitstoot in 2030: Europese Commissie presenteert ‘Fit for 55’-pakket, Kenniscentrum Europa Decentraal

Door naar 55% minder uitstoot in 2030: Europese Commissie presenteert tweede deel ‘Fit for 55’-pakket en uitwerking Green Deal, Kenniscentrum Europa Decentraal

Energie, Kenniscentrum Europa Decentraal

]]>
Berichtenbox & Single Digital Gateway: Are you ready?! https://europadecentraal.nl/interview-met-paul-hogenhuis/ Fri, 29 Apr 2022 09:17:56 +0000 https://europadecentraal.nl/?p=79331 Interview met Paul Hogenhuis

Decentrale overheden zijn al jaren verplicht gebruik te maken van de Berichtenbox voor Bedrijven. De Berichtenbox is onderdeel van het Dienstenloket waarmee dienstverlenende ondernemers met onder andere decentrale overheden kunnen communiceren. Vanaf december 2022 moeten decentrale overheden op grond van de Single Digital Gateway-verordening ook informatie en links naar online procedures toegankelijk maken voor EU-burgers en bedrijven. Een jaar daarna dient de afhandeling volledig digitaal te verlopen. Ook in het Engels. Dit is dus nog uitgebreider dan de regels onder de Dienstenrichtlijn en heeft mogelijk impact op het gebruik van de Berichtenbox. Wij spraken hierover met Paul Hogenhuis.

Paul Hogenhuis werkt als juridisch beleidsmedewerker bij de provincie Noord-Brabant. Hij is sinds het begin betrokken bij de inrichting van de Berichtenbox. De provincie Noord-Brabant gaat met de Berichtenbox verder dan wat de wet voorschrijft, en wordt daarom al jaren als een koploper gezien.

Paul Hogenhuis

Wat is de Berichtenbox?

“De Berichtenbox is een soort beveiligde e-mailvoorziening die beschikbaar is gesteld door de Rijksoverheid. Hiermee kunnen decentrale overheden berichten van dienstverleners en overheden ontvangen. Uit de Europese Dienstenrichtlijn vloeit voor decentrale overheden de verplichting voort om de Berichtenbox in te richten. Het is een tweeweg-voorziening, met aanvragen en antwoorden. De overheid is dus niet alleen aan het zenden, maar doet ook nadrukkelijk aanvragen waar op grond van de Dienstenwet een reply op moet worden gegeven. De dienstverlener is zo digitaal bereikbaar voor de betreffende instantie. Voorts gaat het ook om gegarandeerde aflevering van berichten tussen decentrale overheden en dienstverleners. In zekere zin kun je het vergelijken met een aangetekende post voorziening.”

Waarom is de Berichtenbox er?

“De Berichtenbox is er gekomen om lastenverlichting bij ondernemers te realiseren. Op dit moment zijn er al 484 bevoegde instanties wettelijk verplicht aangesloten bij de Berichtenbox: alle gemeenten, waterschappen, provincies enzovoorts. Dit zijn allemaal instanties die taken uitvoeren in het kader van vergunningen, meldingen en certificeringen in overeenstemming met de Dienstenrichtlijn. Aan de kant van de gebruikers zijn er op dit moment 26.794 ondernemers binnen en buiten Nederland die een box hebben.”

“Ondernemingen blijken erg tevreden met de Berichtenbox. Doordat meer informatie digitaal beschikbaar is, hoeft er minder te worden gescand, is er minder papier nodig en wordt het archiveren makkelijker. Hierdoor gaan veel werkzaamheden een stuk efficiënter. Wat ook helpt is dat alle overheden gebruik maken van de Berichtenbox, en dat je niet per overheidsinstantie apart moet inloggen om zaken op te halen.”

De Berichtenbox is er gekomen om lastenverlichting bij ondernemers te realiseren.

