Nieuws – Europa decentraal https://europadecentraal.nl Europees recht in duidelijke taal! Tue, 09 Jul 2024 07:33:23 +0000 nl-NL hourly 1 https://wordpress.org/?v=6.5.5 https://europadecentraal.nl/wp-content/uploads/2022/05/cropped-Logo-KED-tp-32x32.png Nieuws – Europa decentraal https://europadecentraal.nl 32 32 Staat van de Digital Decade 2024 https://europadecentraal.nl/nieuws/staat-van-de-digital-decade-2024/ Mon, 08 Jul 2024 13:54:35 +0000 https://europadecentraal.nl/?post_type=nieuws&p=101517 De Europese Digital Decade zit inmiddels in zijn vierde jaar. Tijdens dit decennium is het doel om de zogenaamde ‘vier windrichtingen’ van het Digitale Kompas ‘te bevaren’ en daarmee bepaalde beleidsdoelen te halen. Aangezien het behalen van deze doelen een prioriteit is van de Europese Unie (EU), worden ontwikkelingen rondom dit proces gemonitord. De laatste ontwikkelingen zijn gepubliceerd op 2 juli in de nieuwste Staat van de Digital Decade.

De conclusie van dit rapport was kritisch op de huidige stand van zaken. Op meerdere beleidsterreinen zijn extra investeringen nodig, mochten de EU en de lidstaten de doelstellingen willen behalen. Onder andere de thema’s digitale vaardigheden, kwalitatief hoge digitale verbinding en halfgeleiderproductie beginnen achter te lopen.

De nieuwe Staat van de Digital Decade is aanzienlijk kritischer dan de vorige versie uit september 2023. Waar destijds de vooruitgang met betrekking tot de doelstellingen werd belicht, onderstreept het nieuwe rapport vooral de thema’s waarop er nog werk aan de winkel is.

Net als de vorige versie, neemt ook deze Staat van de Digital Decade de voortgang van individuele lidstaten onder de loep. Om de voortgang deze keer nog duidelijker te meten, wordt er nu ook gekeken naar nationale digitaliseringsstrategieën. Hiermee worden de nationale aanbevelingen om de Europese digitale doelstellingen te behalen een stuk nauwkeuriger.

Doelen van de Digital Decade

De Digital Decade zet beleidsdoelen uit aan de hand van de vier windrichtingen uit het Digitale Kompas. Zie hiervoor ook de afbeelding. De vier windrichtingen zetten de volgende doelen uit die per 2030 behaald moeten zijn:

  • De digitale vaardigheden van burgers moeten worden verbeterd. Dit gaat zowel om de algemene vaardigheden van de Europese bevolking als om de expertise van digitale professionals. Concreet zouden er 20 miljoen werkende ICT-specialisten aan de slag moeten zijn, waarbij er ook oog is voor gendergelijkheid.
  • Met digitale infrastructuur wil de EU connectiviteit op een veilige en duurzame manier inrichten. Door middel van snelle verbindingen en het stimuleren van innovatie binnen Europa, wordt gepoogd een betrouwbare digitale omgeving te creëren. Hierbij is er ook aandacht voor de onafhankelijkheid van de EU ten opzichte van andere landen, door bijvoorbeeld de Europese halfgeleiderproductie (chips) vooruit te helpen.
  • De digitale transformatie van bedrijven wordt breed ondersteund door zowel koplopers te stimuleren zichzelf te blijven ontwikkelen, alsook het mkb te helpen om digitale technologie te gebruiken. Daarnaast wil de EU dat driekwart van de bedrijven op de Europese markt gebruik maakt van Cloud, AI of Big Data.
  • Ten slotte wordt ook het gebruik van digitale middelen door overheden gestimuleerd. Dit gaat dan zowel om het digitaal beschikbaar maken van essentiële publieke diensten, zoals het aanvragen van vergunningen, als de mogelijkheid voor Europese burgers om gebruik te maken van hun eID door de gehele Unie. Voor Nederlanders betekent dit dat ze hun DigiD ook in andere Europese lidstaten kunnen gebruiken om toegang te krijgen tot overheidsdiensten.

Het is opvallend dat cyberveiligheid niet binnen deze doelen wordt genoemd, alhoewel het tot op zekere hoogte meegenomen wordt in het onderwerp digitale infrastructuur. De Digital Decade is aanvankelijk vooral sociaaleconomisch ingestoken, wat ook beter past bij de competenties van de EU. Echter, in het kader van een onveiligere (digitale) wereld, is cyberveiligheid een jaar na de start van de Digital Decade alsnog toegevoegd als addendum. Desondanks is het geen onderdeel van het Digitaal Kompas.

Staat van de Digital Decade 2024

De EU heeft zich sinds het begin van het decennium ingezet om de doelstellingen te behalen door middel van wetgeving, maar ook door investeringen vanuit NextGenerationEU. Hierbij wordt de Herstel- en Veerkrachtfaciliteit (HVF) specifiek genoemd voor haar belangrijke rol. De Commissie kijkt tevreden naar de manier waarop concrete doelen zijn gesteld en naar de manier waarop het regelgevingskader en de financiering vanuit het Europees Semester elkaar versterken.

