Europese rechtspraak

Publicatie: 23 juni 2017

Door:


HvJ-EG, 24 september 1998. Zaak C-76/97. Deze zaak gaat over de inroepbaarheid van de richtlijn diensten als het gaat om overeenkomsten van onbepaalde tijd. Het Hof buigt zich onder andere over de vraag of ziekenvervoer  een IA of IB dienst is (volgens de aanbestedingsrichtlijn 2004/18: IIA en IIB-diensten).

In 1984 was een raamovereenkomst voor ziekenvervoer voor onbepaalde tijd aangegaan. Er werd, zoals afgesproken, jaarlijks onderhandeld over de tarieven. Een gepasseerde concurrent beweerde dat het ging om een opdracht in de zin van de Richtlijn Diensten, die Europees had moeten worden aanbesteed.

Hof

Het Hof stelt dat het Europees recht aanbestedende diensten niet verplicht in te grijpen in bestaande overeenkomsten die voor onbepaalde tijd of meerdere jaren zijn aangegaan, als deze zijn aangegaan vóór het verstrijken van de omzettingstermijn van de richtlijn diensten. Er kan geen beroep worden gedaan op het Europees recht tegen opdrachten die over een periode van veertien jaar of langer van kracht blijven.

CPC-nomenclatuur verbindend

Het Hof oordeelt dat de verwijzing in de bijlagen I A en I B van de richtlijn diensten naar de CPC-nomenclatuur verbindend is. Deze bijlagen kunnen niet geïnterpreteerd worden in het licht van de CPV (of CPA) nomenclatuur.

Samengestelde diensten

Bij samengetelde diensten die elementen van zowel A-diensten al B-diensten bevatten dient de relatieve waarde van elk te worden bepaald (art. 22 van richtlijn 2004/18).