Doreen Slomp – Europa decentraal https://europadecentraal.nl Europees recht in duidelijke taal! Wed, 08 Mar 2023 12:59:32 +0000 nl-NL hourly 1 https://wordpress.org/?v=6.5.5 https://europadecentraal.nl/wp-content/uploads/2022/05/cropped-Logo-KED-tp-32x32.png Doreen Slomp – Europa decentraal https://europadecentraal.nl 32 32 623 miljoen euro aan Europese subsidies voor zes Nederlandse regio’s https://europadecentraal.nl/623-miljoen-euro-aan-europese-subsidies-voor-zes-nederlandse-regios/ Mon, 12 Dec 2022 16:35:07 +0000 https://europadecentraal.nl/?p=90706 De Europese Commissie heeft het Nederlandse plan voor het Just Transition Fund goedgekeurd. Hierdoor wordt 623 miljoen euro beschikbaar gesteld voor Groningen en Emmen, IJmond, Groot-Rijnmond, Zeeuws-Vlaanderen, West-Noord-Brabant en Zuid-Limburg. Het fonds zal deze regio’s in Nederland ondersteunen bij de transitie naar klimaatneutraliteit.

623 miljoen voor Nederland

Nederland kan op 623 miljoen euro rekenen uit het Just Transition Fund (JTF) om ervoor te zorgen dat de groene transitie naar een klimaatneutraal Europa rechtvaardig en evenwichtig verloopt. Het geld is bestemd voor zes regio’s: Groningen en Emmen, IJmond, Groot-Rijnmond, Zeeuws-Vlaanderen, West-Noord-Brabant en Zuid-Limburg. 274 miljoen euro is afkomstig uit het Meerjarig Financieel Kader (MFK), de reguliere begroting van de EU. De overige 352 miljoen euro komt uit de Herstel- en Veerkrachtfaciliteit (HVF), het fonds voor de heropbouw van de EU na de coronacrisis. Het JTF loopt tot en met 2027.

Met meer dan de helft van de beschikbare middelen, is het leeuwendeel van de 623 miljoen euro bestemd voor de regio Groningen-Emmen. De komende jaren zal deze regio namelijk de overgang moeten maken naar een economie die niet langer gebaseerd is op fossiele brand- en grondstoffen. De verwachting is dat dit zal leiden tot verdwijnende bedrijvigheid en werkgelegenheid in de regio. Met het geld kan het Noorden investeren in bedrijven en onderwijs- en kennisinstellingen die zich bijvoorbeeld inzetten voor de productie van duurzame energie. In een persbericht van de provincie Groningen, verklaart gedeputeerde IJzebrand Rijzebol: ‘Het helpt ons om het verlies aan bedrijvigheid en werkgelegenheid in de aardgassector en de daaraan gelieerde industrie op te vangen en het biedt mooie kansen aan ons bedrijfsleven om verder te vergroenen en te verduurzamen.’

De regio’s IJmond en Rijnmond kunnen allebei op 58,5 miljoen euro rekenen uit het JTF. De Noord-Hollandse gedeputeerde Ilse Zaal, vertelt op de website van de provincie Noord-Holland: ‘Er zijn al 30 transitieplannen bedacht. Dat laat zien dat het regionale bedrijfsleven in de startblokken staat om gezamenlijk projecten op te pakken.’ Zo wordt er met het bedrijfsleven gewerkt aan innovaties om nieuwe energie uit de golfslag op zee te halen. Ook loopt er een onderzoek om te kijken of slib zó kan worden behandeld, dat je er voedingsstoffen uit kunt halen. Jeannette Baljeu, gedeputeerde in de provincie Zuid-Holland, beaamt: ‘De gelden vanuit Europa zijn een belangrijke impuls voor de energietransitie in de regio Rijnmond. Met het JTF zetten we in op zowel de economische transitie, als de daaraan gekoppelde arbeidsmarkttransitie.’

De regio’s Zeeuws-Vlaanderen/Vlissingen-Oost, West-Noord-Brabant en Zuid-Limburg kunnen elk op bijna 60 miljoen euro rekenen uit het JTF. De drie regio’s kennen veel zware industrie en lopen daarmee een groot risico op banenverlies door de energie- en grondstoffentransitie. Zo zal Zuid-Limburg het geld investeren in de Chemelot Campus, een industriecomplex voor de chemische industrie met ruim 8600 mensen in dienst, waar hard wordt gewerkt aan innovatieve oplossingen. Het JTF-geld biedt nieuwe kansen voor dergelijke innovators om zich nog verder te ontwikkelen.

Op de website van Stimulus, de management autoriteit voor subsidieprogramma’s in Zuid-Nederland, verklaart de Zeeuwse gedeputeerde Jo-Annes de Bat: ‘Met deze plannen en de steun hiervoor kunnen we innoveren, werken aan het behoud van de bestaande werkgelegenheid en nieuwe banen creëren. Dat is voor onze regio, en de leefbaarheid ervan, erg belangrijk.

Aanvragen van een bijdrage

Het JTF wordt uitgevoerd volgens regels van gedeeld beheer, wat in dit geval betekent dat de regionale managementautoriteiten van de verschillende regio’s verantwoordelijk zijn voor de toebedeling van de gelden. Vanaf januari 2023 zal het JTF open gaan voor aanvragen. De precieze datum verschilt per regio.

Subsidies zijn beschikbaar voor het mkb, grotere bedrijven en samenwerkingsverbanden van ondernemingen, zoals met kennis- en onderwijsinstellingen of overheden. De subsidieregelingen verschillen per regio. Overweegt u om een bijdrage uit het JTF aan te vragen, neem dan contact op met de managementautoriteit van uw regio: Rijnmond, Kansen voor West; IJmond, Kansen voor West; Groningen en Emmen, SNN; en Zeeuws-Vlaanderen, Zuid-Limburg en West-Noord-Brabant, Stimulus.

Een rechtvaardige transitie

Het JTF, het Fonds voor een rechtvaardige transitie, heeft als hoofddoel om regio’s en mensen in staat te stellen om te gaan met de sociale, economische en milieueffecten van de transitie naar een klimaatneutraal Europa. Om het doel te bereiken ondersteunt het JTF investeringen op gebieden als investeringen in het MKB, omscholing van werknemers en werkzoekenden en het garanderen van betaalbare groene energie.

