Yana de Naghel – Europa decentraal https://europadecentraal.nl Europees recht in duidelijke taal! Thu, 20 Apr 2023 12:01:44 +0000 nl-NL hourly 1 https://wordpress.org/?v=6.5.5 https://europadecentraal.nl/wp-content/uploads/2022/05/cropped-Logo-KED-tp-32x32.png Yana de Naghel – Europa decentraal https://europadecentraal.nl 32 32 Bereid uw stad of gemeente voor op de klimaatverandering! https://europadecentraal.nl/bereidt-uw-stad-of-gemeente-voor-op-de-klimaatverandering/ Mon, 24 Jan 2022 08:50:49 +0000 https://europadecentraal.nl/?p=76261 Hoe kunnen steden en gemeenten zich beter voorbereiden op klimaatverandering? Het Burgemeestersconvenant publiceerde een nieuw document dat op maat is gemaakt voor decentrale overheden.

Aanpassing aan klimaatverandering voor steden en gemeenten

Steden en gemeenten zullen steeds meer te maken krijgen met de gevolgen van klimaatverandering. Het Burgemeestersconvenant publiceerde een document, toegepast op het lokale niveau, om hen hierbij te ondersteunen. Deze publicatie vertaalt de klimaatadaptatiestrategie van de EU naar acties die ondernomen kunnen worden om lokaal beleid veerkrachtiger te maken. De publicatie richt zich op drie terreinen:

  • Een slimmere aanpassing waarbij het verbeteren van kennis centraal staat en waardoor onzekerheid beter beheerst kan worden. Bijvoorbeeld een databanklijst die inzicht verschaft in welke klimaatrisico’s specifieke gebieden lopen (p. 8-9);
  • Een systematische aanpassing die beleidsontwikkelingen ondersteunt op alle niveaus in alle sectoren. De publicatie heeft bijvoorbeeld een overzicht van welke fondsen ingezet kunnen worden bij de aanpassing van steden en gemeenten tegen klimaatverandering (p.18);
  • Een snellere aanpassing. Bijvoorbeeld bij het opstellen van een strategie voor klimaataanpassing rekening houden met hoe het risico op rampen verminderd kan worden (p. 21-22).

Het Burgemeestersconvenant

Het Burgemeestersconvenant is een NGO die lokale en regionale overheden ondersteunt om EU-doelstellingen op vlak van klimaat en energie te behalen. Het gaat om de volgende doelstellingen:

  • De uitstoot van broeikasgasemissies verminderen. Tegen 2030 wil men de uitstoot van broeikasgassen in steden en gemeenten met 40% laten dalen. Dit met als einddoel om tegen 2050 klimaatneutraal te worden;
  • Het aanpassen van gemeenten en steden aan de klimaatverandering;
  • De energietransitie moet op een veilige, duurzame en betaalbare manier gebeuren. Daarom wil het Burgemeestersconvenant zich inzetten voor het verbeteren van de energie-efficiëntie en het gebruik van duurzame energiebronnen.

Het convenant legt de nadruk op oplossingen door het aanreiken van kennis, het vergroten van de financiële mogelijkheden, praktische ondersteuning en het opvolgen van de acties die uw stad of gemeente onderneemt. Meer informatie is beschikbaar op de volgende pagina.

Bron

Adapting to climate change in European cities, de Burgemeestersconvenant

Meer informatie

Een nieuwe klimaatadaptatiestrategie voor een klimaatveerkrachtig Europa, Kenniscentrum Europa Decentraal

Klimaatadaptatie, Kenniscentrum Europa Decentraal

]]>
Lancering van het pact voor plattelandsgebieden https://europadecentraal.nl/lancering-van-het-pact-voor-plattelandsgebieden/ Mon, 17 Jan 2022 09:13:40 +0000 https://europadecentraal.nl/?p=75658 De Europese Unie wil plattelandsgebieden tegen 2040 sterker, welvarender, veerkrachtiger en meer verbonden maken. Om deze doelstellingen te bereiken opent de Europese Commissie een inschrijvingsprocedure om lid te worden van een pact voor plattelandsgebieden. Leden van dit pact krijgen een platform om samen ideeën te verzamelen over hoe ze tegemoet kunnen komen aan de behoeften en wensen van de bevolking. Decentrale overheden die actief zijn in plattelandsgebieden kunnen zich tot juni 2022 aanmelden.

Een langetermijnvisie voor plattelandsgebieden

Er wonen 137 miljoen mensen in plattelandsgebieden binnen de EU. Dit is bijna 30% van de totale bevolking. Deze gebieden komen in aanraking met zowel algemene uitdagingen, zoals de COVID-19 pandemie, als specifieke lokale uitdagingen, zoals de uitstroom van jongvolwassenen. De Commissie publiceerde in 2021 een langetermijnvisie voor plattelandsgebieden om met deze sociale en economische veranderingen om te gaan. Daarin werd aandacht besteed aan hoe de ontwikkeling van deze gebieden voldoende gestimuleerd kan worden tegen 2040. De Commissie wil inzetten op de volgende vier doelstellingen:

