Het veelbesproken Just Transition Fund staat sinds 23 januari open voor subsidieaanvragen om het verschil te maken in de transitie naar klimaatneutraliteit. Het fonds, met een totaalbedrag van 623 miljoen verdeeld over zes regio’s, moet de economie verduurzamen en nieuwe werkgelegenheid creëren in de gebieden die het zwaarst getroffen zijn door de overgang naar een groene economie. Kenniscentrum Europa Decentraal (KED) ging over deze nieuwe subsidiemogelijkheid in gesprek met Ruud van Raak (Programmamanager Kansen voor West), waarin de verschillende aspecten van dit fonds aan bod kwamen. Hieronder leest u alle ins- en outs van dit programma en of u hier gebruik van kunt maken.
Het Just Transition Fund
Het Just Transition Fund (JTF) is het financiële instrument als onderdeel van de Green Deal dat de regio’s die het hardst getroffen worden door de transitie naar een klimaatneutraal Europa moet ondersteunen.
Het fonds bevat een totaal bedrag van ruim 623 miljoen euro en is bestemd voor de zes regio’s in Nederland waar de meeste intensieve industrie plaatsvindt. Met deze gelden moet het onder andere mogelijk worden om innovatieve oplossingen binnen bedrijven te stimuleren, om- en bijscholing te faciliteren en nieuw op te zetten ondernemingen te ondersteunen.
Het leeuwendeel van de gelden komt ten goede aan de regio Groningen en Emmen met een aandeel van 51%. De overige gelden worden over de verschillende regio’s verdeeld. Dit komt neer op een bedrag van zo’n 58,5 miljoen per regio.
De zes JTF-regio’s
- Groningen-Emmen
- IJmond
- Groot-Rijnmond
- Zeeuws-Vlaanderen
- Westelijke Noord-Brabant
- Zuid-Limburg
De subsidies zijn onder andere beschikbaar voor het mkb, grotere bedrijven en samenwerkingsverbanden van ondernemingen, zoals met kennis- en onderwijsinstellingen of overheden. De subsidieregelingen verschillen per regio. Overweegt u om een bijdrage uit het JTF aan te vragen, neem dan eerst contact op met de managementautoriteit van uw regio: Rijnmond, Kansen voor West; IJmond, Kansen voor West; Groningen en Emmen, SNN; en Zeeuws-Vlaanderen, Zuid-Limburg en West-Noord-Brabant, Stimulus.
Kun je ons meenemen in het proces van de totstandkoming van het JTF?
‘De openstelling van het Just Transition Fund is de bekroning van het lange traject dat aan dit fonds vooraf is gegaan. Al in 2020 kwam de Europese Commissie met het voorstel voor een herstelpakket van de economie (NextGenerationEU Red.), waar het JTF onderdeel van uitmaakt. Toen heeft het ministerie van Sociale Zaken en Werkgelegenheid (SZW) en het ministerie van Economische Zaken en Klimaat (EZK) als de verantwoordelijke uitvoeringsorganisaties vanuit de lidstaat gedacht: hoe gaan we dit proces opstarten? Tijdens dat proces hebben verschillende regio’s hun hand opgestoken om hieraan mee te werken, juist ook omdat het een gebiedsgericht programma is. Vervolgens heeft dit er toe geleid dat de regionale overheden en de lidstaat met elkaar om tafel zijn gaan zitten om samen te kijken hoe dit programma het beste geïmplementeerd kan worden. Hier is natuurlijk wel wat tijd overheen gegaan, te beginnen met een aantal overleggen met de verschillende partijen om vervolgens door te gaan naar de tekentafel voor de eerste ideeën. Hieruit kwam al vrij snel in het proces een tweetal varianten naar boven, waarbij de regio’s en de lidstaat een verschillende positie innamen. Waar de regio’s voornamelijk de wens hadden dit naar het model van het Europees Fonds voor Regionale Ontwikkeling (EFRO) in te richten, gaf de lidstaat daarentegen de voorkeur aan een nationaal programma, zoals we kennen van het Europees Sociaal Fonds (ESF). Uiteindelijk is bij de overleggen, waar onder andere ministers, gedeputeerden en de wethouders van de regio’s bij zaten, gekozen voor een nationaal plan met zes regionale hoofdstukken. Onder deze hoofdstukken hangen vervolgens weer zes regionale transitieplannen, waarin de opgaven voor de regio beschreven staan en hoe zij dit willen aanpakken. Het model voor het Just Transition Fund is een nieuwe variant van beheer in Nederland. Waar het EFRO volledig decentraal is geregeld en ESF volledig centraal, zit het JTF daartussen in.’
