Europese rechtspraak

Laatste update: 28 februari 2023

Door:


1. Korte samenvatting

Openbare bibliotheken mogen in sommige gevallen boeken zonder toestemming van de uitgever digitaliseren en beschikbaar stellen op een voor iedereen toegankelijke ‘terminal’ of ‘leeszuil’. Dit is de mening van de advocaat-generaal (AG) in een zaak tussen een Duitse uitgever en een universiteit op grond van Richtlijn 2001/29/EC over auteursrecht. Naar aanleiding van het niet bindende advies van de AG doet het EU Hof binnenkort een definitieve uitspraak. Deze zaak is relevant voor decentrale overheden met bibliotheken, opleidingscentra, musea en archieven in hun beheer.

2. Opinie AG Jääskinen inzake Technische Universität Darmstadt, 5 juni 2014

Zaak C-117/13

3. Beleidsdossier

Informatiemaatschappij
Cultuur

4. Samenvatting feiten en rechtsvraag

Richtlijn 2001/29/EG over auteursrecht en naburige rechten in de informatiemaatschappij
De zaak draait om een bepaling in EU Richtlijn 2001/29/EG. Deze richtlijn regelt de bescherming van het auteursrecht en naburige rechten, in het bijzonder op het terrein informatiemaatschappij.

Zo regelt artikel 2 het recht van auteurs, producenten, kunstenaars en omroepen om de reproductie van hun werk door derden toe te staan of te verbieden. Artikel 3 regelt bepaalt dit voor het recht om de mededeling aan het publiek van werken, en artikel 4 voor het distributierecht.

Het dispuut tussen de Duitse uitgeverij Eugen Ulmer KG en de Technische Universität Darmstadt gaat om artikel 5, waarin de uitzonderingen op deze rechten zijn bepaald. Daarin staat dat lidstaten beperkingen of restricties op de in de artikelen 2 en 3 bedoelde rechten kunnen stellen.

De rechten gelden onder andere niet voor werken, die niet zijn gebonden aan licentievoorwaarden of niet te koop worden aangeboden. Ze zijn ook niet van toepassing op werken, die deel uitmaken van verzamelingen van bijvoorbeeld bibliotheken, als deze in speciale ‘terminals’ voor onderzoek of privéstudie beschikbaar worden gesteld aan gebruikers (artikel 5, lid 3, onder n).

De rechten mogen alleen in bijzondere gevallen worden beperkt, als er geen afbreuk wordt gedaan aan de exploitatie van werken. Ook mogen de wettige belangen van de rechthebbende auteur niet onredelijk worden geschaad (artikel 5, lid 5).

Partijen
De Duitse uitgeverij Eugen Ulmer KG heeft een zaak aangespannen bij het Bundesgerichtshof tegen Technische Universität Darmstadt. De AG beschouwt de zaak als een testcase, die relevant is voor bibliotheken, auteurs en (wetenschappelijke) uitgeverijen in heel Europa.

De technische universiteit wordt namelijk ondersteund door nationale en Europese overkoepelende organisaties; de Duitse Organisatie van Bibliotheken en de European Bureau of Library, Information and Documentation Associations, EBLIDA. Dat geldt ook voor de uitgever, die wordt gesteund door de Duitse Organisatie voor Uitgeverijen en Boekhandels.

Feiten en problematiek
De Technische Universität Darmstadt heeft een openbaar toegankelijke bibliotheek. In het pand is een plek ingericht, waar gebruikers van de bibliotheek boeken uit de collectie digitaal kunnen inzien, een ‘leeszuil’. Het studieboek van uitgever Eugen Ulmer KG, getiteld Einführung in die neuere Geschichte door Winfried Schulze, was een van de boeken die de bibliotheek had gedigitaliseerd en via de leeszuil toegankelijk had gemaakt.

Op de leeszuil kunnen tegelijkertijd meerdere exemplaren van het boek worden ingezien, maar nooit meer dan in de bibliotheek fysiek aanwezig zijn. De gebruikers van de leeszuil kunnen een boek geheel of gedeeltelijk afdrukken op papier of op een USB-stick zetten, en op die manier uit de bibliotheek meenemen.

De uitgever wil niet dat het boek op deze manier beschikbaar wordt gesteld aan gebruikers. Daarom heeft de uitgever op 29 januari 2009 aan de universiteit aangeboden om het studieboek als e-book te verwerven en op die manier digitaal beschikbaar te stellen. Op dit aanbod is de universiteit niet ingegaan.

De partijen zijn het niet eens over de vraag of het aanbod van de uitgever al op tafel lag ten tijde van de digitalisering van het studieboek. Volgens de rechtbank in Frankfurt am Main, waar de uitgever een zaak had aangespannen tegen de universiteit, moeten de partijen volgens Duits recht een overeenkomst over het gebruik van het boek hebben gesloten, voordat het gedigitaliseerd mag worden. De rechtbank besloot daarom om de toegang via de leeszuil te verbieden, alsook het uitprinten en overzetten op een USB-stick.

De universiteit ging tegen deze uitspraak in beroep bij het Duitse federale Hof. Deze rechter legde op 14 maart 2013 drie prejudiciële vragen aan het Europees Hof voor over de interpretatie van de Europese regelgeving over auteursrecht, Richtlijn 2001/29/EC.

