Praktijkvraag

Laatste update: 26 september 2023

Door:


Onze gemeente wil tijdelijk coaches aanstellen om begeleiders van een sociaal-werkbedrijf (SW-bedrijf) te trainen. Deze coachdiensten worden aangeboden door een stichting die als doel heeft de werkgelegenheid te bevorderen. Dit SW-bedrijf heeft echter al het maximale bedrag aan de-minimissteun ontvangen. Is het mogelijk om voor deze activiteiten nu steun onder de Algemene Groepsvrijstellingsverordening (AGVV) te verlenen?
Antwoord in het kort

Ja, het is onder voorwaarden mogelijk om opleidingssteun te verlenen onder de AGVV voor coachactiviteiten. Allereerst moet worden vastgesteld of er sprake is van staatssteun. Is daar geen sprake van, dan zijn de staatssteun regels niet van toepassing. Is er wel sprake van staatssteun, dan moet deze staatssteunproof worden verleend, bijvoorbeeld op basis van de AGVV.

Staatssteun, en dan?

Voordat de gemeente een vrijstellingsgrond in de AGVV zoekt, moet worden vastgesteld of de financiering in kwestie voldoet aan alle staatssteuncriteria. In het geval van het SW-bedrijf is het met name van belang om na te gaan of dit een onderneming is die een economische activiteit verricht. Als de gemeente tot de conclusie komt dat de steunregeling aan alle staatssteuncriteria voldoet, is er sprake van staatssteun in de zin van artikel 107 lid 1 VWEU. De basisregel is dat een steunmaatregel dan door de gemeente gemeld moet worden bij de Europese Commissie, tenzij een van de vrijstellingsverordeningen van de Europese Commissie van toepassing is. In dat geval hoeft de steunmaatregel niet gemeld te worden, maar gelden wel nadere verplichtingen over de uitvoering, transparantie en verslaglegging van de steun. Omdat het de-minimisplafond in het onderhavige geval al bereikt is, kan de gemeente zich niet meer beroepen op de de-minimisverordening. Wel kan de gemeente onderzoeken of de vrijstellingsgrond voor opleidingssteun onder de AGVV kan worden toegepast.

Opleidingssteun

Steunmaatregelen die vrijstelling kunnen genieten onder de AGVV moeten zowel voldoen aan de algemene voorwaarden vastgesteld in hoofdstuk 1 als aan de specifieke voorwaarden die gelden voor de betreffende steunmaatregel. In het geval van opleidingssteun zijn die specifieke voorwaarden te vinden in artikel 31. Zo is de AGVV alleen van toepassing op opleidingssteun die niet meer dan € 2 miljoen per project bedraagt en moet er worden voldaan aan de transparantie- en verslagleggingsverplichtingen. Verder bepaalt de AGVV dat enkel vrijstelling kan worden toegekend aan steun voor opleidingen die niet gebonden zijn aan nationale opleidingsnormen (artikel 31 lid 2).

Deze casus betreft de opleiding van begeleiders van een SW-bedrijf. Daarom kan de gemeente mogelijk ook gebruik maken van de vrijstellingsgronden voor steun ten behoeve van kwetsbare werknemers en werknemers met een handicap (hoofdstuk 3, deel 5). Indien de werknemers van het SW-bedrijf binnen de reikwijdte van “werknemers met een handicap” of “kwetsbare werknemers” vallen (artikel 2 lid 3 en 4), kunnen de opleidingskosten van de begeleiders eventueel worden vrijgesteld op grond van artikel 34 lid 2 sub b of artikel 35 lid 2 sub b.

Subsidiabele kosten

Artikel 31 AGVV lid 3 stelt dat de volgende kosten gesteund kunnen worden:

  • De personeelskosten van de opleiders;
  • Operationele kosten van opleiders en deelnemers zoals reiskosten, materialen en afschrijvingskosten van gebruikte werktuigen. Alleen minimaal noodzakelijke accommodatiekosten van werknemers met een handicap komen in aanmerking voor steun;
  • De adviseringskosten voor het opleidingsproject;
  • De personeelskosten van degenen die de opleiding volgen en de algemene indirecte kosten.

De opleidingskosten die gesteund kunnen worden onder artikel 34 en 35 AGVV zijn algemener geformuleerd. Deze bepalingen beogen steun te verstrekken voor het te werk stellen en begeleiden van werknemers met een handicap en kwetsbare werknemers. Onder de in aanmerking komende kosten voor deze steun vallen de kosten voor het opleiden van medewerkers die de betreffende werknemers begeleiden.

Vaststellen hoogte steunbedrag

Bij het vaststellen van de hoogte van het steunbedrag moet rekening gehouden worden met de steunintensiteit, die vermeld wordt in artikel 31 lid 4 AGVV. Deze bepaling stelt dat maximaal 50% van de subsidiabele kosten mag worden gefinancierd. Dit kan onder voorwaarden worden verhoogd tot 70%. De steunintensiteit kan met 10% worden verhoogd als de opleiding gegeven wordt aan gehandicapte of kwetsbare werknemers wordt gegeven. Als de steun ten goede komt aan een middelgrote onderneming kan de steunintensiteit met 10% verhoogd worden. Naar alle waarschijnlijkheid is de omvang van het SW-bedrijf geringer en spreken we van een kleine onderneming. In dat geval kan de steunintensiteit met 20% worden verhoogd.

Steun vergeven op grond van artikel 35 mag ook maximaal 50% bedragen maar kan niet worden verhoogd. Onder artikel 34 mag 100% van de subsidiabele kosten worden gefinancierd.

Voorbeelden kennisgevingen onder agvv op gebied van opleidingssteun

  • SA.56098 Regiosteun Achterhoek
  • SA.56656 Subsidieregeling 1000 Kansen voor Kwetsbare groepen
  • SA.53082 Maatwerk voor collectieve inschakeling
  • SA.49086 Subsidieverlening Stichting JEF
  • SA.49030 Re-integratieverordening Gouda 2017 en Re-integratieregeling Gouda 2017

Diensten van algemeen economisch belang

In de praktijk zijn bepaalde coachactiviteiten zoals diensten door straatcoaches als dienst van algemeen economisch belang (DAEB) ingericht. Indien de coachactiviteiten naast het versterken van opleiding en werkgelegenheid voor het MKB ook gericht zijn op diensten in het algemeen belang dan bieden de DAEB-de-minimisvrijstelling en het DAEB-vrijstellingsbesluit ook mogelijkheden om steun te verlenen.

Conclusie

De AGVV geeft de gemeente in het onderhavige geval meerdere gronden voor vrijstelling. De algemene regeling voor opleidingssteun voorziet in financiering van maximaal 50% van de subsidiabele kosten. Vanwege de bijzondere positie van een SW-bedrijf kan de gemeente nagaan of de opleiding die zij willen financieren binnen de specifiekere vrijstellingsgronden van artikel 34 of 35 valt. De steunintensiteit kan eventueel verhoogd worden tot 70% of 100% als het opleidingen voor kwetsbare werknemers of werknemers met een handicap betreft.

MEER INFORMATIE

AGVV, Kenniscentrum Europa Decentraal
Staatssteun en SW-bedrijven, Kenniscentrum Europa Decentraal
Opleidingssteun, Kenniscentrum Europa Decentraal
DAEB, Kenniscentrum Europa Decentraal