Europese subsidies voor plattelandsontwikkeling worden over het algemeen goed besteed maar leveren niet altijd duurzame verbeteringen op. Dat concludeert de Europese Rekenkamer in een onderzoek naar de besteding van 25 miljard euro aan EU-gelden sinds 2007. De diverse fondsen waren bedoeld voor het diversifiëren van landbouw en het verbeteren van infrastructuur in landbouwgebieden. Het succes varieerde aanzienlijk tussen de lidstaten.
Besteding aan infrastructuur ging goed
De onderzoekers van de Rekenkamer bekeken de bestedingen aan aantal projecten die door het Europees Landbouwfonds voor Plattelandsontwikkeling (Elfpo) werden ondersteund. Een positieve bevinding was dat de meeste projecten aan het einde van de wettelijke termijn van vijf jaar nog steeds operationeel waren. Dit was met name het geval voor infrastructurele projecten. Immers wordt infrastructuur over het algemeen zo ontworpen dat deze lang meegaat. Denk aan de aanleg of verbetering van wegen, water- en rioleringsnetwerken.
Besteding aan agrarische diversificatie kon beter
De agrarische diversificatieprojecten, projecten gericht op de bevordering van niet-agrarische activiteiten of de ondersteuning van nieuwe zakelijke kansen in de landbouwsector, presteerden juist minder goed. Een derde van de projecten die steun ontving, was ten tijde van de controle niet meer operationeel, zelfs wanneer er veel Europese middelen waren ontvangen. Opvallend is daarbij dat de inrichting van toeristische accommodaties tot de vaakst gesteunde projecten behoorde. Daarbij zaten dus ook de negatieve uitschieters: projecten die na enkele jaren al niet meer operationeel waren, die überhaupt niet levensvatbaar waren of waar middelen bedoeld voor omvorming van landouw naar toerisme voor privégebruik werden aangewend. Er kwamen enkele gevallen aan het licht waarin dure toeristische accommodatieprojecten na enkele jaren alweer waren gesloten, waarvan sommigen tot wel € 9.000,- aan EU-bijdragen per maand ontvingen.
Adviezen aan de Europese Commissie
In 2023 vangt de nieuwe programmeringsperiode voor het gemeenschappelijk landbouwbeleid (GLB) aan. Met het oog daarop formuleerden de onderzoekers van de Europese Rekenkamer enkele aanbevelingen voor de Europese Commissie. Zij moet volgens de Europese Rekenkamer bijdragen aan het verspreiden van informatie over beste praktijken onder de relevante partijen, zoals de ontvangers van middelen, om:
- ervoor te zorgen dat projecten duurzaam zijn, waarbij rekening wordt gehouden met de verschillende soorten ondersteunde investeringen;
- actief bewijsmateriaal te (laten) verzamelen waaruit blijkt dat de gefinancierde activiteiten operationeel zijn en blijven;
- voorwaarden in subsidieovereenkomsten op te nemen om te bepalen dat middelen voor ondersteunde projecten voor het beoogde doeleinde moeten worden gebruikt.
Plattelandsontwikkeling en Elfpo
Plattelandsontwikkeling vormt de zogenoemde “tweede pijler” van het GLB. Het ondersteunt de “eerste pijler”, die bestaat uit inkomenssteun voor agrariërs en marktmaatregelen om de sociale, ecologische en economische duurzaamheid van het platteland te verbeteren.
Het Elfpo is één van de manieren waarop de Europese Unie haar doelstellingen op landbouwgebied realiseert. De Elfpo-begroting voor de periode 2021-27 bedraagt 95,5 miljard euro. Hieronder valt een injectie van 8,1 miljard euro van NextGenerationEU, het Europees herstelinstrument om de gevolgen van de coronacrisis op te vangen.
De uitgaven voor plattelandsontwikkeling voor de periode 2021-2022 zijn geregeld in de overgangsverordening voor het GLB, die op 23 december 2020 is aangenomen. Die verordening verlengt vooral de regels die oorspronkelijk van kracht waren voor de periode 2014-2020. Het nieuwe GLB zal naar verwachting in 2023 van start gaan.
Bron
Duurzaamheid bij plattelandsontwikkeling: de meeste projecten blijven gedurende de vereiste periode operationeel, maar er zijn mogelijkheden om langduriger resultaten te boeken, Europese Rekenkamer
Meer informatie
Plattelandsontwikkeling, Europese Commissie