De Europese Commissie heeft de voorlopige energie- en klimaatplannen van de lidstaten beoordeeld. Hoewel de plannen voor de periode van 2021 tot 2030 al redelijk ver gaan, schieten ze volgens de Commissie tekort om de gestelde doelen voor 2030 te halen. Nederland heeft over het algemeen de doelstellingen op orde, maar krijgt de aanbeveling om deze beter te onderbouwen met specifieke beleidsvoorstellen. De lidstaten moeten voor 2020 hun definitieve plan indienen.
Nationale energie- en klimaatplannen
In december 2018 heeft Nederland het concept-Integraal Nationaal Energie- en Klimaatplan (INEK) aangeleverd bij de Europese Commissie. De EU-lidstaten zijn op basis van de Europese verordening voor de governance van de energie-unie verplicht om vanaf 2021 elke tien jaar een dergelijk plan op te stellen en uit te voeren. Het INEK dient als planning voor het realiseren van de Europese energiedoelen. In 2030 moet 32% van de energieconsumptie bestaan uit hernieuwbare energie en dient er 32,5% minder energie te worden verbruikt ten opzichte van 1990.
Alle nationale plannen van de lidstaten volgen een vaste structuur, die is gebaseerd op de vijf dimensies van de energie-unie:
- energie-efficiƫntie
- een interne energiemarkt
- een koolstofarme economie
- energiezekerheid
- innovatie
Per dimensie moeten lidstaten doelstellingen vastleggen en aangeven welke maatregelen er worden genomen om die doelstellingen te behalen. Het opstellen van de plannen dient te gebeuren in samenspraak met nationale belanghebbenden en directe buurlanden.
Beoordeling Europese Commissie
Volgens de Europese Commissie zijn de nationale plannen een essentieel onderdeel van de energietransitie. Na een eerste beoordeling is de Commissie echter ook van mening dat de voorlopige plannen van de lidstaten nog niet ver genoeg gaan om de energiedoelen ook daadwerkelijk te behalen. Bij uitvoering van de huidige plannen komt het aandeel hernieuwbare energie in 2030 1,6% tekort ten opzichte van de doelstelling. Voor de energie-efficiƫntie kan deze kloof oplopen tot 6%. De Commissie roept de lidstaten dan ook op om hun inspanningen op te voeren dan wel concreter te maken.
Nederland
De Commissie is te spreken over het ambitieniveau van Nederland voor het aandeel hernieuwbare energie. Dat ligt op 27-35%. Tegelijkertijd moet Nederland beter onderbouwen hoe zij deze doelstellingen denkt te gaan halen, door middel van gedetailleerde en gekwantificeerde beleidslijnen. Wat betreft energiebesparing wil de Commissie graag dat Nederland een stap extra zet. Op dit moment zijn de Nederlandse ambities onvoldoende om de Europese doelstellingen te halen.
Ook de doelstellingen op het gebied van energiezekerheid en innovatie behoeven verduidelijking volgens de Commissie. Op financieel gebied moet Nederland inzichtelijk maken welke investeringsbehoeften er zijn om de plannen uit te voeren, en hoe in deze behoeften wordt voorzien. Daarnaast ziet de Commissie graag een verdere analyse van de sociale gevolgen van plannen en de impact die deze hebben op de werkgelegenheid. Nederland moet uiterlijk 31 december 2019 het definitieve INEK indienen bij de Europese Commissie.
Bronnen:
EU-landen moeten meer ambitie tonen bij uitvoering Parijs klimaatakkoord, Europese Commissie
Aanbevelingen voor Nederland, Europese Commissie
Meer informatie
Energie en klimaat, Kenniscentrum Europa Decentraal