Bij een Europese aanbesteding heeft de provincie in de stukken opgenomen dat alle inschrijvers een ‘Gedragsverklaring aanbesteden’ (GVA) moeten verstrekken. Deze verklaring wordt door dienst Justis verstrekt. Buitenlandse bedrijven kunnen echter niet door dienst Justis gescreend worden en zij kunnen daarom geen Gedragsverklaring aanbesteden aanvragen. Een Duits bedrijf wil zich nu inschrijven op de aanbesteding en stelt de volgende vraag: hoe kunnen wij aan de voorwaarde, gesteld in de aanbestedingsstukken, omtrent het verstrekken van een Gedragsverklaring aanbesteden voldoen?
Antwoord in het kort
Het Duitse bedrijf kan, als er in Duitsland geen gelijkwaardig formulier bestaat, in plaats van de Gedragsverklaring aanbesteden een ander soort verklaring aanleveren. Zo kan er via de online databank e-Certis een relevant bewijsmiddel als equivalent gezocht worden. Indien er geen equivalent te vinden is, kan het Duitse bedrijf ook een verklaring onder ede of een plechtige verklaring ten overstaan van een bevoegde rechterlijke of administratieve instantie, een notaris of een bevoegde beroepsorganisatie van Duitsland afleggen.
Gedragsverklaring aanbesteden
Een aanbestedende dienst kan van de inschrijver op een (Europese) overheidsopdracht verlangen dat deze een Gedragsverklaring aanbesteden (GVA) overlegt (zie hoofdstuk 4.1. van de Aanbestedingswet 2012). Dienst Justis verstrekt in Nederland de GVA namens de minister van Veiligheid en Justitie.
Een GVA is een verklaring dat uit een onderzoek is gebleken dat er geen bezwaren zijn dat een natuurlijke persoon of rechtspersoon inschrijft op een overheidsopdracht. Dienst Justis raadpleegt daartoe het Justitieel Documentatie Systeem en gaat na of sprake is van relevante beschikkingen van de Autoriteit Consument en Markt of de Europese Commissie. Alle toetsingscriteria vindt u in artikel 4.7 Aanbestedingswet 2012. De GVA heeft per 1 april 2013 de Verklaring Omtrent Gedrag (VOG) bij aanbestedingen vervangen. Dienst Justis kan alleen in Nederland gevestigde bedrijven controleren. Het is daarom niet mogelijk voor een Duits bedrijf om een GVA bij dienst Justis aan te vragen.
e-Certis
In dit geval kunt u een Duits equivalent van de GVA opvragen. Op grond van artikel 2.89 lid 4 Aanbestedingswet 2012 mag een aanbestedende dienst andere relevante bewijsmiddelen opvragen bij buitenlandse inschrijvers, dit artikel luidt namelijk als volgt:
‘’Een aanbestedende dienst aan welke een gegadigde of inschrijver gegevens overlegt ten bewijze dat de uitsluitingsgronden, bedoeld in artikel 2.86 of artikel 2.87, niet op hem van toepassing zijn, aanvaardt ook gegevens en bescheiden uit een andere lidstaat (…) die een gelijkwaardig doel dienen of waaruit blijkt dat de uitsluitingsgrond niet op hem van toepassing is.’’
Om een Duits equivalent van de GVA, en ook andere documenten te vinden, kunt u de e-Certis website raadplegen. Artikel 61 van Richtlijn 2014/24 geeft een toelichting op deze onlinedatabank van de Europese commissie. De databank bevat de meest voorkomende bewijsstukken in aanbestedingsprocedures binnen Europa. U kunt hier nagaan welke certificaten en verklaringen er worden verlangd in een aanbestedingsprocedure. Op de e-Certis website kunt u Duitsland selecteren uit een lijst. Vervolgens krijgt u een overzicht van relevante bewijsstukken voor verschillende onderwerpen.
In 2021 heeft de Rechtbank Den Haag in een zaak omtrent een aanbesteding van de Nederlandse Staat voor testen voor SARS-COV-2 (ECLI:NL:RBDHA:2021:15216) waarin een Belgische inschrijver geen GVA kon overleggen en ook niet met alternatieven kwam bepaald dat het aan deze inschrijver is om zelf, wanneer deze om een GVA wordt verzocht, te komen met alternatieven uit eigen land om alsnog aan deze vereiste te voldoen.
Verklaring onder ede
Mochten er aan de Nederlandse GVA gelijkwaardige documenten ontbreken, dan biedt artikel 60 lid 2 tweede alinea van Richtlijn 2014/24 een oplossing. Daaruit volgt dat een verklaring onder ede of een plechtige verklaring afgelegd kan worden om aan te tonen dat de uitsluitingsgronden niet van toepassing zijn. Vervolgens kan zo’n verklaring worden voorgelegd aan de aanbestedende dienst:
‘’Wanneer dergelijke documenten of getuigschriften niet door de desbetreffende lidstaat of het betrokken land worden uitgegeven, of indien deze documenten niet alle in artikel 57, leden 1 en 2, en lid 4, onder b), bedoelde gevallen dekken, kunnen zij worden vervangen door een verklaring onder ede of, in lidstaten of landen waar niet voorzien is in verklaringen onder ede, door een plechtige verklaring die door betrokkene wordt afgelegd ten overstaan van een bevoegde rechterlijke of administratieve instantie, een notaris of een bevoegde beroepsorganisatie van de lidstaat of het land van herkomst of de lidstaat of het land waar de ondernemer gevestigd is.’’
Meer informatie
Gedragsverklaring aanbesteden, Website Dienst Justis
Uitsluiting, Aanbestedingen, Kenniscentrum Europa Decentraal
KED legt uit: Geschiktheidseisen, selectiecriteria en gunningscriteria, Kenniscentrum Europa Decentraal
e-Certis, Europese Commissie