Voor de klimaattransitie zijn grote investeringen nodig in duurzame producten, onderzoek en scholing. Sommige regio’s worden sterk getroffen door deze transitie. Denk hierbij aan regio’s waar fossiele brandstoffen worden gewonnen of verwerkt. Voor die regio’s is het JTF het leven geroepen. Het JTF helpt regio’s met de klimaattransitie, specifiek om te voorkomen dat de regionale verschillen toenemen als gevolg van de aanpassing naar klimaatverandering. Het fonds komt voort uit de Europese Green Deal, het plan om van Europa het eerste klimaatneutrale continent te maken.

Bron

Cohesiebeleid van de EU: 623 miljoen euro voor een rechtvaardige transitie naar klimaatneutraliteit in Nederland – Europese Commissie

Meer informatie

EU-fondsenwijzer, Kenniscentrum Europa Decentraal

Brusselse steun voor klimaatneutraliteit in Nederland – Stimulus

€ 58,5 miljoen subsidie goed voor werkgelegenheid en vergroenen IJmond – Provincie Noord-Holland

]]>
Hoe populair is het DAEB-besluit? En wat heb je eraan? Interview met Ali al Khatib https://europadecentraal.nl/nieuws/hoe-populair-is-het-daeb-besluit-en-wat-heb-je-eraan-interview-met-ali-al-khatib/ Mon, 28 Nov 2022 16:46:07 +0000 https://europadecentraal.nl/?post_type=nieuws&p=89951 Bij Kenniscentrum Europa Decentraal merken we dat het besluit tot aanwijzing van een dienst van algemeen economisch belang een populair beleidsmiddel is onder decentrale overheden. Wij spraken daarover met Ali al Khatib, al tien jaar advocaat bij advocatenkantoor Stibbe en onderzoeker aan de Leidse rechtenfaculteit.

Ali al Khatib

Als advocaat specialiseert hij zich in publiekrecht, met een focus op het economische bestuursrecht. Denk daarbij aan de Wet markt en overheid, het staatssteunrecht en de Dienstenrichtlijn. Hij stond mede aan de wieg van de beroemde Didam-uitspraak.

Wij spraken hem over het onderwerp staatssteun en waren nieuwsgierig naar zijn mening. Hij deed recentelijk onderzoek naar de populariteit van het besluit tot aanwijzing van diensten als diensten van algemeen economisch belang, beter bekend als een ‘DAEB-besluit’. Hij onderzocht maar liefst 124 van zulke besluiten uit de periode 2018-2020, afkomstig uit alle bestuurslagen. Wij vroegen hem wat een DAEB-besluit is, wat je er als decentrale overheid aan hebt en waarom het in Nederland zo populair is de laatste jaren, om een dergelijk besluit te nemen? En wat zijn de trends daarin?

Wat is een DAEB besluit?

‘Een DAEB-besluit is een beslissing van een overheidsorgaan om een onderneming te belasten met een dienst van algemeen economisch belang. Het begrip ‘besluit’ in deze context moet niet verward worden met een besluit in de zin van de Algemene wet bestuursrecht. Het staatssteunrecht is in die zin vormvrij. Het besluit om een onderneming met een bijzondere taak te belasten kan bijvoorbeeld door middel van een overeenkomst gebeuren, maar het kan ook via een klassiek besluit in de zin van de Algemene wet bestuursrecht. In dat geval moet de overheid er wel een rechtsgrondslag voor hebben. Als een onderneming eenmaal is belast met een DAEB, dan geldt dat het eenvoudiger is om staatssteun toe te kennen, als compensatie voor de taak waarmee de onderneming is belast.’

Als een onderneming eenmaal is belast met een DAEB dan is het eenvoudiger om staatssteun toe te kennen.

Waarom nemen decentrale overheden DAEB besluiten?

‘Het is een hulpmiddel voor ondernemingen die een publieke taak verrichten waarvoor ze financiële ondersteuning nodig hebben omdat zij onder normale marktomstandigheden niet rendabel kunnen opereren. Voor decentrale overheden is het een hulpmiddel om een eigen huishouding te kunnen voeren waar de markt niet goed functioneert. Denk aan het klassieke voorbeeld van de woningcorporatie die voor betaalbare woningen moet zorgen in een gemeente, maar ook aan de lokale taxidienst die aan ziekenvervoer, ouderenvervoer en leerlingenvervoer doet. De betrokken onderneming krijgt met het DAEB-besluit juridische zekerheid omdat de staatssteunrechtelijke mogelijkheden voor steunverlening groter zijn. De betrokken overheid kan op haar beurt daarmee belangrijke beleidsdoeleinden realiseren.’

Nemen Nederlandse vooral overheden DAEB-besluiten omdat de markt tekortschiet of omdat ze beleidsdoeleinden willen bereiken?

‘Juridisch gezien mag het allebei. In mijn onderzoek maak ik onderscheid tussen economisch marktfalen en politiek marktfalen. Economisch marktfalen doet zich voor wanneer je echt kunt aanwijzen dat de markt niet goed functioneert. Daar heb je als overheid een puur economische analyse voor nodig die ten grondslag ligt aan de rechtvaardiging om een DAEB op te leggen. Klassiek voorbeeld is dat een netwerk tot stand moet worden gebracht dat de hele markt omvat omdat een activiteit anders economisch niet of minder rendabel is. Denk bijvoorbeeld aan afvalverwerking voor huishoudens.’

‘Daarvan onderscheid ik het politieke marktfalen. Daarvan is sprake als je publieke doelen hebt vastgesteld, je daaraan de prestaties van de markt meet en de markt tekortschiet. Het meest duidelijke voorbeeld dat we daarvan hebben, zijn diverse Rijksregelingen voor reproductieve gezondheidszorg voor vrouwen. Dat is een typisch voorbeeld van de overheid die feitelijk twee principiële dingen zegt: “We vinden dat dit soort dienstverlening voor iedereen en op een acceptabel prijsniveau beschikbaar zou moeten zijn en we mogen daarbij niet discrimineren tussen mensen die dat wel en niet kunnen betalen”. Dat is duidelijk een politieke motivering. Dat mag in principe ook van de rechtspraak van het van het Europese Hof van justitie.’

In mijn onderzoek maak ik onderscheid tussen economisch marktfalen en politiek marktfalen.

Je onderzocht welke overheden in Nederland DAEB-besluiten namen in de periode 2018 tot 2020. Wat zijn je voornaamste bevindingen als het gaat om DAEB-beleid?