De openstelling van het Just Transition Fund is de bekroning van een lang traject.
’Een ander punt van discussie in het proces naar een uitgewerkt JTF plan was welke regio’s in aanmerking zouden komen. De Commissie vond dat het JTF plan in Nederland alleen voor Groningen bedoeld was vanwege de negatieve gevolgen van de energietransitie. Hier is door de andere regio’s sterk tegen gelobbyd om dat anders te doen, ook met steun van het Rijk. Dit is destijds zelfs besproken in de Tweede Kamer, iets wat voor de Europese Commissie nogal vreemd was. De Commissie ging er immers vanuit dat er alleen geld naar Groningen ging. Uiteindelijk is de knoop in de Tweede Kamer toch doorgehakt en werd een verdeling van de gelden gemaakt over meerdere regio’s. Groningen kreeg hierin met 51% wel het grootste aandeel en de andere vijf regio’s kregen ieder 58,5 miljoen. Met dit besluit kon het programma van start en werden de regio’s opgedragen te beginnen met de transitieplannen en de hoofdstukken voor het operationeel programma. Dit hele proces heeft in totaal zo’n anderhalf jaar in beslag genomen. Voor het beheer is gekozen om dit te beleggen bij Uitvoering van Beleid van het ministerie van SZW en de uitvoerende kant is terecht gekomen bij de uitvoeringsorganisaties van EFRO, Kansen voor West, SNN en Stimulus.’
Waar liggen de prioriteiten binnen het programma?
‘We zijn erin geslaagd om in elke regio een beetje dezelfde opbouw neer te zetten, maar er zitten wel wat accentverschillen in. Zo heeft iedere regio een eigen prioritaire as gekregen, naast de drie sporen die voor elk gebied hetzelfde zijn. De drie sporen die centraal staan binnen het Just Transition Fund zijn investeringen in de vernieuwing en versterking van de regionale economie, in technologie, systemen en infrastructuur en in een wendbare en weerbare beroepsbevolking.
‘De manier waarop de verschillende sporen zijn ingevuld verschilt en is afhankelijk van de problematiek per regio. Als basis is afgesproken dat 50% van de gelden ten goede dient te komen aan de economie en de andere helft aan het sociale aspect, echter zie je binnen die percentages wel verschillen. Een goed voorbeeld hiervan is spoor twee, waarbij zowel Rijnmond, Zuid-Limburg als Zeeuws-Vlaanderen erg inzetten op de groene chemie en circulaire plastics. Het Noorden kijkt daarentegen verder dan de industrie en zoekt iets wat past bij het DNA van de regio, zoals investeringen in waterstof. Ook binnen de westelijke regio’s Rijnmond en IJmond zijn er al verschillen merkbaar. Voor de Regio IJmond, bestaande uit vijf gemeenten, is de staalproducent Tata Steel de voornaamste uitdaging. Daarnaast beschikt het gebied over meerdere grote bedrijven, waarbij de vraag centraal staat hoe zij over kunnen stappen op waterstof. Bij Rijnmond daarentegen zie je dat de focus meer ligt op het eerste spoor; vernieuwing en versterking van de regionale economie. Dit is hard nodig, want voor een aantal bedrijven is er nu eenmaal geen opvolger. Op een gegeven moment gaan de kolencentrales dicht en daarom zal je dus moeten inzetten op diversificatie, waaronder door een rol te pakken in de groene chemie. Uiteindelijk zetten alle regio’s dus in op vernieuwing van de economie, diversificatie van bestaande systemen en het bij- en omscholen van personeel, maar verschilt het per regio waar de nadruk op ligt.’
Het uiteindelijk doel van het Just Transition Fund is om bedrijven te ondersteunen bij het overschakelen naar niet-fossiele brandstoffen.
Wat is het beoogde doel?
