Op 3 oktober organiseerde Kenniscentrum Europa decentraal samen met de Provincie Zuid-Holland een werklunch waar verschillende experts en betrokkenen van de Provincie spraken over het voorbereiden op de Brexit. Hier ging Kenniscentrum Europa decentraal in gesprek met Rem Korteweg, senior onderzoeker bij Instituut Clingendael en deskundige op het gebied van Europees extern beleid, over de recente voorstellen van de Britse regering aan de EU, de consequenties voor de Nederlandse positie, en de effecten voor de regio.
Om te beginnen, hoe heeft u eigenlijk expertise op het gebied van de Brexit verkregen?
Rem Korteweg ging in 2013 in Londen werken bij het Centre for European Reform (CER). Dit is een denktank die zich bezighoudt met Europees beleid in al z’n facetten en een wederzijdse discussie over Europa en het VK. ‘Naarmate het referendum dichterbij kwam, werden wij steeds vaker gevraagd om analyses te maken over het (wederzijdse voordeel van het) Britse EU-lidmaatschap, maar ook over de impact van Brexit op de economie, het Britse buitenlandse beleid en het Europese buitenlandse beleid’, vertelt Korteweg. ‘Dit leidde ertoe dat ik de aanloop naar het referendum en de nasleep ervan van heel dichtbij heb meegemaakt.’
Korteweg vult hier aan dat het een natuurlijke stap was om vervolgens hetzelfde takenpakket mee te nemen naar het Instituut Clingendael in 2017. Hij merkt op dat het desalniettemin grappig is om in de media aangekondigd te worden als Brexit-deskundige, ‘want je kunt niet deskundig zijn op het gebied van Brexit, omdat het nog nooit is gebeurd.’
Wat gaat er volgens u nu gebeuren naar aanleiding van de recente voorstellen van de Britse regering?
Volgens Korteweg is het een belangrijke constatering dat de voorstellen die er nu liggen niet geschreven zijn om meteen afgeschoten te worden. ‘Boris Johnson had een voorstel kunnen indienen die een hele snelle felle tegenreactie van de EU zou opleveren, maar dat is niet het geval’, vult hij aan.
Vorige week gaf het Europees Parlement haar reactie op het voorstel in een officieel persbericht. Het Parlement is tot de conclusie gekomen dat dit voorstel niet de basis kan vormen voor een akkoord dat zij kan steunen. Daarnaast merkte Commissievoorzitter Juncker op dat er een aantal problematische punten zaten in het voorstel van het VK. In zijn reactie benadrukte hij ondermeer dat het bestuur van de backstop stabiel en voorspelbaar moest zijn.
Korteweg constateert: ‘De reactie van de EU biedt ruimte voor onderhandelingen, maar het is nog onduidelijk hoe dit zal aflopen.’ Hij legt uit dat het eerste grote obstakel wordt gevormd door de moeilijkheden die de EU nu zelf constateert in haar reactie voor het douaneregime, het managen van de nieuwe backstop, de rol van het Noord-Ierse parlement, de versplinterde btw, en een impuls die dit kan geven aan smokkel. Daarnaast is het de vraag of Boris Johnson deze onderhandelingen vóór 19 oktober kan en wil finaliseren. ‘Daar lijkt het steeds minder op. Het is triest maar de afgelopen dagen is de toon verhard en de EU en het VK lijken verder weg van een akkoord dan ooit.’
Korteweg benadrukt: ‘Iets wat we ons goed moeten realiseren is dat Brexit niet alleen maar een onderhandeling is tussen het VK en de EU, waar ze er enkel met elkaar uit moeten komen.’ Hij legt uit dat het ook een onderhandeling is met het Britse Parlement en het verkrijgen van een meerderheid daarin. ‘Al die verschillende niveaus hangen op een bijzondere manier met elkaar samen’.
Wat is de invloed van deze onderhandelingen en het vertrek van het VK uit de EU op de positie van Nederland?
Volgens Korteweg begon de discussie hierover vrijwel meteen toen het resultaat van het referendum binnen was. Door de Brexit gaat de EU van 28 naar 27 lidstaten. ‘Op het eerste gezicht lijkt het niet zo veel, behalve dat het gaat om de tweede economie van de EU en één van de belangrijkste landen die het noordwestelijke, liberale geluid binnen de EU en zijn instituties vertolkte. Doordat het VK vertrekt, verschuift het geografische, demografische en economische zwaartepunt van de EU meer naar het oosten en naar het zuiden’, legt hij uit. Hij geeft aan dat Nederland zich traditioneel in een goede positie bevond; in het middelpunt van de driehoeksverhouding tussen het VK, Duitsland en Frankrijk. ‘Omdat Nederland goede betrekkingen heeft met alle drie, en in het hart zit van het besluitvormend proces, is dat op dit moment een hele comfortabele plek’, legt hij uit. ‘Met het vertrek van het VK komt Nederland als het ware aan de westelijke periferie van de EU te liggen en zal zij letterlijk links liggen van waar de belangrijkste besluitvorming plaatsvindt’.
Daarnaast zal de Brexit volgens Korteweg de stemverhouding onder de gekwalificeerde meerderheid van de EU in het nadeel van landen als Nederland veranderen, ten gunste van zuidelijke lidstaten. Wat dat betekent voor het coalitieproces en welke banden er meer aangehaald moeten worden op diplomatiek vak is volgens hem nog niet helemaal uitgekristalliseerd. ‘We staan aan het begin, omdat Brexit nog niet heeft plaatsgevonden’.
