Ton Van der Valk – Europa decentraal https://europadecentraal.nl Europees recht in duidelijke taal! Thu, 06 Apr 2023 13:21:06 +0000 nl-NL hourly 1 https://wordpress.org/?v=6.5.5 https://europadecentraal.nl/wp-content/uploads/2022/05/cropped-Logo-KED-tp-32x32.png Ton Van der Valk – Europa decentraal https://europadecentraal.nl 32 32 Circular economy action plan: provincies zetten een stap vooruit op Europees- en wereldtoneel https://europadecentraal.nl/circular-economy-action-plan-provincies-zetten-een-stap-vooruit-op-europees-en-wereldtoneel/ Mon, 27 Sep 2021 06:24:38 +0000 https://europadecentraal.nl/?p=71657 Woensdag 15 september, tijdens de derde en laatste dag van het World Circular Economy Forum, heeft Noord-Nederland samen met het ministerie van Infrastructuur en Waterstaat en het Canadese Circular Cities and Regions Initative een interactief webinar georganiseerd over de route naar een  circulaire economie.

Provincies: circulair op wereldniveau…

Met sprekers van onder andere The Ellen McArthur Foundation, het OECD en Vereniging Circulair Fryslân is gesproken over de rol van steden en regio’s in het maken van de transitie van een lineaire economie naar een circulaire economie. De benodigdheden, de kansen en ook de best-practices zijn besproken. Wereldstad Toronto vertelde over haar ontwikkelingen en de aanwezige steden waren het erover eens dat samenwerking essentieel is voor de opschaling van de circulaire economie; men moet niet bang zijn om de kansen te grijpen om te innoveren. Namens de 12 Nederlandse provincies overhandigde gedeputeerde Cora Smelik de provinciale Krachtenkaart, een kaart van de regionale krachten en beleidsbehoeften van de Nederlandse regio’s. Samenwerking stond centraal in haar toespraak.

… op het Europese podium …

Noord-Nederland vertelde over de Europese ontwikkelingen, toen gedeputeerde Tjisse Stelpstra zijn werk voor het Europees Comité van de Regio’s presenteerde. Regio’s en steden staan volgens Stelpstra ‘dicht bij de burger en zijn cruciale actoren om de transitie te laten slagen’ en zijn daarmee de handen en voeten van de Europese Commissie bij de implementatie van het Europees ‘New circular economy action plan’, waarover het Comité afgelopen najaar een opinie uitbracht.

… en gewoon decentraal natuurlijk.

Daarnaast liet ondernemer en bestuurslid van Vereniging Circulair Friesland John Vernooij zien op welke innovatieve wijze regionale overheden, bedrijven en kennisinstellingen samenwerken in de Noordelijke regio. Een ‘man-op-de-maancultuur’ is volgens hem nodig om de circulaire doelen te bereiken.

De boeiende en interactieve sessie diende ertoe om zowel beleidsmakers en ondernemers te inspireren om gezamenlijk een steentje bij te dragen aan het creëren van een echte circulaire economie, wat alleen door samenwerking op alle niveau’s kan worden gerealiseerd.

Wil je de sessie zelf bekijken? Klik hier. Vanaf 1:25:00 begint de inbreng vanuit Nieuwspoort.

Bron

https://www.ipo.nl/thema-s/regionale-economie/ce-krachtenkaart/
]]>
De Europese Staat van de Unie 2021 https://europadecentraal.nl/de-europese-staat-van-de-unie-2021/ Mon, 20 Sep 2021 12:52:32 +0000 https://europadecentraal.nl/?p=71340 Wat worden komend jaar de plannen in Europa? Dat heeft de voorzitter van de Europese Commissie, Ursula Von der Leyen, op 15 september verduidelijkt in de jaarlijkse Staat van de Unie-toespraak. De nadruk lag op de volgende onderwerpen: Europese gezondheidszorg, een sterker Europa in het internationale veld, Europese Green Deal, een Europa dat klaar is voor het digitale tijdperk en bescherming van de Europese levenswijze.

Europese gezondheidszorg

Von der Leyen noemde drie Europese prioriteiten op het gebied van volksgezondheid: ten eerste het versnellen van de wereldwijde COVID-vaccinatie, vanwege het feit dat minder dan 1% van de wereldbevolking gevaccineerd is. Ten tweede wees ze op de inspanningen in Europa om de vaccinatie voort te zetten omdat de vaccinatiegraad nog erg verschilt binnen de Unie. De derde prioriteit richt zich op het realiseren van een goed niveau van ‘pandemieparaatheid’ en het operationeel maken van de HERA-autoriteit om de daad bij woord te voegen met betrekking tot de bouw van een Europese gezondheidsunie.

Een sterker Europa in het internationale veld

De Commissievoorzitter noemde de Global Gateway als nieuwe connectiviteitsstrategie. Hiermee kunnen wereldwijde partnerschappen worden opgezet, waardoor de EU kan concurreren met het Chinese ‘Belt and Road Initiative’ en het Amerikaanse ‘Build Back a Better World’. De Commissie-Von der Leyen heeft zich daarmee duidelijk voorgenomen een assertievere rol in de wereldpolitiek te spelen. Verder kondigde Von der Leyen de nieuwe Indo-Pacifische strategie aan. Deze nieuwe strategie moet de handelsbanden gaan verdiepen met het Indo-Pacifisch werelddeel, door mondiale toeleveringsketens te versterken en nieuwe investeringsprojecten te ontwikkelen op het gebied van groene en digitale technologieën.

De Europese Green Deal

In haar Staat van de Unie kondigde Von der Leyen aan dat naast de introductie van het ‘Fit for 55%-pakket’ er vier miljard euro wordt vrijgemaakt om te investeren in klimaatfinanciering van arme en minder ontwikkelde landen. Daarbovenop gaat de Commissie de externe financiering voor biodiversiteit verdubbelen. Verder zal het nieuwe Europees Bauhaus project een creatieve impuls moeten geven aan de wereld van architecten, ontwerpers en ingenieurs die de stedelijke en regionale omgeving in Europa vorm gaan geven. Daarnaast zullen vervuiling van grond- en oppervlaktewater en de strategie tegen wegwerpplastic in 2022 extra aandacht krijgen.

