Nieuws

Publicatie: 12 april 2021

Door: en


Toeristische verhuur van woningen zorgt de afgelopen jaren voor veel problemen in Nederlandse steden. De Wet toeristische verhuur geeft gemeenten nu de mogelijkheid om dit aan banden te leggen. De wet stelt gemeenten in staat regels op te leggen aan verhuurdersplatforms, zoals Airbnb en Booking.com. Nederland heeft succesvol de notificatieprocedure op grond van de Richtlijn inzake elektronische handel doorlopen. In deze procedure zijn de bepalingen door de Europese Commissie en andere lidstaten getoetst aan het Europees recht. De bepalingen inzake verhuurdersplatforms zullen per 1 juli 2021 in werking treden.

De Wet toeristische verhuur

De toename van toeristische verhuur van woningen heeft de afgelopen jaren geleid tot ongewenste effecten op de woningmarkt en de leefbaarheid van steden en dorpen. Verhuurdersplatforms spelen een grote rol in deze toename. Om gemeenten in staat te stellen deze ongewenste effecten tegen te gaan, zijn nieuwe gemeentelijke bevoegdheden opgenomen in de Wet toeristische verhuur. De Wet toeristische verhuur wijzigt de Huisvestingswet van 2014. Het gros van de bepalingen is sinds 1 januari 2021 van kracht. Zo kunnen gemeenten verhuurders van vakantiewoningen nu verplichten een registratienummer aan te vragen wat zij moeten vermelden bij advertenties (artikel 23a). In aanvulling daarop kan de gemeente op grond van artikel 23b bepalen dat een woning voor een maximaal aantal nachten verhuurd kan worden. Verder bestaat de mogelijkheid om een meldingsplicht in te stellen waarbij iedere verhuring vooraf bij burgemeester en wethouders moet worden gemeld.

Artikel 23a lid 3 en artikel 23d leggen verplichtingen op aan verhuurdersplatforms als Airbnb en Booking.com. Artikel 23a lid 3 stelt dat het verboden is een woning aan te bieden voor toeristische verhuur zonder vermelding van het registratienummer, indien de gemeente een registratieplicht heeft ingevoerd. Daarnaast bepaalt artikel 23d dat degene die aanbiedingen voor toeristische verhuur van woningen publiceert, waaronder verhuurdersplatforms, verplicht is de verhuurder van die woonruimte te informeren over geldende regels en verboden in de betreffende gemeente.

Diensten van de informatiemaatschappij

Vragen inzake de regulering van online platforms als Airbnb en Uber zijn de afgelopen jaren verschillende keren door het Europese Hof van Justitie behandeld. Meer informatie hierover kunt u vinden in onze EUrresten betreffende Asociación Profesional Elite Taxi en Cali Apartements. Voor de Wet toeristische verhuur is voornamelijk de uitspraak van het Hof in Airbnb Ireland van belang. Bij deze zaak ging het niet alleen over de verenigbaarheid van maatregelen met de Dienstenrichtlijn maar ook met de Richtlijn inzake elektronische handel. Het Hof maakte duidelijk dat de bemiddelingsdienst die Airbnb verricht een ‘dienst van de informatiemaatschappij’ is. Daarmee brengt het Hof deze dienst binnen het toepassingsgebied van de Richtlijn inzake elektronische handel. Dit houdt in dat decentrale overheden bij het reguleren van verhuurdersplatforms niet alleen rekening moeten houden met het verdragsrechtelijke vrij verkeer van diensten en de Dienstenrichtlijn, maar ook met de Richtlijn inzake elektronische handel.

De Richtlijn inzake elektronische handel

Het doel van de Richtlijn inzake elektronische handel is om een bijdrage te leveren aan de goede werking van de interne markt door het vrije verkeer van de diensten van de informatiemaatschappij tussen lidstaten te waarborgen. Artikel 3 lid 2 van de richtlijn bepaalt dat lidstaten het vrije verkeer van diensten van de informatiemaatschappij die vanuit een andere lidstaat worden geleverd niet mogen beperken. Wel kunnen lidstaten beperkende maatregelen opleggen indien deze voldoen aan de voorwaarden van artikel 3 lid 4. Een van de voorwaarden is dat de beoogde maatregelen moeten worden gemeld aan de Commissie en de andere lidstaten. In navolging daarvan heeft Nederland in december 2020 een notificatie gedaan.

Notificatieprocedure

Nederland heeft artikel 23a lid 3 en artikel 23d kennisgegeven bij de Commissie en gepubliceerd in het Technical Regulations Information System (TRIS). In Richtlijn 2015/1535 wordt de kennisgevingsprocedure voor technische voorschriften en regels betreffende de diensten van de informatiemaatschappij beschreven. In deze specifieke kennisgeving van Nederland is de wettekst van artikel 23a lid 3 en artikel 23d gepubliceerd en een verklaring opgenomen waarom de maatregelen noodzakelijk, geschikt, proportioneel, niet subsidiair en non-discriminatoir zijn. De Commissie en de lidstaten kunnen via TRIS de maatregelen analyseren in het licht van EU-wetgeving alvorens wel of geen bezwaar te maken. Gedurende drie maanden geldt een stand still-verplichting, wat betekent dat de kennisgegeven wetgeving dan niet in werking mag treden. Aangezien geen van de lidstaten noch de Commissie opmerkingen of bezwaren heeft ingediend tegen beide artikelen, kunnen deze nu per 1 juli 2021 in werking treden. Vanaf dat moment kunnen gemeenten verplichtingen opleggen aan verhuurdersplatforms.

Bron

Wijziging Wet toeristische verhuur, Staatsblad van het Koninkrijk der Nederlanden
Mededeling van de Commissie – TRIS/(2020) 04269, Europese Commissie
Kamerbrief notificatie amendementen en uitvoering moties toeristische verhuur, Rijksoverheid

Meer informatie

EUrrest Airbnb Ireland, Kenniscentrum Europa Decentraal
EUrrest Asociación Profesional Elite Taxi, Kenniscentrum Europa Decentraal
EUrrest Cali Apartements, Kenniscentrum Europa Decentraal
Uitspraak Hof van Justitie: Cali Apartements, Kenniscentrum Europa Decentraal