Hogenhuis onderstreept het feit dat er altijd nog verbeteringen mogelijk zijn. “Bij de provincie Noord-Brabant hebben we daarom een aparte koppeling aangebracht. Als een elektronisch formulier wordt ingevuld en je vult daar je Berichtenbox-naam in, dan komt het bericht automatisch, geregistreerd in ons zaaksysteem. Vervolgens wordt ook het ingevulde formulier met het zaaknummer direct naar de Berichtenbox teruggestuurd. Die koppeling is er al voor het inkomende verkeer en we zijn bijna klaar met een koppeling voor het uitgaande verkeer. Zo kan een medewerker die een besluit gemaakt heeft in het systeem aangeven dat het een Berichtenbox-verzending is en hoeft er geen brief meer verstuurd te worden. Dat is nog een voordeel van de Berichtenbox: de aflevergarantie. Hierbij is het wel van belang dat meer ondernemers gebruik gaan maken van de Berichtenbox, naast die zevenentwintigduizend die ik net noemde. Er zijn natuurlijk rond de honderdduizend ondernemers in Nederland en die kunnen er allemaal gebruik van maken. ”

De Berichtenbox biedt dus baten, maar wordt toch nog niet door iedereen gebruikt. Wat zijn dan de nadelen aan het gebruik van de Berichtenbox?

“De nadelen ziet de provincie voornamelijk als kansen ter verbetering. Binnen de provincie werken ze dan ook continu aan een optimalisering van de dienstverlening. Het grootste nadeel is echter dat er concurrentie is met onbeveiligde e-mails. Medewerkers vinden het makkelijker om gewoon een e-mail te sturen met informatie. Officieel kan dat niet, alleen al vanwege de Algemene Verordening Gegevensbescherming en de gevoeligheid van de informatie. Bij de Berichtenbox gaat er dus niks via het internet, omdat iedereen moet inloggen in de beveiligde omgeving.

Een ander nadeel is dat er eigenlijk geen toezichthouder is. Hierdoor is er bijvoorbeeld ook geen specifieke jurisprudentie, terwijl dit juist zo nuttig is voor de urgentie van de implementatie. De Berichtenbox is een wettelijke verplichte voorziening. Er zou dus eigenlijk gewoon toezicht op moeten komen, want dan gaan overheden er pas echt mee aan de slag. Op dit moment zou alleen de Ombudsman zich ermee kunnen bemoeien, maar die heeft zich nooit specifiek over de Berichtenbox voor bedrijven uitgesproken. Ook een nadeel is dat er nauwelijks een standaardaanbod is in de software van zaaksysteemleveranciers. Wij zien bij onze zaaksysteemleverancier dat de Berichtenbox voor bedrijven echt ingebouwd is. Andere zaakleveranciers doen dat niet, die willen dat niet inbouwen. Dat maakt het gebruik lastiger. Er is nu gelukkig opnieuw belangstelling bij leveranciers door het aannemen van de Wet Modernisering Elektronisch Bestuurlijk Verkeer.”

Hogenhuis deelt met ons volgens hem wat zou kunnen worden verbeterd: “Wij pleiten voor een strengere verplichting voor het gebruik van de Berichtenbox voor bedrijven, maar wij zijn er nog niet in geslaagd om dat erin te krijgen. Er is volgens ons toch behoefte aan een wettelijke verplichting om de Berichtenbox te gebruiken. Als die er komt, dan is een deel van de problemen wel opgelost.”

Er is volgens ons toch behoefte aan een wettelijke verplichting om de Berichtenbox te gebruiken.

Vanwege de coronamaatregelen werd er veel thuis gewerkt. Heeft het thuiswerken invloed gehad op het gebruik van de Berichtenbox?

“De verwachting is wel dat alles wat er nu tijdens corona is opgezet, dat dat ook blijvend is. We werken nu natuurlijk meer thuis en de Berichtenbox helpt daar enorm bij. Je hoeft niet meer naar kantoor om een papieren brief in een envelop te stoppen. Wat ik ook al zei, e-mail is ook een enorme concurrent. Officiële berichten gaan heel vaak nog per e-mail. Ik heb geen harde cijfers over corona en het gebruik van de Berichtenbox, maar het kan weldegelijk invloed hebben.”

