Nieuws

Publicatie: 26 september 2020

Door: en


Een nationale vergunningsplicht voor herhaalde kortstondige verhuur van woonruimte aan incidentele klanten die daar niet hun woonplaats kiezen is verenigbaar met het Unierecht. Dat blijkt uit de uitspraak van het Europese Hof van Justitie in de zaak Cali Apartments. Deze uitspraak vormt een bevestiging van het strenger wordende regime omtrent verhuur van woningen via constructies als Airbnb.

Achtergrond

Cali Apartments en HX verhuurden eenkamerflats in Parijs via een website op onregelmatige basis en kortstondig aan incidentele klanten. De verhuurders hadden hiervoor geen voorafgaande vergunning, wat volgens de Franse wetgeving wel verplicht is. De Franse rechter veroordeelde de vennootschappen daarom tot een geldboete op grond van de toepasselijke Franse wetgeving. Ook gelastte de rechter hen de panden weer te gebruiken voor langdurige bewoning. In de zaak die voor het Europese Hof van Justitie werd gebracht, zijn door de Franse rechter een aantal vragen gesteld om te bepalen of de Franse wetgeving in lijn is met de Europese Dienstenrichtlijn. Deze zaak gaat specifiek over de sociale en maatschappelijke gevolgen die kortstondige verhuurdiensten teweeg kunnen brengen, en de rechtvaardiging van eventuele beperkende maatregelen door de overheid.

Oordeel van het Hof van Justitie

Het Europese Hof van Justitie bevestigt dat de Dienstenrichtlijn van toepassing is op de herhaalde, kortstondige verhuur van woonruimte aan incidentele klanten en dat de nationale regeling een “vergunningstelsel” is in de zin van de Richtlijn. Vervolgens wordt de betreffende regeling getoetst aan de voorwaarden van artikel 9 en 10.
Het Hof oordeelt dat de Franse wetgeving niet in strijd is met deze bepalingen. De nationale regeling waarborgt een aanbod van woningen voor langdurige verhuur, waarbij kortstondige verhuur aan een stelsel van voorafgaande vergunning wordt onderworpen. De bestrijding van het tekort aan woningen voor langdurige verhuur vormt een dwingende reden van algemeen belang die deze regeling rechtvaardigt. Het Hof oordeelt ook dat deze regeling evenredig is met het nagestreefde doel; er is geen minder beperkende maatregel beschikbaar. De nationale regeling voldoet hiermee aan de voorwaarden van artikel 9 van de Dienstenrichtlijn voor het hanteren van vergunningstelsels. Het Hof geeft bovendien duidelijkheid over de vereisten van artikel 10 Dienstenrichtlijn voor vergunningscriteria. De strekking is dat nationale autoriteiten de bevoegdheid hebben om binnen het vergunningstelsel de criteria voor vergunningverlening te bepalen. Die moeten gericht zijn op het nagestreefde doel -het waarborgen van de woningmarkt- en te voldoen aan de voorwaarden die artikel 10 Dienstenrichtlijn eraan stelt.
Kortom, overheden kunnen ervoor kiezen om een nationale regeling in te stellen die een vergunning vereist voor de herhaalde kortstondige verhuur van woonruimte aan incidentele klanten die daar niet hun woonplaats kiezen. Als voorwaarde hiervoor geldt wel dat er sprake is van krapte op de woningmarkt.

Airbnb-verhuur

Het kortstondig verhuren van woningen en appartementen is in toeristische steden al jaren een probleem. Dit veroorzaakt krapte op de reguliere woningmarkt. Als gevolg hiervan gaan de prijzen voor de inwoners omhoog. Deze uitspraak van het Hof betekent dat gemeenten verhuurders kunnen verplichten een vergunning aan te vragen voor de verhuur van woningen via websites als Airbnb. Dat geeft gemeenten de mogelijkheid om de wildgroei aan Airbnb-verhuur aan banden te leggen.

Bron

Uitspraak 22 september 2020, C‑724/18 en C‑727/18, ECLI:EU:C:2020:743 (Cali Apartments)

Meer informatie

Dienstenrichtlijn, Kenniscentrum Europa Decentraal
Rechtspraak over de toepassing van de Europese Dienstenrichtlijn: Een handleiding voor decentrale overheden, Kenniscentrum Europa Decentraal