  • Het verbeteren van de verbinding binnen én met plattelandsgebieden. Hierbij zou zowel worden ingezet op het wegwerken van digitale barrières, zoals de uitrol van het 5G-netwerk, en fysieke barrières, door het plaatsen van infrastructuur;
  • Het veerkrachtiger maken van plattelandsgebieden ten opzichte van economische crisis, natuurrampen en klimaatverandering. Dit door bijvoorbeeld in te zetten op sociale inclusie;
  • De toegankelijkheid vergemakkelijken voor de gemeenschap. Dit houdt in dat burgers de mogelijkheid moeten hebben om actief deel te nemen aan lokale besluitvorming. Daarnaast moet de toegang tot openbare voorzieningen voldoende zijn.
  • Hogere welvaart binnen de plattelandsgebieden door enerzijds in te zetten op een meer gevarieerde lokale economie. Anderzijds de promotie van lokale producten en innovatie in de agrofood sector stimuleren.

Om deze langetermijnvisie te realiseren zet de Commissie zowel een pact als een actieplan voor plattelandsgebieden op. Het actieplan bevat een aantal kerninitiatieven om plattelandsgebieden sterker, veerkrachtiger, welvarender en meer verbonden te maken. Meer informatie hierover kan worden teruggevonden op de volgende pagina. Het pact voor plattelandsgebieden daarentegen biedt een platform voor samenwerking tussen verschillende belangengroepen met als doel de langetermijndoelstellingen te behalen.

Het pact voor plattelandsgebieden

De Commissie wil publieke autoriteiten zoals decentrale overheden stimuleren om tegemoet te komen aan de behoeften en wensen van plattelandsgemeenschappen. Om dit doel te bereiken richtte de Commissie een platform op, het pact, waar belangengroepen en publieke autoriteiten ideeën en best practices met elkaar kunnen uitwisselen. Binnen dit platform reflecteren de leden over deze informatie, met als doel uiteindelijk kennis te implementeren in de praktijk. Het pact wordt gezien als het begin van een langetermijnproces dat ontwikkelingen teweeg kan brengen op economische, sociale en territoriale aspecten van plattelandsgebieden.

Inschrijven

De doelgroep voor het pact is iedereen die interesse heeft in lokale gemeenschappen, of erbij betrokken is. Specifiek worden lokale autoriteiten zoals provincies, waterschappen en gemeenten aangemoedigd om deel te nemen. Om lid te worden van dit pact kan u zich inschrijven op de volgende pagina. De inschrijvingsprocedure loopt tot juni 2022. De resultaten van dit overleg zullen gedeeld worden tijdens een conferentie eind juni. Daarna start de implementatiefase.

Bron

Lancering van het pact voor plattelandsgebieden, Europese Commissie

Langetermijnvisie plattelandsgebieden, Europese Commissie

Meer informatie

Langetermijnvisie voor de plattelandsgebieden, Kenniscentrum Europa Decentraal

]]>
Europese Commissie presenteert nieuw kader voor stedelijke mobiliteit https://europadecentraal.nl/europese-commissie-presenteert-nieuw-kader-voor-stedelijke-mobiliteit/ Mon, 20 Dec 2021 15:18:14 +0000 https://europadecentraal.nl/?p=74505 Streven naar schonere, groenere en slimmere mobiliteit. Om deze doelstelling ook binnen steden te behalen, presenteert de Europese Commissie een nieuw kader voor stedelijke mobiliteit. Het kader bevat richtsnoeren voor de beperking van de uitstoot van broeikasgassen in steden en voor betere mobiliteit. Voor decentrale overheden is hier ook een rol weggelegd: het kader bevat daarom ook een overzicht van de financieringsmogelijkheden om de betreffende doelen te realiseren.

Uitdagingen voor stedelijke mobiliteit

De samenleving is veranderd sinds het laatste stedelijke mobiliteitspakket uit 2013. Dit brengt specifieke stedelijke uitdagingen met zich mee. De toegenomen economische activiteiten dragen bij aan intensere files, CO2-uitstoot en geluidsoverlast. Stedelijke gebieden zijn verantwoordelijk voor 23% van de uitstoot van broeikasgassen in de transportsector. Bovendien is er de verwachting dat het bevolkingsaantal in steden zal stijgen van 70% naar 84% tegen 2050. Om de uitstoot in de steden aan te pakken, introduceert de Commissie een nieuw kader voor stedelijke mobiliteit.

Pakket voor stedelijke mobiliteit

Het nieuwe kader voor stedelijke mobiliteit bevat richtsnoeren om op een duurzame, efficiënte en gezonde manier aan mobiliteit te doen in steden. Het mobiliteitskader bevat onder andere de volgende doelen:

