Europese rechtspraak

Publicatie: 26 juni 2017

Door:


HvJ-EG, 19 juni 2008. Zaak C-454/06. In deze zaak wordt uiteengezet onder welke voorwaarden wijzigingen van een overeenkomst kunnen worden gekwalificeerd als wezenlijke wijziging en daarmee een nieuwe plaatsing voor een overheidsopdracht moet worden uitgezet. Het Hof diept de criteria voor een wezenlijke wijziging verder uit in deze zaak.

De zaak

Na de totstandkoming van een overeenkomst voor nieuwsagentschapdsdiensten tussen Oostenrijk en APA, deden zich diverse herstructureringen voor. Pressetext Nachrichtenagentur (PN), wiens verzoek tot een soortgelijk contract met Oostenrijk werd afgewezen, stelde dat deze wijzigingen onrechtmatig zijn.

De verwijzende rechter vraagt het Hof onder welke voorwaarden wijzigingen van een dergelijke overeenkomst kunnen worden aangemerkt als een nieuwe plaatsing voor een overheidsopdracht. Volgens het Hof vereisen wijzigingen van bepalingen in overheidsopdrachten tijdens de geldigheidsduur ervan een nieuwe plaatsing van een opdracht, wanneer zij wezenlijk wijzigen.

Wezenlijke wijziging

Er is sprake van een wezenlijke wijziging wanneer:

  • voorwaarden worden ingevoerd die, wanneer zij in de oorspronkelijke aanbestedingsprocedure waren genoemd mogelijk geleid zouden hebben tot:
    • toelating van andere inschrijvers dan die welke oorspronkelijk waren toegelaten;
    • de keuze voor een andere offerte dan die waarvoor oorspronkelijk was gekozen;
  • de opdracht in belangrijke mate wordt uitgebreid tot diensten die oorspronkelijk niet waren opgenomen;
  • het economische evenwicht van de overeenkomst wordt gewijzigd in het voordeel van de opdrachtnemer op een wijze die door de voorwaarden van de oorspronkelijke opdracht niet was bedoeld.

Wijziging van contractpartner

Volgens het Hof moet de vervanging van een contractpartner, aan wie de aanbestedende dienst de opdracht oorspronkelijk had toegewezen, worden aangemerkt als een wijziging van een wezenlijke voorwaarde van de overeenkomst.

In deze zaak is er sprake van bijzondere omstandigheden. Het Hof overweegt dat een interne reorganisatie, waarbij geen derde partij is betrokken, de overeenkomst niet wezenlijk wijzigt. Zo is het geval als de nieuwe contractpartner een 100% dochtermaatschappij is van de oorspronkelijke partner.

Prijswijzigingen

Het Hof neemt als uitgangspunt dat een omzetting van prijzen geen wezenlijke wijziging inhoudt, zolang het intrinsieke bedrag niet wordt aangepast. Een verandering van munteenheid met conforme afronding levert geen problemen op. Bij wijze van uitzondering kan het intrinsieke bedrag wel worden aangepast zonder dat dit een nieuwe plaatsing van opdracht inhoudt. De voorwaarde daarbij is dat het gaat om een minimale, objectief verklaarbare aanpassing. Dit is het geval wanneer zij is bedoeld om de uitvoering van de opdracht te vergemakkelijken.

Het Hof oordeelt dat ook een herformulering van de prijsindexclausule geen wezenlijke wijziging tot gevolg heeft. De basisovereenkomst voorzag in de mogelijkheid om de prijsindex door een later indexcijfer te vervangen.

Wijziging van de basisovereenkomst middels aanvulling

Een nieuwe clausule waarin afstand van de mogelijkheid tot opzegging van de overeenkomst wordt gedaan vormt geen nieuwe plaatsing. Het Hof bracht daarbij in overweging dat de geldigheidsduur van de clausule was gelimiteerd tot een periode van drie jaar. Dit levert geen bedreiging voor vervalsing van de mededinging op, mits deze niet systematisch opnieuw wordt opgenomen.

Het Hof overweegt tot slot dat de verhoging van korting op toegekende prijzen in deze zaak onder de clausules van de basisovereenkomst valt en evenmin een nieuwe plaatsing van opdracht vormt.