Een Europa dat klaar is voor het digitale tijdperk

De Commissie-Von der Leyen stelt dat digitale technologie het verschil maakt tussen succes en mislukking in onze samenleving. De Commissie lanceert een groot aantal plannen op dit gebied. Hier gaat het onder meer over cyberwetgeving om Europa weerbaarder te maken tegen cyberaanvallen, het lanceren van een wereldwijd systeem voor beveiligde communicatie, wetgeving om Europa een voorsprong te geven bij de productie van microchips en een initiatief om de digitale vaardigheden van Europese burgers te verbeteren.

Bescherming van de Europese levenswijze

In de toespraak wordt verder benoemd dat de gemeenschappelijke waarden van de EU, waaronder democratie, de rechtsstaat en vrijheid van meningsuiting. Zij blijven fundamenteel en zullen centraal blijven staan bij het maken van Europees beleid. Deze waarden zijn verankerd in de Europese Verdragen en Europa is vastberaden om deze te blijven verdedigen. Onder deze noemer heeft de Commissie het voornemen om een Media Freedom Act te ontwikkelen. Hiermee blijft de vrije pers gewaarborgd, maar wordt ook de overdacht van strafvervolging en het regelen van wederzijdse erkenning van ouderschap in de lidstaten vereenvoudigd.

Bron

Toespraak Staat van de Unie 2021, Europese Commissie

]]>
Kijktip! Ann Marie Kühler neemt afscheid https://europadecentraal.nl/kijktip-ann-marie-kuhler-neemt-afscheid/ Fri, 25 Sep 2020 10:28:32 +0000 https://europadecentraal.nl/?p=64705 Het had een treffen moeten zijn van juristen en beleidsmedewerkers uit het Europeesrechtelijk netwerk van de decentrale overheden. Met bubbels, hapjes en mooie, weemoedige woorden. Maar door corona moet plaatsvervangend directeur/ senior jurist Ann Marie Kühler van Europa decentraal digitaal afscheid nemen.

Na 14 jaar verlaat ze de organisatie om hoofd te worden van het Expertise Centrum Europees Recht (ECER) van het ministerie van Buitenlandse Zaken. Niettemin is het een afscheid in stijl. Ann Marie maakte een filmpje over hoe Europa decentraal zich in ‘haar jaren’ ontwikkelde. Meer dan honderd medewerkers en stagiaires zag ze komen en gaan, het netwerk (en de invloed) werd groter, en de organisatie groeide uit tot een niet meer weg te denken kenniscentrum. Kijk het filmpje (aanrader!) en laat een boodschap achter in het digitale gastenboek.

3 berichten.
Mihra Hamzic Laan heeft geschreven op 20 oktober 2020 om 12:20:
Van harte gefeliciteerd Ann Marie met je nieuwe baan! Het is alweer heel lang geleden dat wij hebben samengewerkt (vanuit de provincie Overijssel) , maar ik herinner mij de fijne samenwerking met jou nog goed. Veel succes in de nieuwe uitdaging! Hartelijke groet Mihra Hamzic Laan

Pieter de Jong, adviseur bij de Raad voor het Openbaar Bestuur heeft geschreven op 1 oktober 2020 om 17:18:
Ha Ann Marie, Een mooie stap in jouw loopbaan. Wellicht komen we elkaar weer eens tegen als de ROB eindelijk weer eens iets doet met ‘Europa’! Vriendelijke Groet, Pieter de Jong

Fenna heeft geschreven op 25 september 2020 om 14:15:
Dag Ann-Marie, een heel ander afscheid van we ons hadden voorgesteld…. maar wel heel bijzonder! Ik wens je alle succes met je mooie nieuwe carrière stap bij het ECER van Buitenlandse zaken.

(Gastenboek gesloten)

]]>
Ann-Marie Kühler vertrekt bij Europa decentraal https://europadecentraal.nl/ann-marie-kuhler-vertrekt-bij-europa-decentraal/ Mon, 14 Sep 2020 14:34:34 +0000 https://europadecentraal.nl/?p=64545 Plaatsvervangend directeur Ann-Marie Kühler van het Kenniscentrum Europa decentraal verlaat de organisatie. Ze wordt per 1 oktober hoofd van het Expertisecentrum Europees Recht (ECER) bij het ministerie van Buitenlandse Zaken. Het ECER bevordert de expertise over het Europees recht bij de rijksoverheid, mede ten behoeve van een consistente behandeling van Europeesrechtelijke vraagstukken.


Kühler werkte veertien jaar bij Europa decentraal. Ze begon in 2006 als senior-jurist. In eerste instantie vooral als aanbestedingsjurist, maar in de loop van de tijd beheerde ze ook alle andere inhoudelijke dossiers, zoals staatssteun, DAEB, de Dienstenrichtlijn, Europees recht algemeen etc.. Sinds 2011 is ze tevens bedrijfsjurist en plaatsvervangend directeur. Vóór Europa decentraal werkte Kühler acht jaar bij de VNG, onder meer op het aanbestedingsdossier en vijf jaar bij de gemeenten Amsterdam en Hilversum. Kühler is afgestudeerd aan de VU in Amsterdam in de hoofdrichtingen internationaal en Europees recht, bestuursrecht en privaatrecht.
Kühler kijkt met veel plezier terug op haar tijd bij Europa decentraal. “Veertien jaar geleden begon ik bij Europa decentraal op wat toen voor mij de ultieme werkplek was. In al die jaren heb ik al het mogelijke bij het kenniscentrum kunnen doen en mogen meemaken. In fijne samenwerking met de collega’s en vele betrokkenen uit de decentrale Europeesrechtelijke wereld. Voor mij was er altijd nog maar één andere droombaan en dat was bij Buitenlandse Zaken en het ECER; voor een Europeesrechtelijk jurist het summum. Een kans die ik niet kon laten schieten. Bij het ECER kan ik in een centrale en zeer uitdagende, Europeesrechtelijke werkomgeving verder gaan met wat ik het liefste doe: bezig zijn met de inhoud van dit prachtige, omvangrijke en complexe vakgebied en met het op juridisch kwalitatief hoogstaand niveau verder verdiepen en verspreiden van die kennis.”