Vorig jaar september bracht de Adviesraad Internationale Vraagstukken op verzoek van de Tweede Kamer al het rapport ‘Coalitievorming na de Brexit: allianties voor een Europese Unie die moderniseert en beschermt’ uit, waarin de veranderende coalitievorming en allianties binnen de EU na de Brexit uitgebreid worden behandeld.
Zijn er beleidsonderwerpen waar je deze verschuiving meer gaat merken?
Korteweg legt uit dat het VK zich, net als Nederland, zorgen maakte over de verdieping van de interne markt. ‘Dit is een standpunt waarbij de Fransen en de Duitsers toch wat meer op de rem staan’, vertelt hij. Het is daarbij volgens hem belangrijk om te bedenken dat, in deze nieuwe stemverhouding waarbij Frankrijk en Duitsland samen 33% vertegenwoordigen, deze twee landen samen met een ander klein land erbij al voorstellen kunnen tegenhouden.’ ‘Dus op die onderwerpen waar Nederland anders tegen de zaken aankijkt dan Parijs of Berlijn, ga je het onderspit delven. Met het VK erbij is die balans anders’, concludeert Korteweg.
Wat voor effect heeft Brexit op regionale ontwikkelingen?
Volgens Korteweg verschilt dit per regio, omdat de mate waarin landen en regio’s handel drijven met het VK ongelijk verdeeld is binnen de EU. Hij wijst hierbij op het onderzoek van Mark Thissen, onderzoeker van het Planbureau voor de Leefomgeving (PBL). ‘De impact van een no-deal-scenario is natuurlijk het minst gunstig voor het VK, daarna in eerste instantie voor Ierland, en dan voor het buurland aan de oostkant: Nederland. Een no-deal gaat ertoe leiden dat Nederland disproportioneel geraakt gaat worden in vergelijking met andere landen in de EU, op Ierland na’, legt hij uit. Hij vult aan dat de effecten van een no-deal-Brexit dan ook nog eens per regio afhankelijk zijn van de sectoren die dominant zijn in die regio. ‘Bijvoorbeeld regio’s met een dominante agrarische sector, of regio’s die afhankelijk zijn van samenwerking met kennisinstituten in het VK ondervinden meer gevolgen van een no-deal-Brexit’, aldus Korteweg. Lees meer over het onderzoek van Mark Thissen in het interview in onze Europese Ster.
In het eerder verschenen Brexit-alert-rapport van Clingendael over de bedrijvenstroom vanuit het VK naar Nederland lichtte Korteweg ook de positieve effecten uit. Bijvoorbeeld de bevorderlijke gevolgen voor de farmaceutische-, financiële-, en media sectoren. Hij benadrukt echter: ‘de komst van die bedrijven compenseren het ontregelen van- of het negatieve effect van een no-deal niet.
Wat betreft de negatieve gevolgen: hoe zouden lokale bedrijven in Nederland die door de Brexit geraakt worden, geholpen kunnen worden?
Volgens Korteweg is het voor bedrijven belangrijk zich goed te laten informeren. Dit doet Europa decentraal al voor bijvoorbeeld gemeenten met de Brexit Impact Scan voor overheden, en dit zouden lokale bedrijven in Nederland ook kunnen doen met bijvoorbeeld de Brexit Impact Scan voor bedrijven.
Indien u wilt weten hoe uw overheidsorganisatie het bedrijfsleven in uw regio kan informeren, lees dan onze laatste ‘Brexit uitgelicht’.
Blijf voorbereid op alle scenario’s
Gemeenten, provincies, waterschappen en de Rijksoverheid zullen gevolgen ondervinden van de Brexit. De Brexit Impact Scan voor overheden biedt overheden inzicht op dit gebied. De impactscan houdt rekening met twee scenario’s: een Brexit met een terugtrekkingsakkoord én een Brexit zonder terugtrekkingsakkoord. Overheden die al begonnen zijn met het voorbereiden op de Brexit kunnen de impactscan gebruiken als een checklist om na te gaan of zij niet iets over het hoofd hebben gezien. Daarnaast kunnen gemeenten, provincies, waterschappen en rijksoverheidsorganisaties via het Brexit-loket voor overheden op de hoogte blijven van nieuwe ontwikkelingen omtrent de Brexit. Ook kunnen zij via de helpdesk kosteloos vragen stellen over de Brexit.
Meer informatie
Rem Korteweg, Instituut Clingendael (Op twitter: @remkorteweg)
Going Dutch: Which firms are moving to the Netherlands because of Brexit?, Rem Korteweg, Instituut Clingendael
Brexit Impact Scan voor Overheden, Kenniscentrum Europa Decentraal
Kansen voor Nederland door internationale bedrijvenstroom rondom Brexit, Kenniscentrum Europa Decentraal
Uitgelicht: hoe informeer ik het bedrijfsleven in mijn regio over mogelijke gevolgen van Brexit, Kenniscentrum Europa Decentraal
In gesprek met Mark Thissen, onderzoeker bij het Planbureau voor Leefomgeving, Kenniscentrum Europa Decentraal