De Staat van de Digital Decade onderstreept het belang van samenwerking tussen de transnationale, nationale, regionale en lokale stakeholders. Deze hebben een belangrijke rol gespeeld in het opzetten van de Digital Decade en samenwerking zal een minstens even grote rol spelen in de progressie.

Één van de belangrijke stappen die zijn gezet, is het ontwikkelen van een cyberveiligere EU. Met het uitzetten van de NIS2 in 2022 en de Cyber Resilience Act, die nog dit jaar wordt verwacht voor publicatie, komen er vanuit de EU concrete stappen om toe te werken naar een EU die sterk staat in de digitaliserende wereld.

Verder ondersteunt de EU overheden bij het uitrollen van de Digital Wallet en heeft ze de Gigabit Infrastructuur Verordening gepubliceerd om hogesnelheidsnetwerken makkelijker op te zetten. Dit moet sociale en economische ontwikkeling stimuleren en cohesiebeleid uitvoeren.  

Desondanks blijkt uit de analyse van de Staat van de Digital Decade dat lidstaten in 2030 niet op het geambieerde niveau van digitalisering zullen zitten. De Commissie merkt op dat de EU nog niet de technologische leider is die het wil zijn en dat het kansen laat liggen op de (digitale) eengemaakte markt. Inzetten op technologische ontwikkeling en de productie van benodigde technologie voor de digitale transformatie zijn hiervoor cruciaal.

Ontwikkeling Nederland

Net als vorig jaar kijkt de Commissie ook hoe Nederland het doet. In de nieuwe Staat van de Digital Decade wordt gewezen op twee sterke ontwikkelingsgebieden en twee gebieden waar nog ruimte is voor verbetering.

De twee topgebieden voor Nederland zijn infrastructuur/connectiviteit en de digitale basisvaardigheden van de Nederlandse bevolking. Bijna heel Nederland heeft glasvezelkabels onder de grond liggen. De dekkingsgraad ligt met 98.3% ver boven het Europese gemiddelde van 77.7%. Daarnaast heeft ieder huishouden in Nederland toegang tot een 5G-netwerk.

Op het gebied van basisvaardigheden van de Nederlandse burgers is Nederland de Europese leider. 82.7% van de Nederlandse bevolking beschikt over de benodigde digitale vaardigheden die burgers volgens de EU moeten hebben om slagvaardig te zijn in de digitale wereld.

Alhoewel Nederland het over het algemeen dus ontzettend goed doet, zijn er nog belangrijke stappen te zetten. ICT-professionals komen moeilijk aan de slag in Nederland. De Commissie benadrukt dat Nederland hier wel op vooruit gaat, ook ten opzichte van de voorgaande Staat van het Digitale Decennium, maar dat er nog steeds winst te behalen is. Dit komt ook door een persistente gender-gap. Minder dan een kwart van de ICT-specialisten op de werkvloer is een vrouw. Met name hierop kan Nederland nog vooruitgang boeken.


Daarnaast lijkt het erop dat Nederlandse bedrijven terughoudend zijn met het oppakken van artificiële intelligentie (AI). Nederland loopt vooruit in het aantal bedrijven dat AI gebruikt ten opzichte van andere Europese landen. Echter, het aantal nieuwe bedrijven dat met AI aan de slag is gegaan sinds de vorige Staat van de Digital Decade is lager dan in andere landen. Deze stagnatie kan in de weg staan van het behalen van het uiteindelijke doel.

Hoofdaanbevelingen

De Commissie heeft drie aanbevelingen voor Nederland, zodat ons land bij kan dragen aan de Europese digitale soevereiniteit.

  1. Zet in op het sturen van jongeren, met name vrouwen, naar ICT-beroepen.
  2. Ondersteun ondernemingen met het ontwerpen en oppakken van geavanceerde technologieën, in het bijzonder AI.
  3. Zorg ervoor dat nieuwe spelers op de markt voldoende toegang hebben tot innovatie, Business-to-Business (B2B) en Business-to-Consumer (B2C) mogelijkheden om mee te komen en bij te kunnen dragen aan de Europees digitale economie.

Decentrale relevantie

Naast de hoofdaanbevelingen, heeft de Staat van de Digital Decade zoals hierboven benoemd ook specifieke aanbevelingen om Nederland verder te helpen met het behalen van de doelstellingen. Hierbij komt ook de rol van decentrale overheden naar voren.

De Commissie benadrukt bijvoorbeeld de rol van lokale en regionale initiatieven om de overblijvende groep burgers mee te nemen in digitale basisvaardigheden. Zo kunnen gemeenten of provincies een rol spelen bij voorlichtingen en bijscholing van mensen die nog niet op het nodige niveau zitten met digitale basisvaardigheden.  

Daarnaast ziet de Commissie ook lokale kansen om mensen naar de banenmarkt te helpen en dit aan te laten sluiten bij gaten op de digitale markt. ICT-specialisten moeten geholpen worden naar de juiste banen. Hiervoor zijn lokale industrieën, maar ook lokale en regionale actieplannen een belangrijke spin in het web.