]]>
Sociale huisvestingssector wil Europese Green Deal aanjagen https://europadecentraal.nl/sociale-huisvesters-willen-europese-green-deal-aanjagen/ Mon, 09 Dec 2019 12:10:35 +0000 https://europadecentraal.nl/?p=58074 Welke rol kan de sociale huisvestingssector spelen in het uitvoeren van de Europese Green Deal? Hierover sprak Housing Europe, de Europese koepel van publieke, coöperatieve en sociale huisvestingsvoorzieningen en -organisaties, met betrokkenen uit de sector tijdens een bijeenkomst in het Huis van de Nederlandse Provincies in Brussel. De conclusie: de sociale huisvestingssector ambieert een belangrijke speler te zijn bij het realiseren van de Green Deal, die naast groen vooral ook sociaal moet zijn.

Impact op grote schaal

Plaatsvervangend secretaris-generaal Julien Dijon van Housing Europe zette tijdens het evenement uiteen waarom de sociale huisvestingssector een relevante bijdrage aan de Green Deal kan leveren. Housing Europe vertegenwoordigt publieke, coöperatieve en sociale huisvestingsvoorzieningen en -organisaties met in totaal 26 miljoen sociale woningen in Europa die deels publiek worden gefinancierd. Dit maakt het relatief makkelijk om de benodigde investeringen op grote schaal te doen. Ook is de sociale huisvestingssector goed in het betrekken van mensen bij het verduurzamingsproces: huurders en andere belanghebbenden hebben in het proces een belangrijke stem. De sociale huisvestingssector heeft bovendien een voorbeeldfunctie: de markt kan de ontwikkelingen in de sociale sector overnemen.

De Nederlandse startmotor als voorbeeld voor Europa

Robin van Leijen van Aedes, de koepel van Nederlandse sociale verhuurders, sprak tijdens de bijeenkomst over de startmotor. De startmotor is een plan van Nederlandse woningcorporaties met als doel om de komende vier jaar 100.000 extra huurwoningen van het gas af te halen. De startmotor wordt Europees als een goed voorbeeld gezien vanwege de schaal van het project, waardoor kosten gedrukt worden. Van Leijen vindt het logisch dat de sociale huisvestingssector een voortrekkersrol speelt: “Corporaties zijn er natuurlijk voor voldoende betaalbare woningen, maar om de woonlasten betaalbaar te houden zal die ook verduurzaamd moeten worden.”

Pleidooi voor EU-bijdragen

De Europese Unie kan bij deze duurzaamheidsdoelstelling een belangrijke rol spelen. Zo wisselt Aedes regelmatig kennis uit met andere Europese sociale, publieke en coöperatie huisvestingsorganisaties. Concreet ziet Van Leijen ook een rol voor de Europese Unie in het afdekken van financiële risico’s. “We zijn als sociale huisvestingssector een first mover op dit gebied, daar zitten ook risico’s aan vast. Een warmtenet is alleen rendabel als er veel huishoudens op aangesloten zijn. De Europese Unie zou garant kunnen staan voor de situatie waarin een warmtenet niet rendabel blijkt.” Ook Housing Europe verwacht een financiële bijdrage van de Europese Unie. Woordvoerder Michalis Goudis vertelt dat dit één van de punten is die Housing Europe onder de aandacht heeft gebracht bij het kabinet van Frans Timmermans, de Eurocommissaris die verantwoordelijk is voor de Europese Green Deal. Goudis: “Er moeten middelen beschikbaar zijn die de sociale huisvestingssector helpen om te verduurzamen. Dit kan bijvoorbeeld via het Europese Regionale ontwikkelingsfonds.”

Groen én sociaal

Kim van Sparrentak, Europarlementariër voor Groenlinks, was panellid op de bijeenkomst. Het Europees Parlement riep eind vorige maand symbolisch de ‘klimaatnoodtoestand’ uit. Van Sparrentak benadrukte dat de maatregelen die genomen moeten worden niet alleen duurzaam, maar vooral ook sociaal moeten zijn. “Het gaat over een just transition. Vaak wordt dan bedoeld dat mensen hun baan niet mogen verliezen. Ik vind dat het verder gaat dan dat: het gaat om levenskwaliteit. De woonsituatie van mensen moet verbeteren,” aldus Van Sparrentak. Zij doelt bijvoorbeeld op de isolatie van woningen, de hoogte van de energierekening en de sociale cohesie in wijken. Van Leijen van Aedes sluit zich bij haar aan: “De transitie moet groen én sociaal zijn. Voor mij houdt dat sociale vooral in dat de kosten van huurders niet omhoog gaan.”

De Green Deal: een oplossing voor diverse problemen?

Van Sparrentak hoopt dat de Green Deal een oplossing gaat bieden voor diverse problemen. “We hebben een klimaatcrisis en een betaalbare huisvestingscrisis. Door op meer duurzame sociale huisvesting in te zetten kunnen we beide aanpakken. Door dat te doen kunnen we bovendien zoveel groene banen creëren, dat jeugdwerkloosheid in Europa kan verdwijnen.” Ze wil bij de verdeling van de fondsen ook aandacht voor gendergelijkheid: “Als we geld stoppen in fondsen die bedoeld zijn voor bijvoorbeeld voormalige mijnwerkers, steunen we vooral mannen. Bij investeringen in duurzame sociale huisvesting is er meer balans. We moeten er oog voor hebben dat het geld ook wat betreft gender evenwichtig verdeeld wordt,” aldus Van Sparrentak.

]]>
Minister Kaag: ‘CETA geen bedreiging voor lokaal beleid’ https://europadecentraal.nl/minister-voor-buitenlandse-handel-ceta-geen-bedreiging-voor-lokaal-beleid/ Mon, 11 Nov 2019 15:56:46 +0000 https://europadecentraal.nl/?p=57611 De minister voor Buitenlandse Handel en Ontwikkelingssamenwerking Sigrid Kaag heeft aangegeven dat CETA, een handelsverdrag tussen Canada en de EU, geen bedreiging vormt voor lokaal beleid. Dit deed zij middels een Kamerbrief waarmee ze reageerde op eerder gestelde Kamervragen hierover.