Prejudiciële vragen
De rechter stelde de volgende vragen aan het Europees Hof:

1) Valt het gebruik van een werk onder de voorwaarden over aankoop of licenties in de zin van artikel 5(3)(n) van Richtlijn 2001/29/EG als de rechthebbende uitgeverij heeft aangeboden om onder passende voorwaarden een overeenkomst af te sluiten voor het gebruik van het werk?

2) Mogen lidstaten volgens artikel 5(3)(n) van Richtlijn 2001/29/EG organisaties het recht geven om werken in hun collectie te digitaliseren, als dat nodig is om deze werken toegankelijk te maken via leeszuilen?

3) Mogen gebruikers volgens artikel 5(3)(n) van Richtlijn 2001/29/EG in staat worden gesteld om werken die toegankelijk zijn gemaakt via een leeszuil uit te printen of op te slaan op een USB-stick?

5. Samenvatting uitspraak

Vrij om te kiezen tussen licentieovereenkomst en uitzondering
Volgens de AG hoeft een bibliotheek niet in te gaan op het aanbod van een rechthebbende om een licentieovereenkomst af te sluiten voor het gebruik van een werk. De bibliotheek mag ervoor kiezen om gebruik te maken van de uitzonderingsmogelijkheid in artikel 5, lid 3, onder n. De uitzonderingsmogelijkheid geldt niet meer, als er al een contract is afgesloten.

Digitalisering en beschikbaar stellen via ‘terminal’ toegestaan…
De richtlijn staat bibliotheken toe om boeken uit de collectie te digitaliseren, als die boeken via een ‘terminal’ beschikbaar worden gesteld aan het publiek. Digitalisering zou nodig kunnen zijn om het originele exemplaar te beschermen, bijvoorbeeld omdat het oud of zeldzaam is. Ook kan door digitalisering worden voorkomen dat een boek beschadigt, omdat bijvoorbeeld studenten er veel kopieën van maken. De AG merkt hier wel bij op dat de richtlijn niet toestaat om een hele collectie te digitaliseren.

…maar uitzondering dekt niet het maken van papieren of digitale kopie
De specifieke uitzondering in artikel 5, lid 3, onder n) is volgens de AG echter niet van toepassing op het maken van een papieren kopie of het opslaan van een digitale versie van een boek op een USB-stick.

Volgens de AG gaat deze uitzondering namelijk vooral om het recht op mededeling van het werk aan het publiek (uit artikel 3). De derde prejudiciële vraag gaat echter niet over het communiceren over het boek door de bibliotheek, maar over de vraag of een gebruiker een digitale kopie mag opslaan op een USB-stick. Dat laatste is niet in artikel 5, lid 2, onder n) geregeld.

Andere uitzondering voor papieren kopie
De uitzondering regelt ook niet het printen van een papieren kopie. Maar volgens de AG valt dit mogelijk onder een andere uitzondering in de richtlijn, bijvoorbeeld die voor het maken van kopieën voor privégebruik. In het licht van die uitzondering, ziet de AG geen verschil tussen het maken van kopieën van een fysiek exemplaar en een digitale versie van een boek. Anders dan het geval is met het opslaan op een USB-stick, is er met het maken van een papieren kopie bovendien geen risico op het onrechtmatig verspreiden van een boek op grote schaal.

6. Decentrale relevantie

De opinie is relevant voor (decentrale) overheden met bibliotheken, opleidingscentra, musea en archieven in hun beheer. Dergelijke instellingen stellen de werken in hun bezit meer en meer digitaal beschikbaar aan het publiek.

Hierbij is het van belang om hier de Europese regelgeving en jurisprudentie op het gebied van auteursrecht en informatiemaatschappij in acht te houden. Richtlijn 2001/29/EG is geïmplementeerd in nationale regelgeving. Bij herziening van deze richtlijn, moet de nationale regelgeving ook worden aangepast. Dit heeft gevolgen op decentraal niveau.

De opinie van de AG en straks de uitspraak van het EU Hof, verduidelijken de betekenis van de richtlijn over auteursrecht en naburige rechten. De opinie zet uiteen hoe ver bibliotheken en vergelijkbare instellingen kunnen gaan met het beschikbaar stellen van digitale versies van boeken uit hun collectie.

7. Meer informatie

Advies van AG Jääskinen in zaak C-117/13 (5 juni 2014)
Persbericht over het advies
EU Richtlijn 2001/29/EG van 22 mei 2001 betreffende de harmonisatie van bepaalde aspecten van het auteursrecht en de naburige rechten in de informatiemaatschappij

Reacties en disclaimer:
Van de informatie in dit document mag onbeperkt gebruik worden gemaakt, mits de bron wordt vermeld. Opmerkingen over de inhoud en suggesties voor aanvullingen zijn van harte welkom op info@europadecentraal.nl. Aan dit document is de grootst mogelijke zorg besteed, maar Europa decentraal kan niet instaan voor de juistheid van de informatie en aanvaardt geen aansprakelijkheid voor mogelijke vervolgschade door het gebruik ervan.