Bronnen

Second Report on the State of the Digital Decade (eng), Europese Commissie

Netherlands 2024 Digital Decade Country Report (eng), Europese Commissie

]]>
Raad bepaalt standpunt over wijzigingen in EU-waterbeleid https://europadecentraal.nl/nieuws/raad-bepaalt-standpunt-over-wijzigingen-in-eu-waterbeleid/ Mon, 08 Jul 2024 10:24:27 +0000 https://europadecentraal.nl/?post_type=nieuws&p=101500 De EU werkt aan wijzigingen aan drie belangrijke richtlijnen op het gebied van oppervlaktewater en grondwater, waaronder de Kaderrichtlijn Water, met als doel de waterkwaliteit te verbeteren en de gezondheid van mens en milieu te beschermen. Een nieuwe richtlijn zal nieuwe stoffen aan de lijst met verontreinigende stoffen toevoegen, waaronder verschillende soorten PFAS, en stelt daarvoor milieukwaliteitsnormen.

Op 19 juni 2024 heeft de Raad van de EU zijn onderhandelingsmandaat vastgesteld met betrekking tot het voorstel van de Europese Commissie voor deze nieuwe richtlijn. Dit mandaat vormt voor de Raad de basis voor verdere onderhandelingen met de Commissie en het Europees Parlement om de definitieve tekst van de richtlijn te bepalen.

Achtergrond

In 2022 deed de Commissie een voorstel voor een nieuwe richtlijn over grond- en oppervlaktewater. Deze richtlijn wijzigt drie bestaande Europese richtlijnen, namelijk de Kaderrichtlijn Water (KRW) (2000/60/EG), de Grondwaterrichtlijn (2006/118/EG) en de Richtlijn milieukwaliteitsnormen (2008/105/EG). Het doel is het verbeteren van de waterkwaliteit en het verminderen van vervuilende chemische stoffen in het water.

De Raad wijzigt op bepaalde punten de doelstellingen inzake waterbeleid en zet in op meer flexibiliteit voor lidstaten bij de uitvoering van de wetgeving. De voorgestelde wijzigingen gaan over waterverontreinigende stoffen, het aanpassen van de monitoring- en rapportagevereisten en nieuwe regels voor stoffen die het grondwater verontreinigen.

Waterverontreinigende stoffen

De lijst van verontreinigende stoffen wordt herzien en geactualiseerd. Deze lijst geeft aan welke stoffen een groot risico vormen voor mens en milieu en waar kwaliteitsnormen of drempelwaarden voor gelden. De Raad volgt het voorstel van de Commissie en wil nieuwe waterverontreinigende stoffen, waaronder 24 soorten PFAS (stoffen die bijna niet afbreekbaar zijn als ze in het milieu terechtkomen), toevoegen aan de zogenaamde prioritaire stoffenlijst, alsook milieukwaliteitsnormen vaststellen voor deze stoffen.

In toevoeging op de individuele drempelwaarden komt er ook een milieukwaliteitsnorm voor de som van verschillende soorten PFAS in oppervlaktewater en stelt de Raad wijzigingen voor waardoor het mogelijk wordt om de kwaliteitsnormen, voor met name PFAS, beter en sneller aan te passen aan de stand van de wetenschap.

De Raad is het tevens eens met het voorstel van de Commissie om afzonderlijke farmaceutische producten zoals pijnstillers, ontstekingsremmers en antibiotica, toe te voegen aan de lijst met prioritaire stoffen. De Raad wil ten slotte meer zicht op pesticiden en vraagt de Commissie een lijst op te stellen van bekende pesticiden met de vermelding of deze al dan niet relevant zijn.

Monitoring en rapportage: all out, one out

Volgens de Kaderrichtlijn Water (KRW) moeten lidstaten aan de EU rapporteren over de toestand van de waterlichamen in hun land. De waterlichamen moeten voldoen aan verschillende ecologische en chemische indicatoren. Daarbij geldt het principe ‘one out, all out’: zolang één van die indicatoren niet goed genoeg is, voldoet de waterkwaliteit in het algemeen niet. De Raad stelt dat deze methode het moeilijk maakt om te laten zien of er voortgang wordt geboekt. Daarom wil ze extra indicatoren op EU-niveau toevoegen zodat de voortgang, inzichtelijker wordt en uniform wordt gemeten – ook wanneer nog niet aan alle kwaliteitsstandaarden wordt voldaan. Dit is van belang voor Nederland, waar op dit moment nog geen enkel waterlichaam aan alle indicatoren voldoet, terwijl een groot deel van de onderliggende parameters wel wordt gehaald.

Het voorstel van de Raad zegt dat tijdelijke achteruitgang van de toestand van een waterlichaam toegelaten is, als het gaat om kortetermijneffecten van activiteiten zonder blijvende gevolgen of als het alleen gaat om verplaatsing van bestaande verontreiniging (zolang die niet leidt tot een toename van de verontreiniging). 