  • Een versterkte aanpak van de duurzame stedelijke mobiliteitsplannen (hierna SUMP). Deze plannen kunnen steden helpen om uitdagingen in de mobiliteitssector aan te pakken. Zo wordt transport veiliger, efficiënter en duurzamer. Tegen het einde van 2022 komt de Commissie met een aanbeveling voor de lidstaten voor een nationaal programma om regio’s en steden te ondersteunen bij de uitrol van effectieve en duurzame stedelijke mobiliteitsplannen.In het nieuwe kader is er aandacht voor actieve mobiliteit (wandelen en fietsen). De Commissie zal hier in haar guidance documents voor de SUMP op inspelen. Daarnaast is er aandacht voor het beter beschermen van kwetsbare weggebruikers door micromobiliteitsvraagstukken (zoals E-bikes) en infrastructuur hierbij te betrekken.
  • Een gezamenlijke aanpak voor het verstrekken van informatie, monitoren en indicatoren voor duurzame stedelijke mobiliteit. EU-brede gestandaardiseerde indicatoren moeten het voor steden gemakkelijker maken om best practices te delen.
  • Streven naar emissievrije stadsvrachtlogistiek en last-mile levering. Hiervoor dienen bestaande duurzame stedelijke logistieke plannen (SULP) beter geïntegreerd te worden binnen SUMP.
  • Gebruik maken van digitalisering, innovatie en nieuwe mobiliteitsdiensten. Zo wil de Commissie het CIVITAS-initiatief verder ontwikkelen onder Horizon Europe. CIVITAS is een netwerk van steden die kennis en praktijkervaring uitwisselen over duurzame mobiliteit.
  • De Commissie streeft naar klimaatneutrale steden met veerkrachtig, milieuvriendelijk en energiezuinig stadsvervoer. Het doel is om 100 klimaatneutrale en slimme steden in 2030 te hebben en tegen 2050 zelfs alle steden klimaatneutraal te maken. Het Horizon Europe werkprogramma 2021-2022 bevat een aantal acties om deze missie ten uitvoer te brengen.

TEN-T binnen het pakket van stedelijke mobiliteit

Binnen het Europese kader voor stedelijke mobiliteit gaat de Commissie ook in op het trans-Europese transportnetwerk (hierna: TEN-T). Steden hebben namelijk een belangrijke rol in een goed functionerend TEN-T. De volgende maatregelen overlappen tussen de herziening van de TEN-T verordening en het pakket van stedelijke mobiliteit:

  • Het opstellen van SUMP, waarbij rekening wordt gehouden met het faciliteren van trans-Europees vervoer over lange afstanden, minder vervuilend stedelijk vervoer, het inzetten op emissievrije mobiliteit (zoals actieve, collectieve en gedeelde mobiliteit) en het verminderen van de energie-intensiteit van vervoer;
  • Het verzamelen en indienen van stedelijke mobiliteitsgegevens waaronder de uitstoot van broeikasgassen;
  • De ontwikkeling van multimodale passagiersknooppunten. Een voorbeeld hiervan is een snelle overstap tussen trein en tram. Dit voorstel heeft mogelijk ook invloed op de praktijk van gemeenten. Vervoersknooppunten verbinden namelijk rurale gebieden met stedelijke gebieden;
  • De ontwikkeling van multimodale vrachtterminals om te zorgen voor duurzame stedelijke logistiek gebaseerd op een uitgebreide analyse op lidstaatniveau.

In dit artikel wordt verder ingegaan op de mogelijke herziening van de TEN-T verordening.

Bron

Nieuwe voorstellen voor efficiënter en duurzamer vervoer, persbericht Europese Commissie

Meer informatie

Duurzame mobiliteit, Kenniscentrum Europa Decentraal

]]>
Beoordeel de strategie voor je stadsontwikkeling! https://europadecentraal.nl/beoordeel-de-strategie-voor-je-stadsontwikkeling/ Mon, 13 Dec 2021 14:54:23 +0000 https://europadecentraal.nl/?p=74116 De Europese Commissie nodigt steden uit om hun strategie voor stadsontwikkeling te evalueren. Met de nieuwe online tool SAT4SUD kunnen steden zelf hun strategie toetsen. Dit biedt inzicht in de sterke punten van het beleid, maar ook waar er ruimte is voor verbetering.

SAT4SUD

SAT4SUD staat voor ‘zelfbeoordelinginstrument voor strategieën voor duurzame stedelijke ontwikkeling’. De online tool heeft als doel om beleidsmakers te helpen evalueren wat de kwaliteit is van hun strategie voor stadsontwikkeling en waar lacunes liggen.

De grondslag van SAT4SUD

De analyse gebeurt op basis van uitgangspunten uit het Handboek voor duurzame stadsontwikkeling van de Europese Commissie en de principes voor duurzame stadsontwikkeling die de EU-lidstaten in het Nieuwe Leipzig Charter hebben opgetekend. Deze komen ook naar voren in het cohesiebeleid van de EU.

De twee documenten behandelen belangrijke elementen van een strategie voor stedelijke ontwikkeling, zoals de strategische visie, het betrekken van burgers en andere belanghebbenden bij het beleid en een sector-overschrijdende aanpak. Maar ook bronnen van financiering en monitoring en evaluatie van de strategie komen aan de orde.

Hoe werkt het?

SAT4SUD bevat stellingen over elke fase van de beleidscyclus. Bij iedere stelling kan de gemeente aangeven in hoeverre haar strategie voor stedelijke ontwikkeling eraan voldoet. Het gaat bijvoorbeeld om beweringen over de duidelijkheid van de doelen, of de strategie rekening houdt met de slagkracht van de gemeente, maar ook stellingen over de betrokkenheid van interne en externe belanghebbenden.

