Nieuws

Publicatie: 20 maart 2023

Door: en


De Europese Unie is volgens de Europese Commissie te afhankelijk van derde landen voor de opwekking van duurzame energie. Daarom heeft ze een voorstel gepubliceerd om groene industrie te stimuleren, de opwekkingscapaciteit van hernieuwbare energie te vergroten en CO2-opslag te bevorderen, namelijk de Net-Zero Industry Act (NZIA). Het voorstel zal ook invloed hebben op decentrale overheden, onder meer op het gebied van vergunningverstrekking, aanbesteden en ruimtelijke ordening.  

Net-Zero Industry Act

Dit wetsvoorstel stelt de doelen dat in 2030 de Europese productiecapaciteit vergroot tot minimaal 40% van de jaarlijkse vraag naar strategische groene producten als warmtepompen en zonnepanelen. Daarnaast moet de jaarlijkse CO2-opslagcapacitieit stijgen naar minimaal 50 miljoen ton in 2030. Deze ontwikkeling moet medegefinancierd worden door olie- en gasproducenten. De aankondiging van de NZIA gaat samen met de aankondiging van de Europese waterstofbank die later dit jaar de eerste proefveiling zal houden.

In een consultatie vraagt de Europese Commissie om uw feedback op de NZIA. U kunt hierop reageren tot en met 17 mei 2023.

Context

De NZIA en de waterstofbank maken onderdeel uit van een breder pakket aan wetsvoorstellen, namelijk het Green Deal Industrial Plan (GDIP). Binnen het pakket vallen ook de European Critical Raw Materials Act en hervormingen van de Europese elektriciteitsmarkt. Het Green Deal Industrial Plan heeft als doel om de Europese concurrentiepositie te versterken op het vlak van groene industrieën vergeleken met derde landen als China en de Verenigde Staten. Hoewel de NZIA ook voor andere types van groene producten ingezet kan worden, heeft het vooral betrekking op de volgende acht strategische technologieën:

  1. Zonne-energie
  2. Windenergie
  3. Batterijen en opslag
  4. Warmtepompen en geothermische energie
  5. Elektrolysers en brandstofcellen
  6. Biogas en biomethaan
  7. CO2-opslag
  8. Stroomnet technologieën.

De Net-Zero Industry Act stelt nieuwe eisen aan overheden om vergunningsaanvragen makkelijker te maken voor bedrijven die groene producten maken. Deze eisen moeten het vestigingsklimaat aantrekkelijker maken voor bedrijven en ervoor zorgen dat plannen sneller uitgevoerd worden

One-stop-shops

Ten eerste verplicht de NZIA dat lidstaten een autoriteit aanwijzen die alle aanvragen afhandelt en dient als het enige punt van contact. Deze one-stop-shops kunnen de aanvraag  over laten aan decentrale overheden op de voorwaarde dat de aanvrager daarvan op de hoogte wordt gesteld en de decentrale overheid vanaf dat punt alle relevante documenten en informatie afhandelt.

Maximumtermijnen voor vergunningsaanvragen

Bovendien verplicht de NZIA overheden om vergunningsaanvragen sneller af te handelen. De exacte periode waarin dat moet gebeuren hangt af van het type project waarvoor de vergunning wordt aangevraagd. In het wetsvoorstel wordt onderscheid gemaakt tussen reguliere net-zero industrie projecten en strategische net-zero projecten. Strategische net-zero projecten betreffen projecten die aan de voorwaarden voldoen zoals beschreven in de NZIA, vooral met betrekking tot de schaal waarop het project bijdraagt aan een eerlijke energietransitie. De voorgestelde maximum termijnen voor vergunningverlening zijn als volgt:

Reguliere net-zero industrie projecten:

  • 12 maanden voor de bouw van net-zero industrie projecten met een opwekkingscapaciteit van minder dan 1 gigawatt.
  • 18 maanden voor de bouw van net-zero industrie projecten met een opwekkingscapaciteit van meer dan 1 gigawatt.
  • 18 maanden voor net-zero industrie projecten waarvan de opwekkingscapaciteit niet in gigawatt berekend kan worden.