Daarnaast zet de Raad in op tussentijdse rapportages, nieuwe monitoringstechnieken zoals teledetectie en de mogelijkheid om EU-brede monitoring in te stellen.

Grondwaterverontreinigende stoffen

De Raad beperkt het toepassingsgebied van de voorgestelde richtlijn tot stoffen waarvan is vastgesteld dat zij van nationaal belang zijn in het grondwater. Alleen voor synthetische stoffen worden EU-brede waarden vastgesteld. De PFAS-regels voor grondwater worden afgestemd op de normen van de Drinkwaterrichtlijn, omdat grondwater in veel landen de belangrijkste drinkwaterbron is.

Bovendien stelt de Raad voor om de termijn voor het bereiken van een goede chemische toestand van het grondwater, te verschuiven naar 2039 – de Commissie en het Parlement gingen uit van 2033. De Raad wil voor grondwater een verplichte controlelijst opstellen, zoals al bestaat voor oppervlaktewater. Microplastics en antimicrobiële resistente micro-organismen worden pas in deze lijst opgenomen als er geharmoniseerde normen voor monitoring en beoordeling zijn.

Toetsing en omzetting

De Raad wil meer invloed voor de lidstaten bij het actualiseren van de lijst van verontreinigende stoffen voor oppervlaktewater en grondwater. In het Commissievoorstel zou deze verantwoordelijkheid bij de Commissie liggen (door gedelegeerde handeling), de Raad stelt voor om dit met wetgevingshandelingen via de gewone wetgevingsprocedure te regelen. Daardoor hebben ook de Raad en het Europees Parlement een rol. Ten slotte wil de Raad dat lidstaten twee jaar de tijd krijgen om de richtlijn om te zetten in nationale regelgeving, in plaats van de 18 maanden die de Commissie voorstelde.

Volgende stappen

In het najaar zullen de Commissie, het Europees Parlement en de Raad onderhandelingen (‘trilogen’) starten om de definitieve tekst van de richtlijn vast te stellen. Het Europees Parlement heeft op 24 april 2024 haar onderhandelingspositie al vastgesteld in een wetgevingsresolutie.

Bron:

Oppervlakte- en grondwater: Raad keurt onderhandelingsmandaat goed, Raad van de Europese Unie

Meer informatie:

Waterbeheer, Kenniscentrum Europa Decentraal

]]>
Tussentijdse evaluatie programma Digitaal Europa https://europadecentraal.nl/nieuws/tussentijdse-evaluatie-programma-digitaal-europa/ Mon, 08 Jul 2024 07:23:05 +0000 https://europadecentraal.nl/?post_type=nieuws&p=101497 Het programma Digitaal Europa heeft tot doel digitale technologie dichter bij bedrijven, burgers en overheden te brengen. De Europese Commissie is benieuwd naar de mening van belanghebbenden en verzoekt om input voor een tussentijdse evaluatie van het programma.

Programma Digitaal Europa

Het programma Digitaal Europa is een EU-financieringsprogramma dat erop gericht is het gebruik van digitale technologie door bedrijven, burgers en overheden te stimuleren en ondersteunen. Het biedt strategische financiering om uitdagingen op het gebied van digitale technologie en infrastructuur aan te pakken.

Raadpleging

Met deze tussentijdse evaluatie wordt nagegaan of het EU-financieringsprogramma vier jaar na de start van de uitvoering effectief is. De raadpleging is bedoeld om de standpunten van groepen belanghebbenden te verzamelen over de doeltreffendheid, efficiëntie, coherentie, relevantie en meerwaarde van Digitaal Europa voor de EU. Belanghebbenden, waaronder decentrale overheden, kunnen tot 20 september 2024 via deze link feedback geven.

Bron:

Programma Digitaal Europa – tussentijdse evaluatie, Europese Commissie


]]>
Raadpleging: Emissiehandelsysteem: opslag van emissies door koolstofafvang https://europadecentraal.nl/nieuws/raadpleging-emissiehandelsysteem-opslag-van-emissies-door-koolstofafvang/ Fri, 05 Jul 2024 12:42:14 +0000 https://europadecentraal.nl/?post_type=nieuws&p=101487 De Richtlijn betreffende de handel in broeikasgasemissierechten 2003/87/EC (ETS-Richtlijn) is in 2023 herzien (Richtlijn 2023/959). Op basis hiervan heeft de Europese Commissie een ontwerpbesluit opgesteld voor een gedelegeerde handeling over de opslag van broeikasgassen in producten. Er kan feedback geleverd worden op dit voorstel tot 16 juli 2024.

ETS-Richtlijn

De ETS-Richtlijn stelt het emissiehandelssysteem in de EU vast. Het systeem verplicht bedrijven om een vergunning te hebben voor de broeikasgassen die ze uitstoten. Met elk emissierecht dat een bedrijf heeft, mag het 1 ton CO2 uitstoten. Bedrijven kunnen emissierechten van elkaar kopen, of dit geld in plaats daarvan investeren in verduurzaming. Elk jaar komen er minder emissierechten op de markt, waardoor de prijs stijgt en verduurzaming een steeds aantrekkelijkere optie wordt.