In 2013 was Noord-Brabant de eerste die de Berichtenbox heeft uitgebreid met bijna alle provinciale diensten voor bedrijven. Welke uitbreidingen zijn er nog meer toegevoegd?

“Tot 2013 hebben wij gezegd dat alle diensten voor ondernemers via de box kunnen. Op een gegeven moment hebben we aangegeven dat alle interbestuurlijke post ook via die box moet kunnen. Dat hebben wij toen uitgevoerd voor alle gemeentebegrotingen, enquêtes, archiefstukken, adviezen die worden uitgewisseld met overheden. Tenslotte is de Berichtenbox in 2016 opengesteld voor alle officiële post in het kader van de wettelijke taak van de provincie. We doen mee in de pilot voor het aanleveren via de Berichtenbox van beroepsstukken aan de Raad van State.”

Hierbij wordt er dus vanuit gegaan dat die medeoverheid ook gebruik maakt van de box. Zorgde dat weleens voor problemen?

“Dit heeft in het verleden wel voor problemen gezorgd, maar de provincie heeft dit aangepakt. In 2013 hebben we bijvoorbeeld een mystery guest-onderzoek bij gemeenten gedaan. Op basis van dit onderzoek wisten we welke overheden de Berichtenbox niet goed beheerden in de provincie Noord-Brabant en zijn hen gaan ondersteunen om opnieuw aan te sluiten. Vervolgens hebben we in de daaropvolgende jaren nog enkele andere onderzoeken gedaan. Hieruit werd duidelijk wat de beweegredenen waren om de Berichtenbox wel of niet te gebruiken en wat de verbeterpunten waren. Zo konden we dit gericht aanpakken. Uiteraard zijn we daarna pas al die stukken gaan uitwisselen via de box.”

Even een bruggetje naar de Single Digital Gateway (SDG). Dit is een online centraal punt waarmee EU-burgers en bedrijven makkelijk toegang krijgen tot digitale overheidsdienstverlening in alle EU-lidstaten. Wat zijn belangrijke verschillen tussen de SDG en de Dienstenrichtlijn en -wet?

“De SDG-verordening heeft directe werking op alle centrale en decentrale overheden, terwijl de Dienstenrichtlijn moest worden omgezet in de Dienstenwet. Wel borduurt de SDG voort op de verplichtingen onder de Dienstenrichtlijn en vult deze op een aantal onderdelen ook aan. De procedures en kwaliteitseisen van de SDG gaan bijvoorbeeld veel verder dan die voor de Berichtenbox. Zo moet het centrale loket worden ontsloten op de digitale Europese toegangspoort YourEurope.eu en er moet gebruik worden gemaakt van het eenmaligheidsbeginsel.” Dit beginsel houdt in dat ondernemingen en burgers dezelfde informatie niet meer dan één keer aan een overheid hoeven te verstrekken. “De SDG eist ook dat een decentrale overheid eenvoudig aangeeft hoe een procedure volledig digitaal kan worden afgewikkeld. Gebruikers moeten feedback kunnen geven op de dienstverlening. Daarnaast is het onder de SDG-verordening verplicht om de informatie en de procedure aan te bieden in een veel gesproken officiële taal van de Unie.”

“Een ander verschil is dat de SDG veel meer beleidssectoren dan alleen de Dienstenrichtlijn kent. Een voorbeeld is het feit dat de hele vervoersector in de Dienstenrichtlijn is uitgezonderd, terwijl het in de SDG een onderdeel is als sector.”

Welke uitdagingen ziet de provincie ten aanzien van de implementatie van de SDG?