‘Wat je ziet is dat een aantal gebieden echt heel veel aandacht krijgt op centraal en decentraal niveau. Met name wonen, zorg en sport. Op die drie gebieden zie je relatief gezien de meeste DAEB-besluiten. De aandacht voor wonen is heel goed te begrijpen want Nederland bevindt zich in een wooncrisis. Interessant is ook dat heel veel van de zorgbesluiten eigenlijk exclusief door de centrale overheid worden genomen. Op sportgebied zie je dat daarvoor juist door alle overheidslagen heen steun is.’

‘Daarnaast valt vooral op  wat ik niet heb gevonden: in een tijd waarin een grote roep is om de overheid een meer proactieve rol te laten pakken op dossiers als wonen en stikstof  is het opmerkelijk dat het aantal besluiten over dergelijke dossiers relatief gezien niet groot is. Je zou eigenlijk een groter aantal DAEB-besluiten met betrekking tot zulke belangrijke onderwerpen verwachten. Dit zal misschien ook de volgende jaren komen, waarbij een roep door Lidstaten om soepelere toepassing van de staatssteunregels en de DAEB-uitzondering niet uitgesloten is.’

DAEB-besluiten nemen, doen overheden dat volgens het Europese boekje?

‘Een belangrijke bevinding is dat de motivering in die besluiten vaak heel erg te wensen overlaat. Je kunt afvragen of er voldoende is nagedacht over het onderliggende probleem. Is dat wel zo fundamenteel voor de samenleving dat dit onderwerp het predicaat dienst van algemeen economisch belang zou verdienen? In dit verband valt op in welke mate sport onder diensten van algemeen economisch belang wordt geschaard. Dat is niet ondenkbaar, je kunt maatschappelijke behoefte aanwijzen voor bepaalde vormen van sport. En je kunt ook stellen dat, onder omstandigheden de markt niet genoeg voorziet in alle vormen van sport. Toch zie je dat er relatief makkelijk, zonder heel veel motivering, individuele sportevenementen onder dat begrip ‘DAEB’ worden geschaard. Vraag is of dat de bedoeling was die de Europese Unie ooit had met deze uitzondering op het staatssteunrecht.’

‘Een andere bevinding is dat overheden andere eisen om een DAEB-besluit te nemen vergeten, bijvoorbeeld het aanwijzen van een activiteit als een DAEB. Dit kan grote gevolgen hebben voor de ontvanger van de steun.’

Is het opstellen van een lokaal DAEB-beleid verstandig en hoe zou dat eruit moeten zien?

‘Even terug naar het begin. In essentie zoek je als overheid in een DAEB-besluit de balans tussen het algemeen belang en vrije marktwerking. Dus aan de ene kant heb je activiteiten waar een overheid zich niet teveel mee moet bemoeien.  Maar aan de andere kant zijn er activiteiten die een helpende hand kunnen gebruiken. Het is goed om daar van tevoren over na te denken: welke activiteiten zijn dat en onder welke omstandigheden springen we als overheid bij? Teveel gebruik maken van de DAEB-uitzondering kan tegelijkertijd ook tot marktverstoring leiden. Daarom is het eigenlijk goed als overheden daar gecoördineerd over nadenken zodat je de balans tussen vrije marktwerking en overheidssteun goed kunt vinden, denk onder meer aan de woningmarkt, energiemarkt, de markt voor gezondheidszorg en de sportsector.’

De motivering in DAEB-besluiten laat vaak nog te wensen over.

‘Dus ik zie zeker behoefte aan meer coherente beleidsvisies op de hiervoor genoemde markten. Op het gebied van wonen is daar, zoals gezegd, aanleiding voor: lokale overheden en de centrale overheid kunnen samen nagaan wat de behoefte is aan woningen en hoeveel van die woonopgave met DAEB-beleid verwezenlijkt kan worden en door wie. Daarbij zouden deze overheden in het bijzonder moeten nagaan of de DAEB uitzondering niet mogelijk ook toegepast zou kunnen worden om meer huurwoningen in het middensegment te realiseren in bepaalde steden. Deze benadering zou ook toegepast kunnen worden bij natuurbeheer en cultuur. Hetzelfde geldt voor musea een andere educatieve voorzieningen die enerzijds in het publiek belang zijn maar toch ook wel een commercieel tintje hebben, daarvoor is het verstandig om te kijken: “Wat wil je de komende jaren steunen en wat wil je niet steunen?” Dat biedt ook aan de lokale marktpartijen duidelijkheid, zodat ondernemers ook gewoon kunnen aangeven wat ze wel en niet acceptabel vinden aan een lokaal genomen DAEB-besluit.’

Tot slot: welke ontwikkelingen gaan we zien de komende tijd?

‘Mijn hypothese is dat het aantal DAEB-besluiten in de komende jaren gaat toenemen. Enerzijds omdat het instrument steeds meer de aandacht heeft en anderzijds omdat er ook steeds meer roep is voor een actievere overheid die marktfalen echt aanpakt. Mij valt ook op, in het licht van de vele crises die wij nu in Nederland hebben, je wat meer DAEB-besluiten verwacht op het gebied van duurzame landbouw en natuur. Een overheid zou kunnen zeggen: we hebben veel meer behoefte aan duurzame landbouw die goed met natuurbeheer te combineren is, want dat gebeurt gewoon niet onder normale marktomstandigheden. Maar daar zie ik nog heel weinig van terug.’

]]>
2023 belooft voor Nederland een beter economisch jaar te worden https://europadecentraal.nl/2023-belooft-voor-nederland-een-beter-economisch-jaar-te-worden/ Mon, 21 Nov 2022 15:08:09 +0000 https://europadecentraal.nl/?p=89772 Nederland gaat met 2023 een beter economisch jaar tegemoet. Dit is de verwachting van de Europese Commissie. De Europese Commissie heeft haar jaarlijkse herfstprognose gepubliceerd, waarin zij verslag doet van het Europese economisch beleid, specifiek rondom de toekomst van de inflatie, het bbp en de staatsschuld. Daarbij geeft de Commissie enkele landspecifieke aanbevelingen mee.

De verwachting van de Commissie is dat Nederland, na een turbulent jaar, een economisch sterk 2023 tegemoet zal treden.

