Interregionale verschillen in de Europese lidstaten vormen nog steeds een uitdaging. Zo blijkt uit de negende versie van het Europese Cohesierapport. Het rapport toonde verder aan dat het Europese cohesiebeleid positieve effecten heeft op economische groei, werkgelegenheid en de groene transitie.
Het Europese cohesiebeleid
Het Europese cohesiebeleid is een investeringsbeleid dat gericht is op het versterken van de economische, sociale en territoriale cohesie van de Europese Unie. Daarbij ligt de focus grotendeels op het verminderen van ongelijkheden tussen de regio’s. Het beleid besteedt bijvoorbeeld aandacht aan plattelandsgebieden en gebieden in industriële transitie. Om de doelstellingen van het cohesiebeleid te behalen, bestaan er verschillende structuur- en investeringsfondsen zoals het Europees Sociaal Fonds+ (ESF+) en het Europees Fonds voor Regionale Ontwikkeling (EFRO).
Het Cohesierapport, dat de Europese Commissie elke drie jaar publiceert, beoordeelt de voortgang van het cohesiebeleid. In het rapport valt te lezen over de vooruitgang van de cohesie in de EU en wat er nog kan verbeteren. Deze analyse is gebaseerd op maatstaven zoals welvaart, werkgelegenheid en onderwijsniveaus. Resultaten van het rapport hebben effect op zowel het toekomstige beleid als de investeringen van de EU.
Algemene bevindingen Cohesierapport
Economische groei en werkgelegenheid
Het cohesiebeleid heeft de interne markt van de EU versterkt. Dit door te investeren in zowel het concurrentievermogen als de economische groei. Het Cohesierapport stelt dat in 2043 elke euro die via het cohesiebeleid is geïnvesteerd drie keer in waarde zal zijn gestegen. Dit is gelijk aan een jaarlijks rendement van vier procent.
Tussen 2014 en 2020 is vanuit het cohesiebeleid geïnvesteerd in meer dan vier miljoen bedrijven, waarbij 370.000 banen zijn gecreëerd. Naar verwachting leidt het cohesiebeleid tegen 2027 zelfs tot de creatie van meer dan een miljoen extra banen, die met name de groene en digitale transitie betreffen. De arbeidsmarkt kampt volgens het rapport echter ook met verschillende uitdagingen. Zo ligt er een toenemende druk op deze markt vanwege de grote vraag naar arbeidskrachten en een lage werkloosheid.
De groene transitie
Om vergroening te ondersteunen, stimuleert het beleid groene projecten die te maken hebben met bijvoorbeeld hernieuwbare energie of natuurbehoud. Tussen 2014 en 2020 hebben de investeringen in de groene transitie onder meer geleid tot de instandhouding van beschermde habitats en overstroombestendige woongebieden. Uit het rapport bleek echter ook dat klimaatverandering de ongelijkheden tussen de regio’s verergert, waardoor de Europese cohesie in gevaar komt.
Uitdagingen en lessen voor de toekomst
Het rapport waarschuwt verder voor de ongelijkheden die ontstaan tussen stedelijke gebieden en landelijke regio’s. Het achterblijven van bepaalde regio’s kan namelijk negatieve gevolgen hebben, zoals spanningen op de huizenmarkt en een verslechtering van het concurrentievermogen. Bovendien kampen deze regio’s met braindrain’, waarbij veel opgeleide jongeren wegtrekken uit de regio. Met deze bevindingen onderstreept het rapport het belang van een beleidshervorming. Zo moet er meer ruimte komen voor het afstemmen op regionale behoeften en het verkleinen van economische ongelijkheid.
Decentrale relevantie
Decentrale overheden maken gebruik van middelen uit het cohesiebeleid om bijvoorbeeld de digitale of groene transitie van hun regio te bevorderen. Daarom is het voor hen van belang om op de hoogte te blijven van alle ontwikkelingen op het gebied van het cohesiebeleid, zo kunnen ze op tijd inspelen op nieuwe prioriteiten en onderwerpen die aan de orde komen.
Bron
Uit het 9e cohesieverslag blijkt dat het cohesiebeleid de kloven in de regio’s en de lidstaten van de EU blijft verkleinen, Europese Commissie.
Ninth Report on Economic, Social and Territorial Cohesion, Europese Commissie.
Economische, sociale en territoriale cohesie, Europees Parlement.
Meer informatie
Europese programma’s GROS, Kenniscentrum Europa Decentraal.
EU-fondsenwijzer, Kenniscentrum Europa Decentraal.