Nieuws

Publicatie: 27 januari 2020

Door:


Nederland is de slechtst presterende lidstaat op het gebied van hernieuwbare energie. Uit cijfers van Eurostat blijkt dat 7,4 procent van de in Nederland verbruikte energie uit hernieuwbare bronnen als zon, wind en biomassa komt. Het gemiddelde aandeel hernieuwbare energie lag in 2018 in de Europese Unie (EU) op 18%.

Doelstellingen

De toename van het aandeel hernieuwbare energie is onmisbaar om de EU-doelstellingen op het gebied van klimaat en energie te bereiken. Het doel van de EU is om in 2020 20% van haar energie uit hernieuwbare bronnen te halen en ten minste 32% in 2030. De nationale doelstellingen op het gebied van hernieuwbare energie houden rekening met de verschillende uitgangspunten van de lidstaten, het potentieel voor hernieuwbare energie en de economische prestaties.

Nederland laagste aandeel hernieuwbare energiebronnen

Het laagste aandeel hernieuwbare energiebronnen is in 2018 geregistreerd in Nederland (7,4%). Malta (8,0%), Luxemburg (9,1%) en Belgiƫ (9,4%) scoorden ook onder de 10% en haalden hun landelijke doelstellingen niet.
De nationale doelstellingen van Nederland voor 2020 is 14%, met 6,6 pp tekort is Nederland daarmee ook het verst verwijderd van de nationale doelstellingen.

Stijging hernieuwbare energiebronnen

De in 2018 bereikte 18% energie uit hernieuwbare bronnen in het bruto-eindverbruik van energie in de EU is een stijging van 17,5% in 2017 en meer dan een verdubbeling ten opzichte van het aandeel in 2004 (8,5%). Van de 28 EU-lidstaten hebben 12 lidstaten al een aandeel bereikt dat gelijk is aan of hoger is dan hun nationale bindende streefcijfers voor 2020.
Zweden had verreweg het grootste aandeel in 2018 en haalde meer dan de helft (54,6%) van zijn energie uit hernieuwbare bronnen, ook Finland (41,2%), Letland (40,3%) en Denemarken (36,1%) scoren goed.

Bron

Share of renewable energy in the EU up to 18.0%, Eurostat