“Het hele technische aspect van de aansluiting van systemen voor de SDG duurt veel te lang. We moeten nu gaan kijken wat er materieel inhoudelijk allemaal onder valt en hoe de digitale dienstverlening straks gaat. De verplichtingen van Bijlage II gaan in op 12 december 2023, dus we hebben nog iets meer dan een jaar. We zijn dus als provincie druk bezig dit uit te vogelen en gaan hier binnenkort samen met de waterschappen een onderzoek naar doen.”

De Single Digital Gateway en de Omgevingswet zijn geen vrienden.

“Daarnaast moet alle informatie zoals gezegd in een officiële taal van de Unie worden aangeboden. In Nederlands is gekozen voor Engels. Een rimpelloze klantreis betekent dat de productbeschrijvingen via dat systeem vanaf YourEurope tot en met de aanvraag bij ons in (goed) Engels worden aangeboden. Zowel bij Bijlage I als Bijlage II wordt het een grote uitdaging om dit te doen. Die uitdaging ligt niet alleen bij onszelf, maar ook bij onze omgevingsdienst. Daarom zal er dit jaar vanuit het ministerie actie ondernomen worden. Er komt een informatiecampagne voor de awareness van de Dienstenrichtlijn en de Berichtenbox voor bedrijven en er wordt gekeken naar de handhaving. Dit is allemaal met het informatiepakket aangekondigd. Dat zal ook betrekking hebben op de omgevingsdienst. Uit de campagne zal vermoedelijk blijken dat er voor veel uitvoeringsorganisaties nog een hoop werk te doen is.”

Zijn er nog tips voor andere decentrale overheden?

“Ik geef nog regelmatig presentaties over de Berichtenbox en het plan van aanpak is altijd hetzelfde. Zorg er eerst voor dat er bestuurlijk ‘commitment’ komt. Anders gaan verschillende werkzaamheden en planningen door elkaar lopen en krijgt de implementatie van de Berichtenbox geen voorrang. Daarna moet er een projectteam worden samengesteld met allerlei verschillende mensen: van de afdeling juridische zaken, digitale informatievoorziening, ICT, VTH, enzovoorts. Dan zal je samen moeten werken aan productbeschrijvingen en de transactie die je gaat aanbieden. De meeste overheden houden van elektronische formulieren. Daarom moet er duidelijk worden hoe die processen worden ingericht.” Hij raadt hierbij aan om een kijkje te nemen in de werkprocesbeschrijving bij Europa decentraal of op gebruiker centraal. Deze website bevat veel tips over hoe je het beste digitaliseert.

Wat momenteel wel een zorg is bij Hogenhuis, is dat de Omgevingswet eraan komt. “De Single Digital Gateway en de Omgevingswet zijn geen vrienden. Op dit moment gaat er heel veel aandacht naar de Omgevingswet, en te weinig naar de SDG. Er dient bij de Omgevingswet een koppeling te zijn met de Berichtenbox voor bedrijven, zoals in het Omgevingsloket Online. Die is er nu nog niet. Daardoor staat het Digitaal Stelsel Omgevingswet (voor de uitvoering van de Omgevingswet) nog op gespannen voet met de Dienstenwet en de Wet Modernisering Elektronisch Bestuurlijk Verkeer.” Hogenhuis benadrukt dat er wel hoop is op inkeer. Hiervoor is het volgens hem van belang dat er een toezichthouder komt.

Met dank aan

Paul Hogenhuis, juridisch beleidsmedewerker bij de provincie Noord-Brabant

Meer informatie

]]>
One Ocean-top zet Europees beleid voor het beschermen van de oceaan in de schijnwerpers https://europadecentraal.nl/one-ocean-top-zet-europees-beleid-voor-het-beschermen-van-de-oceaan-in-de-schijnwerpers/ Mon, 21 Feb 2022 10:48:36 +0000 https://europadecentraal.nl/?p=77432 De bescherming van de oceaan en het tegengaan van vervuiling zijn belangrijke onderwerpen binnen de Europese Unie. Om die reden vond in februari de One Ocean-top plaats in Brest, Frankrijk. Het doel van deze bijeenkomst was om aandacht te besteden aan vervuiling van de oceaan en om met de lidstaten duidelijke afspraken te maken voor de toekomst. Tijdens deze bijeenkomst lanceerde de Commissie initiatieven om een schonere, gezondere en veiligere oceaan te promoten.