Strategische net-zero projecten:

  • 9 maanden voor de bouw van strategische net-zero projecten met een opwekkingscapaciteit van minder dan 1 gigawatt.
  • 12 maanden voor de bouw van strategische net-zero projecten met een opwekkingscapaciteit van meer dan 1 gigawatt.
  • 18 maanden voor CO2-opslag projecten.

In bijzondere gevallen kan de procedure met 1 maand verlengd worden op basis van de aard, complexiteit, locatie, of grootte van het project. Mocht het zo zijn dat een autoriteit vindt dat een project uitzonderlijke risico’s voor de gezondheid en veiligheid van werknemers of inwoners met zich meebrengt, dan kan dit proces met nogmaals 6 maanden verlengd worden.

Aanbestedingen van net-zero producten

De Commissie introduceert verder nieuwe regels over de aanbesteding van net-zero producten om de duurzaamheid hiervan te stimuleren. Zo moeten overheden bij aanbestedingen van net-zero producten rekening houden met de duurzaamheids- en veerkrachtigheidsbijdrage van deze producten. De berekening van de bijdrage wordt gebaseerd op:

  1. de impact op het milieu;
  2. het aandeel van producten met een oorsprong van buiten de EU
  3. indien van toepassing, de invloed en kwaliteit van innovatieve oplossingen;
  4. indien van toepassing, de bijdrage bij de integratie van energiesystemen.

De bijdrage moet binnen de beoordelingscriteria een gewicht van tussen de 15% en 30% hebben. Overheden mogen de duurzaamheids- en veerkrachtigheidsbijdrage negeren als dat betekent dat de kosten van een project meer dan 10% hoger zijn dan die van een andere aanbieder.

Structuurplannen en bestemmingsplannen

Alle overheden moeten, zo mogelijk, rekening houden met net-zero industrie projecten bij het maken van plannen op het gebied van ruimtelijke ordening. Dat houdt voor provincies en gemeenten in dat er ruimte gemaakt moet worden voor net-zero industrie bij het maken van structuurplannen en bestemmingsplannen. Het wetsvoorstel verplicht ook dat overheden hieraan voorrang geven in de gebouwde omgeving, zoals bij braakliggende voormalige industriegebieden.

Proeftuinen

De Commissie introduceert met de NZIA proeftuinen als mechanisme om de innovatie op het gebied van net-zero producten te stimuleren. Lidstaten kunnen er zelf voor kiezen om de proeftuinen op te zetten, maar ze zijn ook verplicht om dit te doen als een bedrijf dat aan de juiste criteria voldoet daarom vraagt. Een proeftuin bevordert innovatie door de administratieve druk voor een bedrijf te verminderen. Zo worden overheden aangemoedigd om in proeftuinen regels met iets meer flexibiliteit te behandelen en uitzonderingen op regels in te lassen in zoverre dat de wet dat toe staat. Dit wordt alleen toegestaan als er van tevoren wordt vastgesteld dat een project niet een te groot risico vormt. Decentrale overheden zullen in aanraking komen met de proeftuinen, omdat ook ze geacht worden flexibeler toezicht te houden op de naleving van bijvoorbeeld milieuwetten.

Een Europese waterstofbank

Naast de NZIA introduceert de Europese Commissie de plannen voor een Europese waterstofbank om private investeringen in de waterstofsector aan te wakkeren. De waterstofbank moet helpen bij de eerste investeringen in de waterstofproductie en -infrastructuur binnen en buiten de EU. In het najaar van 2023 moet de bank de eerste proefveiling houden. De Commissie stelt hiervoor 800 miljoen beschikbaar euro uit het Innovatiefonds. De gekozen bedrijven zullen een vastgestelde bijdrage ontvangen voor elke kilo aan groene waterstof voor maximaal 10 jaar. Door het verschil in kosten tussen fossiele brandstof en groene waterstof te overbruggen hoopt de Commissie de waterstoftransitie aan te moedigen.

Bronnen

Verordening voor een nettonulindustrie: schone technologieën en groene banen in de EU creëren, Europese Commissie
Questions and Answers: The Net-Zero Industry Act and the European Hydrogen Bank, Europese Commissie