Praktijkvraag

Laatste update: 23 maart 2023

Door:


Bij onze gemeente zijn we bezig met het moderniseren van onze website. We letten hierbij op de vereisten uit de Europese Toegankelijkheidsrichtlijn. We begrepen verder dat deze eisen ook gelden voor onze intranetomgeving. Klopt dit? En zijn er nog nieuwe ontwikkelingen omtrent de toegankelijkheidsrichtlijn waar wij rekening mee moeten houden?
Antwoord in het kort

De regels van de Europese toegankelijkheidsrichtlijn zijn in Nederland geïmplementeerd in het Tijdelijk besluit digitale toegankelijkheid overheid. In dit besluit staat dat, afhankelijk van wanneer een overheidswebsite is gepubliceerd, deze moet voldoen aan twee eisen: er moet een toegankelijkheidsverklaring worden gepubliceerd op de website en de website moet in beginsel voldoen aan de Web Content Accessibility Guidelines 2.1 (WCAG 2.1). Er bestaan uitzonderingen voor specifieke situaties. Een intranet hoeft bijvoorbeeld alleen aan de nieuwe toegankelijkheidseisen te voldoen indien deze na 23 september 2019 is gepubliceerd of wanneer deze ingrijpend wordt aangepast.

De Europese toegankelijkheidsrichtlijn

De Europese Toegankelijkheidsrichtlijn (EU) 2016/2102 is op 22 december 2016 in werking getreden. De richtlijn legt verplichtingen op aan organisaties in de publieke sector betreffende de digitale kanalen die zij gebruiken. Het gaat bijvoorbeeld om de website, mobiele applicaties en interne of externe netwerken van overheidsorganisaties. Deze digitale kanalen moeten net zo goed toegankelijk zijn voor mensen mét handicap als mensen zónder handicap.

Wat staat er in de richtlijn?

De Europese Toegankelijkheidsrichtlijn legt verplichtingen op voor alle lokale en nationale overheden, aanbestedingsplichtige organisaties en samenwerkingsverbanden hiertussen (zie artikel 3 lid 1 Richtlijn). De richtlijn verplicht lidstaten ertoe dat deze overheidsinstanties ‘de noodzakelijke maatregelen nemen om hun websites en mobiele applicaties voor hun gebruikers toegankelijker te maken door ze waarneembaar, bedienbaar, begrijpelijk en robuust te maken’ (artikel 4 Toegankelijkheidsrichtlijn).

Dit betekent dat overheidsinstanties hun websites op zo’n manier moeten inrichten dat deze voor gebruikers zo toegankelijk mogelijk is, met name voor personen met een beperking. Het voldoen aan deze toegankelijkheidseisen moet voor de overheidsorganisatie echter geen onevenredige last vormen (artikel 5 Toegankelijkheidsrichtlijn). Er mag bijvoorbeeld rekening worden gehouden met de omvang en beschikbare middelen van de overheidsorganisatie, en hoe de geraamde kosten van de aanpassingen zich verhouden tot de verwachte voordelen voor personen met een beperking.

Omdat het hier een richtlijn betreft moeten bepaalde verplichtingen nog op nationaal niveau worden uitgewerkt. De richtlijn legt aan de lidstaten de verplichting op om er voor te zorgen dat de overheidsinstanties aan de toegankelijkheidseisen voldoen en om dit ook periodiek te controleren. Dit is in Nederland vastgelegd in het Tijdelijk besluit digitale toegankelijkheid overheid, dat per 1 juli 2018 van kracht is geworden. Dit besluit is op dit moment gebaseerd op artikel 89 van de Grondwet en zal uiteindelijk onder de Wet Digitale Overheid vallen.

Welke websites en mobiele applicaties vallen onder de regels?

In principe moeten alle websites en mobiele applicaties van overheidsinstanties dus aan de toegankelijkheidseisen voldoen. In artikel 2 van het Tijdelijk besluit worden een aantal uitzonderingen genoemd. Een aantal voorbeelden hiervan zijn:

  • Kantoorbestandsformaten, zoals een PDF die op een webpagina is verwerkt, die voor 23 september 2018 zijn gepubliceerd, tenzij dergelijke content nodig is voor actieve administratieve processen met betrekking tot de door de betrokken overheidsinstantie vervulde taken;
  • Live uitgezonden, op tijd gebaseerde media;
  • Content die enkel beschikbaar is voor een gesloten gebruikersgroep, zoals een intranet-omgeving, en die is gepubliceerd voor 23 september 2019, tot de betreffende website ingrijpend wordt herzien;
  • Content van websites en mobiele applicaties die niet noodzakelijk is voor actieve administratieve processen en die niet wordt aangepast na 23 september 2019.

Daarnaast was er sprake van een gefaseerde toepassing van de regels van het Tijdelijk besluit. Afhankelijk van de datum van publicatie dienen websites en mobiele applicaties vanaf verschillende tijdstippen te voldoen aan de voorwaarden die zijn gesteld in het besluit.