Aan de hand van de scores die de gemeente zelf heeft ingevuld, wordt duidelijk waar verbeterpunten liggen. Hiervoor zijn tips, referenties en praktische voorbeelden beschikbaar. Steden die gebruik maken van de tool kunnen hun strategie ook als goed voorbeeld voor andere steden markeren en beschikbaar stellen.

Praktische informatie

Geïnteresseerde steden kunnen het instrument onderaan de volgende pagina terugvinden.

Bron

New self-assessment tool for urban development strategies, Europese Commissie

Self-assessment tool for sustainable urban development strategies, Europese Commissie

Meer informatie

Regionaal beleid en fondsen, Kenniscentrum Europa Decentraal

]]>
Evaluatie van de milieuaansprakelijkheidsrichtlijn https://europadecentraal.nl/evaluatie-van-de-milieuaansprakelijkheidsrichtlijn/ Mon, 06 Dec 2021 08:44:06 +0000 https://europadecentraal.nl/?p=73802 De Europese Unie wil weten of ze er voldoende in slaagt om milieuschade te voorkomen en herstellen. Om die reden vraagt de Europese Commissie om feedback over de werking van de milieuaansprakelijkheidsrichtlijn. Gemeenten, provincies en waterschappen kunnen namelijk in aanraking komen met milieuschade bij het beheer van het water, de bodem, de beschermde diersoorten en de natuurlijke habitat (van plant- en diersoorten).

Milieuaansprakelijkheidsrichtlijn

De milieuaansprakelijkheidsrichtlijn heeft als doel om milieuschade te voorkomen en te herstellen. Milieuschade betekent het beschadigen van water, bodem, beschermde diersoorten en natuurlijke habitat. Essentieel in de Richtlijn is ter verantwoording roepen van (mogelijke) vervuilers. Bedrijven en particulieren zijn in eerste instantie verplicht om preventieve maatregelen te nemen. Hierbij beoordelen en beperken ze het milieurisico van de werkzaamheden. Stel dat de schade toch is toegebracht dan is het bedrijf verantwoordelijk voor het nemen van herstelmaatregelen. De verwachting is dat de natuurlijke rijkdommen hersteld worden naar hun oorspronkelijke staat. Daarnaast is de algemene regel dat het bedrijf opdraait voor de gemaakte kosten.

De milieuaansprakelijkheidsrichtlijn is omgezet in de Nederlandse Wet milieubeheer. Deze richtlijn moet vóór 30 april 2023 een evaluatie krijgen. Door inzicht te krijgen in welke doelstellingen al dan niet behaald worden, kan wetgeving verbeterd worden.

Decentrale relevantie

Decentrale overheden zijn bevoegd voor het beheer van water, bodem, beschermde diersoorten en natuurlijke habitat. Zo zien gemeenten, provincies en waterschappen toe op de naleving van de milieuregels. In de eerste plaats zijn decentrale overheden verantwoordelijk voor het voorkomen van vervuiling. Als de milieuschade eenmaal is aangericht is het aan de vervuilers om hun verantwoordelijkheid op te nemen. De verwachting is dat de vervuilers de veroorzaakte schade herstellen en betalen. Indien dit niet gebeurt kan de overheid de vervuiler aansprakelijk stellen met een mogelijke strafrechtelijke vervolging.

Evaluatie

De mogelijkheid om de milieuaansprakelijkheidsrichtlijn te evalueren is beschikbaar op de volgende pagina. Iedereen die wil kan feedback geven tot en met 27 december 2021. De Commissie gebruikt evaluaties om gerichter vragen te kunnen stellen bij de volgende openbare raadpleging over dit thema. De verwachting is dat deze raadpleging gepubliceerd zal worden in het tweede kwartaal van 2022.

Bron

Milieuaansprakelijkheidsrichtlijn, Europese Commissie

Meer informatie

Milieu, Kenniscentrum Europa Decentraal

Milieubeheer, Kenniscentrum Europa Decentraal

]]>
Een bodemstrategie voor de toekomst https://europadecentraal.nl/een-bodemstrategie-voor-de-toekomst/ Mon, 22 Nov 2021 09:41:06 +0000 https://europadecentraal.nl/?p=73588 De bodemkwaliteit staat al decennia onder druk. Om de doelstellingen van de Green Deal te behalen is het herstel van de grondkwaliteit noodzakelijk. Daartoe publiceerde de Europese Commissie op 17 november een nieuwe bodemstrategie. Decentrale overheden komen hiermee in aanraking omdat ze bevoegdheden hebben op beleidsdomeinen zoals landbouw, vervuiling en klimaatverandering.

Uitdagingen

De bodem is een ecosysteem dat het leven mogelijk maakt. Het draagt onder andere bij aan biodiversiteit, voedselvoorziening en waterregulering. Deze bodem is kwetsbaar omdat het geen hernieuwbare bron is. Door menselijke activiteiten is 70% van de bodem in de EU van slechte kwaliteit. De grond krijgt geen tijd om te herstellen van bijvoorbeeld landbouwactiviteiten, zoals overbegrazing. Daarnaast wordt de bodem vervuild door de invloed van industriële emissies, pesticiden en meststoffen.

