Nieuws

Publicatie: 2 oktober 2023

Door: en


Vleermuizen zijn de onverwachte huisgenoten die in onze spouwmuren verblijven. Maar in verband met de klimaatcrisis en de stijgende energieprijzen is het tegenwoordig nóg belangrijker om onze woningen en huizen te isoleren, zodat energie en geld kunnen worden bespaard. Wat nu als er een beschermde diersoort in de spouwmuur zit? Hoe verhoudt de plicht tot het beschermen van een diersoort zich tot de noodzaak van een duurzamere woning? De Raad van State heeft deze vraag in een uitspraak beantwoordt.

Uitspraak van de Raad van State

De Afdeling Bestuursrechtspraak van de Raad van State (ABRvS) heeft een uitspraak gedaan over het geschil tussen IsoSun B.V. (kort: IsoSun) en de Provincie Utrecht. In deze uitspraak stond de rechtsvraag centraal of IsoSun in strijd met haar zorgplicht onder artikel 1.11 Wet natuurbescherming (Wnb) heeft gehandeld.

IsoSun is een bedrijf dat na-isolatie van huizen aanbiedt en uitvoert. De werkwijze van IsoSun is heel eenvoudig. Tijdens een adviesgesprek met een uitvoerder van IsoSun wordt met de eigenaar van een woning een rondje om het gebouw gelopen om mogelijke dieren in spouwmuren te vinden. Daarna kijkt de uitvoerder met een endoscoopcamera of er vleermuizen in de spouwmuren zitten. Uiteindelijk worden de spouwmuren enkele weken later geïsoleerd. Dit zogenaamde na-isoleren is voordelig voor eigenaren, omdat het energie en geld bespaard, maar kent tevens een positief effect voor het milieu vanwege de vermindering van energiegebruik. Is het belang van de beschermde vleermuis echter voldoende geborgd met de enkele controle die IsoSun op deze wijze uitvoert?

De rechtbank Midden-Nederland heeft geoordeeld dat deze werkwijze van IsoSun onvoldoende rekening houdt met haar zorgplicht onder de Natuurbeschermingswet. Vaak zit er oud isolatiemateriaal tussen de spouwmuren, dat het zicht van de endoscoopcamera belemmert. Verder zijn sommige vleermuizen kleiner dan een luciferdoosje en kunnen zo ook niet altijd door de endoscoopcamera worden gezien. Vleermuizen zijn daarnaast nachtactief en hebben daarbij meerdere verblijven, waardoor een eenmalige inspectie overdag onvoldoende is om de aanwezigheid van vleermuizen vast te stellen.

De Raad van State heeft in deze zaak wel tegen IsoSun geoordeeld, maar niet tegen isolatie.


De Afdeling is het met de eerdere uitspraak van de rechtbank eens en komt tot de conclusie dat de werkwijze van IsoSun in strijd is met artikel 1.11 Wnb. Verder De Afdeling beredeneert dat IsoSun tekort is geschoten in haar onderzoeksplicht en had moeten weten dat een eenmalig endoscopisch onderzoek ontoereikend is.

De Afdeling concludeert in haar uitspraak dat IsoSun had moeten weten dat haar maatregelen ontoereikend waren en niet aan de normen van artikel 1.11 Wnb voldeden.

Juridische uitleg en decentrale relevantie

Uit artikel 1.11 Wnb volgt een zorgplicht voor burgers, ondernemers en overheden om voldoende zorg te dragen voor dieren en planten in hun omgeving. Uit lid 2 sub a en b volgt dat handelingen met een mogelijk nadelig effect op dieren of planten achterwege moeten worden gelaten, indien dit redelijkerwijs kan worden gevergd. Als handelingen met een mogelijk negatief effect wel moeten worden verricht, moeten noodzakelijke maatregelen worden genomen om alsnog het nadelig effect te voorkomen of zoveel mogelijk te  beperken. In de uitspraak van de Raad van State ging het precies over deze noodzakelijke maatregelen die moeten worden genomen, indien handelingen worden verricht die dus wel nadelige effecten met zich kunnen brengen.

Wet natuurbescherming

De Wet natuurbescherming is een uitwerking van de Europese Habitatsrichtlijn. Een van de belangrijkste onderdelen van Europees beleid is natuur. De Habitatsrichtlijn is een belangrijke pijler in dit beleid. Die is erop gericht om de biodiversiteit en kwetsbare leefgebieden te beschermen en zo nodig te herstellen. Mogelijk in Nederland voorkomende vleermuizen staan in bijlage IV van de Habitatsrichtlijn opgenomen. Dit geeft deze vleermuizen een beschermde status waar ook decentrale overheden in Nederland rekening mee moeten houden. Meer over de doorwerking van de Habitatsrichtlijn voor decentrale overheden is op deze website te vinden.

Decentrale relevantie

De belangen die zich in de zaak spelen zijn aan de ene kant het financieel en economisch belang om woningen te isoleren en aan de andere kant het belang van soortenbescherming. De Raad van State heeft in deze zaak wel tegen IsoSun geoordeeld, maar niet tegen isolatie. Een belangrijk verschil is namelijk dat isolatie niet onder de Wet natuurbescherming wordt verboden om dierensoorten te beschermen, maar wel voldoende zorg moet worden genomen om dierensoorten te beschermen. Het oordeel van de Afdeling heeft ten gevolge dat isolatie wel kan, maar alleen kan worden uitgevoerd indien het in overeenstemming met de zorgplicht uit artikel 1.11 Wnb is.

In het geval van na-isolatie betekent dat concreet dat een deskundige een ecologisch onderzoek (ook “quickscan” genoemd) in de spouwmuren moet uitvoeren en dat een quickscan meerdere keer moet worden uitgevoerd. De aanwezigheid van vleermuizen kan namelijk alleen door een deskundige worden vastgesteld. Daarna moet de provincie nog een ontheffing afgeven om de isolatie goed te keuren. Gemeenten dienen hier rekening mee te houden wanneer zij, bijvoorbeeld samen met woningcorporaties, over gaan tot het verduurzamen van het sociale woningbestand. Omdat de Wnb voortvloeit uit de verplichtingen die het Europese recht oplegt, specifiek in het geval van vleermuizen de Habitatsrichtlijn, is het ook van belang dat subsidies of staatssteun in lijn met deze verplichtingen worden gegeven.

Bronnen

Uitspraak Raad van State

Habitatsrichtlijn

Wet natuurbescherming