Hoogste inflatie in de hele Europese Unie

Na een sterk eerste half jaar, heeft de Nederlandse economie in de tweede helft van 2022 te maken gehad met economisch zwaar weer. De Russische invasie in Oekraïne en de bijkomende onzekerheid over de levering van gas, hebben geleid tot een mondiale energiecrisis, met hoge inflatie en stijgende energieprijzen als gevolg. De inflatie was in 2022 hoger in Nederland dan elders in Europa, met een aantasting van de koopkracht tot gevolg. Waar in de rest van eurolanden de inflatie 8,5 procent is, is deze in Nederland 11,6 procent. Dit valt onder meer te wijden aan de sterke open economie van Nederland, waarbij handel een belangrijk component is. De Commissie verwacht echter dat de inflatie in Nederland tegen het einde van het jaar nog verder oploopt, voor deze in 2023 weer terugzakt. Dit zal onder andere komen door de maatregelen die het Nederlandse kabinet bekend heeft gemaakt, zoals de verlaging van de btw op energie en het verlagen van de accijns op benzine en diesel.

Grote tekorten, maar sterkste arbeidsmarkt in decennia

De tekorten op zowel de Europese, als de Nederlandse arbeidsmarkt zijn nog steeds groot. Zoals de Commissie ook al in haar voorjaarsprognose van 2022 voor Nederland aangaf, neemt het tekort aan arbeidskrachten in Nederland sterk toe. In sommige regio’s, zoals de provincie Zeeland, regio Groot-Amsterdam en de provincie Noord-Brabant, kunnen bedrijven met grote moeite aan goed geschoolde werknemers komen. De krapte op de woningmarkt versterkt dit probleem, waardoor de juiste arbeidskrachten niet gehuisvest kunnen worden en daardoor moeilijker aan te trekken zijn. De krappe arbeidsmarkt en de hoge inflatie worden weerspiegelt in de opwaartse trend van de nominale loongroei in Nederland (verwachting van een toename tot 4,5% in 2023). Daarentegen signaleert de Commissie dat de werkloosheid in Nederland de laatste maanden geleidelijk oploopt, wat de tekorten op arbeidsmarkt enigszins kan rechttrekken.

Ondanks de grote tekorten, heeft de EU “de sterkste arbeidsmarkt in decennia”, aldus de Commissie. Meer dan 213 miljoen mensen zijn in de Europese Unie aan het werk, een recordaantal. Deze sterkte arbeidsmarkt en de hervormingen en investeringen uit de nationale herstel- en veerkrachtplannen moeten de Europese economie bevorderen. De Commissie wil de meest kwetsbare mensen met gerichte maatregelen, ondersteunen zoals het zo snel mogelijk veiligstellen van de toekomstige energievoorziening.

Meeste lidstaten met het einde van 2022 in een recessie

De krimp van de economische activiteiten zal in het eerste kwartaal van 2023 voortzetten. In de gehele Europese Unie en de eurozone zullen daarom de meeste lidstaten naar verwachting in het laatste kwartaal van 2022 in een recessie terecht komen. Ondanks een verwachte krimp in het vierde kwartaal, valt de uiteindelijke economische groei in 2022 naar verwachting 0,6% beter uit dan eerder voorspeld in de zomerprognose van de Commissie. Wel zijn de vooruitzichten voor de economische groei van de EU in 2023 uiteindelijk aanzienlijk zwakker en de inflatie hoger dan voorspeld.

Decentrale relevantie

Veel decentrale overheden stellen eind 2022 hun begroting voor 2023 vast. Een van de belangrijke elementen die ze hierin meenemen, is hoe ze om moeten gaan met de hoge inflatie en de stijgende energieprijzen, om iedereen de winter te laten doorkomen. Dit geldt voor zowel warmhouden van bedrijfsgebouwen als huizen, maar ook de eigen overheidsgebouwen. Het is van belang voor de decentrale overheden om deze ontwikkelingen en eventuele steun vanuit de Commissie in de gaten te houden.

Bron

Economische najaarsprognoses 2022: EU-economie op een keerpunt, Europese Commissie

Meer informatie

Europese Commissie: twijfel of Nederland klimaatdoelstellingen op tijd haalt, Huis van de Nederlandse Provincies

Europese Commissie akkoord met Nederlandse Herstel- en Veerkrachtplan (HVP), Kenniscentrum Europa Decentraal

]]>
Algemene Rekenkamer: EU subsidies zijn belangrijk maar er moet meer inzicht komen https://europadecentraal.nl/algemene-rekenkamer-eu-subsidies-zijn-belangrijk-maar-er-moet-meer-inzicht-komen/ Mon, 07 Nov 2022 11:12:43 +0000 https://europadecentraal.nl/?p=89587

Nederland heeft in de periode van 2014-2020 7,4 miljard euro uitgegeven aan EU-subsidies. Zowel de Europese Commissie als betrokken Nederlandse ministers zijn verantwoordelijk voor de besteding van dit geld. Toch hebben zowel ‘Brussel’ als ‘Nederland’ onvoldoende beeld of dit geld optimaal is ingezet voor de Nederlandse uitdagingen, zoals de digitale en energietransitie. De Algemene Rekenkamer heeft een onderzoek gedaan naar de toegevoegde waarde van Europese subsidies voor Nederland, waarbij de verantwoordelijkheid bij de Commissie als de Nederlandse autoriteiten ligt. Dit betekent dat Nederlandse autoriteiten (ministeries of aangewezen uitvoeringsorganen zoals SNN en Kansen voor West) de subsidies verstrekken.

Het onderzoek

Door middel van enquêtes heeft de Algemene Rekenkamer een onderzoek gedaan naar de toegevoegde waarde van EU-subsidies voor Nederland. Het onderzoek gaat over acht verschillende fondsen, onder andere EFRO, ESF en de landbouwfondsen.  Aan de hand van de antwoorden van ongeveer 1300 mensen is er gekeken of er een verschil is tussen de uitvoering van een project wanneer er wel of geen gebruik wordt gemaakt van EU-subsidies. Dit blijkt het geval te zijn, de respondenten gaven aan dat met de ontvangen EU-subsidies projecten en activiteiten in gang zijn gezet die zonder de subsidie niet, kleinschaliger, later of minder goed zouden zijn uitgevoerd. Dit antwoord werd ook bevestigd door de uitkomst van een andere enquête onder 500 subsidieaanvragers van wie de aanvraag werd afgewezen. Zij gaven aan dat bij het niet toekennen van een subsidie een ruime meerderheid van de projecten niet, minder uitvoerig of later werden uitgevoerd. Verder blijkt dat ontvangers van de subsidie tevreden zijn over de resultaten die het project heeft opgeleverd.

