Er zijn aanhoudende tekortkomingen op het gebied van kosteneffectiviteit bij de EU-uitgaven ter verbetering van de energie-efficiëntie van gebouwen. Dat concludeert de Europese Rekenkamer in een verslag over energie-efficiëntie in gebouwen. De kosteneffectiviteit van de EU-uitgaven werden onderzocht ter voorbereiding op het vaststellen van uitgaven voor het cohesiebeleid voor de periode 2021-2027.
Europees beleid energie-efficiëntie
Omdat gebouwen ongeveer 40% van het totale eindverbruik van energie in de EU gebruiken heeft de bouwsector een groot energiebesparingspotentieel. Binnen het cohesiebeleid is er dan ook financiering bestemd voor investeringen in energie-efficiëntie van gebouwen. Voor de periode 2014-2020 was dit ongeveer € 14 miljard. Naast de rol die energie-efficiëntie speelt bij het beperken afhankelijkheid van energie-invoer speelt het ook een rol bij het tegengaan van klimaatverandering. In richtlijn 2012/27/EU is vastgelegd dat in 2020 20% besparing (ten opzichte van de prognose van het energieverbruik voor 2020 opgesteld in 2007) gerealiseerd moet zijn. In de herziene richtlijn 2018/2002 is dit energie-efficiëntiestreefcijfer voor 2030 verhoogd tot 32,5%. Uit de het rapport blijkt echter dat het EU-streefcijfer van 20% reductie voor 2020 waarschijnlijk niet wordt behaald.
Rapport Europese Rekenkamer
In het rapport concludeert de Rekenkamer dat er aanhoudende tekortkomingen zijn bij de kosteneffectiviteit van de EU-uitgaven ter verbetering van energie-efficiëntie van gebouwen. Ondanks de uitgebreide richtsnoeren naar aanleiding van aanbevelingen uit 2012 van de Europese Rekenkamer schiet het beleid nog steeds te kort. Zo was kosteneffectiviteit niet leidend bij de selectie van projecten. Ook waren er geen minimum- of maximumniveaus vastgelegd voor kosten per eenheid bespaarde energie. Hierdoor bestaat het risico dat projecten worden gefinancierd die te geringe energiebesparingen opleveren in verhouding tot de kosten. Daarnaast schoot het monitoringsysteem tekort op het gebied van kosteneffectiviteit van de investeringen en de hoeveelheid bespaarde energie. Hierdoor kan niet worden beoordeeld in welke mate EU-middelen bijdragen aan het bereiken van het EU-streefcijfer voor energie-efficiëntie.
Aanbevelingen
Gezien de ambitieuzere energie-efficiëntiestreefcijfers voor 2030 en het vooruitzicht van begrotingsbezuinigingen voor de periode 2021-2027 doet de Rekenkamer aanbevelingen om de kosteneffectiviteit beter te waarborgen. De Rekenkamer adviseert in de projectieselectieprocedures meer aandacht te besteden aan kosteneffectiviteit, zodat er grotere energiebesparingen per geïnvesteerde euro kunnen worden gerealiseerd. Ook zouden er minimum- en/of maximumniveaus moeten worden vastgesteld voor parameters in de energiescore of de terugverdientijd. Daarnaast raadt de Rekenkamer aan het prestatiekader resultaatgerichter te maken en de voortgang in de richting van EU-streefcijfers beter te monitoren.
Green Deal & Klimaatakkoord
Om de doelstellingen op het gebied van energie-efficiëntie en klimaat te behalen is de renovatie van het gebouwenbestand opgenomen in de Green Deal. De Commissie wil een renovatiegolf van openbare en particuliere gebouwen op gang brengen. De Commissie wil hiervoor met belanghebbenden samenwerken aan een nieuw initiatief inzake renovatie in 2020. Daarnaast zal de Commissie de nationale langetermijnrenovatiestrategie die in het kader van Richtlijn (2018/844) wordt opgesteld evalueren en de bouwproductenverordening (305/2011) herzien. Ook kijkt de Commissie naar de mogelijkheid om emissies van gebouwen op te nemen in de Europese handel in emissierechten. In het Nederlandse Klimaatakkoord zijn er al afspraken gemaakt over het verduurzamen van gebouwen. Voor 2030 moeten er ongeveer 1,5 miljoen woningen verduurzaamd worden.
Bron:
Speciaal Verslag 2020/11, Energie-efficiëntie in gebouwen: nog steeds meer aandacht voor kosteneffectiviteit nodig, Europese Rekenkamer
Meer informatie
Klimaat en energie, Kenniscentrum Europa Decentraal