Kamervragen

In het Verdrag wordt onder meer een Investment Court System (ICS) geïntroduceerd. Dit is een arbitragehof waar buitenlandse ondernemers die menen dat zij bij hun investeringen onrechtmatig worden behandeld door een overheid, buiten de reguliere rechtsgang om, herstel zouden kunnen afdwingen. Dit onderdeel van het Verdrag leidt bij sommige politieke partijen en organisaties tot de zorg dat Nederlandse (decentrale) overheden tot omvangrijke schadevergoedingen, die ze zouden moeten gaan betalen aan bedrijven, zouden kunnen worden veroordeeld. Mede vanwege deze zorg hebben Kamerleden Alkaya en Van Raak (SP) Kamervragen gesteld over de implicaties van dit ICS aan minister Kaag. Middels een Kamerbrief heeft Kaag op die vragen gereageerd.

CETA

De CETA, Comprehensive Economic and Trade Agreement, is een toekomstig handelsverdrag tussen Canada en de EU. Voorstanders van het Verdrag onderschrijven het standpunt van de Europese Commissie waaruit onder meer blijkt dat CETA het Europese BBP met € 11 miljard per jaar kan doen groeien. Tegenstanders keren zich voornamelijk tegen het onderdeel ICS in het Verdrag, omdat het bedrijven de mogelijkheid zou bieden overheden aan te klagen als overheidsbeslissingen hun investeringen zouden ondermijnen.
ICS is in wezen een lichtere versie van het internationale fenomeen Investor-State Dispute Settlement (ISDS). ISDS vindt echter plaats achter gesloten deuren, waarbij de processtukken en uitkomsten niet voor het publiek toegankelijk zijn. Het ICS moet tot openbaar toegankelijke procedures gaan leiden.
De CETA is in februari 2017 goedgekeurd door het Europees Parlement en in september 2017 is het voorlopig in werking getreden. Het verdrag zal officieel in werking treden wanneer de nationale parlementen van de betrokken EU-lidstaten hun goedkeuring aan het Verdrag hebben verleend.

Reactie van Kaag

De meeste Kamervragen die over CETA zijn gesteld, hebben betrekking op de implicaties van het ICS voor gemeenten. Kaag maakt in de beantwoording duidelijk dat de uitwerking van het ICS weinig vernieuwing behelst. Schadevergoeding voor onrechtmatig overheidsoptreden is nu ook reeds mogelijk op grond van nationaal recht, zo betoogt Kaag. Kaag verduidelijkt dat het ICS weliswaar door CETA geïntroduceerd wordt, maar de strekking ervan bevestigt slechts wat in nationaal recht reeds de norm is. De overheid kan aansprakelijk zijn bij onrechtmatig handelen, ook jegens investeerders.
Kaag verwacht niet dat er via het ICS zaken tegen Nederland aanhangig zullen worden gemaakt. Onder de meer dan 80 bilaterale investeringsverdragen waar Nederland nu al partij bij is, is ook nog nooit van dergelijke procedures gebruik gemaakt tegen Nederland. Noch is ooit sprake geweest van verhaal van de centrale overheid op de decentrale overheid wegens schending van dergelijke verdragsverplichtingen. Bovendien is de Staat der Nederlanden verdragspartij bij CETA en zal het dus de lidstaat Nederland zijn die aansprakelijk zal worden gesteld bij onrechtmatig handelen jegens buitenlandse investeerders. Individuele gemeenten kunnen niet rechtstreeks onder CETA worden aangesproken, aldus Kaag. Daarbij benadrukt Kaag dat zij geen schadevergoedingsclaims op basis van CETA voorziet.

Regulerende autonomie

Tevens voeren tegenstanders van het Verdrag aan dat de CETA tot een beperking van de vrijheid voor overheden om regelgeving op te stellen zou leiden. Regelgeving is er soms op gericht bepaalde producten of diensten te verbieden – onder meer uit gezondheidsoverwegingen of ten behoeve van het milieu. Tegenstanders van het Verdrag menen dat sommige nationale of lokale regulerende bevoegdheden, bijvoorbeeld wanneer een overheid maatregelen zou vaststellen die een negatieve uitwerking hebben op een investering, onder CETA aangevochten zouden kunnen worden. De gedachte hierachter is dan dat het verbieden of beperken van een bepaald product of dienst door overheidsregelgeving de investering van buitenlandse bedrijven in de import van dat product in Nederland zou kunnen frustreren.
Kaag geeft in haar antwoord echter aan dat dergelijke overheidsmaatregelen op zich geen schending van de verplichtingen uit hoofde van de CETA vormen. De CETA mag niet in de weg staan van wet- en regelgeving ter verwezenlijking van legitieme beleidsdoelstellingen.

Bron

Kamerbrief van Minister Kaag voor Buitenlandse Handel en Ontwikkelingssamenwerking van 6 november 2019, Ministerie van Buitenlandse Zaken

Meer informatie

ICS, nieuwsbericht Kenniscentrum Europa Decentraal
ISDS, Kenniscentrum Europa Decentraal, dossier TTIP
Witte rook voor CETA, nieuwsbericht Kenniscentrum Europa Decentraal

]]>
In gesprek met Henk Staghouwer | Landbouw in Groningen, het GLB, de stikstofaanpak en de bescherming van boerenbedrijven https://europadecentraal.nl/in-gesprek-met-henk-staghouwer-landbouw-in-groningen-het-glb-de-stikstofaanpak-en-de-bescherming-van-boerenbedrijven/ Mon, 21 Oct 2019 15:50:28 +0000 https://europadecentraal.nl/?p=57384 Henk Staghouwer is gedeputeerde bij de Provincie Groningen waar hij onder andere landbouw en internationalisering in zijn portefeuille heeft. Daarnaast is Staghouwer lid van het Comité van de Regio’s vanuit de portefeuilles visserij en landbouw. Daarom gingen wij voor met hem in gesprek over het Gemeenschappelijk Landbouwbeleid, kringlooplandbouw en het PAS.