De herziening van de Richtlijn in 2023 betreft ten eerste een nieuw absoluut emissieplafond, waarbij voor 2030 een emissiereductie van 62% ten opzichte van 2005 moet worden bereikt. Daarnaast introduceert het een nieuw emissiehandelssysteem voor de bouwsector en wegvervoer. Tot slot worden een aantal belemmeringen voor innovatieve koolstofarme technologieën weggenomen door middel van aanpassingen in de reikwijdte van de Richtlijn.

Ontwerpbesluit gedelegeerde handeling

Een belangrijke aanvulling op de ETS-Richtlijn die in 2023 is gedaan, is dat bedrijven geen emissierechten nodig hebben voor CO2 dat permanent wordt opgeslagen in producten. Dit proces staat bekent als ‘Permanent Carbon Capture and Utilisation (CCU). Het gaat er hierbij om dat vrijgekomen CO2 wordt opgevangen en gebruikt in andere producten op zo’n manier dat de schadelijke stoffen niet vrij kunnen komen.

Het Commissievoorstel voor de gedelegeerde handeling betreft het opstellen van voorwaarden en procedures voor dit proces. De handeling stelt een aantal eisen aan het opnemen van CO2 in producten en voorziet in een evaluatieproces.

Feedback

De Commissie doet een verzoek om feedback op het ontwerpbesluit. U kunt tot 16 juli reageren en uw mening geven over de voorziene gedelegeerde handeling.

Bron

Emissiehandelssysteem (ETS) – permanente opslag van emissies door middel van koolstofafvang en -gebruik –  Have your Say, Europese Commissie

Meer informatie

Akkoorden over ETS, vergunningverlening duurzame energie en sociaal klimaatfonds, Kenniscentrum Europa Decentraal

Uitstoot van CO2 moet omlaag: ‘Fit for 55’-pakket herziet regels voor emissiehandelssysteem, landgebruik en Effort Sharing, Kenniscentrum Europa Decentraal

]]>
Raad bepaalt standpunt over herzieningen Kaderrichtlijn afvalstoffen https://europadecentraal.nl/raad-bepaalt-standpunt-over-herzieningen-kaderrichtlijn-afvalstoffen/ Fri, 05 Jul 2024 12:16:01 +0000 https://europadecentraal.nl/?p=101483 Op 5 juli 2023 presenteerde de Europese Commissie haar voorstellen om de Kaderrichtlijn afvalstoffen te herzien. Het gaat hierbij voornamelijk om het verminderen van voedselverspilling en textielafval. De Raad van de EU heeft op 17 juni zijn standpunt (algemene oriëntatie) bepaald over deze herzieningen.

Herzieningen

In het kader van de Green Deal en het actieplan voor een circulaire economie probeert de Commissie milieuduurzaamheid te stimuleren, zo ook met betrekking tot afval. Een belangrijk onderdeel hierin is het herzien van de Kaderrichtlijn afvalstoffen (2008/98/EC), met name op het gebied van voedsel en textiel. Deze sectoren veroorzaken een groot deel van het afval in de EU en de herzieningen zetten dan ook in op het verminderen hiervan, om zo de milieu- en klimaateffecten te verminderen.

Voedselverspilling

Wat betreft het verminderen van voedselafval bevat het voorstel zowel concrete doelstellingen als voorschriften over maatregelen die lidstaten moeten nemen. Voorbeelden van deze maatregelen zijn bijvoorbeeld het opzetten van voorlichtingscampagnes over voedselverspilling en het aanmoedigen van voedseldonaties.

De richtlijn bepaalt dat er uiterlijk in 2030 10% minder voedselverspilling moet zijn bij verwerking en productie van levensmiddelen, en 30% minder voedselverspilling in de detailhandel, horeca en huishoudens. De Raad neemt deze doelstellingen over in zijn standpunt, maar stelt wel een aantal belangrijke aanpassingen voor in de berekening van deze hoeveelheden. Zo mogen lidstaten een ander referentiejaar dan 2020 aanhouden indien er vanwege de coronapandemie geen representatieve cijfers gemeten zijn. Dit referentiejaar mag zowel voor als na 2020 liggen. Daarnaast moet er volgens de Raad een aantal correctiefactoren worden ontwikkeld om fluctuaties in bijvoorbeeld toerisme en productieniveaus mee te kunnen rekenen in de uiteindelijke doelstellingen.

Textielafval

De Richtlijn moet ervoor zorgen dat textielafval sterk vermindert de komende jaren. De huidige regelgeving verplicht lidstaten al om uiterlijk in 2025 te zorgen voor gescheiden inzameling van textiel voor hergebruik. In zijn onderhandelingsstandpunt voegt de Raad hier aan toe dat de Commissie uiterlijk eind 2028 specifieke doelstellingen vastlegt voor preventie, inzameling en hergebruik van afval in deze sector.

