De Europese Commissie heeft op 19 april de herziene richtsnoeren inzake regionale steunmaatregelen voor de periode van 2022 tot 2027 goedgekeurd. De richtsnoeren bevatten voorwaarden waaronder (decentrale) overheden regionale steun mogen verlenen aan ondernemingen die zich in de aangewezen achterstandsregio’s bevinden. Ook vormen de richtsnoeren de basis voor het opstellen van de Nederlandse regionale steunkaart voor de periode vanaf 2022.
Regionale steun
De Europese staatssteunregels bieden de mogelijkheid steun te verstrekken aan ondernemingen in regio’s met een economische achterstand. Op basis van artikel 107 lid 3 sub a (gebieden onder a) en sub c (gebieden onder c) van het Verdrag betreffende de werking van de Europese Unie (VWEU), kan steun aan ondernemingen in deze regio’s verenigbaar met de interne markt worden verklaard. Regionale steun heeft als doel de economische ontwikkeling van achterstandsregio’s te stimuleren, zonder daarbij het gelijke speelveld van de interne markt te verstoren. De voorwaarden waaronder regionale steun verenigbaar is met de interne markt zijn uiteengezet in de richtsnoeren inzake regionale steunmaatregelen. Daarnaast bevatten de richtsnoeren criteria waaraan regio’s moeten voldoen om als steungebied te worden aangemerkt. Op basis van de artikelen in deel 1 van de Algemene Groepsvrijstellingsverordening (AGVV) kunnen steungebieden regionale steun ontvangen.
Richtsnoeren 2022-2027
De geldigheid van de huidige richtsnoeren, de richtsnoeren 2014-2020, is verlengd tot 31 december 2021. Daardoor zullen de nieuwe richtsnoeren pas per 1 januari 2022 gaan gelden. Zij zullen de periode 2022 tot 2027 beslaan. De herziene richtsnoeren zijn opgesteld op basis van een evaluatie van de bestaande richtsnoeren en een grootschalige raadpleging. Hierbij werd bovendien gelet op de aansluiting van de richtsnoeren bij nieuwe Europese beleidsprioriteiten uit de Green Deal en de industriële en digitale strategieën. De herziene richtsnoeren bevatten onder andere de volgende wijzigingen:
- Het totale maximale deel van het bevolkingsaandeel van steungebieden was vastgesteld op 47%. Met het vertrek van het Verenigd Koninkrijk uit de EU is het gewenst om het totale maximale bevolkingsaandeel van steungebieden vast te stellen op 48%. Het bevolkingsaandeel vormt één van de criteria voor het afbakenen van de gebieden die voldoen aan de voorwaarden van artikel 107, lid 3, sub a en c VWEU. (paragraaf 7.1);
- De criteria voor de afbakening van steungebieden zijn behouden, maar lidstaten krijgen meer flexibiliteit voor het afbakenen van steungebieden onder c en in het bijzonder voor het bepalen van gebieden die in aanmerking komen voor steun uit het Just Transition Fund (paragraaf 2, 7.3 en 7.4);
- De maximale steunintensiteiten zijn verhoogd ter ondersteuning van de doelstellingen van de Green Deal en de digitale strategie. Daarnaast zijn de maximale steunintensiteiten voor verschillende begunstigden verhoogd, waaronder de steunintensiteit voor verafgelegen (‘ultraperifere’) gebieden, grensregio’s en gebieden die kampen met bevolkingskrimp (paragraaf 7.4);
- De regionale steunkaarten zullen geldig zijn van 2022 tot 2027, met een tussentijdse evaluatie in 2023 (paragraaf 7.6.2);
- De structuur van de richtsnoeren is vereenvoudigd en verschillende definities en termen zijn verduidelijkt zoals de vraag in welke sectoren de richtsnoeren kunnen worden toegepast.
Steunregio’s in Nederland
In deel 7 van de Europese richtsnoeren zijn de criteria voor de samenstelling van regionale steunkaarten opgenomen. Zo wordt onder andere gekeken naar het BBP en de werkeloosheidscijfers van de regio’s. Voor de periode 2014-2021 zijn delen van Groningen, Drenthe, Friesland, de Achterhoek, Flevoland en Groot-Rijnmond opgenomen in de steunkaart. Decentrale overheden kunnen, ter bevordering van de economische ontwikkeling, steun verlenen aan ondernemingen in de achterstandsregio’s die op de steunkaart staan genoemd. Het ministerie van Economische Zaken is verantwoordelijk voor het opstellen van de Nederlandse regionale steunkaart. Indien de Europese Commissie akkoord gaat met de steunkaart, dan zal deze per 1 januari 2022 van kracht zijn.
Voor vragen, opmerkingen of bijdragen betreffende de regionale steunkaart kunnen decentrale overheden terecht bij het Coördinatiepunt staatssteun decentrale overheden (CSDO) van het ministerie van Binnenlandse Zaken en Koninkrijksrelaties (BZK).
Bron
Mededeling van de Commissie – Richtsnoeren inzake regionale steunmaatregelen, Europese Commissie
Staatssteun: Commissie keurt herziene richtsnoeren inzake regionale steunmaatregelen goed, Europese Commissie
Meer informatie
Regionale steun, Kenniscentrum Europa Decentraal
Nederlandse regionale steunkaart 2014-2020, Europese Commissie