Praktijkvraag

Laatste update: 22 maart 2024

Door:


Onze gemeente wil graag inwoners ondersteuning bieden vanwege de stijgende energieprijzen en het verduurzamen van hun woningen. De gemeente overweegt verschillende opties, zoals:

• het verstrekken van subsidies aan huurders en eigenaar-bewoners om de energierekening te kunnen betalen;
• het verstrekken van vouchers aan huurders en eigenaar-bewoners voor energie-efficiënte producten; of
• het verstrekken van een subsidie aan woningcorporaties en private verhuurders voor het aanschaffen van energie-efficiënte producten, het isoleren van huurwoningen en plaatsen van zonnepanelen.

Kunnen jullie ons informeren over de mogelijkheden en risico’s in het kader van de Europese staatssteunregels?
Antwoord in het kort

De gemeente dient zorgvuldig te beoordelen wie uiteindelijk voordeel heeft van de geboden ondersteuning: huurders van (sociale) huurwoningen, eigenaar-bewoners, particuliere verhuurders en/of de woningcorporaties. Afhankelijk van wie (indirect) voordeel heeft van de steun, heeft de gemeente verschillende opties om de steun te kunnen verlenen. Het kan voorkomen dat steun niet aangemerkt hoeft te worden als staatssteun in de zin van artikel 107, lid 1, VWEU. Ook kan gebruik worden gemaakt van de de-minimisverordening en de Algemene Groepsvrijstellingsverordening (AGVV).

Is er sprake van staatssteun?

Informatie over alle staatssteuncriteria kunt u terugvinden op onze website. Hieronder wordt ingegaan op de twee meest relevante staatssteuncriteria: of de steun (indirect) wordt verstrekt aan een onderneming en of een onderneming (indirect) een economisch voordeel ontvangt.

Onderneming

Of sprake is van staatssteun, hangt ten eerste af van de ontvanger van de steun: dit moet een onderneming zijn in de zin van het Europees recht. Uit de rechtspraak van het Hof van Justitie van de Europese Unie volgt dat iedere organisatie die economische activiteiten verricht, als een onderneming moet worden beschouwd. Ook organisaties zonder winstoogmerk, zoals stichtingen, kwalificeren als een onderneming wanneer zij economische activiteiten verrichten.

  • Steun aan private verhuurders of woningcorporaties

    De activiteiten van woningcorporaties en van private verhuurders voorde verhuur van woningen zijn in ieder geval economisch van aard. Woningcorporaties en private verhuurders moeten dus worden aangemerkt als ondernemingen voor wat betreft die activiteiten. Er moet rekening gehouden worden met de mogelijkheid dat de steun volledig wordt doorgegeven aan de huurders en/of eigenaar-bewoners als natuurlijke persoon. Verhuurders of woningcorporaties ontvangen dan geen voordeel. Te denken valt aan het installeren van waterbesparende douchekoppen die eigendom worden van de huurders. Onder het kopje ‘economisch voordeel’ verder op deze pagina, vindt u meer informatie daarover.

  • Steun aan huurders of eigenaar-bewoners

    Steun aan natuurlijke personen geldt niet als staatssteun. Steun aan natuurlijke personen kan daarom in beginsel zonder problemen worden verstrekt. Denk bijvoorbeeld aan steun aan natuurlijke personen in de vorm van directe subsidies om de gasrekening te kunnen betalen of vouchers op naam voor de aanschaf van energie-efficiënte producten, zoals energiebesparende radiatorknoppen. Hou daarbij wel rekening met de mogelijkheid dat er sprake is van een indirect voordeel, bijvoorbeeld als huurders zonnepanelen laten plaatsen op het dak van de huurwoning die  eigendom is van een woningcorporatie. Dit kan leiden tot indirecte staatssteun aan de woningcorporatie. Onder het kopje ‘economisch voordeel’, verder op deze pagina, vindt u daar meer informatie over.

Komt de staatssteun uitsluitend toe aan huurders of eigenaar-bewoners, dan kan de steun worden verstrekt. Er is dan geen sprake van staatssteun, omdat zij niet kwalificeren als onderneming. Ontvangt een onderneming, bijvoorbeeld een woningcorporatie of de onderneming van een eigenaar-bewoner, mogelijk (indirect) een economisch voordeel? Dan moet  de gemeente onderzoeken hoe deze (indirecte) steun ‘staatssteunproof’ kan worden verleend.