‘Het doel van het Just Transition Fund is om bedrijven te ondersteunen bij het overschakelen op niet-fossiele brandstoffen, maar de details van het beoogde resultaat zijn lastig te duiden. Uiteraard zijn er wel indicatoren opgesteld en hier streven wij ook naar in het programma. Zo is het onder andere de bedoeling om in Rijnmond ongeveer 200 ondernemers te ondersteunen en iets meer dan 10.000 personen een training of een traject te laten volgen. Het aantal ondernemers en personen dat wordt geholpen verschilt uiteraard per gebied, maar het uitgangspunt van het bieden van ondersteuning bij de energietransitie is overal gelijk. Qua concrete acties moet vooral gedacht worden aan nieuwe manieren om iets circulair te maken. De beginfase van een dergelijke innovatie is vaak al door EFRO bekostigd en het vervolg is te realiseren door middel van het JTF. Daarnaast draait het ook veel om het omschakelen van bestaande bedrijven op waterstof, dit is echt het toverwoord voor het verduurzamen van de bestaande industrie.’
Welke rol speelt samenwerking binnen en buiten de eigen regio?
’Het is mogelijk voor de Nederlandse JTF-regio’s om met elkaar samen te werken, dit was ook een van de argumenten om het een landelijk programma te maken. Uiteindelijk dragen alle acties bij aan een breder programmagebied en dus aan de overgang naar klimaatneutraliteit. Daarnaast is het ook mogelijk om buitenlandse partners te betrekken bij de opgaven. De Commissie streeft ernaar om dit te stimuleren en mede daarom is de grens van 15% eraf gehaald. Voorheen was het zo dat er tot 15% van het gekregen budget over de grens mocht worden uitgegeven. De versoepeling van het budget voor buitenlandse partners neemt natuurlijk niet weg dat de regio’s het geld hard genoeg nodig hebben voor henzelf.’
Aanvragen
Het indienen gaat hetzelfde als bij het Europees Fonds voor Regionale Ontwikkeling (EFRO), namelijk via een webportaal. Voor het JTF is er een speciaal portaal opgezet waarin je de aanvraag online kan indienen. Dit is echter alleen mogelijk door middel van e-herkenning, dus het is erg handig om dit aan te vragen voordat je van plan bent de uiteindelijke aanvraag in te dienen.
Het JTF wordt uitgevoerd volgens regels van gedeeld beheer, wat in dit geval betekent dat de regionale managementautoriteiten van de verschillende regio’s verantwoordelijk zijn voor de toebedeling van de gelden. Vanaf 23 januari 2023 zal het JTF open gaan voor aanvragen. De precieze datum verschilt per regio. Het JTF-portal is te vinden via de volgende link.
Hoe worden de ingediende voorstellen beoordeeld?
‘Qua spelregels is het een kopie van EFRO, dus de projecten worden op basis van dezelfde criteria beoordeeld. Voor de beoordeling is een specifieke JTF-commissie opgezet. Dit is een onafhankelijke commissie die per regio wordt samengesteld. Hierin zitten deskundigen uit verschillende sectoren die de regio goed kennen. Zij beoordelen aan de hand van de criteria of een voorstel in aanmerking komt voor financiering. Naast de bekende criteria van EFRO is er wel één extra criterium aan toegevoegd, namelijk sociaal economische integraliteit. Het is voor JTF expliciet de bedoeling dat je zowel de sociale als economische gevolgen ook aanpakt met je project. Voor de rest geldt dat je voorstel, om gehonoreerd te worden, 70 van de 100 punten moet scoren van de criteria.’
Bij JTF heb je niet veel tijd; het moet voor het einde van 2026 allemaal uitgegeven en afgerekend zijn.
Heb je nog tips voor potentiële aanvragers?
‘Als het om tips gaat spreken we altijd van de s’en. De eerste tip is steunpunt: bij nieuwe initiatieven is het goed om eerst te kijken of het wel past binnen de organisatie en is het belangrijk om na te gaan wie je meeneemt als partner. Het design van een project is pas goed als je er van tevoren over hebt nagedacht. Een tweede tip is snelheid: bij JTF heb je niet veel tijd, het moet voor het einde van 2026 allemaal uitgegeven en afgerekend zijn. Het moeten dus ook projecten zijn die snel gestart kunnen worden en snel afgerond zijn. Als je een project hebt waar nog veel besluiten genomen moeten worden, dan is het wat minder geschikt voor de eerste ronden. In dat geval kun je beter het project bij Kansen voor West indienen, daar gelden over het algemeen wat ruimere periodes. Voor de rest heb je bij JTF gewoon het voordeel dat alle spelregels gelijk zijn met de regels die we kennen van het EFRO. Ook de nieuwe zaken, zoals het hebben van een vast urentarief, kunnen we meenemen naar het JTF. Dit alles maak het indienen van een aanvraag veel makkelijker.’