Kritische opmerkingen

De ondervraagde subsidieontvangers hebben kritiek op de nadruk die de verantwoordelijke autoriteiten leggen op de vraag of er wel is voldaan aan de formele eisen. Of de besteding van de subsidies naar de juiste dingen is gegaan lijkt meer van belang bij de autoriteiten dan wat de besteding oplevert. Verder gaven ze aan dat de administratieve lasten van de subsidieregelingen te zwaar zijn.

Conclusies

De Rekenkamer concludeert dat Nederland veel inspanningen verricht om aan de formele eisen te voldoen om zo veel mogelijk toegevoegde waarde met de EU-subsidies te bereiken. Toch bleef de vraag of de EU-subsidies ook terecht komen op de plekken waar zij het meeste kunnen betekenen. Uit onderzoek bij de verantwoordelijke ministers bleek dat de Nederlandse autoriteiten minder zicht hebben op de behaalde resultaten bij de verschillende EU-fondsen dan wenselijk. De ministers die hierover zijn benaderd zijn de minister van Armoedebeleid, participatie en Pensioenen, minister van Landbouw, natuur en voedselkwaliteit, minister van Economische zaken en klimaat en minister van Justitie en veiligheid.

Daarnaast constateert de Algemene Rekenkamer dat op projectbasis wel zicht is op de toegevoegde waarde, maar op nationaal niveau niet. Dit komt ten eerste door de kwaliteit van de gebruikte indicatoren. Deze geven inzicht in de prestaties die met de projecten zijn geleverd, maar niet in de effecten van de prestaties die het doel waren van de subsidie. Denk hierbij aan het aantal gesubsidieerde projecten of de gestarte opleidingen door de subsidie. Ten tweede leveren evaluaties van de periode 2014-2020 weinig inzichten op in de behaalde effecten. Dit komt doordat de evaluaties niet altijd tijdig, te vroeg of te laat in het proces worden gedaan om een goed beeld te geven van de effecten.

Een uitzondering hierop is het Europees Sociaal Fonds (ESF). Bij dit fonds is er wel aandacht voor de onderbouwing van de verdeling van het geld in het programma en het meten van de resultaten.  

Op basis van deze conclusies heeft de Algemene Rekenkamer aanbevelingen gedaan om de toegevoegde waarde van EU-subsidies voor Nederland te vergroten. Een belangrijke is het overwegen om binnen de EU-programma’s eigen (nationale) indicatoren op te stellen, zodat er meer inzicht ontstaat in de feitelijke bepaalde resultaten.

Bron

Toegevoegde waarde EU-subsidies in Nederland, Algemene Rekenkamer

Meer informatie

EU-Fondsenwijzer, Kenniscentrum Europa Decentraal

]]>
Interview met Machteld van Dijk, Adviseur EU Public Affairs provincie Noord-Brabant: ‘Wij zien de kansen die de digitale transitie biedt.’ https://europadecentraal.nl/nieuws/interview-met-machteld-van-dijk-adviseur-eu-public-affairs-provincie-noord-brabant-wij-zien-de-kansen-die-de-digitale-transitie-biedt/ Mon, 24 Oct 2022 10:23:40 +0000 https://europadecentraal.nl/?post_type=nieuws&p=89181 Machteld van Dijk behartigt de belangen van de provincie Noord-Brabant bij de Europese instellingen in Brussel en is gevestigd in het  Huis van de Nederlandse Provincies (HNP). Zij houdt zich onder meer bezig met digitalisering, landbouw en natuur. Wij spraken haar in Brussel over de kansen en uitdagingen op die thema’s én voor de provincie.

Machteld van Dijk. Foto: PR

Wat doe je precies in Brussel?

‘Ik werk hier als adviseur EU Public Affairs namens de provincie Noord-Brabant. In die rol behartig ik de belangen van de provincie, ben ik verantwoordelijk voor het onderhouden van de relaties met de Europese instellingen en signaleer ik vroegtijdig aanstaand Europees beleid en bijbehorende wet- en regelgeving. Dit doe ik samen met mijn collega Lieke van Alphen. Digitalisering is voor de provincie Noord-Brabant een belangrijk dossier. De digitale economie in Brabant is groot en neemt ook  alleen maar in belang toe., Daarnaast ziet de provincie Noord-Brabant het potentieel van innovatieve digitale toepassingen in bijvoorbeeld de landbouw. We zien de mogelijkheden die de digitale transformatie biedt en die proberen we te benutten.’

Toen de Europese Commissievoorzitter Von der Leyen haar digitale plannen in 2019 presenteerde, is ook de provincie Noord-Brabant aan de slag gegaan met een eigen Dataeconomie strategie voor de komende jaren. Machteld: ‘Het onderwerp digitalisering heeft nog meer prioriteit gekregen in de provincie. Vanuit de EU komen er veel diverse wetgevingsvoorstellen op ons af en wij willen ervoor zorgen dat we daar zo vroeg mogelijk klaar voor zijn. Dat geldt ook andersom; als Brabant al pioniert op een bepaald thema, bijvoorbeeld innovatieve toepassingen met behulp van data, waarom zouden we dat dan niet onder de aandacht brengen in Brussel? Zo werkt het van beide kanten.’

Wat staat Nederland te wachten?

‘Veel. De Europese Commissie is nu bijna 3,5  jaar onderweg en ze hebben er nog 1,5 jaar te gaan. Zowel Von der Leyen als Frans Timmermans hebben aan het begin van de periode gezegd dat het een ambitieuze vijf jaar zou worden. Gelet op zowel de Green Deal als ook de digitale doelen, ook wel de ‘twin transition’ genoemd. Denk bijvoorbeeld aan de belangrijke EU Chips Act en de Data Act, en het voorstel voor nieuwe regelgeving gericht op natuurherstel. Lidstaat Nederland dient deze voorstellen, net als alle andere lidstaten, uiteindelijk te implementeren, samen met de decentrale overheden. Daarom is het van belang om vroegtijdig een actieve rol te spelen en input te geven op de dossiers die voor Nederland en onze provincies en gemeentes echt van belang zijn.’

Het is belangrijk om ervan bewust te zijn dat de EU een vierde bestuurslaag is, dat wij er onderdeel van zijn en dat wij dus een actieve rol kunnen spelen.