Een andere belangrijke aanscherping van de Richtlijn is de toevoeging van de uitgebreide producentenverantwoordelijkheid. Dit houdt in dat textielproducenten vergoedingen moeten betalen om de inzameling en verwerking van textielafval te helpen financieren. De Raad wil er naartoe werken dat lidstaten hogere vergoedingen kunnen vragen van ‘fast fashion’ bedrijven. Daarnaast zullen de standaarden voor herbruikbaar textiel worden aangepast om hergebruik ook daadwerkelijk mogelijk te maken.

Decentrale relevantie

Als de herzieningen van de Kaderrichtlijn afval worden aangenomen, zal ook het Landelijk Afvalbeheerplan (LAP) moeten worden herzien. Dit heeft waarschijnlijk ook gevolgen voor decentrale overheden. Zo zijn gemeenten onder andere verantwoordelijk voor huiselijk afval, wat met de nieuwe herzieningen verminderd zal moeten worden. De wijzigingen kunnen daarom bijvoorbeeld effect hebben op het beleid rondom afvalscheiding en afvalpreventie. Voor provincies kan een verlaging van de toegestane afvalhoeveelheid effect hebben op het beleid rondom stortplaatsen en stortverboden. Wat de beoogde herzieningen concreet zullen betekenen voor decentrale overheden blijft echter afhankelijk van hoe deze wijzigingen in het LAP worden opgenomen.

Bron

Kaderrichtlijn afvalstoffen: Raad is klaar om herziening te bespreken, Raad van de Europese Unie

Meer informatie

Afval, Kenniscentrum Europa Decentraal

Circulaire economie, Kenniscentrum Europa Decentraal

Is onze gemeente verplicht gft-afval gescheiden in te zamelen?, Praktijkvraag Kenniscentrum Europa Decentraal

]]>
Nieuwe EU-wetgeving op komst over goederenvervoer per spoor https://europadecentraal.nl/nieuws/nieuwe-eu-wetgeving-op-komst-over-goederenvervoer-per-spoor/ Fri, 05 Jul 2024 09:35:28 +0000 https://europadecentraal.nl/?post_type=nieuws&p=101464 Er is een nieuwe Verordening betreffende het gebruik van spoorweginfrastructuur in de maak, als onderdeel van het wetgevingspakket “Vergroening goederenvervoer”. Dit pakket richt zich op onder meer de verlaging van vrachtwagenemissies en betere informatie over emissies door goederenvervoer.

Doel van de nieuwe Spoorweginfrastructuurverordening is een verbetering van de coördinatie en het beheer van de capaciteit van de Europese spoorwegen. De Commissie kwam in juli 2023 met een voorstel tot deze Verordening, waar de Raad van Ministers nu zijn positie over heeft ingenomen. Specifiekere doelen van het voorstel, dat Richtlijn 2012/34 zal vervangen, zijn het harmoniseren van regels op het gebied van capaciteitsbeheer om vertraging aan de grens weg te nemen, spoorvervoer aantrekkelijker maken voor vrachtvervoersbedrijven en de stiptheid vergroten. Harmonisatie is tevens de reden dat de bestaande Richtlijn vervangen wordt door een verordening.

De positie van de Raad is grotendeels in overeenstemming met het voorliggende voorstel maar beoogt wel een paar wijzigingen. Zo wil de Raad flexibiliteit behouden voor de lidstaten wat betreft beleidskeuzes en doelstellingen voor het capaciteitsbeheer op het spoor, de werklast voor bevoegde autoriteiten terugdringen en toewijzings- en planningsprocedures vereenvoudigen. Ook stelt de Raad voor om de prestatiebeoordeling in het kader van deze Verordening toe te vertrouwen aan de Europese Spoorwegennet. Deze instantie heeft als doel onder meer informatie-uitwisseling en de uitwisseling van beste praktijken.

Bron

Vergroening goederenvervoer: Raad bepaalt standpunt over pakket voor efficiënter beheer van spoorinfrastructuurcapaciteit en -verkeer – Europese Raad

Meer informatie

Mobiliteit – Kenniscentrum Europa Decentraal

]]>
Hogere versnelling? Visies van de Raad en de Rekenkamer op verkeersveiligheidsregels https://europadecentraal.nl/nieuws/visies-van-de-rekenkamer-en-de-raad-over-aankomende-verkeersveiligheidsregels/ Wed, 03 Jul 2024 06:19:42 +0000 https://europadecentraal.nl/?post_type=nieuws&p=101460 De Europese Unie heeft tot doel om in 2030 het aantal verkeersdoden te halveren ten opzichte van 2019 en in 2050 op bijna nul dodelijke verkeerslachtoffers uit te komen. De Europese Rekenkamer heeft in maart in dit kader het verslag “Verwezenlijking van de EU-doelstellingen voor verkeersveiligheid – Tijd voor een hogere versnelling” aangenomen, waarvan de conclusies nu zijn goedgekeurd door de Raad van Ministers. Het rapport stelt dat het nodig is om een beleidsevaluatie uit te voeren betreffende het tot nu toe gevoerde beleid ter verbetering van de verkeersveiligheid.

