Europese rechtspraak

Laatste update: 27 februari 2023

Door:


1. Introductie

Aanbestedende diensten kunnen bij een aanbestedingsprocedure kiezen om het gunningscriterium van de economisch meest voordelige inschrijving (emvi) toe te passen. Het Hof van Justitie (Hof) heeft zich in deze zaak uitgelaten over de mate waarin aanbestedende diensten, indien zij gebruik willen maken van het gunningscriterium emvi, van tevoren bekend moeten maken hoe de inschrijvingen tijdens de gunningsfase zullen worden beoordeeld.

2. HVJ EU, 14 juli 2016, C-6/15, TNS Dimarso NV tegen Vlaams Gewest

Zaak C-6/15

3.Beleidsdossier(s) en thematiek

Aanbestedingen
Aankondigen en bekendmaken
Gunningscriteria

4. Feiten in de zaak

Op 31 januari 2012 heeft het Vlaams Gewest (Vlaanderen) een opdracht aangekondigd voor een grootschalig onderzoek naar de woning en de woonconsument in Vlaanderen. Voor de aanbesteding golden twee gunningscriteria, namelijk kwaliteit van de offerte (50%) en prijs van de offerte (50%). In totaal voldeden vier inschrijvers aan deze technische vereisten, waaronder TNS Dimarso. De kwaliteit van de offertes zijn vervolgens door het Vlaams Gewest geclassificeerd in drie groepen: hoog, voldoende of laag. Uiteindelijk wordt de opdracht gegund aan Ipsos België.

TNS Dimarso heeft beroep aangetekend tegen de gunning. Volgens Dimarso zijn de offertes ten onrechte beoordeeld aan de hand van weging „hoog-voldoende-laag” voor wat betreft het criterium van de kwaliteit van de offertes, terwijl deze classificaties niet in het bestek waren vermeld.

5.Rechtsvraag

De Belgische Raad van State heeft in deze zaak vervolgens de volgende rechtsvraag bij het HvJ neergelegd: is een aanbestedende dienst volgens artikel 53 lid 2 van richtlijn 2004/18 er toe gehouden om de beoordelingsmethodiek aan de hand waarvan de offertes volgens de gunningscriteria beoordeeld zullen worden, steeds vooraf vast te stellen en in de aankondiging of het bestek op te nemen indien gegund wordt aan de inschrijver op basis van de emvi? En als er geen dergelijke algemene verplichting bestaat, dat er omstandigheden zijn waarin deze verplichting wel geldt?

6. Samenvatting uitspraak

Relatief gewicht

Het Hof merkt ten eerste op dat indien aanbestedende diensten op basis van artikel 53 lid 2 van richtlijn 2004/18 opteert de opdracht te gunnen aan de inschrijver met de emvi, het relatieve gewicht in de aankondiging of het bestek moet zijn gespecificeerd. Het relatieve gewicht van elk van de gunningscriteria moet vanaf het begin van de aanbestedingsprocedure duidelijk zijn vastgesteld, zodat de inschrijvers objectief kunnen vaststellen welk gewicht een gunningscriterium daadwerkelijk ten opzichte van een ander zal hebben.

Wegingscoëfficiënt later vaststellen

Het Hof beargumenteert vervolgens dat eerder in het Evropaïki-arrest is geoordeeld dat een aanbestedende dienst na het verstrijken van de termijn voor het indienen van de offertes wegingscoëfficiënten kan vaststellen voor de subcriteria die in wezen aansluiten op de criteria die vooraf ter kennis zijn gebracht van de inschrijvers, mits daarbij drie voorwaarden in acht worden genomen:

  1. De achteraf vastgestelde wegingscoëfficiënten mogen geen wijziging brengen in de in het bestek of de aankondiging van de opdracht gedefinieerde criteria voor de gunning van de opdracht.
  2. Zij mogen geen elementen bevatten die, indien zij bij de voorbereiding van de offertes bekend waren geweest, deze voorbereiding hadden kunnen beïnvloeden.
  3. Bij de vaststelling van de efficiënten mogen geen elementen in aanmerking zijn genomen die discriminerend kunnen werken jegens een van de inschrijvers.

Er geldt echter geen verdere verplichting voor de aanbestedende dienst om de methode aan de hand waarvan hij de offertes in concreto zal beoordelen op basis van de criteria voor de gunning van de opdracht en het relatieve gewicht ervan, vooraf bekend te maken aan de potentiële inschrijvers.

Prijs-kwaliteit verdeling 50-50

In casu zal dus moeten worden beoordeeld of de gunningsprocedure voldoet aan deze verplichtingen, wanneer een aanbestedende dienst in de aanbesteding slechts twee gunningscriteria heeft genoemd, namelijk de kwaliteit en de prijs voor beide een weging van 50%. Terwijl de beoordelingscommissie een schaal ‘hoog-voldoende-laag’ heeft gebruikt voor de beoordeling van het criterium ‘kwaliteit van de offertes’, zonder dat er een schaal is gebruikt voor het gunningscriterium ‘prijs’.

De gebruikte vermelding van 50-50 kwaliteit-prijsverhouding betekent volgens het Hof  dat de twee gunningscriteria bij beoordeling hetzelfde gewicht moeten hebben. De verdere uitwerking kan volgens het Hof vooral een impact hebben op het prijscriterium door hieraan een doorslaggevend gewicht te verlenen ten opzichte van de rangschikking van de offertes op basis van de driedelige kwaliteitsschaal. Het staat echter aan de verwijzende rechter om na te gaan of de aanbestedende dienst het in de aankondiging van de opdracht bekendgemaakte relatieve gewicht van elk van de gunningscriteria daadwerkelijk bij de beoordeling van de offertes in acht heeft genomen.

7. Decentrale relevantie

De uitspraak van het Hof betreft de uitleg van de voormalige aanbestedingsrichtlijn 2004/18. Echter, dit kan ook relevant zijn voor toepassing van de huidige richtlijn 2014/24. Het is voor decentrale overheden onder richtlijn 2014/24 namelijk ook mogelijk om inschrijvingen in de gunningsfase te beoordelen op basis van emvi. Omdat kennis van de beoordelingsmethodiek voor inschrijvers van belang is bij de voorbereiding van de inschrijving, is het opmerkelijk dat het Hof heeft geoordeeld dat er in beginsel geen verplichting bestaat om deze beoordelingsmethodiek van tevoren bekend te maken. Hierbij dient de overheidsinstelling dus wel rekening te houden met het verschil tussen het relatieve gewicht (wat vooraf bekend moet worden gemaakt) en het wegingscoëfficiënt (wat tijdens de beoordeling mag worden vastgesteld). Indien vooraf is bepaald dat de wegingsfactor van de prijs en de kwaliteit beide 50% is, mag de wegingscoëfficiënt dit tijdens de beoordeling dus niet verschuiven.

8. Meer informatie

Arrest C-6/15
Tijdschrift voor Bouwrecht IBR, 20 juli 2016, samenvatting arrest
Aankondigen en bekendmaken, Europa decentraal
Gunningscriteria, Europa decentraal