Wat zou jij de gemeentes en provincies mee willen geven?

‘Het is belangrijk om ervan bewust te zijn dat de EU een vierde bestuurslaag is. Wij zijn er onderdeel van en kunnen dus een actieve houding aannemen.’ De EU is van toepassing op veel dossiers en het wordt tastbaar als je het concreet maakt. Het is de ambitie van Nederland om slagvaardig te zijn in Europa en vanaf het begin betrokken te zijn. Het Rijk heeft hierbij provincies en gemeentes hard nodig want zij kunnen goed vertellen wat er in de praktijk nodig is. Samenwerking tussen verschillende lagen overheid is hierbij noodzakelijk. Verder zou ik zeggen, weet jouw collega’s die namens jouw organisatie bezig zijn met Europese wet- en regelgeving en Europese financieringsprogramma’s te vinden. Laat je informeren, verdiep jezelf erin en probeer echt de vertaalslag naar jouw dossier te maken.’

Ben je bekend met de EU-fondsenwijzer?

‘Zeker! Een handige tool die overheden goed op weg kan helpen. Het huidige EU budget loopt tot en met 2027 dus daar liggen ontzettend veel mogelijkheden om projecten vanuit gemeenten, provincies, het MKB en ook kennisinstellingen financieel te ondersteunen.

Met name de thematische fondsen zijn flink in bedrag verhoogd in de huidige programmaperiode, zoals het LIFE programma, Connecting Europe Facility (CEF) en voor het eerst ook een digitaal programma: Digital Europe. Zo is er een aantal specifieke fondsen waar we naar kijken als provincie: welk programma past bij welk project? Ook hierbij geef ik de tip: zoek Europese partners, maak gebruik van de mensen die zich in die netwerken bevinden. Voorstellen voor fondsen worden ook beter wanneer je kennis uitwisselt, ook over de grens. Je kunt van elkaar leren.’

Wat zijn de kansen en uitdagingen voor Noord-Brabant de komende jaren?

‘De concrete wetsvoorstellen die in de Farm-to-Fork-strategie en in de Biodiversiteitsstrategie worden genoemd, zullen nogal een impact hebben, in heel Nederland overigens. Gelukkig trekken we samen op met de twaalf provincies en onze Europese partnerregio’s, om vroegtijdig input te geven. Ook de ambities op het gebied van waterkwaliteit worden aangescherpt. Water zou zomaar het nieuwe stikstof kunnen worden.’

Voorstellen voor fondsen worden beter wanneer je kennis uitwisselt, ook over de grens. Je kunt van elkaar leren.

‘Een ander belangrijk dossier voor ons momenteel is de EU Chips Act en de uitrol daarvan. Onze gedeputeerde van Gruijthuijsen is schaduwrapporteur in het Europees Comité van de Regio’s op deze wet. Vorige week is het rapport unaniem door alle Europese regio’s en steden aangenomen. Ook op het gebied van energie zijn er kansen. Machteld: ‘In Brabant zijn we veel bezig met batterijtechnologie maar ook met zonne-energie. Er zijn allerlei bedrijven die innoveren met de zogenoemde ‘renewables’ en dan de koppeling maken met mobiliteit. Denk aan de zonneauto van LightYear bijvoorbeeld, dat zijn de innovatieve oplossingen die bij ons in de provincie worden ontwikkeld.’

Kun je ook andere provincies hiermee inspireren?

‘Alle provincies hebben hun sterke punten maar ook hun uitdagingen, dus we kunnen veel van elkaar leren. We hebben een aantal belangrijke prioritaire dossiers die we met zijn twaalven oppakken. We zijn in dat grotere Europa ook maar een ’regiootje’, daarom is het van belang dat we aan belangrijke netwerken deelnemen en met andere Europese regio’s samenwerken. Zoals ze dat in de EU zeggen is de EU ‘United in diversity’. Dat zijn wij als provincies ook, met genoeg gemeenschappelijke interesses.’

]]>
50 miljoen euro beschikbaar voor duurzame stedelijke ontwikkeling https://europadecentraal.nl/50-miljoen-euro-beschikbaar-voor-duurzame-stedelijke-ontwikkeling/ Mon, 24 Oct 2022 09:49:30 +0000 https://europadecentraal.nl/?p=89175 In tijden van snelle verstedelijking wordt Europa steeds meer geconfronteerd met stedelijke uitdagingen zoals verduurzaming en woontekorten. Steden zijn immers verantwoordelijk voor huisvesting en nieuwbouw moet duurzaam zijn. Om deze uitdagingen het hoofd te bieden publiceerde het European Urban Initiative (EUI) een oproep tot het indienen van voorstellen voor projecten. Voor de eerste oproep is een budget van 50 miljoen euro beschikbaar gesteld. Indienen kan tot 19 januari 2023.

Het European Urban Initiative

Het European Urban Initiative (EUI) is een Europees fonds dat financiële middelen ter beschikking stelt om steden te ondersteunen, zodat zij capaciteit en kennis opbouwen en om ze te helpen bij innoveren. Te denken valt aan thema’s zoals circulaire economie, klimaatadaptatie en luchtkwaliteit. Projecten die in aanmerking komen voor het fonds moeten de waarden van duurzaamheid, inclusiviteit (het betrekken van de doelgroep en stakeholders) en esthetische verantwoording in hun voorstel hebben.

Concreet resulteert dat in de volgende vier thema’s waar indieners rekening mee moeten houden:

  • Circulaire economie en CO2-neutraliteit
  • Behoud van cultureel erfgoed
  • Aanpassing van gebouwen voor betaalbare woonoplossingen
  • Renovatie van stedelijke ruimtes

Beschikbare middelen

De Europese Commissie stelt zowel financiële middelen als kennis ondersteuning beschikbaar. Elk project kan maximaal 5 (van in totaal 50) miljoen euro ontvangen. Om de impact te vergroten wordt een deel van de financiering gebruikt om eraan bij te dragen dat innovatieve oplossingen ook in andere Europese steden worden toegepast. Deelnemende steden krijgen toegang tot een kennisomgeving om de toegang tot de bestaande kennis te vergemakkelijken en ervaringen over duurzame stedelijke ontwikkeling te delen.

New European Bauhaus

Het European Urban Initiative bouwt voort op de principes van het New European Bauhaus (NEB) initiatief. Het NEB zorgt ervoor dat er in steden duurzaam, inclusief maar ook esthetisch verantwoord gebouwd gaat worden. De EUI-oproep zal tastbare, praktijkvoorbeelden opleveren.