De Raad schaart zich in diens conclusie grotendeels achter de Rekenkamer wat de inhoud van het rapport betreft. De Raad ziet echter minder noodzaak om uiteenlopende nationale praktijken ter bevordering van de verkeersveiligheid te harmoniseren in de EU, omdat de Raad dit juist ziet als een mogelijkheid voor lidstaten om van elkaar te leren en effectieve praktijken uit te wisselen. De Rekenkamer beschouwt deze verscheidenheid echter als een obstakel voor het formuleren van geharmoniseerde kernprestatie-indicatoren. De Raad uit verder zijn bezorgdheid over kwetsbare verkeersgebruikers, waaronder gebruikers van elektrische scooters, en wijst op de inspanning die de Commissie momenteel levert om voor elektrische persoonlijke vervoersmiddelen technische voorschriften op te stellen. Dit kan in Nederland relevant zijn gezien de discussies betreffende regelgeving over (opgevoerde) elektrische fietsen, elektrische stepjes en andere moderne persoonlijke vervoermiddelen.

Het verslag geeft een indicatie van de te verwachten richting van de Europese Unie op het gebied van beleid betreffende verkeersveiligheid. Zo komen wetgevingsinitiatieven zoals de Voertuigverordening en het Pakket Verkeersveiligheid voorbij. Dit pakket omvat onder meer maatregelen om begeleid rijden voor bestuurders vanaf 17 jaar mogelijk te maken, strengere regels voor bestuurders de eerste twee jaar na het halen van een rijbewijs, de introductie van een digitaal rijbewijs en uitwisseling van informatie tussen de handhavende instanties over bepaalde verkeersovertredingen, op gebieden waarop dat nu nog niet mogelijk is. Sinds maart 2023 wordt er doorlopend wetgeving in het leven geroepen die onderdeel vormt van dit Europese beleidspakket. De verklaring van de Raad wijst verder op de noodzaak van investeringen in weginfrastructuur van hoge kwaliteit. Relevant in dit kader is de zojuist aangenomen nieuwe TEN-T Verordening, die hieraan eisen verbindt maar daar ook  subsidiemogelijkheden aan koppelt.

Bron

Raad zet met conclusies harder in op veiligheid – Europese Raad

Meer informatie

Mobiliteit – Kenniscentrum Europa Decentraal

]]>
Raadpleging: Culturele Hoofdstad van Europa https://europadecentraal.nl/nieuws/raadpleging-culturele-hoofdstad-van-europa/ Mon, 01 Jul 2024 07:17:05 +0000 https://europadecentraal.nl/?post_type=nieuws&p=101407 De Europese Commissie is benieuwd wat u van het initiatief ‘Culturele Hoofdstad van Europa’ vindt. Er is daarom een raadpleging geopend voor de tussentijdse evaluatie van dit initiatief.

Culturele hoofdstad

Sinds 1985 worden elk jaar twee Europese steden verkozen tot Europese Culturele Hoofdstad. Het programma Culturele Hoofdsteden is bedoeld om de rijkdom en diversiteit van Europese culturen te laten zien. Het initiatief stelt cultuur centraal in Europese steden, draagt bij aan het stimuleren van de culturele ontwikkeling in steden en viert de gemeenschappelijke kenmerken van Europeanen, aldus de Europese Commissie. Verder is het initiatief Culturele Hoofdsteden van Europa bedoeld om Europese burgers meer het gevoel te geven dat ze deel uitmaken van een gemeenschappelijke culturele ruimte.

Decentrale relevantie

In 1987, 2001 en 2018 leverde Nederland met Amsterdam, Rotterdam en Leeuwarden een culturele hoofdstad. Dit brengt meerdere voordelen met zich mee. Zo krijg het toerisme een boost en wordt de stad ook internationaal op de kaart gezet. Nederland kan in 2033 weer een culturele hoofdstad aanwijzen.

Raadpleging

Het doel van de raadpleging is om feedback te ontvangen voor een positieve verdere ontwikkeling en afstemming van het initiatief. U kunt tot 24 september 2024 reageren.

Bron

Culturele Hoofdstad van Europa, Europese Commissie

]]>
Handreiking Europese Digitaliseringswet- en regelgeving https://europadecentraal.nl/nieuws/handreiking-europese-digitaliseringswet-en-regelgeving/ Fri, 28 Jun 2024 17:07:57 +0000 https://europadecentraal.nl/?post_type=nieuws&p=101394 De digitaliseringswet- en regelgeving die uit de Europese Unie (EU) is raakt vele beleidsterreinen. Hierdoor is het moeilijk om eenduidig aan te geven wat het betekent voor decentrale overheden. Tegelijkertijd wordt digitalisering op zichzelf gezien als een opzichzelfstaand iets. Hoe kan het dat een onderwerp wat zo veelzijdig is ook zo eenduidig wordt gezien? Het Interprovinciaal Overleg (IPO) vroeg Kenniscentrum Europa Decentraal (KED) om uitleg. Gezamenlijk presenteren zij de handreiking Europese Digitaliseringswet- en regelgeving.