Momenteel wordt er onderhandeld over het Meerjarig Financieel Kader (MFK) en daarmee het Gemeenschappelijk Landbouw Beleid (GLB). Daar staat al een behoorlijk aantal wijzigingen in, waaronder een budgetverlaging en een verschuiving van prioriteiten. Hoe staat u daar tegenover?
Staghouwer erkent dat het nooit leuk is als lidstaten minder geld toebedeeld krijgen, maar dat dit nu eenmaal het gevolg is van omstandigheden waar de EU zich momenteel in bevindt. ‘Vanwege onder andere de Brexit moeten er gewoon keuzes gemaakt worden’. Staghouwer geeft aan dat hij het daarentegen wel positief vindt om te zien dat er een budgetverschuiving naar verduurzaming van de landbouw en klimaat plaatsvindt: ‘Als ik kijk naar mijn eigen ambities en het keuzeprogramma en coalitieakkoord kijk, komt dit daarin ook erg naar voren.’
Noord-Nederland heeft als doelstelling proeftuin te worden voor natuur-inclusieve kringlooplandbouw. Is dat ook een Europese proeftuin? Hoe moeten we dat zien?
Staghouwer vertelt dat Drenthe, Friesland en Groningen de Regio Deal natuurinclusieve landbouw hebben gesloten. ‘Hiermee gaan we bekijken hoe we de natuur en boerenbusiness aan elkaar kunnen verbinden. De vraag hoe we de boer beter kunnen toerusten op nieuwe ontwikkelingen, zoals klimaatverandering, staat hier centraal.’ De provincies hebben hier gezamenlijk 10 miljoen euro in geïnvesteerd en het Rijk ook 10 miljoen. Volgens Staghouwer wordt er gekeken hoe er een beter businessmodel voor de boer gecreëerd kan worden waarin ook natuurdoelen in worden meegenomen. Er lopen momenteel meerdere pilots om dit verder te onderzoeken.
Staghouwer geeft aan dat Noord-Nederland graag als voorbeeldregio zou willen fungeren, zowel op nationaal als Europees niveau. ‘Het voordeel is dat wij in Noord-Nederland een mooie verhouding hebben wat betreft akkerbouw en veeteelt en dus goed aansluiten op de ambities van de minister op het gebied van de kringlooplandbouw.
Uit recentelijk onderzoek bleek dat kringlooplandbouw niet haalbaar is als dit alleen in Nederland gebeurt. Hoe staat u daarin?
Staghouwer vindt dat je deze kwestie in het grotere Europese kader moet bekijken. ‘Nederland is een grote exporteur van landbouwproducten, dus we moeten een goede balans vinden.’ Er moet bijvoorbeeld bij het nemen van maatregelen wel rekening gehouden worden met de bodemvruchtbaarheid. Noord-Nederland kan het goede voorbeeld geven maar er zullen toch ook in Europees verband afspraken gemaakt moeten worden om kringlopen in de landbouw te kunnen sluiten.
Merkt u dat er vanuit Europa interesse in is?
Staghouwer vertelt dat er vanuit Noord-Nederland stevig aandacht wordt gevraagd voor de kringlooplandbouw in de EU. Zo was bijvoorbeeld de Nederlandse werkwijze met agrarische collectieven in Europa nog niet heel bekend en zie je nu dat er vanuit andere Europese landen wordt gekeken naar deze collectieven als middel voor het nemen van vergroeningsmaatregelen. Staghouwer geeft aan dat wanneer je kijkt naar de afgelopen 50 jaar EU, dat de regelgeving waarschijnlijk alleen maar toeneemt. Ik ben er voorstander van dit te boer goed te kunnen uitleggen. Door middel van het gebruik van agrarische collectieven betrek je boeren in de besluitvorming.
Staghouwer geeft aan dat het voor de provincie van het grootste belang is dat de vergunningsverlening weer op gang komt. ‘In Groningen kunnen we door de vaststelling van de beleidsregels nu weer vergunningen verlenen voor de verschillende sectoren zoals de bouw, infrastructuur, landbouw en industrie. Dit in tegenstelling tot provincies die de beleidsregels hebben ingetrokken. Er is echter veel onduidelijkheid over de beleidsregels. Samen met het Rijk werken de provincies daarom samen aan een integrale stikstofaanpak, waarmee de natuur in Nederland beter wordt beschermd en er tegelijkertijd ruimte wordt gemaakt voor economische en maatschappelijke initiatieven.’ Staghouwer geeft aan dat de uitgangspunten daarbij zijn: de daling van de stikstofdepositie in onze natuur, en een duidelijk perspectief voor alle sectoren en vergunningen die voor de rechter overeind kunnen blijven. Volgens Staghouwer komt hier uiterlijk 1 december meer duidelijkheid over. ‘De komende tijd zullen de overheden gezamenlijk met alle sectoren het gesprek aangaan. We zijn één overheid; er mag geen licht zitten tussen provinciaal en rijksbeleid.’
Zijn er zaken op het gebied van landbouw en Europa die u zelf nog aan zou willen stippen?
Staghouwer geeft aan dat hij het belangrijk vindt dat er aandacht is voor bedrijfsopvolging in de landbouw. Volgens Staghouwer is hier vanuit Europa en onze minister ook al aandacht voor. Groningen wil een stimuleringsfonds van € 10 miljoen implementeren voor bedrijfsopvolging. ‘Je kunt voor de toekomst van de sector allerlei regelingen bedenken met elkaar, maar het gaat om die jonge boer. Dat die een goede boterham kan verdienen. Een zetje in de rug ten aanzien van bedrijfsopvolging is denk ik ontzettend belangrijk en daar kunnen we als nationale overheid een rol in spelen. Maar ook vanuit het nieuwe GLB is dit zeker een aandachtspunt’, vindt Staghouwer.
Is aandacht voor de bedrijfsopvolging niet in strijd met het idee dat er gekeken moet worden naar mínder landbouwbedrijven?
Volgens Staghouwer gaat het hierbij ook om de kwaliteit van landbouwbedrijven: ‘Natuurlijk zullen er minder landbouwbedrijven komen, maar we kunnen wel een slag maken in de kwaliteit van de bedrijfsvoering. Ik vind dat wij daar ook wel een klein steentje aan kunnen bijdragen’, besluit hij.