  1. Website die zijn gepubliceerd vanaf 23 september 2018 moesten vanaf 23 september 2019 voldoen;
  2. Websites die zijn gepubliceerd vóór 23 september 2018 moesten vanaf 23 september 2020 voldoen; en
  3. Mobiele applicaties moesten vanaf 23 juni 2021 voldoen.

Toegankelijkheidseisen

Websites en mobiele applicaties van overheidsinstanties die niet onder de uitzonderingen vallen moeten aan de toegankelijkheidseisen van standaard EN 301 549 voldoen (tot aan niveau AA van de WCAG 2.1). Op de website van Forum Standaardisatie staat helder omschreven hoe deze normen en standaarden zich tot elkaar verhouden:

Digitoegankelijk

Digitoegankelijk is de Nederlandse naam voor de Europese norm EN 301 549 die voorziet in toegankelijkheidsrichtlijnen voor overheidswebsites. EN 301 549 verwijst naar de technische standaard WCAG 2.1 van W3C die specificeert hoe content op websites en in webapplicaties ook toegankelijk kunnen worden gemaakt voor mensen met een functiebeperking. Daarnaast beschrijft EN 301 549 instructies voor het inkopen van toegankelijke producten en diensten.

Sinds december 2018 verwijst het tijdelijk besluit toegankelijkheid digitale overheid naar versie 2.1.2 van EN 301 549 die uitgaat van de WCAG 2.1 toegankelijkheidsrichtijnen.

Naast het voldoen aan deze standaarden moeten overheidsinstanties op hun website ook een toegankelijkheidsverklaring publiceren, waarin de maatregelen worden uiteengezet die worden genomen om de website toegankelijk te maken en te houden.

Standaarden

De technische standaarden van de WCAG 2.1 norm waar websites en mobiele applicaties moeten voldoen zijn te vinden op deze webpagina. Logius, de dienst Digitale Overheid, heeft op hun website een eenvoudige uitleg opgenomen van deze toegankelijkheidseisen. Zij leggen uit dat er dan bijvoorbeeld rekening mee moet worden gehouden dat niet iedereen een muis gebruikt bij het bezoeken van een website. Formulieren moeten daarom ook alleen met het toetsenbord kunnen worden ingevuld. Een tweede voorbeeld is dat voor audio- en videomateriaal – dat niet live wordt uitgezonden – een kort tekstalternatief beschikbaar moet zijn, zoals ondertiteling of een transcript.

Zoals al eerder aangegeven moet er bij de verplichting om overheidswebsites en mobiele applicaties volgens de standaard in te richten altijd worden gekeken of dit een onevenredige last op de overheidsorganisatie brengt (artikel 3 lid 2-3 Besluit). In het geval dat een overheid beoordeelt dat het toepassen van deze norm inderdaad een onevenredige last met zich meebrengt, moet in de toegankelijkheidsverklaring worden opgenomen aan welke van de toegankelijkheidseisen niet wordt voldaan en zorgen dat er alternatieven zijn (artikel 3 lid 4 Besluit).

Toegankelijkheidsverklaring

Overheidsorganisaties moeten op hun website of bij het downloaden van een mobiele applicatie een verklaring publiceren. Hier in moet worden uitgelegd aan welke toegankelijkheidseisen wordt voldaan en welke niet (artikel 7 Toegankelijkheidsrichtlijn. Het ministerie voor Binnenlandse Zaken en Koninkrijksrelaties en Logius hebben hiervoor een modelverklaring gepubliceerd, die gevolgd moet worden door overheidsorganisaties. Meer informatie over de toegankelijkheidsverklaring vindt u op deze website van Logius.

Moet de overheidsorganisatie rekening houden met de toegankelijkheidsvereisten?

Het is dus van een aantal zaken afhankelijk of de overheidsorganisatie de toegankelijkheidseisen van de Toegankelijkheidsrichtlijn en het Tijdelijk besluit moet doorvoeren. Het gaat alleen om (gedeeltes van) websites en mobiele applicaties die niet onder een uitzondering vallen. Een intranet dat gepubliceerd is vóór 23 september 2019 en die niet ingrijpend wordt herzien valt bijvoorbeeld buiten de regels. Daarnaast is het mogelijk dat de overheid beoordeeld dat het toepassen van deze norm een onevenredige last met zich meebrengt. Dan moet de organisatie wel kijken naar goede alternatieven. Als laatste moet een overheidsorganisatie er op letten vanaf datum de website of mobiele applicatie aan de regels moet voldoen.

Bron

Richtlijn (EU) 2016/2102 van 26 oktober 2016 inzake de toegankelijkheid van de websites en mobiele applicaties van overheidsinstanties
Besluit van 3 mei 2018, houdende tijdelijke regels betreffende de toegankelijkheid van de websites en mobiele applicaties van overheidsinstanties (Tijdelijk besluit digitale toegankelijkheid overheid)

Meer informatie

Digitale toegankelijkheid, Kenniscentrum Europa Decentraal