De nationale rechter mag op grond van de Europese richtlijn voor luchtkwaliteit nationale autoriteiten controleren op het naleven van regels omtrent luchtkwaliteit. Dat heeft het EU-Hof geoordeeld in een Belgische rechtszaak. Het gaat om de locatiekeuze van de meetinstrumenten en het garanderen dat alle noodzakelijke maatregelen worden genomen. Volgens het Hof zijn de bepalingen uit de richtlijn helder en specifiek genoeg om rechtstreeks door te werken in het nationaal recht.
Meetpunten
De uitspraak van het Hof kwam als antwoord op een vraag van de Belgische rechter, in een zaak tussen inwoners van Brussel en het Brussels Hoofdstedelijk Gewest. De zaak draait om de vraag of de autoriteiten in Brussel een toereikend plan hebben opgesteld om de luchtkwaliteit te garanderen. De rechter vroeg het Hof vervolgens om nadere uitleg van richtlijn 2008/50/EG betreffende de luchtkwaliteit en schonere lucht voor Europa.
Volgens het Hof bevat de richtlijn gedetailleerde regels voor het plaatsen van meetpunten voor luchtkwaliteit. Om luchtvervuiling goed in kaart te kunnen brengen moeten meetpunten op de meest verontreinigde locaties worden geplaatst. Ook bevat de richtlijn de verplichting om een minimaal aantal meetpunten te plaatsen. Deze regels zijn volgens het Hof dermate duidelijk en concreet, dat de rechter op grond van de bepalingen in de richtlijn bevoegd is nationale autoriteiten te controleren op het naleven van de verplichtingen. De betreffende bepalingen hebben dus rechtstreekse doorwerking in de Nederlandse rechtsorde.
Nationaal Samenwerkingsplan Luchtkwaliteit
In Nederland is in 2009 het Nationaal Samenwerkingsplan Luchtkwaliteit (NSL) opgezet om overschrijdingen van een aantal Europese grenswaarden voor luchtkwaliteit tegen te gaan. Het betreft hier fijnstof en stikstofdioxide. Voor deze stoffen kon Nederland de grenswaarden uit de luchtkwaliteitsrichtlijn niet tijdig halen. In het NSL werkt de Rijksoverheid (het Ministerie van Infrastructuur en Waterstaat) samen met gemeenten en provincies om de luchtkwaliteit ten aanzien van deze twee stoffen te verbeteren. Het RIVM voert samen met kenniscentrum InfoMil de jaarlijkse rapportage uit. Bij het plaatsen van de meetpunten moet het gevaar dat grensoverschrijdende luchtwaarden over het hoofd worden gezien tot een minimum wordt beperkt. De nationale rechter mag hierop controleren en waar nodig de autoriteiten dwingen toereikende maatregelen te nemen.
Gemiddelde
Daarnaast bepaalde het Hof dat er bij het rapporteren over luchtkwaliteit geen gemiddelde mag worden genomen van meerdere meetpunten. Ieder meetpunt moet afzonderlijk worden beschouwd, omdat een gemiddelde niet voldoende informatie kan geven over de blootstelling van de bevolking aan verontreinigende stoffen. Zo kunnen gemiddelde luchtwaarden onder de grens blijven, terwijl er op verschillende meetpunten een grensoverschrijding kan worden vastgesteld.
Bron
HvJ EU 29 juni 2019, ECLI:EU:C:2019:533
Meer informatie
Lucht, Kenniscentrum Europa Decentraal
Luchtkwaliteit, Kenniscentrum Europa Decentraal
EU-Hof: Rechter mag locatiekeuze snuffelpalen controleren, Expertisecentrum Europees recht