Economisch voordeel

Wanneer een onderneming een steunbedrag ontvangt dat onder normale marktomstandigheden niet zou zijn verkregen, is er sprake van een economisch voordeel. Het begrip economisch voordeel wordt zeer ruim geïnterpreteerd. Subsidieverstrekking levert bijna altijd een economisch voordeel op voor ondernemingen. De staat verstrekt dan een eenzijdig voordeel en de onderneming hoeft geen tegensprestatie te leveren. Ook als de gemeente energiebesparende producten zelf inkoopt, waarop de aanbestedingsregels van toepassing zijn, en vervolgens weggeeft aan ondernemingen, kan er sprake zijn van een economisch voordeel. Meer informatie en voorbeelden kunt u vinden op onze webpagina over het criterium economisch voordeel.

  • Steun voor het plaatsen van zonnepanelen of isolatiemateriaal

    Als de gemeente een subsidie verleent voor zonnepanelen of isolatiewerkzaamheden, dan komt de subsidie in principe ten goede aan de private verhuurders of woningcorporaties: zij worden eigenaar van de zonnepanelen en hoeven daar zelf geen kosten (meer) voor te maken. Eventueel kunnen de verhuurders of woningcorporaties zelfs daardoor meer huur gaan vragen voor de verduurzaamde huurwoningen, maar dat is geen vereiste voor het bestaan van een economisch voordeel.  

    Als de gemeente besluit om de subsidie te verstrekken aan de huurders, maar het voordeel uiteindelijk geheel of grotendeels ten goede komt aan private verhuurders of woningcorporaties, kan er sprake zijn van indirecte staatssteun. Bijvoorbeeld als de huurders zonnepanelen laten plaatsen op de huurwoningen die later eigendom worden van de private verhuurders of de woningcorporaties. Als hiervan sprake is, dan dient de gemeente voor de begunstigde van indirecte staatssteun afzonderlijk een staatssteuntoets te doen. In deze praktijkvraag op onze website kunt u meer lezen over indirecte staatssteun.

  • Steun voor de aanschaf van efficiënte producten

    Als de gemeente een subsidie verleent aan private verhuurders of woningcorporaties voor de aanschaf van energie-efficiënte producten, zoals waterbesparende douchekoppen, kan er sprake zijn van een economisch voordeel, maar dat hoeft niet. Dit is afhankelijk van de vraag of de douchekoppen eigendom worden van huurders van (sociale) huurwoningen, waardoor zij die kunnen meenemen naar hun volgende woning. In dat geval worden de huurders eigenaar van de douchekoppen, waarbij er geen voordeel achterblijft voor de woningcorporaties of private verhuurders. In dat geval is er geen sprake van indirecte staatssteun.

    Er kan wel sprake zijn van indirecte staatssteun als een voucher op naam wordt verstrekt, indien deze voucher slechts bij één of enkele ondernemingen is in te wisselen. De omzet bij deze onderneming(en) gaat daarbij voorzienbaar omhoog, wat een economisch voordeel oplevert. Deze praktijkvraag beschrijft wanneer een voucherregeling een economisch voordeel oplevert.

    Als er sprake is van indirecte staatssteun, dan dient de gemeente voor de indirecte begunstigde afzonderlijk een staatssteuntoets te doen. In deze praktijkvraag op onze website kunt u meer lezen over indirecte staatssteun.

  • Steun  voor het betalen van energierekening

    Steun aan natuurlijke personen vormt geen staatssteun. In sommige gevallen leidt staatssteun tot een economisch voordeel aan andere ondernemingen, dan de begunstigde waaraan de staatsmiddelen rechtstreeks worden overgedragen. Dit wordt indirecte staatssteun genoemd. Hier kan sprake van zijn als de gemeente besluit om de subsidie te verstrekken aan de huurders of eigenaar-bewoners, maar het voordeel uiteindelijk ten goede komt aan de economische activiteiten in hetzelfde pand. Bijvoorbeeld als eigenaar-bewoners genoeg subsidie ontvangen om ook deels de energierekening van de economische activiteiten in hetzelfde pand te betalen.

    Als hiervan sprake is, dan dient de gemeente voor de begunstigde van indirecte staatssteun afzonderlijk een staatssteuntoets te doen. In deze praktijkvraag op onze website kunt u meer lezen over indirecte staatssteun.

Staatssteun, en dan?