]]>
Interview Annie Schreijer-Pierik: “De komende vijf jaar zijn cruciaal” https://europadecentraal.nl/interview-annie-schreijer-pierik-de-komende-vijf-jaar-zijn-cruciaal/ Mon, 14 Oct 2019 15:38:47 +0000 https://europadecentraal.nl/?p=57291 Sinds september zijn Bert-Jan Ruissen (SGP) en Annie Schreijer-Pierik (CDA) de vaste Nederlandse leden in de landbouwcommissie van het Europees Parlement. Wat willen zij de komende jaren met hun nieuwe portefeuille bereiken? Voor deze landbouw-editie van de Europese Ster gingen we met hen in gesprek. In dit artikel vindt u een verslag van het interview met mw. Schreijer-Pierik. Het interview met dhr. Ruissen vindt u hier.

Wat is uw motivatie om deze periode in de AGRI commissie plaats te nemen?

Schreijer-Pierik: “Mijn motivatie, zowel de afgelopen 5 jaar als ook het aankomende mandaat, is het behoud van gezins- en familiebedrijven, voedselproductie en voedselzekerheid.”

Wat valt u tot nu toe op in de AGRI commissie?

Schreijer-Pierik: “Allereerst is er, wellicht niet voor het oog, maar wel in werkelijkheid, een enorme verschuiving gaande in het Europees Parlement. Met daarbij opvallend veel nieuwe collega’s. Binnen mijn eigen EVP-fractie bijvoorbeeld hebben we te maken met 41% nieuwe Europarlementsleden. Het volgende dat me enorm opvalt is de enorme macht en mogelijkheden van Oost-Europa. Ook met in gedachten de nieuwe Eurocommissaris Janusz Wojciechowski en de mogelijke nieuwe samenstelling van het gemeenschappelijk landbouwbeleid (GLB) zullen deze landen een enorme inhaalslag gaan maken ten opzichte van Nederland. Als laatste hebben we in Nederland nog altijd de houding om op elke Europese wet- en regelgeving een schep bovenop te doen.”

Wat is het belangrijkste dat u de komende vijf jaar in de commissie wilt bereiken?

Schreijer-Pierik: “De aankomende vijf jaar zijn cruciaal op gebied van landbouw en plattelandsontwikkeling. Het is van wereldbelang dat er voldoende hoogwaardig voedsel wordt geproduceerd. Hierbij is het voor Nederland van belang om de voorkeurspositie te behouden en dit in Europese context te plaatsen in samenspraak met klimaat- en natuurdoelstellingen. Dit mag echter absoluut niet ten koste gaan van onze gezins- en familiebedrijven.”

En op de kortere termijn: wat moet er wat u betreft in het werkprogramma komen van de Europese Commissie ten aanzien van landbouw?

Schreijer-Pierik: “Er moet in het algemeen meer aandacht komen voor onze landbouwers, die dag en nacht met passie bezig zijn om ons een gezond product te leveren. Europa bezit de meest gezonde producten ter wereld. We moeten echter wel het ondernemersklimaat behouden waarin onze boeren dit kunnen blijven bewerkstelligen. Deze boodschap heb ik persoonlijk aan onze Europees Commissievoorzitter Ursula Von der Leyen gegeven.”

Europa moet volgens mevrouw Von der Leyen in 2050 CO2 neutraal zijn. Frans Timmermans wordt verantwoordelijk voor de green deal die hiertoe moet leiden. Hoe kijkt u naar de aangekondigde green deal in relatie tot landbouw? Wat moet hier wel en niet in komen te staan?

“Het is in feite heel simpel. Het moet haalbaar, betaalbaar en uitvoerbaar zijn. En daarbij kunnen we van alles willen en verlangen, maar een boer kan niet groen denken als hij rood staat, zo simpel is het. Realistische doelstellingen moeten worden gevormd. En deze doelen moeten samen met de boeren worden gevormd. Praat met boeren in plaats van over boeren. Als laatste weten enorm veel burgers ook niet hoe ver de Nederlandse boer voorloopt op het gebied van CO2-reductie ten opzichte van boeren collega’s uit andere lidstaten.”
“Een boer kan niet groen denken als hij rood staat.”

Maakt het voor de Nederlandse boer wat uit dat twee Nederlanders – Timmermans en Samsom –  hier de kar trekken? Is dit positief of negatief?

Schreijer-Pierik: “Dit is negatief. Het is van belang dat Nederlandse agrariërs worden gewaardeerd voor het produceren van het meest duurzame en gezonde stukje voedsel. Met het partijprogramma van de PvdA, waaraan Timmermans verbonden is, en met de activistische achtergrond van Samsom ben ik sceptisch. Dan is het des te belangrijker dat we er met zijn allen scherp bovenop blijven zitten.”

Hoe kijkt u aan tegen de boerenprotesten in Nederland en wat kan de EU voor de protesterende boeren betekenen?

Schreijer-Pierik: “Onze gezins- en familiebedrijven worden al jaren voor de gek gehouden. In 2015 heb ik al gepleit voor een beter model dan de Programmatische Aanpak Stikstof (PAS). Men wilde hier toentertijd niet naar luisteren. En nu zitten we in de knel. Uiteindelijke draait het om maatschappelijke belangen. Zoals het er nu naar uitziet delft de Nederlandse agrarische sector het onderspit en zijn de dienstverlenende industrie en vliegmaatschappijen in het voordeel. Terwijl de agrarische sector de enige sector is die stikstof juist vastlegt ten behoeve van de bodemvruchtbaarheid. De boer krijgt de schuld in deze stikstof hetze.”
“Onze familie- en gezinsbedrijven worden al jaren voor de gek gehouden.”

Hebben we in Nederland wel zoveel boeren nodig als het allergrootste deel voor de export bestemd is, maar ons land zo klein is dat het zorgt voor veel natuurschade?

Schreijer-Pierik: “Op dit moment is nog zo’n 3,5% van alle boeren onder de 35 jaar. Dit is zorgwekkend en brengt met zich mee dat er ook een groot aantal boeren gaat stoppen in de toekomst. Daarnaast wordt er vaak gesuggereerd dat alle agrarische producten vanaf de boer richting het buitenland gaan. Hierin wordt vergeten dat wij Nederlanders een geweldige handelsmentaliteit hebben en dus veel halffabricaten juist importeren om vervolgens te exporteren.”

