Onze gemeente geeft steun aan een organisatie die werkt met mensen met een afstand tot de arbeidsmarkt. Hun dienstverlening hebben wij aangewezen als dienst van algemeen economisch belang. Tot op heden verleenden wij subsidie in de vorm van exploitatiesubsidie. De betrokken organisatie gaat over naar een nieuw gebouw en geeft aan dat, als we de kosten van het gebouw zouden compenseren, er zonder exploitatiesteun kan worden gewerkt. Kan dat op basis van een DAEB-vrijstelling?
Antwoord in het kort
Ja, als overheden steun verlenen aan een onderneming belast met een dienst van algemeen economisch belang, mag ook steun worden verleend voor investeringskosten. Daarbij gelden wel een aantal voorwaarden, afhankelijk van de juridische grondslag waarop de steun wordt gebaseerd.
Compensatie bij een DAEB
Bij decentrale overheden heerst wel eens de misvatting dat steun voor de uitvoering van diensten van algemeen economisch belang alleen mag worden verstrekt voor de compensatie van exploitatiekosten, niet voor investeringskosten. Die misvatting is begrijpelijk. In de regel is een dienst van algemeen in economisch belang immers een dienst waarvan de overheid vindt dat die vaak op continue basis moet worden aangeboden. Voor de hand ligt dan dat de overheid bijspringt als er een tekort ontstaat op de lopende rekening van de organisatie die de dienst aanbiedt.
Maar het is ook goed mogelijk om investeringskosten de steunen, zoals de kosten voor het aanschaffen van een gebouw, voor vervoersmiddelen of andere kapitaalmiddelen. Dan moet wel worden gelet op een aantal randvoorwaarden. Welke randvoorwaarden er gelden, hangt af van de juridische grondslag waarvoor wordt gekozen; de DAEB De-minimisverordening of het DAEB Vrijstellingsbesluit.
De DAEB De-minimisverordening
Op grond van de DAEB De-minimisverordening kunnen overheden per periode van drie belastingjaren één of meer steunverstrekkingen doen van totaal maximaal € 500.000,- per onderneming. Naast dit maximale steunplafond gelden er administratieve voorwaarden, waaronder de verplichtingen om de ontvanger mee te delen voor welke taken de steun wordt verleend en de verplichting om de steun te rapporteren aan de Europese Commissie. Een aantal sectoren van de economie is uitgesloten: geen DAEB de-minimissteun mag worden verleend aan producenten in de landbouwsector, visserijsector en aan goederenvervoerders. Steun mag ook worden verleend in de vorm van een lening. In dat geval geldt dat de steuncomponent (bruto steun equivalent) niet meer mag bedragen dan € 500.000,-.
Het DAEB Vrijstellingsbesluit
Ook op basis van het DAEB Vrijstellingsbesluit is het mogelijk om investeringssteun te verlenen. In dat geval zijn de mogelijkheden qua omvang ruimer. In principe mag tot € 15 mln per jaar aan steun worden verstrekt. Voor bepaalde diensten van sociale of medische aard geldt er zelfs geen steunplafond. Complexiteit bij het gebruik van het DAEB Vrijstellingsbesluit is wel dat de vrijstelling alleen geldt voor investeringen die zijn gemoeid met het aanbieden van DAEB-activiteiten. Een en ander pakt in de praktijk als volgt uit:
- Als de bedrijfsmiddelen waarin wordt geïnvesteerd door de DAEB-aanbieder alleen voor DAEB-activiteiten worden gebruikt, dan mogen alle investeringskosten worden gesteund;
- Als de onderneming die met de DAEB is belast ook volledig commerciële activiteiten aanbiedt, dan kunnen alleen de met de DAEB verband houdende investeringskosten in aanmerking worden genomen bij steunverlening;
- Als de bedrijfsmiddelen zowel voor DAEB-activiteiten als ook voor commerciële activiteiten worden gebruikt, dan mag ook compensatie worden verstrekt voor een bijdrage die de kosten voor DAEB-activiteiten dienen op te brengen om een passend deel van gemeenschappelijke kosten te dekken;
- De kosten die verband houden met alle investeringen, met name ten behoeve van infrastructuur, mogen voor steunverlening in aanmerking worden genomen wanneer die kosten (c.q. de infrastructuur) voor het beheer van de DAEB noodzakelijk zijn.
Waarop moet ik nog meer letten?
Om overcompensatie te voorkomen, mag ofwel steun worden verstrekt voor het doen van investeringen, dan wel voor exploitatiesteun voor het aanbieden van de dienst, waarbij ook vergoeding voor afschrijvingen van investeringen wordt gegeven. Maar een combinatie van beide steunvormen is niet toegestaan omdat dezelfde kostencomponenten dan twee keer zouden worden gesteund (lees daarover dit Besluit van de Europese Commissie). Sterker nog, als een onderneming DAEB-exploitatiesteun ontvangt die ook compensatie vormt voor afschrijvingen in investeringen, dan dienen de bedrijfsmiddelen waarvoor de investeringssteun wordt aangewend op marktconforme wijze te zijn aangeschaft, inclusief marktconforme financiering. Voor sommige vormen van investeringssteun voor de uitvoering van DAEB-activiteiten gelden bijzondere grondslagen met afwijkende verplichtingen. Dat is in Nederland bijvoorbeeld het geval bij steun voor sociale woningbouw en voor monumentenzorg. De diverse mogelijkheden voor investeringssteun ten bate van de activiteiten die zijn opgesomd in artikel 47 van de Woningwet en de onderliggende regelgeving. De daarvoor geldende uitzonderlijke regels zijn opgenomen in een separaat besluit van de Europese Commissie, E 2/2005, met kenmerk SA.14175 .
Meer informatie
- Staatssteun, Kenniscentrum Europa Decentraal
- Diensten van algemeen economisch belang, Kenniscentrum Europa Decentraal
- Cultuur en monumenten, Kenniscentrum Europa Decentraal
- Woningcorporaties, Kenniscentrum Europa Decentraal