Mocht de gemeente tot de conclusie komen dat aan alle vijf de staatssteuncriteria is voldaan, dan is er sprake van staatssteun. Staatssteun dient voorafgaand aan de verlening te worden gemeld aan de Europese Commissie, tenzij één van de vrijstellingsverordeningen van toepassing is. In dat geval hoeft niet gemeld te worden, maar gelden wel nadere verplichtingen over de uitvoering, transparantie en verslaglegging van de steun.

De-minimissteun

De gemeente kan onderzoeken of de steun vrijgesteld kan worden op grond van de ‘reguliere’ de-minimisverordening (Verordening (EU) nr. 2023/2831). Op basis daarvan kan een steunbedrag tot € 300.000,- over een periode van drie belastingjaren aan één onderneming worden uitgekeerd (artikel 3, lid 2). Steun verleend op basis van de de-minimisverordening hoeft ook niet bij de Europese Commissie aangemeld worden. Wel dient de decentrale overheid de betreffende onderneming om een de-minimisverklaring te vragen. Hierin moet de onderneming aangeven welke steun in de afgelopen twee belastingjaren en in het lopende belastingjaar is ontvangen. 

Meer informatie over het verlenen van de-minimissteun en de voorwaarden die daarvoor gelden leest u op onze pagina over de de-minimisverordeningen.

Algemene Groepsvrijstellingsverordening (AGVV)

De gemeente kan tevens onderzoeken of de staatssteun onder de AGVV (Verordening (EU) nr. 651/2014) valt.  Staatssteun op basis van deze Verordening hoeft niet gemeld te worden bij de Europese Commissie: een lichtere kennisgevingsprocedure volstaat. Deze procedure dient binnen 20 werkdagen na de inwerkingtreding van de steunverlening te worden afgerond.

Om gebruik te kunnen maken van de AGVV dient de gemeente te voldoen aan de algemene voorwaarden uit de artikelen 1 tot en met 12 van deze Verordening. Daarnaast moet de subsidie voldoen aan de specifieke voorwaarden van een of meerdere steuncategorieën, zoals de maximale steunintensiteit en  de kosten die in aanmerking mogen komen voor steun. De gemeente kan beoordelen of één van de steuncategorieën bij de situatie aansluit. In het onderhavige geval kan mogelijk de steun worden verleend op basis van de volgende drie artikelen:

  • Artikel 38 AGVV: op basis van dit artikel kan investeringssteun ten behoeve van energie-efficiëntiemaatregelen worden verstrekt. Eén van de voorwaarden van artikel 38 AGVV is dat de maatregelen verder moeten gaan dan vastgestelde Unienormen. Het is goed om na te gaan of er al Unienormen gelden ten aanzien van de voorgenomen energie-efficiëntiemaatregelen.
  • Artikel 39 AGVV: energie-efficiëntieprojecten in gebouwen kunnen op basis van dit artikel staatssteun ontvangen. Subsidieverstrekking op basis van artikel 39 AGVV is niet mogelijk, maar het is bijvoorbeeld wel mogelijk om een lening te verstrekken. De gemeente zou hiervoor een energiefonds kunnen oprichten.
  • Artikel 41 AGVV: dit artikel maakt het mogelijk om investeringssteun te verstrekken ter bevordering van energie uit hernieuwbare energiebronnen, zoals het opwekken van energie door zonnepanelen.

Alle specifieke voorwaarden van artikel 38, 39 en 41 AGVV kunt u terugvinden in de Verordening. De AGVV wordt momenteel herzien door de Europese Commissie om lidstaten meer ruimte te geven om verduurzaming te stimuleren. Mogelijk bieden toekomstige wijzigingen meer of andere mogelijkheden. Over de herziening kunt u meer lezen in dit nieuwsbericht van Kenniscentrum Europa Decentraal.

Mocht uw gemeente tot de conclusie komen dat u een kennisgevingsprocedure wilt opstarten dan kunt u contact opnemen met het Coördinatiepunt Staatssteun van Kenniscentrum Europa Decentraal via cps@europadecentraal.nl. In opdracht van het ministerie van Binnenlandse Zaken en Koninkrijksrelaties ondersteunt het Kenniscentrum gemeenten en provincies bij het doorlopen van een kennisgevingsprocedure. 

Meer informatie

Voor meer informatie over de aanpak van energiearmoede verwijzen wij u graag naar het nieuwsbericht over de Toolkit Aanpak Energiearmoede van het ministerie van Binnenlandse Zaken en Koninkrijksrelaties.