De gevolgen van dit beleid zijn negatief voor de biodiversiteit, het milieu, het menselijk welzijn en de economie. De bodem bevat namelijk 25% van de biodiversiteit op aarde. Ondermaatse bodemkwaliteit kan gewassen aantasten omdat gewassen schadelijke stoffen opnemen. Zo komt de voedselveiligheid, de opbrengst van gewassen en de ontwikkeling van medicatie in het gedrang. Bovendien kan een slechte bodemkwaliteit de gevolgen van natuurrampen verergeren. Dit is belangrijk omdat de verwachting is dat  klimaatopwarming zal leiden tot steeds extremere weersomstandigheden.

Achtergrond

De Green Deal brengt deze problematiek opnieuw onder de aandacht. De Commissie stelt dat een nieuwe bodemstrategie noodzakelijk is om de Deal te doen slagen. Een goede strategie heeft namelijk positieve effecten op het milieu-, landbouw- en industriebeleid. De Green Deal legt twee doelstellingen vast in verband met bodemkwaliteit: tegen 2030 moet 75% van de grond gezond zijn. In 2050 moet dat 100% zijn.

Doelstellingen in functie van bodemkwaliteit

De nieuwe bodemstrategie verduidelijkt de prioriteiten van de Commissie voor de komende jaren. Centraal hierbij staat het oplossen van de huidige problemen door de bodem te beschermen en te herstellen. Om de bodemkwaliteit te verbeteren wil de Commissie de volgende doelstelling voor 2030 en 2050.

Doelstellingen voor 2030:

  • Er mag in totaal geen land meer bijkomen dat van verminderde kwaliteit is. Dit zorgt er namelijk voor dat de bodem minder kan produceren.
  • Het herstel van grote gebieden van aangetaste en koolstofrijke ecoysystemen, waaronder bodems;
  • Het herstel van aangetaste bodems door extreme weersomstandigheden (droogte, overstroming, etc);
  • Een aanzienlijke vooruitgang boeken bij de sanering van verontreinigde bodem.

De Commissie verwijst ook naar andere doelstellingen die in eerdere wetgeving en strategieën staan vermeld. Deze doelstellingen hebben betrekking op het reduceren van uitstoot door de zogenaamde LULUCF-sector (landgebruik, verandering in landgebruik en bosbouw), het verbeteren van de kwaliteit van oppervlakte- en grondwater en verminderen van gebruik van pesticiden en meststoffen.

Tegen 2050 wil de Commissie de volgende doelen bereiken:

  • De bodemvervuiling beperken zodat het de menselijke gezondheid en de natuur niet meer schaadt. Als er vervuiling plaatsvindt dan moet dit vallen binnen de draagkracht van de aarde;
  • De bodem moet bestand zijn tegen klimaatverandering;
  • Gebruik van natuurgrond voor andere doeleinden stoppen, oftewel ‘ruimtebeslag’. Bijvoorbeeld wanneer bosgebied wordt gebruikt voor huisvesting of industriële, commerciële of recreatieve doeleinden.

Maatregelen in de bodemstrategie

De Europese Unie wil deze doelstellingen behalen door maatregelen die zowel bijdragen aan het voorkomen als het herstellen van een ongezonde bodem. Sommige van deze voorstellen moeten nog verder uitgewerkt worden. Om een ongezonde bodem te voorkomen, stelt de Commissie de volgende maatregelen voor:

  • Een stappenplan tegen ruimtebeslag. Dit is belangrijk voor gemeenten en provincies bij het opstellen van bestemmingsplannen en structuurplannen.
  • Het beter monitoren van de bodemkwaliteit. Waterschappen en provincies komen hiermee in aanraking. Waterschappen controleren de hoeveelheid pesticiden in oppervlaktewater en ecosystemen. Provincies houden toezicht op de hoeveelheid nitraat in grondwater. Deze zijn afkomstig van meststoffen. Zowel pesticiden als meststoffen sijpelen via het water door in de bodem;
  • Het aanpassen van de bodem aan klimaatverandering om schade te verminderen. De Commissie raadt decentrale overheden aan een klimaatadaptatieplan op te stellen. Zo’n plan kan specifiek aandacht geven aan de bodem;
  • Het afvoeren van het overschot aan water in drasland en organische stoffen. Provincies zijn bevoegd voor het beheer van drasland indien het een Natura 2000-gebied is.

Daarnaast wil de Commissie de volgende maatregelen treffen om een gezondere bodem te bevorderen:

  • Het beheer van duurzame bodem verbeteren door enerzijds ’best practices’ uit te wisselen en anderzijds door het gemeenschappelijk landbouwbeleid dat landbouwers ondersteunt bij de toepassing van gedegen bodembeheer.
  • Het identificeren van vervuilde bodem. In Nederland is dit mede de verantwoordelijkheid van gemeenten en provincies;
  • Het herstellen van aangetaste gronden of gedegradeerd land. Gedegradeerd land is wanneer de bodem door verandering minder produceert dan normaal. Dit is van belang voor provincies in Nederland, omdat zij in sommige gevallen bevoegd zijn om de sanering van verontreinigde en aangetaste bodems zelf te doen. Daarnaast zijn provincies in bepaalde gevallen verplicht de sanering te financieren;
  • Het opstellen van een ‘bodempaspoort’ voor uitgegraven grond. Momenteel moet uitgegraven grond beoordeeld worden op kwaliteit. Afhankelijk van de kwaliteit volgt behandeling of hergebruik van de grond. Zo’n paspoort kan ervoor zorgen dat het toezicht op uitgegraven grond beter verloopt;
  • Het herstel van veengebieden. Provincies zijn bevoegd voor het beheer van veengebieden indien het een Natura 2000-gebied is.