Waar ligt wat u betreft de oplossing voor het stikstofprobleem, is dat lokaal, regionaal in Den Haag of in Brussel?

Schreijer-Pierik: “Daarin ben ik vanaf het begin af aan zeer duidelijk in geweest. Wij moeten de drempelwaarde gelijkstellen aan dat van onze buurlanden Duitsland en België. In Nederland hanteren wij een drempelwaarde van 0,05 mol stikstof. Duitsland hanteert een drempelwaarde van 7,14 mol stikstof en ook België hanteert niet zo´n strenge norm (3% van de kritische depositiewaarde, dit is de hoeveelheid depositie dat in Natura-2000 gebieden mag neerslaan op de door ons zelf aangewezen beschermde plantjes) afhankelijk per gebied. Nederland snijdt zichzelf hiermee in de vingers, door het ophogen van deze drempelwaarde kunnen de 18.000 stilliggende projecten worden hervat.”

Hoe kijkt u aan tegen de Poolse kandidaat-eurocommissaris landbouw Janusz Wojciechowski?

Schreijer-Pierik: “Ik vind hem vakkundig.”

Uit het voorstel van de Commissie komt naar voren dat het GLB-budget met 15% naar beneden moet in verhouding met het huidige budget. Waarbij het Nederlandse gedeelte ook naar beneden gaat. Verder komt er meer aandacht voor innovatie en minder directe inkomenssteun voor boeren. Hoe kijkt u hiernaar?

Schreijer-Pierik: “Dat het budget daalt is bekend. Echter is de exacte invulling van het GLB nog niet bekend. Met mijn amendement van de ecosysteemdiensten kunnen boeren, als alles afgerond is, opplussen in toeslagen. Echter is nu van cruciaal belang hoe we het GLB gaan hervormen en in welke tijdsperiode.”

Wat wilt u onze lezers meegeven?

Schreijer-Pierik: “Vroeger zei men altijd tegen mij, in de tijd dat ik lid van de Tweede Kamer was, “het mag niet van Brussel”. Hier is dus niets van waar. Elke lidstaat levert zijn eigen plannen aan. Slechts de ingediende plannen door de lidstaat zelf worden hierop gecontroleerd door Brussel.”

]]>
Handreiking Dienstenrichtlijn en ruimtelijke ordening gepresenteerd https://europadecentraal.nl/handreiking-dienstenrichtlijn-en-ruimtelijke-ordening-gepresenteerd/ Thu, 10 Oct 2019 14:36:21 +0000 https://europadecentraal.nl/?p=57258 Met dank overgenomen van de Retailagenda.
Op 10 oktober 2019 is in Den Haag de handreiking ‘Dienstenrichtlijn en ruimtelijke ordening’ gepresenteerd. Overheden kunnen deze richtlijn gebruiken om te toetsen en te motiveren of het brancheringsbeleid uit hun bestemmingsplan in lijn is met de Europese Dienstenrichtlijn.


Gemeenten en provincies in Nederland voeren beleid ten aanzien van de vestiging van detailhandel dat doorwerkt in ruimtelijke voorschriften. In Nederland zijn op veel plaatsen vestigingsbeperkingen opgenomen in bestemmingsplannen, het betreft onder andere het uitsluiten van branches met een centrumfunctie (mode, speelgoed, huishoudelijke artikelen etc.) en supermarkten op bedrijventerreinen en woonboulevards. De Europese Dienstenrichtlijn gaat uit van vrijheid van vestiging van dienstverrichters en verbindt voorwaarden aan het opnemen van vestigingsbeperkingen ten aanzien van dienstverleners (wat nu ook geldt voor detailhandel) in bestemmingsplannen.
In de afgelopen jaren heeft de jurisprudentie van het Hof van Justitie van de EU, in het bijzonder het arrest over het geschil tussen Appingedam en Visser Vastgoed Beleggingen BV, en de daarop volgende rechtspraak van de Afdeling bestuursrechtspraak van de Raad van State, duidelijkheid gecreëerd over de eisen die de Dienstenrichtlijn stelt aan dergelijke ruimtelijke voorschriften. Vestigingsbeperkingen zijn nog steeds toegestaan, mits in lijn met de eisen van de Europese Dienstenrichtlijn. Dat betekent dat deze ‘non-discriminatoir’ en ‘noodzakelijk’ is en de gekozen maatregel ‘evenredig’ is. Dit laatste houdt in dat een regel niet verder mag gaan dan nodig om zijn doel te bereiken en dat het niet mogelijk is dit doel te bereiken met maatregelen die minder beperking opleggen. Het beleid moet aan alle drie de eisen voldoen die voldoende moeten worden onderbouwd.
In de handreiking ‘Dienstenrichtlijn en ruimtelijke ordening’ ligt de nadruk op de wijze waarop ruimtelijke voorschriften aan de Dienstenrichtlijn moeten worden getoetst. De handreiking biedt inzicht in de achtergrond en de doelstelling van de Dienstenrichtlijn, het Nederlandse detailhandelsvestigingsbeleid en de kaders waarin ruimtelijke voorschriften moeten worden getoetst aan de Europeesrechtelijke voorwaarden. Aan de hand van jurisprudentie wordt voor overheden inzichtelijk gemaakt welke risico’s er in het licht van de Dienstenrichtlijn kleven aan het stellen van ruimtelijke beperkingen over economische activiteiten (diensten). De handreiking is een richtlijn om deze risico’s te beperken.
Deze handreiking is een uitgave van het Ministerie van Binnenlandse Zaken en Koningsrelaties en het Ministerie van Economische Zaken en Klimaat in samenwerking met de Retailagenda, het IPO, VNG en tal van specialisten.
Download hier de handreiking

Meer informatie

Dienstenrichtlijn, Kenniscentrum Europa Decentraal
Rechtspraak over de toepassing van de Europese Dienstenrichtlijn, factsheet Kenniscentrum Europa Decentraal
Wat betekent de einduitspraak in de Appingedam-zaak voor andere gemeenten?, nieuwsbericht Kenniscentrum Europa Decentraal
Retailagenda publiceert leidraad risico-inventarisatie dienstenrichtlijn, nieuwsbericht Kenniscentrum Europa Decentraal

