Europese rechtspraak

Publicatie: 1 juni 2019

Door:


Raad van State, 29 mei 2019, 201600614/3. De Afdeling Bestuursrechtspraak van de Raad van State heeft verklaard dat het nationale Programma Aanpak Stikstof (PAS) in strijd is met de Europese Habitatrichtlijn.

De uitspraak gaat over stikstofuitstoot. De agrarische sector is met 40% van de totale uitstoot van stikstof een grote ‘vervuiler’. Het kabinet heeft aangegeven gebiedsgericht te willen gaan kijken naar vermindering van de uitstoot, waarbij vrijwillige sanering van landbouwbedrijven het uitgangspunt is.

Habitat- en vogelrichtlijn en Natura 2000-gebieden

De Europese Habitatrichtlijn (Richtlijn 92/43) stamt uit 1992 en heeft als doel om de flora en fauna te beschermen. Samen met de Europese Vogelrichtlijn (Richtlijn 74/409) zorgt deze richtlijn voor bescherming en instandhouding van natuur. Ter bescherming van de natuur zijn er ‘speciale beschermingszones’ aangewezen; de Natura 2000-gebieden. Deze moeten een geïntegreerd Europees netwerk van beschermde gebieden gaan vormen. In Nederland zijn er ongeveer 160 Natura 2000-gebieden.

Wanneer een project of plan ‘significante gevolgen’ kan hebben voor een Natura 2000-gebied, terwijl dat plan niet gericht is op het beheer van dat gebied, moet er een ‘passende beoordeling’ (Art. 6 lid 3 Habitatrichtlijn) worden gemaakt. Hierbij moet rekening worden gehouden met de instandhoudingsmaatregelen (Art. 6 lid 1 Habitatrichtlijn) van dat gebied. Het bevoegde gezag mag pas toestemming geven voor uitvoering van een project of plan in een Natura 2000 gebied nadat uit de passende beoordeling blijkt dat de natuurlijke kenmerken van het gebied niet worden aangetast (Artikel 6 lid 3 Habitatrichtlijn). Hier zijn ook uitzonderingen op, zoals de zogenaamde ADC-toets (Artikel 6 lid 4).

In Nederland is de richtlijn verwerkt in en geïmplementeerd via de Wet Natuurbescherming. Hieruit vloeit voort dat de provincies zijn aangewezen als bevoegd gezag in deze, en dat zij dus ook verantwoordelijk zijn voor het afgeven van zogenaamde natuurvergunningen.

PAS-uitspraak

Op 29 mei 2019 deed de Afdeling bestuursrechtspraak van de Raad van State (Hierna: de Afdeling) een tweetal uitspraken. Een hiervan betrof het Programma Aanpak Stikstof (PAS). De vraag die voorlag was of het PAS in strijd was met de Europese Habitatrichtlijn.

Het PAS zorgde onder andere voor maatregelen voor herstel voor natuurgebieden die overbelast waren door stikstof. De vermindering in stikstofdepositie die het PAS beoogde te bewerkstelligen (de depositieruimte) zou ook ruimte moeten bieden voor de uitvoering van nieuwe projecten.

Prejudiciële vraag over het PAS

De Afdeling heeft op 17 mei 2017 prejudiciële vragen over het PAS (en de conformiteit hiervan aan de Europese Habitatrichtlijn) gesteld aan het Europese Hof van Justitie. Het Hof deed uitspraak op 7 november 2017 en gaf aan dat er op zich niets mis is met een programmatische aanpak. De voorwaarden hiervoor zijn echter wel strikt en de conclusie of het PAS ook aan deze voorwaarden voldoet werd door het Hof overgelaten aan de nadere beoordeling van de nationale rechter.

Uitspraak RvS

De Afdeling heeft geoordeeld dat de passende beoordeling die het PAS uitvoerde niet voldoet aan de eisen die voortvloeien uit artikel 6 lid 3 van de Europese Habitatrichtlijn. De depositieruimte waarop nieuwe natuurvergunningen werden verleend was volgens de Afdeling namelijk gebaseerd op verwachte toekomstige positieve gevolgen. Dit voldoet niet aan de eisen die het Hof van Justitie eerder schetste bij de beantwoording van de prejudiciële vragen. Daarop is de PAS onverbindend verklaard door de Afdeling.

Het is dus sinds de uitspraak niet meer mogelijk om vergunningen te verlenen op basis van het PAS. Hierdoor komen mogelijk 18.000 projecten in Nederland in de uitvoering in de knel. Ook 3.300 projecten die voorheen onder de drempel vielen, en waar dus geen vergunning voor verleend hoefde te worden, zijn door het wegvallen van het PAS alsnog vergunning plichtig geworden. Omdat het PAS onverbindend is verklaard, moet voor deze projecten alsnog een toestemmingsbesluit worden aangevraagd.