In de strategie staan ook andere maatregelen, zoals het voorkomen van woestijnvorming. Deze maatregelen komen hier verder niet aan bod omdat ze voor Nederland en decentrale overheden minder van belang zijn.

De Commissie zal in 2023 komen met een verdere uitwerking van de bodemstrategie, namelijk een voorstel voor wetgeving ten behoeve van een gezonde bodem.

Bron

EU Soil Strategy, Europese Commissie

Meer informatie

Natuur en biodiversiteit, Kenniscentrum Europa Decentraal

Waterbeheer, Kenniscentrum Europa Decentraal

Landbouw, Kenniscentrum Europa Decentraal

Industriële emissies, Kenniscentrum Europa Decentraal

]]>
Consultatie over de kwaliteit van zwemwater https://europadecentraal.nl/consultatie-over-de-kwaliteit-van-zwemwater/ Mon, 08 Nov 2021 09:56:03 +0000 https://europadecentraal.nl/?p=73238 In het kader van betere regelgeving wil de Europese Commissie de zwemwaterrichtlijn uit 2006 herzien. Deze richtlijn heeft als doel om de kwaliteit van zwemwater te behouden, beschermen en verbeteren. Bij de herziening van deze richtlijn consulteert de Commissie belanghebbenden, zoals provincies. Zij houden toezicht op de naleving van de zwemwaterrichtlijn.

Zwemwaterrichtlijn

De Europese Unie wil zwemwater beschermen, behouden en verbeteren. Om die reden ontwikkelde de EU in 1975 afspraken over waterkwaliteit in de zee en het binnenland. Specifiek let men op de aanwezigheid van fecale bacteriën in zwemwater, zoals E.coli. De regels beschermen burgers tegen milieurisico’s. Betere kwaliteit van zwemwater is ook goed voor de economie, omdat het toerisme aantrekkelijker maakt.

HERZIENING

De vereenvoudiging en actualisering van deze regels gebeurde in 2006 en nu wil de Commissie weten waar en hoe er verbetering plaats kan vinden. Afgelopen decennia merkte de Commissie dat de zwemwaterkwaliteit op sommige plaatsen beter was dan op andere. Bovendien zijn er nieuwe aanbevelingen onder invloed van technologische en wetenschappelijke ontwikkelingen.

Provincies zijn op twee manieren betrokken bij de zwemwaterrichtlijn. In de eerste plaats monitoren en classificeren ze water door het geven van een positief of negatief zwemadvies. Daarnaast staan ze in voor de veiligheid door het publiek te informeren over de waterkwaliteit.

RAADPLEGING

De openbare raadpleging staat op de volgende pagina onderaan. De consultatie is beschikbaar tot en met 20 januari 2022. De doelgroepen voor de consultatie zijn de overheidsinstanties op alle niveaus, verenigingen, bedrijven, ngo’s, academische wereld en onderzoeksinstituten. Met andere woorden: diegenen die betrokken zijn bij de uitvoering van de zwemwaterrichtlijn.

BRON

Zwemwaterkwaliteit: Europese Commissie herziet de EU-regels

MEER INFORMATIE

Zwemwater, Kenniscentrum Europa Decentraal

]]>
Hoe ver is de EU met de klimaat- en energiedoelstellingen? https://europadecentraal.nl/hoe-ver-is-de-eu-met-de-klimaat-en-energiedoelstellingen/ Mon, 01 Nov 2021 15:35:53 +0000 https://europadecentraal.nl/?p=73077 Zowel de Europese Unie als Nederland wil inzicht krijgen in hoe ver we staan met de klimaatdoelstellingen en de energietransitie. Is het Europese hoofddoel om in 2050 klimaatneutraal te worden binnen bereik? De EU publiceerde de Staat van de energie-unie, dezelfde week kwam de Nederlandse jaarlijkse Klimaat- en Energieverkenning uit. Deze rapporten geven bestuurders en beleidsmakers op alle niveaus inzicht in de voortgang en in hoeverre verdere maatregelen nodig zijn.

De ‘staat van de energie-unie’

Jaarlijks publiceert de Commissie de ‘staat van de energie-unie’. Dit jaarlijkse rapport laat de vooruitgang van de EU op het gebied van energie- en klimaatbeleid zien. Centraal in dit rapport staan de vijf pijlers van de energie-unie:

  • verminderen van broeikasgassen;
  • vergroten van energie-efficiëntie;
  • versterken van energieveiligheid;
  • bereiken van een interne energiemarkt;
  • de EU als wereldleider op het vlak van schone energie.