In deze handreiking beschrijft KED wat de rode lijn is door de Europese digitaliseringswet- en regelgeving heen, maar ook hoe dit invloed heeft op de verschillende domeinen die relevant zijn voor provincies. In samenwerking met de programmalijn voor de Implementatie Digitale Wetgeving van het IPO is een overzicht gemaakt van de impact van de digitaliseringswetgeving op provincies. Het gehele overzicht vindt u in het model Impact digitaliseringswetgeving provincies. In de handreiking vindt u een analyse van het Europese digitaliseringsbeleid en de achtergrondstudie van het model.

Hoewel deze handreiking begon als gericht op provincies, is deze natuurlijk ook interessant voor andere decentrale overheden. De rode draad van digitalisering is immers gelijk voor alle decentrale overheden.

]]>
Consultatie over de herziening van regels voor staatssteun voor vervoer over land en multimodaal vervoer https://europadecentraal.nl/nieuws/consultatie-over-de-herziening-van-regels-voor-staatssteun-voor-vervoer-over-land-en-multimodaal-vervoer/ Fri, 28 Jun 2024 13:43:06 +0000 https://europadecentraal.nl/?post_type=nieuws&p=101386 De Europese Commissie heeft een publieke raadpleging gestart en vraagt de lidstaten om feedback over de voorgestelde regels voor vervoer over land en multimodaal vervoer, die de huidige richtsnoeren inzake staatssteun aan spoorwegondernemingen moeten vervangen. Daarnaast wordt feedback gevraagd over de nieuwe groepsvrijstellingsverordening voor het vervoer (TBER). De lidstaten hebben tot 20 september 2024 de tijd om hun opmerkingen in te dienen. De goedkeuring van de herziene richtlijnen en de nieuwe groepsvrijstellingsverordening voor het vervoer is gepland voor eind 2025.

Volgens de Commissie zal de nieuwe groepsvrijstellingsverordening voor vervoer een aanvulling vormen op de nieuwe richtsnoeren voor vervoer over land en multimodaal vervoer (LMT-richtsnoeren). Het is de bedoeling dat deze twee regelingen een compleet regelboek gaan vormen voor het verlenen van staatssteun in de sector duurzaam vervoer over land.

LMT-Richtsnoeren

De LMT-richtsnoeren, die de spoorwegrichtsnoeren zullen vervangen, bevatten de voorwaarden voor de beoordeling van aangemelde overheidssteun voor duurzaam vervoer over land dat niet onder de groepsvrijstelling valt. De voorgestelde wijzigingen zijn bedoeld om:

  • Het uitbreiden van het toepassingsgebied van de richtsnoeren naar alle vervoerswijzen over land die minder milieuvervuilend zijn dan vervoer dat uitsluitend over de weg plaatsvindt, zoals spoorvervoer, vervoer over de binnenwateren en duurzaam multimodaal vervoer.
  • Het zal de beschikkingspraktijk van de Commissie op grond van artikel 93 VWEU en de huidige richtsnoeren voor het spoorvervoer consolideren en harmoniseren. Daartoe zullen nieuwe categorieën exploitatie- en investeringssteun worden opgenomen. Het gaat bijvoorbeeld om steun voor de bouw van multimodale voorzieningen, steun voor het opstarten van nieuwe commerciële verbindingen en steun als vergoeding voor de uitvoering van openbaredienstverplichtingen in de sector goederenvervoer per spoor.
  • De regels voor steun die rechtstreeks bijdraagt tot de groene en digitale transitie, met name steun om de externe vervoerskosten te verminderen en de interoperabiliteit te bevorderen, zullen flexibeler worden. De lidstaten krijgen meer ruimte om over te stappen op duurzamere vervoerswijzen.
  • Er zullen nieuwe beschermingsmaatregelen worden ingevoerd om de toegang en de groei van nieuwe exploitanten op de markt voor duurzaam vervoer over land te ondersteunen. De ondernemingen krijgen bijvoorbeeld meer toegang tot de aankoop van transportmaterieel en binnenvaartschepen.

Groepsvrijstellingsverordening voor vervoer (TBER)

De nieuwe groepsvrijstellingsverordening voor vervoer houdt in dat bepaalde categorieën steun voor duurzamere vervoerswijzen verenigbaar worden verklaard met de interne markt, met als gevolg dat deze steun niet hoeft te worden aangemeld bij en goedgekeurd door de Commissie. Het gaat onder meer om steunmaatregelen voor het spoorvervoer, de binnenvaart, multimodaal vervoer en de coördinatie van het vervoer die de mededinging slechts in beperkte mate kunnen verstoren.

Na de goedkeuring van de verordening worden de meeste steunmaatregelen die momenteel bij de Commissie moeten worden aangemeld, zonder goedkeuring van de Commissie verleend, waardoor onnodige administratieve lasten worden verminderd.

Bron

Commission invites comments on draft revised State aid rules for land and multimodal transport, Europese Commissie

Meer informatie

Staatssteun, Kenniscentrum Europa Decentraal

Vervoer, Kenniscentrum Europa Decentraal

]]>