Urban Innovative Actions

EUI bouwt voort op het programma Urban Innovative Actions (UIA). Innovatieve acties vormen slechts een onderdeel van het EUI. Daarnaast zal EUI een kenniscentrum bieden over de meest actuele informatie met betrekking tot duurzame stedelijke ontwikkeling.

Bron:

Nieuw Europees Bauhaus in het kader van het cohesiebeleid: oproep tot het indienen van innovatieve projecten in steden, Europese Commissie

Meer informatie:

New European Bauhaus, Kenniscentrum Europa Decentraal

Oproep EUI in de EU-fondsenwijzer, Kenniscentrum Europa Decentraal

 

]]>
Interview met Dieter Staat, adviseur Unie van Waterschappen en Vewin https://europadecentraal.nl/interview-met-dieter-staat-adviseur-vewin/ Sun, 09 Oct 2022 22:05:08 +0000 https://europadecentraal.nl/?p=88524 Dieter Staat behartigt als EU lobbyist de Unie van Waterschappen en Vewin in Brussel bij de Europese instellingen. Gezien de grote impact en het belang van Europese wetgeving werken de waterschappen en de Nederlandse waterbedrijven nauw samen. We spraken hem in Brussel over recente uitdagingen en vroegen hem om ‘tips & tricks’ voor decentrale overheden.

Weten de Nederlandse waterschappen jou te vinden?

Zeker. Wij zijn elke maandag in Den Haag. ’s Ochtends bij Vewin, de vereniging van waterbedrijven in Nederland en ’s middags bij de Unie van Waterschappen (UvW). Hier heb ik dan allerlei overleggen met collega’s en we gaan ook vaak naar de bestuurlijke commissies en ambtelijke werkgroepen van de UvW. Ook organiseren we regelmatig werkbezoeken in Nederland en komen waterschappers vaak naar Brussel. De band is  goed. Ik moet wel mijn tijd goed verdelen tussen Brussel en Nederland. Ons kantoor in Brussel bestaat uit twee lobbyisten. Daardoor kunnen we niet voor alle waterschappers in Nederland even zichtbaar zijn, maar dit soort interviews helpen hier gelukkig bij.

Dieter Staat
Dieter Staat. Foto: PR.

Benaderen de waterschappen jou ook proactief?

Ik werk nu 6 jaar in deze functie, hierdoor heb ik een mooi netwerk bij de waterschappen kunnen opbouwen en weten mensen mij goed te vinden. Bovendien word ik goed gevoed met voorbeelden uit het dagelijks werk van de waterschappen. Die krijg ik bijvoorbeeld via de verschillende ambtelijke themagroepen van de Unie van  Waterschappen. Dat zijn meer informelere verbanden, op ambtelijk niveau. Hier worden ontwikkelingen besproken die dan even tegen het licht gehouden worden. Deze themagroepen gebruiken we ook om praktijkvoorbeelden op te halen en mee te nemen naar Brussel.

“De energietransitie heeft een enorme impact op het werk van de waterschappen.”

De energietransitie is een belangrijk en groot vraagstuk. Welke rol kunnen waterschappen hierin spelen?

Waterschappen zijn hier intensief mee bezig en willen al in 2025 honderd procent energieneutraal worden. Het afvalwaterzuiveringsproces bevat enorm veel potentie om energie terug te winnen. Door bijvoorbeeld rioolslib, een restproduct van het zuiveringsproces, te vergisten, waarbij biogas vrijkomt. Daarnaast plaatsen waterschappen windmolens en zonnepanelen op hun terreinen.

Er is een enorme transitie gaande om te zorgen dat we onze eigen zuiveringsprocessen ook voor de toekomst op orde hebben en tegelijkertijd, als we meer kunnen gaan produceren, kunnen leveren aan het net. De EU klimaatdoelstellingen en ambities uit de Green Deal verwerkt de Commissie in alle wetsvoorstellen voor sectorale wetgeving. Zoals bijvoorbeeld de Richtlijn Stedelijk Afvalwater die binnenkort wordt herzien en een enorme impact heeft op het werk van de waterschappen en op de investeringen voor de toekomst.

En hoe zit dat met digitalisering?

Digitalisering is inmiddels een breed thema dat in alle EU wetgevingsinitiatieven wordt geïntegreerd. In het verleden stond er nooit een artikel in over hoe digitalisering kan bijdragen aan de doelstellingen van het betreffende wetsvoorstel, nu heel vaak. Twin transition (vergroening en digitalisering versterken) betekent voor zowel digitalisering als verduurzaming een grote kans. De EU wil zowel klimaat, milieu als digitalisering promoten, maar die duurzame transitie kan niet zonder de digitale. Zij gaan hand in hand. Bovendien zorgt de steeds verdergaande digitalisering ook voor grotere beveiligingsopgaven. Dit moet zorgvuldig juridisch worden geregeld. Ook andere decentrale overheden hebben met dezelfde wetgeving te maken, daarom trekken we op het gebied van digitalisering samen op met VNG en IPO.

Heb je ook het gevoel dat het een beetje ‘landt’ bij de waterschappen?

Daar zetten we flinke stappen in. Digitalisering staat hoog op de agenda bij de waterschappen merk ik, maar die verbinding met wat er speelt in Europa op het gebied van digitaal en wat de impact hiervan is op de waterschappen kan nog beter. Hier werk ik samen met mijn collega’s op het Uniebureau in Den Haag hard aan.

“Digitalisering is inmiddels een breed thema wat in alle wetgevingsinitiatieven wordt geïntegreerd.”

We hebben de nieuwe EU fondsenwijzer op onze website. Kunnen waterschappen hier ook voordeel van hebben?

Uiteraard.  Waterschappen hebben ook zelf bijna allemaal een subsidiecoördinator die met fondsen bezig is, maar de EU fondsenwijzer is een enorm handige tool om in kaart te brengen welke fondsen er op Europees niveau zijn en welke fondsen we kunnen gebruiken om te bepalen of we extra geld kunnen investeren in de transities. Europa is niet de enige mogelijkheid, maar met name voor de thema’s waar de waterschappen nu veel mee bezig zijn is het handig. Ik raad mensen ook aan om de fondsenwijzer te raadplegen.

Heb je nog tips & tricks voor waterschappen om kansen te pakken in Brussel?