Voor elke pijler zijn doelstellingen vastgelegd: voor 2050, maar soms ook tussenstappen voor 2020 en 2030. De Commissie beschrijft in het rapport de initiatieven die zijn genomen om de doelstellingen te behalen en duidt aan hoever de EU staat in het bereiken van deze doelstellingen.

Doelstellingen 2020

Voor het jaar 2020 had de EU zich de zogenaamde 20-20-20 doelen gesteld: 20% minder broeikasgassen dan in 1990, 20% van de energie afkomstig uit hernieuwbare bronnen en de energie-efficiëntie met 20% verbeteren. Alleen voor hernieuwbare energie geeft het rapport een definitieve bepaling: daar is het doel behaald. Voor de andere twee doelen zijn de definitieve statistieken over 2020 nog niet beschikbaar. Het EU-agentschap EEA (Europees milieuagentschap) EEA kwam op dezelfde dag met het nieuws dat uit hun projecties blijkt dat de drie doelstellingen voor 2020 lijken te worden behaald.

Voortgang naar 2030

De Commissie concludeert dat meer inspanningen nodig zijn om de doelstellingen voor 2030 te behalen.

  • Broeikasgassen: in 2030 moet de uitstoot van broeikasgassen in de EU met 55% dalen. De huidige prognoses verwachten dat de uitstoot zal verminderen met cijfers tussen de 34% en 41%. Dit betekent dat de huidige maatregelen verder aangescherpt moeten worden om de doelstelling te kunnen behalen.
  • hernieuwbare energie: momenteel is het doel dat in 2030 32% van de energie uit hernieuwbare bronnen komt. De Commissie stelde eerder dit jaar voor om dit cijfer te verhogen naar 40%.
  • energie-efficiëntie: Momenteel ligt de doelstelling op 32% meer energie besparen in 2030 dan oorspronkelijk verwacht voor dat jaar. Ook hier ligt een nieuw voorstel van de Commissie in het kader van het ‘fit for 55’-pakket om de ambitie verder te verhogen.

Stijgende energieprijzen

Het rapport over de staat van de energie-unie komt op een moment dat de energieprijzen in heel Europa stijgen, vooral door stijgende gasprijzen. De netto-afhankelijkheid van de import van energie van buiten de Europese Unie steeg naar 60%. De Commissie onderstreept daarom het belang van de van de energietransitie, die zal helpen om dergelijke schokken in de energiemarkt te verzachten.

Om lidstaten te helpen om op korte en middellange termijn om te gaan met onstabiele energieprijzen publiceerde de Europese Commissie op 26 oktober een toolbox met verschillende maatregelen die lidstaten kunnen overwegen. Deze maatregelen zijn niet-bindend. De Europese ministers van energie hebben de toolbox verwelkomd, maar kwamen niet met verdere gezamenlijke maatregelen.

Verdere stappen

Om de vermindering van broeikasgassen met 55% in 2030 te bereiken, bracht de Commissie in juli 2021 het ‘fit for 55’-pakket uit, een bundel van verschillende voorstellen. Deze voorstellen moeten nog door de Raad en het Europees Parlement worden besproken en aangenomen. In december 2021 komt de Commissie met een aantal nieuwe voorstellen, zoals de herziening van de Richtlijn betreffende de energieprestatie van gebouwen (EPBD).

De Nederlandse voortgang

Volgens de Klimaat- en energieverkenning die het Planbureau voor de Leefomgeving op 26 oktober uitbracht, daalt de broeikasgasuitstoot in Nederland in 2030 naar verwachting met 38% tot 43%. Daarmee is het kabinetsdoel van 49% minder uitstoot nog niet in zicht. Het aandeel hernieuwbare energie zal in 2030 naar verwachting 26 % bedragen. In het rapport stelt het PBL dat het huidige energiebesparingsdoel voor Nederland ‘mogelijk in beeld’ is.

BRON

MEER INFORMATIE

]]>
Comité van de Regio’s: ‘betrek regio’s en steden meer bij de uitvoering van nationale herstelplannen’ https://europadecentraal.nl/suggestie-comite-van-de-regios-betrek-regios-en-steden-meer-bij-de-uitvoering-van-nationale-herstelplannen/ Mon, 11 Oct 2021 09:27:43 +0000 https://europadecentraal.nl/?p=72192 Regio’s en steden moeten nauwer betrokken worden bij de uitvoering van ‘NextGenerationEU’, het economische herstelplan voor de heropbouw van Europa na COVID-19. Om dit te realiseren pleiten vertegenwoordigers van het Europees Comité van de Regio’s (CvdR) voor een heldere verankering van hun rol bij afspraken tussen de Commissie en de lidstaten over de toekenning van middelen uit het herstelfonds. Het onderwerp kwam aan bod in de Commissie Economisch Beleid (ECON), de subcommissie van het CvdR waarin nationale vertegenwoordigers van regio’s en steden het beleid over de herstelplannen bespraken.

Rol voor decentrale overheden

Regio’s en steden hebben verschillende verantwoordelijkheden bij de totstandkoming en implementatie van de nationale herstelplannen. De EU verwacht dat lidstaten hun takenpakket duidelijk afbakenen. Zo moeten ze de rol van decentrale overheden in het beleid omschrijven en zijn ze verplicht om toe te lichten hoe de financiële middelen worden doorgegeven.