]]>
Europese Commissie introduceert nieuwe formulieren voor elektronisch aanbesteden https://europadecentraal.nl/europese-commissie-introduceert-nieuwe-formulieren-voor-elektronisch-aanbesteden/ Mon, 07 Oct 2019 16:27:43 +0000 https://europadecentraal.nl/?p=57180 Op 30 september jl. heeft de Europese Commissie nieuwe regels aangenomen aangaande het gebruik van zogenaamde e-formulieren voor de bekendmaking van (Europese) aanbestedingen. Middels een nieuwe Uitvoeringsverordening (Verordening (EU) 2019/1780) introduceert de Commissie nieuwe standaardformulieren voor elektronisch aanbesteden, die de huidige formulieren op termijn zullen vervangen en de informatieverstrekking rondom aanbestedingen duidelijker en toegankelijker moeten maken. Eurocommissaris Elżbieta Bieńkowska verwacht dat het hierdoor uiteindelijk aantrekkelijker zal worden voor bedrijven om deel te nemen aan aanbestedingstrajecten en burgers meer inzicht zullen verkrijgen in de besteding van belastinggelden.

Elektronisch aanbesteden

Sinds 1 juli 2017 verlopen aanbestedingen in Nederland volledig elektronisch. Dit ‘e-aanbesteden’ zorgt voor meer concurrentie en maakt het voor bedrijven gemakkelijker zich in te schrijven op aanbestedingen. Ook zouden hierdoor procedures efficiënter en transparanter worden. Voor de opdrachtgever zou e-aanbesteden tevens tot minder administratieve lasten en meer transparantie leiden.
In Nederland worden (Europese) aanbestedingen en informatie daarover gepubliceerd op TenderNed. Voor overheidsopdrachten boven de gestelde Europese drempelwaarden is het gebruik van e-formulieren verplicht. Middels deze formulieren wordt voorgeschreven welke informatie dient te worden verstrekt bij bijvoorbeeld het aankondigen van een opdracht en een bijbehorende aanbestedingsprocedure.

Bestaande e-formulieren

Onder het bestaande regime van Verordening (EU) 2015/1986 bestaan 25 verschillende standaardformulieren. Zo zijn er bijvoorbeeld formulieren voor het aankondigen van een opdracht, het aankondigen van een gegunde opdracht en het aankondigen van vrijwillige transparantie vooraf. Er zijn specifieke formulieren voor overheidsaanbestedingen in de klassieke en speciale sectoren (richtlijnen 2014/24 en 25), voor concessieopdrachten (richtlijn 2014/23) en voor aanbestedingen onder de Defensierichtlijn (2009/81). Deze e-formulieren worden ook door decentrale overheden, die (Europese) aanbestedingstrajecten doorlopen, met regelmaat gebruikt.

Wat verandert er?

De nieuwe Uitvoeringsverordening brengt het aantal standaardformulieren terug naar zes algemene formulieren. De zes formulieren zijn respectievelijk van toepassing op de fases van planning, mededinging/concurrentiestelling, vooraankondiging van directe gunning, resultaten, contractaanpassingen en veranderingen. De 25 formulieren, zoals die momenteel onder Verordening (EU) 2015/1986 bestaan, zullen uiteindelijk in deze zes standaardformulieren op gaan.
In de annex bij de nieuwe Uitvoeringsverordening wordt het gebruik en de invulling van de zes nieuwe e-formulieren per specifieke bekendmaking uitgewerkt in een tweetal tabellen, die beide zijn vergezeld door een leesinstructie. In tabel 1 wordt op grond van het type bekendmaking en het bijbehorende richtlijnartikel bepaald welke kolommen in tabel 2 dienen te worden gevolgd. In tabel 2 wordt vervolgens in de betreffende kolommen aangegeven uit welke elementen het formulier dient te bestaan en welke informatie de bekendmaking dient te bevatten.

Nationale invulling

De nieuwe Uitvoeringsverordening zal per 14 november 2022 van toepassing zijn. De eerdere Verordening (EU) 2015/1986 zal echter pas per 25 oktober 2023 worden ingetrokken en nationale overheden hebben tot dan de tijd om de diverse IT-systemen aan te passen en zich voor te bereiden op het gebruik van de nieuwe formulieren. Uit de considerans bij de nieuwe Verordening blijkt dat de Commissie, met het oog op nationale en lokale kenmerken en behoeften, een zekere mate van flexibiliteit over wil laten aan lidstaten en overheden bij het implementeren van de verordening, zolang dit overeenkomt met de beschrijvingen van de verordening.

Succesvolle overheidsopdrachten in en voor Europa

De Commissie verwacht dat de nieuwe verordening de mogelijkheden voor bedrijven tot het verwerven van publieke contracten voor groene, sociale en innovatieve opdrachten zal vergroten. Dit zou in lijn zijn met het in 2017 door de Commissie gelanceerde plan Succesvolle overheidsopdrachten in en voor Europa. In dit plan zet de Commissie onder meer uiteen hoe de transparantie en integriteit bij aanbestedingen kunnen worden verbeterd. Verder wordt er in het plan ingegaan op de mogelijkheden voor overheden om, middels het strategisch inzetten van overheidsopdrachten, een beter rendement op hun investering te verkrijgen en eveneens innovatie, inclusiviteit en concurrentie te bevorderen. Het e-aanbesteden en het gebruik van de nieuwe e-formulieren moet hier een bijdrage aan gaan leveren.

Bron:

Commission adopts new rules on digital forms in public procurement, Europese Commissie
Verordening (EU) 2019/1780 – Nieuwe ‘eForms’ uitvoeringsverordening en annex

Meer informatie

Aanbestedingen, Kenniscentrum Europa Decentraal
E-aanbesteden, Kenniscentrum Europa Decentraal
Informatie over E-aanbesteden, Rijksoverheid (link verwijderd)
Mededeling Commissie – Succesvolle overheidsopdrachten in en voor Europa, Europese Commissie
Verordening (EU) 2015/1986 – Bestaande ‘eForms’ uitvoeringsverordening (incl. annexen)
 

]]>