Prioriteiten van de One Ocean-top

Tijdens de top in Brest kwamen vier prioriteiten van het EU-beleid aan de orde.

Bescherming biodiversiteit

de bescherming van biodiversiteit en natuurbehoud, bijvoorbeeld door het tegengaan van illegale visserij;

Vervuiling van de zee

De strijd tegen de vervuiling van de zee, onder andere door aanpak van plasticverontreiniging. Dit doet de EU bijvoorbeeld via de richtlijn kunststoffen voor eenmalig gebruik (single use plastics), die de geleidelijke afschaffing van plastic wegwerpartikelen voorschrijft;

Klimaatverandering

Oceanen als een oplossing voor klimaatverandering. Hiervoor is het overschakelen op emissievrij zeevervoer essentieel. Een van de initiatieven van de Commissie op dit vlak is de herziening van de verordening infrastructuur voor alternatieve brandstoffen, die schepen die voor anker liggen ertoe verplicht op walstroom over te schakelen of gebruik te maken van emissievrije technologieën. Ook stelt de EU financiering beschikbaar voor vergroening van het zeevervoer, via fondsen als Connecting Europe Facility en Horizon Europe (zie hieronder).

Onderzoek

De Europese Unie heeft bestaand maritiem beleid op het gebied van visserij, voorkomen van verontreiniging en de nul-emissie van transport. Zo wordt in het kader van de bescherming van de oceaan ‘the European Digital Twin Ocean’ gecreëerd. Dit is een computeromgeving die verschillende scenario’s kan beoordelen en allerlei kennis verzamelt over het maritieme milieu. Deze simulatie is een kopie van de oceaan en kan levensechte modellen creëren voor toekomstige scenario’s.

Missie zeester 2030 : herstel onze oceaan en wateren

Tijdens de One Ocean Summit werd specifiek aandacht besteed aan de Missie zeester 2030: de missie voor het herstel van onze oceaan en wateren.

De Commissie heeft namelijk, onder andere in het kader van de European Green Deal, vijf missies aangeduid. Dit zijn specifieke grote maatschappelijke problemen die extra aandacht verdienen. Het doel van deze missies is om betrokkenen, zoals decentrale overheden te motiveren om over te gaan tot actie. Hier is ook extra geld voor. Naast gezonde oceanen gaat het ook over klimaatneutrale en slimme steden, kanker of klimaatadaptatie.

Dit is relevant voor decentrale overheden omdat de EU (grote) innovatieprojecten met betrekking tot deze missie zal ondersteunen. Nieuwe ideeën, onderzoek en innovatie met betrekking tot het herstellen en beschermen van de oceaan en wateren kunnen in aanmerking komen voor steun van de EU. Dit gaat via het fonds Horizon Europe. Dit is het kaderprogramma van de EU voor onderzoek en innovatie. Een van de doelstellingen hiervan is het bevorderen van alle vormen van innovatie en de marktintroductie van innovatieve oplossingen versterken.

Andere financieringsmogelijkheden

Een ander relevant fonds voor decentrale overheden op het gebied van maritiem beleid is het Europees Maritiem, Visserij en Aquacultuur Fonds (EFMZVA). Door dit fonds kunnen decentrale overheden subsidie krijgen voor bijvoorbeeld nieuwe technologieën ter bevordering van een duurzame blauwe economie. De term ‘blauwe economie’ heeft betrekking op het behoud van het maritieme milieu. Een voorbeeld hiervan is koolstofopslag of kustbescherming.

Bron

“One Ocean”-top: nieuwe stappen versterken leiderschap van EU bij bescherming van oceaan, Europese Commissie

Meer informatie

Waterbeheer, Kenniscentrum Europa Decentraal

]]>