De beslissing om de lidstaten die afbakening te laten bepalen, en niet de Commissie, heeft gevolgen. Het Comité waarschuwt dat een te centraal gestuurde aanpak ertoe zal leiden dat regionale en lokale verschillen over het hoofd kunnen worden gezien. Hierdoor lopen regio’s die al voor de uitbraak van de pandemie in hun ontwikkeling achterliepen, het risico op een nog grotere achterstand. Daardoor zou de digitale en groene transitie onvoldoende uit de verf komen in sommige regio’s.

In het advies vraagt de CvdR aan de Europese Commissie om de rol van de lokale en regionale overheden bij de uitvoering en verdere planning en evaluatie van de herstelplannen duidelijk te omschrijven in de overeenkomsten met de lidstaten. Op grond daarvan wordt de herstelsteun verstrekt. Het CvdR vindt dat ook op andere domeinen regio’s en steden structureel betrokken moeten worden bij het economische herstel.

NextGenerationEU

NextGenerationEU is een tijdelijk herstelinstrument waar meer dan 800 miljard euro mee gemoeid is. De EU zal dit bedrag zowel in de vorm van subsidies als leningen beschikbaar stellen. Het moet helpen de onmiddellijke economische en sociale schade als gevolg van de coronapandemie te herstellen. Na COVID-19 kan Europa groener, digitaler en veerkrachtiger zijn, waardoor het beter voorbereid is op huidige en toekomstige uitdagingen. De verwachting voor lidstaten is dat ze een hervormings- en investeringsagenda uitwerken om deze doelstellingen te bereiken. Na goedkeuring van de Commissie, komen deze nationale herstelplannen in aanmerking voor middelen uit dit fonds.

Bron

Onvoldoende betrokkenheid van regio’s en steden bij het uitvoeren van de nationale herstelplannen brengt hun doeltreffendheid in gevaar, Europees Comité van de Regio’s

Meer informatie

NextGenerationEU, Kenniscentrum Europa Decentraal

Nationale herstelplannen, Kenniscentrum Europa Decentraal

]]>
Digitalisering van de energiesector: Europese Commissie vraagt om feedback op actieplan https://europadecentraal.nl/digitalisering-van-de-energiesector-europese-commissie-vraagt-om-feedback-op-actieplan/ Fri, 08 Oct 2021 14:34:51 +0000 https://europadecentraal.nl/?p=72142 De energiesector veiliger, efficiënter en duurzamer maken door digitalisering? Digitale technologieën hebben de mogelijkheid om bij te dragen aan de energietransitie, denk bijvoorbeeld aan het verbeteren van cyberbeveiliging in de energiesector. In het kader van een algemene strategie voor de digitalisering van het energiesysteem, werkt de Europese Commissie aan een actieplan. De Commissie vraagt belanghebbenden via een online vragenlijst feedback te geven op dit plan.

Actieplan

De Commissie bepaalde in 2020 de langetermijnvisie voor de integratie van energiesystemen. De term ‘energiesysteem’ omvat alle productie, omzetting, levering en gebruik van energie. In samenleving worden verschillende vormen van energie gebruikt: van fossiele brandstoffen tot windenergie en zonne-energie. Een eerste uitdaging voor de EU is de omschakeling naar duurzame energiebronnen. Een voorbeeld van een uitdaging is de mogelijkheid dat het energiesysteem kan overschakelen van windenergie naar zonne-energie op een windstille dag. De integratie van het energiesysteem is nodig om de betreffende sector beter te laten werken. Een tweede uitdaging die de EU verwacht is een toename van de vraag naar energie. Een gezamenlijke Europese aanpak is nodig om ervoor te zorgen dat de investeringen in digitale technologieën in de energiesector in lijn zijn met de doelen van de Green Deal en met een EU die klaar is voor het digitale tijdperk. De Commissie stelt daarom een actieplan op dat bijdraagt aan een ééngemaakte markt voor zowel energie als data. Het actieplan focust op de volgende onderwerpen:

  • het ontwikkelen van infrastructuur op Europees niveau om gegevens te delen;
  • het gemakkelijker maken voor burgers om een rol te hebben in de energietransitie, mede door hen instrumenten te bieden voor deelname aan energiemarkten;
  • de verbetering van het gebruik van digitale technologieën in de energiesector;
  • de verbetering van cyberbeveiliging in de energiesector;
  • het ondersteunen van klimaatneutrale oplossingen voor informatie en communicatietechnologieën.

Raadpleging

De openbare raadpleging is beschikbaar onderaan de volgende pagina. De consultatie staat open tot en met 24 januari 2022. Naast (decentrale) overheden, kunnen ook burgers, bedrijven, ngo’s, onderzoeksinstellingen en andere belanghebbenden feedback geven.

De Commissie verwacht dat ze het actieplan in 2022 zullen publiceren.

Bron

Digitalisering van de energiesector – EU-actieplan, openbare raadpleging van de Europese Commissie

Meer informatie

Informatiemaatschappij, Kenniscentrum Europa Decentraal
Energie, Kenniscentrum Europa Decentraal

]]>