Nieuws

Publicatie: 31 mei 2021

Door: en


De coronacrisis heeft zich maar in beperkte mate vertaald in de werkdruk van het Hof van Justitie van de Europese Unie. Ondanks een sluiting van twee maanden in het voorjaar hebben de Europese rechters in Luxemburg 1540 zaken afgehandeld, zijn technologische oplossingen voor zittingen gevonden en heeft het Hof zich uitgesproken over het Verenigd Koninkrijk dat de Europese Unie heeft verlaten. Informatie hierover en meer is te vinden in het jaaroverzicht van het Hof van 2020.

Achtergrond informatie Jaaroverzicht

In het jaaroverzicht 2020 geeft het Hof van Justitie van de Europese Unie (hierna: Hof) een beknopte overzicht van haar werkzaamheden. Het jaaroverzicht is een samenvatting van het jaarverslag dat bestaat uit de Gerechtelijke werkzaamheden en het Verslag over het beheer. In het jaaroverzicht wordt er een beschrijving gegeven van belangrijke gebeurtenissen, zoals de eerste zitting van het Hof via videoconferentie eind mei en het vertrek van de Verenigde Koninkrijk uit de Europese Unie nog vóór het begin van de pandemie. Befaamde uitspraken worden uitgelegd en samengevat.

Het Hof van Justitie van de Europese Unie in coronatijd

Alhoewel het Hof tussen medio maart en eind mei zijn deuren had moeten sluiten, zijn de aantal rechtszaken ten opzichte van 2018 en 2017 niet drastisch achteruit gegaan. Dit was mede het gevolg van een aanpassing van de behandeling van zaken aan de gegeven omstandigheden: schriftelijk genomen beslissingen, schriftelijke vragen aan de partijen, slechts één dag per week zittingen waarop de arresten werden uitgesproken en de conclusies werden gelezen, en aanpassing van de voorwaarden voor het aanmaken van een e-Curia-account (applicatie die het mogelijk maakt om processtukken langs elektronische weg in te dienen en te betekenen). Thuiswerken werd dus ook de norm voor het Hof.

Terugblik op de belangrijkste evenementen

Het jaaroverzicht bevat een terugblik op de belangrijkste gebeurtenissen in het jaar 2020 waaronder het vertrek van het VK uit de Europese Unie en verschillende belangwekkende arresten.

Verenigd Koninkrijk verlaat de EU

Naast de coronacrisis stond het jaar 2020 ook in het teken van een andere belangrijke gebeurtenis: 47 jaar na zijn toetreding tot de Europese Unie vertrok het Verenigd Koninkrijk op 31 januari om middernacht uit de Unie. Dit betekende echter niet, dat het Hof van Justitie en het Verenigd Koninkrijk onmiddellijk gescheiden wegen gingen. Het Hof bleef bevoegd om uitspraak te doen in alle procedures die vóór het verstrijken van de overgangsperiode – eind 2020 – door of tegen het Verenigd Koninkrijk zijn aangespannen. Verder bleven de Europese rechters bevoegd om bij wijze van prejudiciële beslissing uitspraak te doen naar aanleiding van verzoeken die rechters van het Verenigd Koninkrijk vóór het verstrijken van de overgangsperiode hebben ingediend.

Terugblik op arresten van het jaar

Ondanks het feit dat er wegens de gezondheidscrisis gedeeltelijk geen zittingen –en voor een korte tijd maar één zitting per week–  hebben plaatsgevonden, heeft het Hof ook in het jaar 2020 continuïteit van haar rechtspraak kunnen garanderen. Enkele van de gewezen uitspraken heeft Kenniscentrum Europa decentraal door middel van een EUrrest onder de aandacht van (decentrale) overheden kunnen brengen.

Cali Apartments

In de zaak Cali Apartments over gemeubileerde woningen die via de website Airbnb te huur worden aangeboden, geeft het Hof duidelijkheid over het toepassingsbereik van de Dienstenrichtlijn, het hanteren van een vergunningstelsel en welke eisen de Richtlijn stelt aan dit vergunningstelsel. In deze uitspraak bepaalde het Hof van Justitie dat een vergunningsplicht voor herhaalde kortstondige verhuur aan incidentele klanten die daar niet hun woonplaats kiezen in overeenstemming is met de Dienstenrichtlijn. Zo bevestigt het Hof onder andere dat het terugdringen van het woningtekort een dwingende reden van algemeen belang is en dat het hanteren van een vergunningstelsel hierdoor gerechtvaardigd is.

Schrems

In 2020 heeft het Hof zich meerdere malen uitgesproken over de verantwoordelijkheden die voortvloeien uit het verzamelen en verwerken van persoonsgegevens door met name nationale autoriteiten, waaronder inlichtingendiensten. In de zaak Schrems, aangespannen door een Ierse rechter, verduidelijkt het Hof van Justitie dat de doorgifte van persoonsgegevens door bijvoorbeeld decentrale overheden naar de Verenigde Staten op grond van het Privacy Shield niet meer mogelijk is. Doorgifte van persoonsgegevens is nog steeds mogelijk wanneer hiervoor een andere grondslag wordt gebruikt.

Bron

Jaaroverzicht 2020, Hof van Justitie van de Europese Unie

Meer informatie

Europees recht en beleid, Kenniscentrum Europa Decentraal

EUrrest, Kenniscentrum Europa Decentraal

Brexit, Kenniscentrum Europa Decentraal