Ten eerste is het goed om te weten dat de lobby en de belangenbehartiging richting de Europese instellingen altijd via Bureau Brussel wordt gecoördineerd, dus via mij en mijn collega. Hierbij bouwen we op de inzet van waterschapsbestuurders en experts van de waterschappen. Het is belangrijk dat we als waterschappen één helder gezamenlijk signaal afgeven in Brussel. Voor succesvolle belangenbehartiging in Brussel, in het EU-wereldje, is een goede relatie met mensen ook echt cruciaal. We moeten altijd zorgen dat we een betrouwbare partner zijn en ook informatie aanleveren die klopt, zodat we mensen verder kunnen helpen. Op die manier kun je de meeste invloed uitoefenen.

Ook is het goed voor de waterschappen om bewust te zijn van wat er in Europa speelt en wat voor beleidsontwikkelingen hen gaan raken. Hiervoor moeten ze goed in de gaten houden wat er in UvW-verband wordt besproken. Zo kan je als waterschap ervoor zorgen dat je goed aangehaakt bent, dat je voorbereid bent op wat er gaat komen en dat je argumenten en voorbeelden kunt geven over wat die impact van de wetgeving voor de praktijk betekent.

]]>
Europese Commissie akkoord met Nederlandse Herstel- en Veerkrachtplan (HVP) https://europadecentraal.nl/europese-commissie-akkoord-met-nederlandse-herstel-en-veerkrachtplan-hvp/ Mon, 19 Sep 2022 07:32:34 +0000 https://europadecentraal.nl/?p=88230 De Europese Commissie heeft op 8 september het Nederlandse Herstel- en Veerkrachtplan een positieve beoordeling gegeven. Hiermee is Nederland weer een stap verder in het verkrijgen van de 4,7 miljard euro aan subsidies van het Herstel- en Veerkrachtplan (HVP).

NextGenerationEU en het Herstel- en Veerkrachtplan

Het HVP is een deel van het coronaherstelplan NextGenerationEU en maakt in totaal 800 miljard euro vrij voor investeringen en hervormingen in de gehele EU. De Europese gelden zullen zowel verstrekt worden via subsidies als door het afgeven van leningen. Bij de verdeling over de lidstaten wordt onder andere rekening gehouden met de grootte van de bevolking, het BBP en het gemiddelde werkloosheidspercentage over de afgelopen vijf jaar. Op basis hiervan komt 4,7 miljard euro van het totale budget ten goede aan de Nederlandse economie.

Om aanspraak te kunnen maken op de gelden uit het HVP moet elke lidstaat een plan met concrete maatregelen indienen bij de Commissie. De Commissie beoordeeld vervolgens elk plan op basis van elf criteria die uitgewerkt zijn in de Verordening (EU) 2021/241 inzake de herstel- en veerkrachtfaciliteit. Hierin wordt onder andere gekeken naar de mate waarin de plannen aansluiting vinden bij de klimaat- en digitaliseringsdoelstellingen, de houdbaarheid van de maatregelen en of er een adequaat controle mechanisme is om toezicht te houden op de uitgaven.

Nederlandse invulling van het HVP

De Nederlandse invulling van het Herstel- en Veerkrachtplan omvat 49 maatregelen en is verdeeld over zes pijlers, waarmee in totaal 4,7 miljard euro is gemoeid:

  • Bevorderen van de groene transitie en de aanpak van de stikstofproblematiek
  • Versnellen van de digitale transformatie
  • Verbeteren van de woningmarkt en het verduurzamen van de bebouwde omgeving
  • Een sterke arbeidsmarkt, een goed pension en toekomstgericht onderwijs
  • Versterken van de publieke gezondheidssector en pandemieparaatheid
  • Aanpak agressieve fiscale planning en witwassen

Bijna de helft van de gelden zal worden besteed aan klimaat-gerelateerde maatregelen. Het gaat onder meer om investeringen in windenergie, energie-efficiëntie van woningen en om een nieuwe energiewet die naar verwachting investeringen in het elektriciteitsnet gemakkelijker zal maken. Ook wordt een kwart van het geld besteed aan projecten om de digitale transitie in Nederland te versnellen. Dit gaat om investeringen in kwantumtechnologie, artificiële intelligentie, digitaal onderwijs en digitale overheidsdiensten. De rest van het geld zou worden besteed aan het verminderen van de stikstofschade, aan woningbouw, gezondheidszorg, tekorten op de arbeidsmarkt en het tegengaan van belastingontwijking en witwassen.

Commentaar van de Commissie

De voorzitter van de Commissie, Ursula von der Leyen, geeft aan dat dit plan de Nederlandse economie verder zal versterken en groener, meer digitaal en veerkrachtiger maken. Verder geeft zij aan dat met dit plan akkoord is gegaan omdat het ambitieus en vooruitziend is en zal bijdragen tot een betere toekomst voor de Nederlandse bevolking. Elk plan dient ten minste 37% van het totaal uit te geven aan klimaatdoelstellingen en 20% moet ten goede komen aan de digitale transitie. Het Nederlandse plan voldoet ruimschoots aan deze doelstellingen voor klimaat en digitalisering, met respectievelijk 48% en 26%.

Verder blijkt dat geen enkele maatregel uit het plan ernstige afbreuk doet aan het milieu en Nederland genoeg controlesystemen heeft om de financiële belangen van de Europese Unie te beschermen. Vicevoorzitter voor economie, Valdis Dombroskis, geeft het plan dan ook met plezier een positieve beoordeling en voorspelt dat het voor Nederland zal leiden tot een solide basis voor de toekomst.  

Vervolgstappen

Nu er vanuit de Commissie groen licht is gegeven voor de Nederlandse plannen, is het aan de Raad om het voorstel goed te keuren. Hier hebben zij in principe vier weken de tijd voor. Wanneer de Raad ook het plan heeft goedgekeurd, maakt de Commissie het bedrag over aan Nederland. Het geld wordt in delen uitbetaald en is gekoppeld aan de voortgang van Nederland bij het behalen van de opgestelde doelstellingen uit het herstelplan.

Bron

NextGenerationEU: Europese Commissie onderschrijft het Nederlandse herstel- en veerkrachtplan ter waarde van 4,7 miljard euro, Europese Commissie

Meer informatie

Coronaherstelplan: NextGenerationEU, Kenniscentrum Europa Decentraal

EU-fondsenwijzer, Kenniscentrum Europa Decentraal

]]>