Nieuws

Publicatie: 16 januari 2023

Door:


Vanaf 1 januari 2023 is het nieuwe Gemeenschappelijk Landbouwbeleid (GLB) ingegaan. Het nieuwe GLB heeft meer aandacht voor verduurzaming en innovatie van de Europese landbouwsector en het behalen van de klimaatdoelen. Met de goedkeuring door de Commissie van de Nederlandse landbouwplannen in december 2022 komt in Nederland ruim 4 miljard euro aan Europese fondsen beschikbaar voor de periode 2023-2027. 1,4 miljard euro is bestemd voor klimaat- en milieudoeleinden.

Nationaal Strategisch Plan (NSP)

Het Gemeenschappelijk Landbouwbeleid is in Nederland uitgewerkt in het Nationaal Strategisch Plan (NSP). Dit is in december 2022 goedgekeurd door de Europese Commissie. Dit plan is opgesteld door een programmaorganisatie waarin ook provincies en waterschappen vertegenwoordigd waren. Het NSP komt tot de conclusie dat van alle Europese GLB-doelen de grootste uitdagingen voor Nederland liggen op het gebied van biodiversiteit, klimaat en waterkwaliteit.

  • Bij biodiversiteit gaat het om de reductie van stikstofemissies, het herstel van het watersysteem en de diversiteit van het landschap;
  • Klimaat heeft betrekking op het verminderen van de effecten van extreme weersomstandigheden door water-, bodem- en teeltmanagement en het verminderen van de uitstoot van broeikasgassen;
  • Bij waterkwaliteit ligt de nadruk op het reduceren van het gebruik van nutriënten en gewasbeschermingsmiddelen.

Economische factoren

De verdeling van de Europese financiële steun wordt met het nieuwe GLB aangepast ten gunste van kleine en middelgrote landbouwbedrijven: landbouwers ontvangen meer inkomenssteun per hectare voor de eerste 40 hectare van hun land. Ook zal er meer geld zijn voor het dekken van weerverzekeringen, zodat landbouwers bij droogte of overstromingen vergoed kunnen worden.

Daarnaast zijn er subsidies voor innovatie, duurzame investeringen en experimenten. De bedoeling is dat duurzaamheidsinvesteringen op den duur rendabeler worden en minder afhankelijk van publieke middelen en dat boeren zich beter kunnen aanpassen aan veranderende (markt-)omstandigheden.

Verduurzaming in het GLB

Ten opzichte van de vorige GLB-periode komt er meer nadruk op beloning van duurzaamheid en het ondersteunen van een gebiedsgerichte aanpak.

De Europese middelen zijn voor een groot deel bedoeld voor het steunen van agrariërs die toekomstbestendig boeren en bijdragen aan het behalen van natuur-, milieu- en klimaatdoelen. Dit gaat voornamelijk via de nieuwe eco-regeling en via agrarisch natuur- en landschapsbeheer. De eco-regeling houdt in dat boeren uit een lijst van zo’n 25 eco-activiteiten kunnen kiezen wat bij hun bedrijfsvoering past, bijvoorbeeld het stimuleren van rustgewassen of het gebruikmaken van biologische bestrijding. Hoe meer eco-activiteiten de boer uitvoert, hoe hoger de vergoeding. 

Op meer dan 96% van de Nederlandse landbouwgrond zullen strenge eisen gelden voor landbouw en milieu. Zo moet minimaal drie procent van het bouwland voor biodiversiteit en niet-productieve elementen bestemd zijn. Biologische landbouw zal gestimuleerd worden.

Als basisvereiste om inkomenssteun te ontvangen vanuit het GLB moeten boeren voldoen aan de Goede Landbouw- en Milieucondities (GLMC’s). Enkele voorwaarden zijn aangepast. Zo moeten er brede bufferstroken worden aangehouden langs waterlopen (langs KRW- en ecologisch kwetsbare waterlopen blijft dit 5 meter, voor overige sloten geldt minstens 3 meter – dit was 2 meter) (GLMC 4). Ook wordt een vereiste toegevoegd om langs droge sloten een bufferstrook van een meter te hanteren (GLMC 10). 

Decentrale overheden zijn betrokken bij de controle en naleving op deze voorwaarden. Verschillende Nederlandse overheden controleren gezamenlijk de naleving van de randvoorwaarden door landbouwers. Zo zien provincies toe op de naleving van de natuurregelgeving en controleren gemeenten of er schadelijke stoffen in de bodem worden geloosd.

Sociale aspecten van het GLB

Binnen het GLB is er speciale aandacht voor jonge boeren. In Nederland is er steun voor 3.000 jonge landbouwers om een bedrijf op te starten (volgens de Europese regels moet die steun minstens 3% van de begroting van lidstaten voor GLB-inkomenssteun bedragen).

Daarnaast is financiering voorzien voor 27 lokale actiegroepen (LAG) in het LEADER-programma dat plattelandsontwikkeling stimuleert, en waaraan decentrale overheden financieel ook bijdragen. Deze lokale actiegroepen betrekken lokale belanghebbenden in plattelandsgebieden bij de ontwikkeling van dat gebied. Ten slotte wordt ingezet op het verbeteren van dierenwelzijn.

Bron:

Het strategisch GLB-plan van Nederland is goedgekeurd door de Europese Commissie, Vertegenwoordiging van de Europese Commissie in Nederland

GLB strategisch plan van Nederland en besluit van de Europese Commissie, Europese Commissie

Verdere informatie:

Meer watermaatregelen in het nieuwe Gemeenschappelijk Landbouwbeleid, Unie van Waterschappen

Het nieuwe Gemeenschappelijk Landbouwbeleid per 2023, Unie van Waterschappen